agsblad
luillon Superieur
aaldwijk,
tent op het
geld
No. 145.
Zaterdag 8 December 1906.
Tweede Jaargang.
leeschextract
Bröerken, Arnhem
HeCoinlre, Does
's Denkmal
|enpuddin£.
'i. Bröerken, Arnhem
Westland,
minicanessen.
371/2 cenf
45
p van Effecten.
HENDRIKSE.
Stoomhout
Zagerij
fn Schaverij.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Verschijnt eiken MAANDAG-, VI1IHSDAG- en VRUDABAVOHD.
Korte lnlioud Zondagsblad.
Sprokkelingen.
FEUILLETON.
SLAVENKETENEN.
BUITENLAND,
Indige analyse van Di
jen Dr. J. A. J. Tonella
Ischextract. Ze uevat
In 3.3 stikstof en is af-
lote Kentnerich fabrieken.
ïzc prima merken.
I van Comestibles.
borziet U van
in de R -K.
iliotheken, -
It gij zeker,
?oede boeken
haalt en dan
gij tevens de
kaak.
Is voor Gerneente-
nerbesturen
de fijnste
ren winkelier a 20 ets.
|per pakje.
|r van Comestibles.
Heeren en Dames,
tijdelijk.
v. Heer L. M. J. VAN
het Gesticht.
veel nieuws en illu
GOEDKOOP is.
DE DIRECTIE.
MAAttHOKUKili
Jet satijn omboord.
borgtocht.
het hotel de Hinderen
NIH ZEEMUI COUP
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers contant „0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f 0.37l/2, voor niet-abonné's045
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Platen: een leeuwentemmer door tij
gers en leeuwen aangevallen; het Noor-
sc-he koningspaar te Berlijn; krijgsraad te
Portsmouth; de Orinoco en de Kaiser Wil
helm na do aanvaring; wedstrijd in het
trappenloop-en op den Eiffeltoren; staken
de scholieren; de bomaanslag in den St.
Pie ter te Rome; dames-hengelaarslerseen
kinderregiment; wedloop op schildpadden;
de veelbesproken kroonprins van Servië;
de overleden aartsbisschop van Posen,
mgr. Stablewski; de Pruisische minister
van landbouw; per luchtballon over de
Alpen; een sportkapsel; snel recht met
tekst. Feuilleton: het meisje van
Nieu w-Zeeland.
Dominé Karei Vos te Woudsend heeft
in „het Vaderland" een stukje neer
gepend aan het adres der heeren Kamer
leden van de rechterzijde, Talma en dr. de
Visser (natuurlijk doodsvijanden van dezen
vrijzinnigen predikant-niet-Kamerlid) over
hetgeen zij zegden, aangaande de anti-gods
dienstige rede van den goddeloozen Fran
sehen minister Viviani.
'tls de „M id de 1 b u r g s c h e Cou-
r a n t", waarin wij het stukje van „het
Yad." aantreffen, en die in zijn
„Sprokkelingen" voortdurend gretig op
neemt alle stukjes uit andere bladen, welke
slechts tegen diie verwenschte „clericalen"
zijn gericht, of mogelijk de historische
„wigge" kunnen drijven tusscben Katho
lieken en geloovige Protestanten.
Daarbij moeten het, zoo mogelijk, voor
al de Katholieken ontgelden, die vol
gens het vrijz.-dem. orgaan zoo dom
zijn, zich door de zoogenaamde „fijnen"
op sleeptouw te laten nemen.
De vrijzinnige vos preekt hier de pas
sie elk gansje wil hij winnen, en meedra
gen in zjjn liberalen weitasch!
Nu schrijft o. a. ds. Vos, dat indien de
heeren Talma en De Visser in Frankrijk
afgevaardigden waren geweest, ze onfeil
baar zeker, zouden hebben gestemd voor
de Scheidingswet.
Wij nemen de vrijheid dit ten stelligste
te ontkennen.
Ds. Vos schijnt niet te weten, dat niet
alleen de Katholieken in Frankrijk dooi
de beruchte wiet worden getroffen, maar
tevens ook de protestanten, en
schijnt onbekend te zijn mei de afkeuring
in schier alle protestantsche bladen over
de Scheidingswet uitgesproken.
39).
Den volgenden middag werd hij voor
den rechter van instructie gevoerd, die
hem nogmaals alles liet herhalen wa,t hem
van de zaak hekend was en hem daarop
vroeg:
„Gesteld da,t wij u tegen borgstelling uit
het huis van arrest ontsloegen, wat zoudt
gij dan aanvankelijk wel met uwe vrijheid
doen?"
