Dinsdag 27 November 1906 Tweede Jaargang No. 140. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en ViHJOhG/tVOHD. Gedachten van Thomas van Aquiiie over politiek. SLAVENKETENEN. UIT DE PERS. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten 0.95 Afzonderlijke nummers A contant„0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonné's f 0.371/2, voor niet-abonné's045 Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameberickten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prjjs. Gisteravond trad voor de R. K. kiesver- eeniging te Goes op de heer H. van Dalsum uit Hulst, met het onderwerpde gedach ten van den H. Thomas van Aquine over politiek, toegepast op Nederlandsche toe standen. Spr. begon te zeggen, dat hij met aarze ling de uitnoodiging tot een spreekbeurt had aangenomen, omdat politieke werk zaamheid spr. niet bijzonder lief is, als wordende daarbij te veel gewerkt met trucs. Dte mensch, zegt spr., is van nature- een sociaal en politiek wezen. Kan de mensch zijn doel niet bereiken tenzij vereenigd door de sociale banden dan volgt daar uit, dat hij behoefte heeft aan een hoofd, door wie de maatschappij wordt geregeerd. De dwaling van het liberalismei was de sociale natuur van den mensch te misken nen, terwijl de dwaling van het socialisme is den mensch uitsluitend te beschouwen als sociaal wezen en te miskennen, dat hij ook enkelvoudig persoon is. Het huisgezin was de eerste vorm van maatschappij, de verschillende huisgezin nen vormden den stam, en de verschillen de stammen den staat. Die staat moet een hoofd hebben, welks betrekkingen met. de onderdanen eenige overeenkomsL zullen hebben met. het va derlijk gezag. De dwaling van het anarchisme is, dat het dergelijk hoofd niet erkent. Spr. zet nu uitvjoerig uiteen, hoe een Róofd vp,n staat moet handelen, daarbij herinnerend aan de politiek der vorsten in de eeuwen voorafgaand aan de Fransche revolutie. De politiek mag niet worden gevoerd door en van uit afgesloten klingen en moet tot voorwerp hebben het alge meen welzijn en niet het bijzon der. Spr. gaat nu uitvoerig na wat moet worden gedaan tot welzijn der maatschap pij en bespreekt daarbij den socialen vrede, herinnerend aan de bekende spoorwegsta king. De regeering heeft den plicht die oor zaken van verstoring van den socialen vrede weg te nemen. Er zijh drie vormen van regeering, die rechtvaardig kunnen zijn, nl.monarchie, aristocratie en republiek. Voor het antwoord op de vraag, welke de beste is, moet men vragen welke door haar natuur het best in staat is te verze keren het doel .der maatschappij, de een heid en den vrede. Daar in de monarchie de eenheid het meest volmaakt is, moet aan de monarchie de voorkeur worden gegeven. Spr. ziet in de republiek geen bewijs van vooruitgang. Indien het gezag onrechtvaardig regeert mag men zich niet gewapenderhand daar tegen verzetten; nimmer hebben enkele 37). „Doe allep met mij wat gij wilt, mijn heer", antwoordde Nieuwenheim, „tracht enkel te verkrijgen dat ik zoo gauw mo gelijk weder op vrije voeten worde ge steld. Ik weet wel dat dit veel gevraagd is; maar ik heb mijne vrijheid noodig om voor mijne ongelukkige vrienden te waken en hen te vertroosten. Ik durf zelfs op den hijstand der Engelsche po litie te rekenen om mij in dit doolhof voort te helpen, want wij moeten voor komen dat de handlangers van dezen schurk zich over zijn dood wreken door nog meer slachtoffers te maken. „Ik beloof u alles te doen wat ik kan", luidde het antwoord. Er werd dien ,ganschen dag over en weer geseind van Chatham naar Londen, en tegen den Ipvond liet zich een de tective bij den officier van justitie aan melden. Hij droeg een brief bij zich van het hoofd der Londensche politie, waarin tleze verzocht dat men nog dien avond