w blad er's I op het Idk directie. No. 8. Donderdag 17 Januari 1907. Derde Jaargang. FEUILLETON. SLAVENKETENEN. L E N, PERS", I I cent I geld van Effecten. HENDRIKSE. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANOAG-, WOINSBAG- tn VBIIBMND. SpECKENS. uid-Beveland". Denkf om uw kiesrecht! U IT DE PER is I 9 .ARHOEUEM i)n omboord. PRI, namiddags nité van h te GOES. i;1- I ieuws en illu KOOP is. laria (Binnenkoorts t»rek aan eetlust. r. DE VRIJ onder nevenstaand Verkrijgbaar A fO.75. j inzending van post al) Haag. '/.JiterfleschfO^O. Drgtocht. et hotel de Kinderen Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes 10.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers a contant0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonné's f 0.37i/2, voor niet-abonné's«045 BureauLANGE VORSTSTRAAT, GOES. teeds versch verkrijg- >che dienst. dam-Gouda-Amsterdam tusschanliggende plaatsen, van DOES iddag 12 uur. AMSTERWAM orgen 5 uur. ROTTERDAM ivond 8 uur. msterdam bij W. DE iSCHURE, Kloveniers- un bij de Directie J. en te Dordrecht bij S. te Goes bij den A ge at. m Le Cointre, Goes. Staten- en gemeenteraadsverkiezingen staan voor <le deur. Do verkiezingen voor de provinciale star ten zijn van gewicht, omdat van den uit slag dezer verkiezingen afhangt de samen stelling der Eerste Kamer. En voor de christelijke partijen is het van het hoogste belang, dat bij den hui- digen politieken toestand de Eerste Kamer blijvo anti-liberaal. Daarom moet ieder tijdig zijn kiesrecht zien te verkrijgen. We herinneren nog eens aan de volgen de bepalingen. Voor 1 Febr. 1907 moet de belasting- kiezer zijn aanslag over 1906 ten volle hebben voldaan. Wie pas in Febr. betaalt, moet met zijn voldaan biljet vóór 1 Maart naar het ge meentehuis gaan. Wie in 1906 naar een andere gemeente verhuisde, moet vóór 15 Febr. a. s. met zijn voor voldaan geteekend aanslagbil jet naar het gemeentehuis in zijn nieuwe woonplaats gaan om zich aan te geven. Wie geen kiezer is krachtens belasting, die moet zich op het gemeentehuis aan geven als woning-, loon-, examen- of spaarbankkiezer. De woningkiezer mag tusschen 1 Augustus 1906 en 31 Januari 1907 niet meer dan eenmaal zijn verhuisd in de- zelfde gemeente, en 'n zekeren huur prijs in dp week betalen. Een stukje land in huur mag bij <le huis- buur' opgeteld worden. Wioningkiezers die al op de lijst stonden cn in hetzelfde huis wonen als verleden; jaar, behoeven zich niet op nieuw aan te geven. Loonkiezers mogen tusschen 1 Augustus 1906 en 31 Januari 1907 piet meer dap. eenmaal van patroon veranderd zijn. Zij moeten ook een zeker loon ver diend hebben dat in de gemeente' [waar zij wonen voor het kiesrecht is aange geven. Pensioen of lijfrente mag bij het loon wordep opgeteld. Kost ep inwoning mag ook hij1 het loon worden opgeteld. Loon, kost en inwoning kan ook door den zoon die in het bedrijif zijner ouders werkt, als aanspraak te geven op kiesrecht worden aangemerkt Wie vast loon heeft en wegens» ziekte of verwonding twee maanden, O'f horter, 48). De minuten die thans verliepen schentïn, Anna een eeuwigheid Poe. Men hoordtei voortdurend het geraas van "het. een pf ander neders tartende voorwerp. Waaromi zou ook dit gedeelte der woning niet voor hare oogen neervallen en voor immer de. beide memschenlevens bedelven, die daarin» achterbleven? Maar eindelijk, eindelijk ontsnapte er een jubelkreet aan hare lip pen. Zij had Hendriksen's doodsbleek ge laat herkend, en gezien hoo zij zich over tuigde of de ladder pog wel vast genoeg 'n de aarde sta,k om hem en zijn kostbaren last te dragen. Zonder zich om hét tLre'igend gevaar te bekommeren leunde zij' uit alle macht legen bet ondereinde'der'ladder en weinige oogenblikken later klom hij snel doch voor zichting daarlangs af, eene schijnbaar le- venlooze vrouw in de armen dragende. «Zij is toch niet dood?" vroeg zij adem loos, zoodra