„U verzoeken, mijnheer, mij zooveel mo
gelijk aan de justitie toe te voegen om
haar bij haar onderzoek behulpzaam te-
zijn. Ër kunnen mij ieder oogenblik kleine
bijzonderheden te binnen komen, die een
leidraad konden bevatten; ik ben ook be
ter met de verschillende plaatsen in Ne
derland bekend, en kan inlichtingen ver
strekken omtrent het huiselijk leven der
familie Overbeek, zoodat..."
„01 Uwe hulp zou ons veel waard zijn,
en van het oogenblik af dat gij u verbin
den wilt ons, waar dat noodig mocht zijn,
ter zijde te staan, verzoek ik u nog slechts
mij den een of anderen persoon alhier op
te willen noemen die borg voor u zou
blijven met eene zekere som, dat gij u ter
bepaalde ure en dag voor de rechtbank
zult vertoone-n om uw getuigenis af te
loggen. Zoodra wij een bevestigend ant
woord van een uwer vrienden hebben, zijt
gij vrij".
Dan zegt dominé verdei-, dat hij de Schei
dingswet goedkeurt en beweert, dat het
geen nu in Frankrijk is geschied, feitelijk
reeds meer dan een eeuw geleden in ons
land is gebeurd.
De verklaring van dezen predikant, dat
hij ingenomen is met de Scheidingswet,
was volkomen overbo'dighet feit, 'dat hij
zijn pennevruchten plaatst in een blad
als „he tVaderlan d", bewijst dit reeds
afdoendej maar waai1 ds. Vos als zijn mee
ning neerschrijft, dat, wat in Frankrijk
geschied is, reeds vroeger hier te lande
heeft plaats gehad, slaat, hij den bal
glad mis.
En mogelijk wel met bedoeling.
Want bijna ongeloofelijk is het, dat de
schrijver in „het Vad." niet zou inzien,
dat d-e toestanden en de verhoudingen
in Frankrijk van zoo hemelsbreed verschil
lenden aard zijn met die, welke in ons
land bestonden, dat hel maken zijner ver
gelijking niet opgaat,
En ook: de Fransche Scheidingswet be
vat niet dezelfde maatregelen als hier
te lande zijn genomen; de Fransche wet is
veel scherper, bovendien onrechtmatig.
Om slechts iets te noemende hiërarchie
in Frankrijk wordt door de wet aangerand,
terwijl deze hier te lande bleef bestaan.
Men kent de godlasterlijke taal van den
Franschen minister Viviani, die van de
regeeringstafel sprak
„Wij hebben gezegd tegen den man, die
neerzit op het eind van den langen dag,
gebroken door het dagelijksche werk en
weenend o-v-er zijn ellendig lot, wij hebben
tegen dien man gezegd, dal er achter do
wolken, jvaarhenen hij zijn droeve blikken
wendt, slechts hemelsche kerkschimmen
toeven, en met een heerlijk gebaar- heb
ben wij daar in den hemel lichten uitge
daan, die niet meer aan zullen gaan. Maar
nu begint het werk. Wat zuil-en wij den
mensch teruggeven, nu wij hem den hemel
hebben leeggehaald, den mensch die eiken
dag vernederd wordt door de tegenstel
ling, dat hij tegelijkertijd een souverein
en een ongelukkig tobber is."
Ja, wat zal die goddelooze regeering
den mensch teruggeven?
De gasthuiszusters en onderwijszusters
heeft men verjaagd; de ordensgeestelijken
zijn weggezonden; den parochiepriesters
heeft men van hun tractement beroofd en
van hun kerken en kapellen.
In de sierlijk gemeubelde en anders zoo
vroolijke tuinkamer waar de beide zusters
bijeen waren, heerschte een-e akelige stilte.
Viol-et zat strak voor zich uit te staren op
de sneeuw daarbuitenzij vond geen
kracht tot eenige bezigheid, geen moed
zelfs aan de verschillende familieleden te
melden welk een onherstelbare slag Maud
getroffen had. Den ganschen nacht was zij
niet haar opgeweest, te vergeefs trach
tende haar eenigermale tot bedaren te
brengen en thans voelde zij zich als ver
brijzeld.