het lijk naar de hoofdstad over zou brengen, evenals Ernst Nieuwenheim. Deze laat ste moest evenwel met de meeste welwil lendheid behandeld worden, want indien "ij zijne identiteit kon bewijzen, dan be- personen daartoe het recht. Een publieke macht moet het initiatief nemen om met wettige middelen de maat schappij van tyrannic te bevrijden. De monarchie kan ontaarden in tyran- nie, dit moet worden voorkomen; daar voor is een grondwet noodig. Zoo ook leven wij onder een grondwet, die het koninklijk gezag beperkt, waar door deze niet in tyrannie ontaarden kan. Moest ons Nederlandsch volk nu vrije lijk een vorst kiezen, dan zouden we het koninklijk gezag opdragen aan hem, wiens persoonlijke hoedanigheden de meeste waarborgen bieden, omdat de maatschappij er het grootste belang bij 'heeft, dan een oppergezag te hebben, dat het algemeen welzijn op het oog heeft. Nu aan het bestuur onzer maatschap pij wordt deelgenomen door vertegenwoor digers van de onderdanen, moeten de kie zers daarvoor aanwijzen de personen die de gewenschte hoedanigheden aanbieden en de meest waardige zijn. Hierbij staat spr. stil bij de wijze, waar op de vorst zijn macht moet uitoefenen en zijn verantwoordelijkheid, alsmede dit van de vertegenwoordigers van het gezag. De vorst moet trachten in de maat schappij te brengen een harmonieuse een heid, wat niet gemakkelijk is. Deze harmonie heeft het liberalisme niet gebracht., omdat het, hij de ontwikkeling van handel en industrie, den landbouw en tden arbeid heeft verwaarloosd, hoe wel door het liberalisme het absolutisme is gefnuikt. Zoo kan deze harmonie niet worden gevestigd door het socialisme, omdat dit slechts één stand wil ontwikkelen, ten koste van de anderen. Deze harmonie is ook niet te vinden in een zoodanig algemeen stemrecht, dat de onverantwoordelijke menigte de stem bus geheel beheerscht; ze is ook niet te vinden in een ouderdomsverzekering, zon der invaliditeit-verzekering, aangezien de toelage alsdan kan ten deel vallen aan hem, die nog in staat is door arbeid in zijn onderhoud te voorzien, en onthouden wordt aan hem, die het vermogen om te arbeiden heeft verloren. Die harmonie is ook niet te vinden in het streven om den intandschen handel, nijverheid en landbouw met bijzondere las- ten te bezwaren zonder er mede rekening te houden of de buitenlandsche inge voerde producten ook met diezelfde lasten zijn bezwaard. De vorst mag niets doen, waardoor zou worden beperkt de vrije uitoefening van den godsdienst; niets, waardoor de goede zeden zouden worden geschaad; niets waardoor het schoolonderwijs de gedachte aan het andere teven in de ziel der kin deren doodt of vermindert. De vorst heeft dus drie groote plichten lo. handhaven van don vrede; 2o. het volk leiden in den weg van de deugd, vereenigd door den band des vredes vond men zich tegenover een man van eer, die, zelf het slachtoffer was gewor den van een gevaarlijke bende deugnieten. „Het is eene bijzonder gewichtige zaak, zoo het schijnt", voegde de detective er bij: „Ik ben zoo goed als zeker dat wij hiermede een aantal andere misdaden op het spoor zijn". „Dan heeft men niet beter kunnen doen dan u (Ee kiezen om dat spinneweb te ont warren, Silvian", zeide zijn toehoorder vriendelijk; want Silvian stond in hoogen dunk bij hét gerecht, en had reeds heel wat onoplosbare raadsels tot. klaarheid ge bracht. De speurhond der politie glimlachte en wreef zich in de handen; „Ik ben er zelf ook blij om mijnheer", zeide hij verge noegd. „In de laatste zes weken zijn er slechts beuzelingen voorgekomen, te wei nig om van te spreken; zoodat men mijne hulp best kon missen, en ik, ziet gij, ik kan geen vacantie dulden, dan verveel ik mij dood. Het is bij mij bijna een harts tocht geworden te trachten, den