hij binnen het bereik van haar mehoor was. „Ik weet het niet. Ik vond haar aldus' voor het venster liggen". Anna vroeg niet verder, maar haastte zich de zieke uit zijne armen over 'te nempn, en baar een eind weegs veiréler te dragen, waar niet of niet ten volte' zijn loon trok, mag toch het volle loon, alsof hij 't gehad had, i,n rekening brengen. Wje ineen onderneming werkt, waar het werk een zekeren tijd van het jaar wegens den aard van het werk stilstaat, mag ook dien tijd meetellen alsof hij toen niet als altijd gewerkt en verdiend bad. Inkomen, lijfrente of pensioen van de vrouw mag bij 'tlooa van den man hij- geteld worden. Inkomen, pensioen of lijf rente van de minderjarige kinderen mag voor de helft bij het loon van den vader opgeteld worden. Wie op Zon- en feestdagen geen „kost" verdient, behoeft voor deze dagen niets pi te trekken. Hij wordt toch gerekend op die dagen „kost" genoten te hebben. Loonkiezers moeten zich ieder jaar tus schen 1 en 15 Febr. aangeven, de nieuwe dus zoowel als de oude. Al en behoeft niet op te geven hoeveel men verdient. Men vol staat mette zeggen dat men het bij de wet vereischte loon ge niet. S p a ar b an k k i e ze'r s zijn zij die op 1 Febr. 1907 sedert minstens een ja,a,r f 100 op het Grootboek hebben of f 50 op de Rijkspostspaarbank, in een gemeente lijke of in een andere erkende spaarbank. Ook de examen kiezers behoeven zich niet ieder jaar aan te geven. Moreel-laag Bij verkoopingen vooral werd vroeger sterk gedronken. In de nieuwe Drankwet is daarom be paald, dat geen verkooping mag plaats hebben in een lokaal met vergunning. Dit werkte uitnemend. Te Prinsenhage echter heeft een ver gunninghouder, in afspraak met een nota ris er iets op gevonden om de wet te ontduiken. Hij laat de gegadigden zitten in het lokaal met vergunning en naar harte lust drinken, en geeft den notaris een tafel met een stoel in een zijkamertje naast het lokaal, maar dat door eon breede schuifdeur er mee vereenigd is. Bij vonnis is deze vindingrijke tapper schuldig verklaard en beboet. Dit kon ook wel niet anders, want een verkooping onderstelt twee partijende notaris die veilt, en de gegadigden die bieden. Daar nu het ééne onmisbare deel van de verkooping in het lokaal met ver gunning zat, had de verkooping welter- dege met behulp van dit lokaal plaatB. Nu zou men denken, dat de Vergun ninghouders in het gemeen deze daad van hun collega zouden afkeuren. zij haar aan de hoede haars vaders over liet, toa zich overtuigd te hebben dat zij leefde en zelfs geen noemenswaardige brandwonden bekomen had. „Waar ïs de 'dienstbode'?1'' vroeg zij thans haastig aan hun trouwen bondge noot. „Bij de voordeur, maar'gij moogt daar op geen terugkeer van leven meer hopen". „Om het even, ik wil haar gaan zoeken". „Kom dan mede". En hij ging haar met haastige schreden voor. Doch toen zij de aangeduide plek genaderd waren, zagen zij hoe vruchteloos het zou zijn de ongelukkige nog op (e sporen. De voorgevel was ten deele inge stort en overdekte met zijn brandend puin de plek waar de a.rme gevallen was; er viel niet eens meer te hopen haar stoffe lijk overschot ter aarde te bestellen. Het. vuur had zijne moorddadige taak op haar "roDwacht. De stationschef zag Anna, wankelen en ondersteunde haar zachtkens, terwijl hij zeide „Ja, al deze aandoeningen zijn te veel; uwe krachten moeten u begeven. Het huis is ongelukkig niet te redden; en gij kunt hier niet langer blijven op dit tooneel van verwoesting. Gevoelt gij u sterk genoeg uw vader te ondersteunen? Ik heb gezien dat hij als versuft is door het ojnverwachte van de ramp"- „Zeker zal ik dat kunnenhet gevoel Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Doch niets er van. In „Ons belang", hun tijdschrift, nemen ze het opedijk voor den wetsovertreder op, en deelen zelfs meie, wat middelen het Dag. Bestuur van hun Vereeniging den wetsovertreder aan