Het eenig zwak gedruisch dat door het
vertrek weerklonk was het onafgebroken
voortkrassen eener pen; want nog altijd
was Maud aan het opstellen der bladzijden
welke, volgens haar, licht moesten ver
spreiden over den dood van haar man. He
laas I d-e arme gaf er zich ge-en rekenschap
van dat zij steeds opnieuw het eenvoudig
verhaal begon van Overbeek's verirek naar
Holland en van haar droevige voorgevoe
lens bij hun afscheid
Toen de dienstbode Nieuwenheim's
komst aan Violet mededeelde, zag deze ver
heugd op. Zij zouden dus eindelijk een
mannelijken steun vinden; een vriend op
wien men onvoorwaardelijk vertrouwen
kon I Daarbij was zijn komst het beste be
wijs dat hij ontslagen was uit de handen
van het gerecht; hij die aan even groole
gevaren was blootgesteld als Maurits. Maar
zou Maud hem willen zien, zij die nauwe
lijks den aanblik van den dokter kon ver
dragen, en geen harer bekenden bij zich
had toegelaten?
En wat is daardoor verkregen?
Dat duizenden kinderen en gebrekkigen
van steun en verzorging zijn beroofd; dat
in de „verleekte" gasthuizen de ongeluk
kige zieken veelal behandeld worden als
beesten; men helpt de patiënten niet vol
doende, en is blij, als ze uit hun lijden zijn.
Men heeft de engelen van barmhartig
heid, de liefdezusters verdreven, en het
eerste wat men den armen zieken, den af-
getobden teruggeeft is 'n krankbed zonder
opofferende verpleging, een foltersponde
Ook dit geeft men den mensch terug
voor de lichten, die Viviani daar in den
hemel uitdeed.
Intusschen, wij, katholieken, wij ken
nen die grootspraak, we hebben meer over
winnaars van Christus, meer uitdoovers
van sterren, meer uitverkoopers van de
hem-elschatten gekend; we weten, hoe die
pogingen afloopen.
We kennen ook het antwoord op die
vraag„wat zullen wij in de plaats ge
ven."
Brood misschien, spelen misschien,
maar daarmee is geen volk te bevredigen
of te troosten, ge-en z-edewet te onder
houden.
En al zouden die ministers alle schatten
ter beschikking kunnen stellen, aan wie
behoeftig zijn, en alle zinstreelingen en
verlangens bevredigen, die in het dorstend
menscbenhart opkomen, dan nog zouden
zij hun onderdanen ongelukkig en oproe
rig,' hooren dreigen, en dwingen om het
geluk, het beloofde geluk, den hemel op
aarde die toegezegd was in plaats van
het gesloten paradijs, en den uitgedoof-
den hemelgloed.
yiT DE 1PER&.
Niet de Godsdienst, God al
leen is heilig.
Gelijk men weet, is het vaste usantie
(gewoonte) links, om bijna altoos van den
Godsdienst, bijna nooit van God te ge
wagen.
De heer Talma deed daarom een goed
werk, door oip dit punt eens klaren wijn
te schenken.
Voor het beginsel van Staatsbeleid
is het niet om de vrijheid van Godsdienst,
noch om den invloed van de religie op
het zedelijk le-ven te doen, maar om de
eere van God zelf.
De vraag is of de souvereine God ook
over Nederland als de- Koning der konin
gen regeert. Of dientengevolge ook Neder
land, als Staat, God heeft te eieren en te
dienen.
„Ik ken den Consul-generaal der Ne
derlanden en twijfel niet of hij zal mij
dezen dienst willen bewijzen".
„Uitstekend 1 Ik hoop dat gij nog voor
den avond uwe cel zult kunnen verlaten.
Geef jnij echter uw nieuw adres op".
„Albemarle-hotel, Piccadilly".
Een ,en ander werd opgeteekend en gelijk
de rechter voorzien had, werd Ernst om
streeks zes ure uit de gevangenis ont
slagen.
Zijn eerste werk was zich naar Maud
te spoeden.
Hoezeer verschilden de omstandigheden
die hem nu tot haai" voerden van die,
waaronder hij nog zoo kort te voren de
reis naar Engeland ondernomen had, die
zelfde reis welke bij Polderdijk, op zoo
geheimzinnige .wijze, was afgebroken! Hij
herinnerde zich vol weemoed hoe toen nog
het jonge, gelukkige gezin slechts aan
vroolijkheid .en feestvieren had gedacht;
terwijl .nu, hoe zou hij haar wederzien de
arme vrouw, wier bestaan voor immer was
geknakt?
Met .een gevoel van angst hief hij den
zwaren ring op om op de voordeur te
kloppen.
De dienstbode die hem opendeed had
roodgeweende oogleden.
„Mevrouw weet dus alles?" vroeg Ernst
ontsteld.
„Helaas ja, mijnheer, er is gisteren een
brief voor de zuster van mevrouw geko
men."