heeren boosdoeners té slim af te zijn. Tusschen ons is het altijd eene worsteling op teven en dood, en ik zou er mij niet over troos ten, indien ik de eene of andere zaak we der op moest geven". „Om hoe laat vertrekt gij?'' „Over een uur gaat de trein". „Wilt gij den gevangene vooraf zien?" „Ja, en liefst tegelijk met den doode. Ik weet dan in eens wat ik van zijne hou- 3o. waken, dat zijn onderdanen zich voldoende de uiterlijke goederen kunnen verschaffen om een deugdzaam teven te leiden. In deze drie plichten bestaat het alge meen welzijn, da,t de vorst moet verdedigen en ontwikkelen. (Slot volgt.) Kabinetsquaestie? Zeer van pas schijnt ons het beroep, dat de „Nieuw© Ct." in de quaestie-Staal op het Kabinet doet met de zinsnede uit de Memoriei van Antwoord hij Hoofdstuk I der Staatsbegrooting, waarin de Regee ring verklaart, dat zij vertrouwen heeft op het gelukken harer taak „zoolang voor alle staatspartijen het belang der zaak richtsnoer blijft bij de beoordeeling van de ingediende en aangekondigde wets ontwerpen". De Regeering zegt in die zinsnede met andere woordenzoolang men niet tegen ons stemt uit politiek, hebben wij vertrou wen in het gelukken onzer taak. Zij dringt er op aan, dat het belang der zaak steeds den doorslag zal geven en richt snoer zal blijven; dat dit belang der zaak de houding der Kamerleden zal bepalen, zonder dat gevraagd wordt van welke zijde de te beoordeelen maatregelen komen. Uitnemend, maar laat de Regeering dan ook de consequentie hiervan aanvaarden en er evenzeer prijs op stellen, dat men niet uit politiek vóór haar stemt, als zij wenscht dat men niet uit politiek de stem tegen haar zal uitbrengen. M. a. w. Iaat zij niet het geschil over het blijvend ge deelte vertroebelen door minister Staal in de politieke watten te pakken en hem het schild der cleiicalenvrees vóór te houden, in de hoop hierdoor die linkerzijde eens gezind te maken. Laat zij niet, wanneer minister Staal's memorie van antwoord on bevredigend blijft, door de Kabinetsquaes tie te stellen zijn argumenten aan vullen, politlekeu druk oefenen en het belang der zaak aan partijoverwegingen ondergeschikt maken. Het belang der zaak blijve richtsnoer voor oppositie èn ministeiieelen. De Regeering toone den ernst en de op rechtheid van haai' vermaning, door die te doen gelden, niet alleen wanneer ze haar profijt belooft, maar ook wanneer die zich tegen een harer leden kan koeren. (Ned.) FRANKRIJK. „Zorg allereerst voor eigen zak". Dat is het devies van de leden der radicaal-socialistische groepen in de Fran sche Kamer. Bij verrassing stelde de radi caal Baudin voor, de geldelijke vergoeding aan afgevaardigden van frs. 9000 te bren gen op frs. 15.000 en zonder discussie of stemming werd het voorstel aange nomen. ding tegenover het lijk moet denken". Een kwartier later werd Silvian de zaal binnengevoerd waar de onbekende reeds in een eenvoudige lijkkist rustte. Het deksel was echter nog open en het gaslicht dat zijn fijn besneden gelaat ten volle verlichtte, wierp daarop een spook- achtigen gloed, iets dat nog aan leven deed denken. Op hetzelfde oogenblik werd Ernst door eene andere deur als de detective binnen geleid, en de blik van den geheimen agent der politie vestigde zich allereerst op den beschuldigde. Hij zeide op beleefden toen tot hem: „Het gerecht heeft mij verder met uwe zaak belast, mijnheer en mij opgedragen u en den verslagene naar Londen over te brengen. Wees zoo goed mij allereerst te zeggen of .gij 'hem wel herkent als den door u neergeschoten man". Nieuwenheim trad zeer kalm op de lijk kist toe en antwoordde rustig: „Ja. Daaraan valt niet te twijfelen". Silvian had hem onafgebroken gadege slagen en knikte goedkeurend. De oogen van den jongen man afwendende, wierp hij thans