de hand heeft gedaan, om zijn zaak in hooger beroep te winnen. Staat dit nu niet moreel laag? En is het niet te betreuren, dat een Vereeniging van mannen, die op hnn geeden naam prijs stellen, zich inspant, om het zetten- van gelagen bij de Verkooping toch weer in te voeren? (Stand.) FRANKRIJK. De jongste pauselijke Encycliek aan de Fransche Katholieken, die we in de hoofd trekken vermeldden, zegt nog het volgende omtrent de kerkelijke goederen en de strekking der scheidingswet: „Wat de kerkelijke bezittingen betreft welke men ons beschuldigt te hebben ver laten, is het belangrijk om te doen opmer ken, dat deze bezittingen gedeeltelijk het erfdeel waren van de armen, en wat nog heiliger is, het erfdeel der gestorvenen. Het was dus der Kerk niet geoorloofd ze te verlaten, nog ze weg te geven: zij kon ze zich slechts door geweld doen ontruk ken. Niemand zal overigens gelooveu, dat zij uit eigen beweging, anders dan onder den druk van de dringendste redenen, dat verlaten heeft, wat haar aldus toever trouwd was, en wat haar zoo onmisbaar was voor de uitoefening van den eere- dienst, voor het onderhoud der heilige ge bouwen, voor de vorming van haar gees telijken en het onderhoud van haar pries ters. Op verradelijke wijze voor het feit gesteld om te kiezen tusschen den ondergang harer bezittingen of een vooruit aanvaarden aanslag op haar inrichting, welke van heiligen oorsprong is, heeft zij, ten koste van armoede, geweigerd, om door haar bemiddeling Gods instelling te laten aantasten". En dan deze scherpe rake teekening van wat Briands jongste wet betoogt: De vage dubbelzinnige tekst van de artikelen dezer wet brengt het doel, waar naar onze vijanden streven, in een nieuw daglicht. Zij willen de Kerk vernietigen en het Christendom in Frankrijk uitroeien, zooals we u reeds zeiden, maar zonder dat het volk zich er ernstig van bewust is of dat het er, om zoo te zeggen, acht op kan slaan. Als hun onderneming werkelijk populair was, zooals zij het beweren, zouden zij niet aarzelen om met open vizier door te zetten, en er openlijk alle verantwoordelijkheid van op zich te nemen. Maar verre van deze verantwoordelijkheid te dragen, schuiven zij zich haar van den hals, zij verwerpen haar, en om hierin beter te slagen, werpen zij haar op de Kerk, hun slachtoffer. Van alle bewijs voeringen is dit de treffendste dat hun van zwakheid, dat mij aangreep bij hét gadeslaan van dit alles, is weder voorbij. Maar waar wilt gij dat wij [heen zullen gaan?" „Naar mijne woning". „Onmogelijk: De zieke hier achter te laten I" „Daar denk ik niet aan! ik zal haar overdragen naar mijn huis. Gij zult er u, wel is waai', moeben behelpen, maar alles is beter dan hier langer te (blijven". „En de beidie daders?" „Ik wilde mij allereerst nog overtuigen of de een wel dood is en of de andiejr nog stevig vastgebonden ligt en niet met het vuur in aanraking kan komen. Liefst had ik de laatste op mijne schouders ge laden, maar twee menschen te gelijk, dat gaat mijne krachten te boven. Hij zal dus geduld moeten oefenen in de kou, hij het, vuur dat. hij zelf heeft ontstoken, en zoodra, ik u allen in veiligheid weet, zal ik hier heen fcerugkeeren met een onzer hand karren, waarop ik hem en zijn waardigen makker vervoeren zal naar het station. Het spijt mij geducht dat z'ij! friet beiden in leven zijn, want door hen alleen zullen wij achter de gansche waarheid komen". „Gelooft gij dat zij nog andere .mede plichtigen hebben?" vroeg Anna, reeds ho pend dat met hen ook alle gevaar voor hare vrienden zou bezworen zijn. Heiaasja", luidde het aalwoord„voor heden waren, zij alleen; maar ik zag hen vroeger in gezelschap van een man. die rampzalige daad niet aan de wenschen van het land beantwoordt. Nadat te Plougastel-Daoulas (Finistère) bekend was geworden dat er een ambte naar zou komen, om de kruisbeelden uit de scholen weg te nemen, namen de boeren daar hunne maatregelen, om een betooging op touw te zetten. 