„Juist; ik heb hem aan Miss Violet
geschreven, en hij zou haar gebracht wor-
Wie zegt: neen, en dus ook ont
kent, dat God© de souvereine opper
hoogheid o-vetr de andere Volken en Staten
toekomt, ontneemt alzoo aan God het re
giment (bestuur) over alle volken en na
tiën; neemt uit zijn macht de hoofdmacht
van het leven weg; vernietigt alzoo Zijn
Almacht; en doet hiermee, wijl een niet-
Almachlig God een contradictio in
terminis (een tegenspraak in de woor
den zelf) is, het bestaan Gods, voor zoo
veel aan hem staat, te niet.
Dat is het punt, waarop het aankomt,
en juist daarom is er voor .wie gelooft, geen
uitgangspunt voor het Staatsbeleid anders
dan in God denkbaar, en kiest een ieder,
die dit betwist, principieel in het Staats
beleid voor het Atheïsme partij.
(Stand.)
FRANKRIJK.
Generaal Picquart heeft als minister van
Oorlog het ontslag aangenomen van een
pfficier, die den dienst wilde verlaten, na
dat hij het bevel om bij de boedelbeschrij
ving in kerken met gewapende macht op
te Ireden plichtmatig volbracht had. Twee
andere officieren, die het bevel weigerden
op te volgen, zijn op non-activiteit gesteld.
Gustavo Rouanet zegt nu in de „Huma-
nité", dat die twee officieren voor den
krijgsraad hadden moeten komen. Maai
de minister van Oorlog heeft dat niet ge
daan, ongetwijfeld omdat hij zeker was,
dat geen krijgsraad in Frankrijk de offi
cieren voor dit vergrijp tegen de tucht
veroordeelen zou. En daarin, z-egt Rou
anet, ligt een veroordeeling van de krijgs
raden.
Wij zouden zoo zeggen dat het vóór
het rechtsbegrip dier raden pleit.
Naar de katholieke „Gaulois" meldt, zal
kardinaal Richard na den 12en December
het aartsbisschoppelijk paleis be Parijs niet
blijven bewonen, doch het verlaten, zoo
dra de sommatie daartoe zal zijn ont
vangen.
Op het eiland Batz (departement Fi-
nistére) heeft de bevolking zich met kracht
verzet tegen de inventarisatie. De deur
der kerk moest met geweld open wor
den gebroken en bij het daarop ontstane
tumult werden vijf gendarmes en een aan
tal bewoners van het eiland gewond. Ze
ven personen, onder welke de pastoor,
werden gevangen genomen.
Generaal Daru te Tours, chef Van het
9de Fransche legercorps, heeft ontslag aan
gevraagd, als protest tegen de medewer
king van militairen bij de inventarisaties.
ITALIË.
Het overbrengen van het stoffelijk over
schot van Leo XIII van de St. Pieter naai
de St. Jan van Lateranen, waar men hem
een tombe heeft opgericht, zal op een!
plechtige wijze plaats hebben, in het volle
den door den eersten stuurman der maat
schappij Zeeland."
„Dat geschiedde ook, maar Miss Camp
bell was uit en mevrouw wilde hem vol
strekt spreken, omdat zij al dagen achter
een zoo ongerust was; de man meende
bet goed, doch hij was er niet op ver
dacht geweest mevrouw in persoon te zien,
en hij begon te stotteren en zeide zoo
iets van een moord op het schip. Toen
werd mevrouw als krankzinnig en brak
zelf den brief open."
„Groote gerechtigheidI"
„Ik was er niet bij, maar een oogenblik
later rukte de stuurman het scbellekoord
af, zoodat de bel wel een kwartier bleef
weerklinken door het.huis; want mevrouw
was flauw gevallen en hij wist niet wat.met
haar te beginnen. Gelukkig kwam Miss
Violet spoedig daarop thuis en liet de
dokter ook niet al te- lang op zich wachten,
want wij dachten in het eerst niet anders
of mevrouw zou het besterven."
„Is zij bedlegerig?"
„Neen, mijnheer. Wij hadden haar te bed
gebracht ,maar zoodra zij weder bijkwam,
wilde zij opslaan, zij wilde mijnheer wre
ken, zeide zij, en van dat oogenblik af,
doet zij niet anders dan aan de rechters
schrijven. De dokter wil niet dat wij die
brieven weg zullen brengen, hij zegt dat
mevrouw later wieer tot kalmte zal ko
men, dat zij nu niet weet wat zij doet."
„Zou ik haar kunnen zien?"