voor het eerst een blik op den doode; maar ondanks al de zelfbeheer- sching welke hij zich in de .uitoefening van zijn ainbt eigen had gemaakt, trad hij een pas achteruit en streek zich met zenuwachtig gebaar over het voorhoofd. „Kent gij den naam van dien man?" vroeg hij op schorren toon. Men twijfelt er niet aan, of de Senaat zal het voorstel goedkeuren. Als oorzaak dezer verhooging van parlemenlsgeldien geeft een Fransch spotblad op het duur der worden der schoenen. De Parijsche „La Lanterne" heeft aan politieke vrienden en medewerkers een dejeuner aangeboden in 't Bois de Bologne. Aanwezig o. a. de ministers Briand, Vi- viani, Guyot-Dessaigne, Doumergue Een Renard-tuein bracht de gasten ver volgens naar Kamer en Senaat. Wanneer men nu weet, dat deze „Lan terne" een berucht anti-clericaal orgaan is, dat zich over Kerk en godsdienst steeds op de grofste en schimpendste wijze uit laat, dan is verder commentaar overbodig. Dat vier leden van het tegenwoordig ka binet en onder hen de minister van Eeredienstl niet aarzelen dieel te nemen aan een dejeuner, door zulk een dagelijks terugkeerend pamflet zijn vrienden en me dewerkers aangeboden, spreekt boekdee- len. Er komen uit enkele plaatsen berichten van vrij ernstige ongeregeldheden bij de boedelbeschrijvingen. Zoo hebben genie groepen te Issarlès hij Privas veel moeite 'gehad, de kerkdeur open te krijgen. Er stonden wel 500 menschen, met stokken gewapend, op het kerkplein. Boven uit den klokketoren wierpen mannen en vrou wen met steenen op de soldaten. Er werd gevochten tusschen betoogers e;n infante risten. In de meeste plaatsen bepaalde zich het verzet tot weigering om deuren open te doen. RUSLAND. Eetn nieuw staaltje van de wijze, waarop de Russische politie te werk gaat, levert de geschiedenis va,n een achttienjarig jonk man, Schlachter gehe-eten, die eenige da gen geleden tot tien jaar dwangarbeid, werd veroordeeld, wegens 't werpen van een bom naar den kapitein der politie Samso- nof. Een jaar geleden kwam hij te Bielo- stok om \verk te zoekendat, vond, hij hij de geheime politie, waar hij de opdracht kreeg, over straat te wandelen en te rap porteeren wat hij zag en hoorde. Zijn be vindingen moest hij in een notitieboekje aanteekenan, waarvoor hij, eiken keer dat het boekje vol was, zestig gulden zou ont vangen. Schlachter maakte, gelijk men be grijpt, dat het boekje snel vol kwam; was er niets te rapportieeren, dan verzon hij maar wat, en zoo hadden er op zijn aan wijzingen menigvuldige arresta'tiën plaats, waarvoor niet de minste grond bestond. Toen te Odessa 'n Israëlietische begrafe nisstoet van den doodenakker terugkeerde, werden plotseling uit de menigte drie re volverschoten gelost, die den adjunct van den commissaris, belast met de handha ving der orde, doodden. Drie jonge lieden trachtten daarop weg te loopen, maar wer den op hun vlucht, toen zij een kazerne voorbij snelden, gedood. De drie gedooden behoorden tot de anarchistischia-commu- nistische partjj1. „Neen, mijnheer". „Weet gij1 uit welk land hij afkomstig is?' „Evenmin. Hij sprak uitstekend En- gelsch; maai' mijn ongelukkige vriend, die zijn slachtoffer is geworden, verzekerde mij dat hij ook andere talen machtig was. Zoudt gij wellicht meenen hem te herken nen?" De detective antwoordde niet dan met inspanning „Het komt mij voor dat ik dat gelaat meer heb gezien". Ernst liet een uitroep van blijdschap hooren. „O I Als dat waar mocht blijken, zijn wij een groote schrede gevorderd", sprak hij„Gij begrijpt, mijnheer, hoe wanhopig de zaak mij voorkwam, zoolang wij voor het onbekende stonden. Het was alsof die man zich van een ondoordringbaar net wist te omgeven; zelfs in het sterven ontsnapte geen enkel woord dat tot klaar heid kon leiden, zijn mond, en toch