5000 Bretonsche boeren stroomden samen in de kerk van Plougastel-Daoulas. Zij legden een ontzaglijk houten kruisbeeld, met goud afgezet en zoo zwaar dat vier sterke jongelingen het met moeite konden dragen, op een berrie neer, waarvan een rood fluweelen kleed met gouden franjes afhing. Zes man te paard openden ver volgens een langen stoet van katholieken die zich met het beeld op weg begaven. Onder hen waren de geestelijken, de bur gemeester, de raadsleden, de schoolkinderen en VillierSjde monarchistischeafgevaardigde. Allen zongen geestelijke liederen Na een rede van Villiers en luide kreten vanLeve Christus 1 begaf men zich naar het stadhuis, waar het kruisbeeld van de draagbaar werd genomen en vlak onder het borstbeeld van de Republiek werd opgehangen. Teekenende feiten. Dc kapel der broeders Maristen in de rue Pernety te Parijs is verkocht aan een ondernemer van café's-conrerts. De kapel van oude klooster der Francis canen, rue de Puteaux in Batignolles, een voorstad van Parijs, zal de nieuwe loge van de „Ecossais" worden. Een strekkings-bericht. De Amerikaansche Katholieken zoo luidt een particulier telegram uit Brussel aan de N. R. Ct.— zenden nog steeds gro'ote sommen aan het Vaticaan ten bate van de Fransche geestelijkheid. Het Vaticaan zoo beweert de corres pondent van de „Temps" te Rome heeft dezer dagen honderden cheques, tot een bedrag van 150,000,000 lire, bij de Duitsche katholieke bank Nast-Kolb en Schumacher aangeboden. Dat wil dus volgens de bedoeling van den „Temps" zeggen„Fransche Katho lieken, gy kunt de koorden uwer beurzen gerust dichtgeknoopt houden. De edel moedigheid, welko de Paus en de bisschop pen van u verlangen, is overbodig." En dan gaat „het Vaticaan" natuurlijk naar een Duitsche BankTot welke kinderachtige en perfiede manoeuvres een blad als de „Temps" al niet in staat is De vergadering der Fransche Bisschop pen is, gisteren begonnen in het kasteel de la Muette. Eergisteren waren reeds de kardinalen Lecot en Couille bij kardinaal Richard bijeengekomen om eenige voorbe reidende maatregelen te treffen. Mgr. Amet- te nam aan de beraadslagingen deel als vertegenwoordiger van Mgr. Richard, die wegens zijn hoogen leeftijd vermoedelijk niet de vergadering zal bijwonen. De „Figaro" weet te melden, dat de kardinalen ter vergadering zullen voor in het minst niet op hen geleek, hij was ieen neus, met een indrukwekkend voorko men". Op dat oogenhlik vernam men, tusschen het gesis der vlammen en het gekraak der balken in, den naderenden hoefslag van verscheidene paarden. Hendriksen uitte een kreet van vreugde. Hij begreep aanstonds d.a,t het de mare chaussees moesten zijn, die in allerijl uit het stadje waren te hulp gekomen. Thans eerst gevoelde hij zich zekér dat zijne gevangene hem niet ontsnappen zou. Tot 'zijne verrassing was de hoer met; hein. Hij zag er verlegen uit en mompelde: Ik vraag mijnheer wel vergeving, maar als ik geweten had dat het zoo ernstig was geweest, zou ik zeker eerst dien om weg hebben gemaakt. Eerst, toen ik mij op den terugweg bevond zag ik Idat het. hier brandde, en daar de veearts nu toch bij de bonte is, ben ik meegekomen pm te zien of ik nog iets kon redden". „Zijn er mensohenlevens bij het onheil te betreuren?" vroeg de brigadier die in middels van het paard gestapt was. „Ja, 'de dienstbode is vermoord gewor den, op het oogenhlik dat zij wilde ont vluchten. 