„Ik denk het wel, mijnheer, maar ik
zal het eerst aan Miss Campbell gaan
vragen."
daglicht, door de voornaamste straten van
Rome. De officieuse „Tribuna", het be
richt bevestigende, voegt er bij, da,t de
bepaalde datum valt in de eerste helft
van Januari.
In het consistorie van gistermorgen
heeft Z. H. de Paus een toespraak ge
houden, waarin hij diep den storm van
gebeurtenissen betreurt, die de Heilige
Kerk ernstig treffen. Ons geloof zeide
de Paus zal niet wankelen; wij hebben
een diep vertrouwen in de hulp va,n Chris
tus. De eendracht, die in de katholieke
wereld bloeit, is een verlichting. De blik
ken moeten zich broederlijk wenden naar
de bisschoppen, die door die slinksche han
delingen van hun '.tegenstanders, de
zwaarst getroffenen zijn.
ENGELAND.
De Godsdienst en de Enge 1-
sche Marine. Socialisme staat in
wezen en vorm op nevolutionnajr terrein.
En in zooverre staat socialisme recht
streeks tegenover het godsdienstige ele
ment. Niets komt dan ook meer de tucht'
onder de militaire troepen ten goede dan
de godsdienst.
En de Engelschen zijn daarvan blijkbaar
overtuigd.
De aalmoezeniersdienst is op bewon
derenswaardige wijze georganiseerd. Doch
daarmee niet tevreden, heeft het ministe
rie van Oorlog nu nog een comité van
20 personen aangesteld, om aan den hoo-
gen krijgsraad advies uit te brengen over
alles, wat den godsdienst en de zedelijk
heid in het leger aangaat. In dit comité
hebben zitting geestelijken van verschil
lende eerediensten. De Katholieken zijn
er in vertegenwoordigd door Mgr. Brindle,
bisschop van Nottingham, oud-aalmoeze
nier, door Pater Matthews, aalmoezenier
le klas, (in rang met kolonel gelijkstaande)
en door lord Edmond Taibot, broeder van
den hertog van Norfolk en luitenant-koloL
nel van 't 11de regiment der huzaren.
De Engelschen geven ons hierin een
.goed voorbeeld.
RUSLAND,
Op den spoorweg Rjesan-Oeral is, op
een 350 K.M. van Atkarsk, in het gouver
nement Saratof, een trein met koloniale
waren, schoeisel en hoeden, geplunderd.
Gewapende boeren hadden den trein door
valsch sein tot staan gebracht.
PORTUGAL.
Op een wilde zwijnenjacht zijn de ko
ning van Portugal en de kroonprins ter
nauwernood aan den dood ontsnapt. Ze
waren met eenige heeren in de buurt van
Arronches, toen één der opgejaagde zwij
nen plotseling een aanval op de jagers
waagde. Het paard van den koning werd
onder hem gedood; de. koning zelf bleef
ongedeerd. Ook de kroonprins werd als
door een wonder gered. Markies Deferra,
en graaf Demolina liepen ernstige ver
wondingen op. Drie drijvers werden ge
dood.
Zij trad op haar ongelukkige zuster toe,
en de hand op haar schouder leggende,
zeide zij
„Maud, er is gen goed vriend van ons
om u te spreken."
„Gij weet dat ik geen tijd te verliezen
heb," klonk het op den kermenden toon
van een bedroefd kind: ^.Ontvang hem
alleen."
„Ook indien het Ernst Nieuwenheim
is?" vroeg Miss Campbell zacht.
Die naam scheen de jonge weduwe te
treffen als een electrische stroom. Zij rees
op eenmaal overeind en vroeg ademloos:
„Ernst? Is hij hier? Neen, dat is niet
mogelijk! Maurits is dood en Ernst is in
de gevangenis; het kwaad heeft gezege
praald."
„Neen, liefste, hij is weder op vrije voe
ten gesteld en zeker terstond hierheen ge
komen. Wilt hij hem zien?"
„0! ja, ja, laat hem binnenkomen! Hij
zal mij helpen schrijven, mij weder hei
pen denken."
Onder het slaken van een diepen zucht,
gaf het jonge meisje bevel den bezoeker
tot haar te geleiden.
Maar toen hij binnentrad en zelf zoo diep
bewogen was, dat hij geen woord vermocht
uit te brengen, ontwaakte Maud uit den
zonderlingen staat van verdooving, waarin
zij gedurende de laatste vier en twintig
uur verkeerd had en barstte zij in harts
tochtelijk snikken los.
(Wordt vervolgd.)