'Ik had de handen vol werk om een zieke te redden, en in dien tussehen- tijd 'werd haa,r lijk oinder hiet puin be dolven". „Dus is de brand waarlijk het. werk van boosdoeners vroeg de militair, over het cansche schouwspel een onderzoekenden stellen, den eeredienst zoo lang mogelijk in 't openbaar uit te oefenen, het statu quo te handhaven en de gebeurtenissen af te wachten, en in tegenstelling met het plan van sommige bisschoppen, die hier en daar interdiocesane seminaries wenschen op te richten de bestaande seminaries te hand haven. Het voorlezen van de encycliek, dat ge lijk men weet Zondag heeft plaats gehad, heeft in Arras aanleiding gegeven tot treu rige incidenten. Mgr. Williez, bisschop van Arras, had de encycliek van den Paus in de kathedraal voorgelezen. Nadat hij een plechtige processie van eerherstel geleid had, steeg hij' in zijn rijtuig om naar zijn particuliere woning zich te begeven. In de rue St. Vaast hatlden zich aan beide zijden scharen Katholieken opgesteld, die de kre ten „leve Monseigneur, leve Paus Piusl" aanhieven. Een vjjitigtal jongelieden volg den het rijtuig en juichten den bisschop toe, roepend om vrijheid. In de rue des Jongleurs dacht de com missaris van politie met zijn agenten tus- schenbeide te moeten komen, hij wilde den koetsier verplichten harder te rijden. Daar dit door de drukte niet mogelijk was, trok de commissaris zijn stok en sloeg op het paard los. Aten begon toen op te dringen, en dit gaf aanleiding tot de 'arrestatie vart een jongen man. De agenten sloegen hun arrestant, hetgeen een dietel der manifestan ten wilden beletten. Een eind verder was de straat afgezet door een twaalftal gen darmen te paard, die den weg wilden af zetten. Ook hier hadden eenige botsingen plaats. De commissaris liet ten slotte ver sterking komen, waardoor hij met geweld de kalmte, die door zijn eigen optredietoj verstoord was, herstelde. Een achttal gees telijken en vier burgers werden gevaugen genomen. SPANJE. Ook een Kuiturkampf is het, wat in Spanje wordt beproefd, hoewel daar tevens bly kt, dat het volk als geheel vpn de politieke kuiperijen der liberalen niet veel weten wil. Ook daar wil men de congregraties „regelen" maar algemeen wordt tegen dit plan opgekomen. Verschillende bisschoppen zonden reeds hun protest aan de regeering. De plebanen der verschillende kathedralen volgden. En onder de geloovigen giLgen lijsten rond, die in heel korten tijd zwart zagen van de handteekeningen. Bij duizen den teekenden de katholieken in elk diocees. Een confrérie van den Berg Carmel in het diocees Burgos leverde alleen 20,000 handteekeningen. Vereenigingen van allerlei aard zonden adressen aan de regeering en de katholieke studenten van Madrid en Barcelona stonden in de eerste rijen. En speciale comité's werden opgericht ter bestrijding van het nieuwe wetsontwerp. Zij houden openbare vergaderingen en mee tings in de open lucht en optochten. De Spaansche regeering schijnt in overleg te zijn getreden met de andere mogendheden, teneinde te geraken tot ien algemeene be- biik latende dwalen? „Het is dat zoozeer, dat ik [hen vooraf betrapte op een onderhoud, waarin dui delijk 'uitkwam, dat zij het een of ander ■tegen 'dit gezin in het schild voerden. Ik ging mijn pistool halen en snelde den heer Holm 'te hulp, maar mocht, helaas, niet in tijds komen. Vergis ik m|ij hiet dan staan wij hier tegenover de misdadigers van de spoorweglijn". „En zijn de schelmen ontkomen? lil welke richting? .Wij gaan ze aanstonds- achterna". „Neen zij zijn niet ontvlucht", antwoord de de stationschef, terwijl de hoer klap pertandend van .angst,naar hem luisterde, alsof het een orakel gewfest wane„Een hunner werd neergeschoten op bet oogen hlik dat hij zich op deaf heer Holm en zijne dochter wilde werpen, om hun hetzelfde lot te doen ondergaan als de trouwe dienst meid; wat de tweede betreft, ik ben er in geslaagd mij van hem meester te maken: hij ligt daarginds jals een weerloos pak. Zoo gij hem in verzekerde bewaring wilt ne men dan zal ik blij wezen van hem ont slagen 'te zijn; maar ik waarschuw u, de kerel is sluw, en als hij ontsnapt, zijn wij geen van allen ons leven zeker". „Wees gerust; eenmaal in onze handen, is hij voorgoed ingerekend", lachte de bri gadier. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1907 | | pagina 1