moes ten wij tot licht geraken, immers mijn vriend is spoorloos verdwenen, dank zij dien ellendeling, 'hijzelf heeft daaromtrent schuld beleden, en zoo ik niet meer duif vertrouwen hem levend weer te zietj, ik wil ten minste zijn stoffelijk overschot vin- den, om het aan zijne arme jonge weduwe weer te geven". „Wees gerust, gij zult alles ontdekken", klonk het op doffen toon. „En dat reeds spoedig?" vroeg Ernst De „Tribune" verneemt uit gezaghebben de bron uit Rusland dat 300000 politieke en revolutionaire gevangenen in de gevan genis zijn om naar Siberië te worden ver bannen. Er zijn al 200000 in Siberië aan gekomen. BELGIE. Betreurenswaardige oneenig- h e i d. De katholieke Belgische afgevaar digden Beernaert en prof. Helleputte, be reiden het ministerde-De Smet vele moei lijkheden. Reeds het vorige jaar was dit het geval. In de 5e Kamersectie van Woensdag bracht prof. Helleputte een hef tig protest uit legen de Regeering, die, zeide hij, reeds sinds tien jaar in het Budget voor wegen en verkeersmiddelen bepalingen invlecht, welke ten doel heb ben de organieke wetten te veranderen. De heer Beernaert steunde dit protest en stemde meit Helleputte en de Linkerzijde tegen de Regeering. De premier, graaf De Smet de Naeyer, werd daardoor zoozeer ontstemd, dat hij ten slotte uitriep„Ik constateer, dat verscheidene leden der Rechterzijde er voldoening in vinden, te stemmen met de oppositie, ten einde de Regeering ten val te brengen." Daar de Regeering in de Kamer over een meerder heid van slechts 12 stemmen beschikt, zal voor haai' van de houding der groiep Beernaert-Helleputte bij het a. s. zeer ge wichtige Congodebat veel afhangen. De liberale pers verkneutert zich natuurlijk in deze betreurenswaardige oneenigheid. ITALIË. De bom in den St. Pieter. De Romeinsche correspondent van de „Ger- mania" deelt nog eenige bijzonderheden mede omtrent de ontploffing eener bom in den Sint Pieter te Rome. „Het geheele incident schrijft de be- [richtgever is niet meer dan een nieuwe editie van de misplaatste grap, uitgehaald door een onbekende, 'die enkele 'dagen ge leden in het dicht bezette café „Aragno" op het corso' een springbus deed ont ploffen. „Het is waar, dat de springbus in den Sint Pieter, evenals die in het café „Arag no", op den bodem spijkers bevatte, maar deze bleven rustig liggen jyaar zij lagen tot zij uit het blik geplunderd werden doör nieuwsgierigen, die een herinnering aan den „aanslag" wilden meenemen". DUITSCHLAND. De schrijver van „Quo Vadis Henryk Sienkiewicz, heeft een mooi schrijven aan den keizer gezonden over de Poolsche be weging, waarin hij verklaart, zich tot den keizer te wenden als christen, als Pool en in naam van de rechtvaardigheid. De Voorzienigheid, die leen groot deel van het groote Poolsche volk onder zijn gezag stelde, legde hem tevens den plicht op, de ziel van dit volk te eerbiedigen, het te beschermen, over zijne eer te waken, over zijn geloof, zijne taal, zijne overleveringen en zijne gevoelens. koortsachtig. „Ik kan u, dat niet met zekerheid belo ven", en opmerkende welk eene teleur stelling zich op het gelaat van den jonge ling weerspiegelde, liet hij de hand op Nieuwenheim's schouder 'rusten en sprak bijna, weemoedig: „Wees geduldig; er is nog ander lijden dan het uwe hier beneden". Een oogenblik later was hij weer geheel en al d© man van het vak geworden. Op Nieuwenheim gaf hij nauwelijks acht, maar nl zijne zorg werd besteed aan de wijze waarop men het lijk zou vervoeren en gedurende den tocht van Chattam naar Londen luisterde hij met grootste aandacht naar alle bijzonderheden, welke Ernst hem op zijn verzoek moest geven van de ver schillende gebeurtenissen die er voorge vallen waren, van het oogenblik af waar op de jongeling zijne raadselachtige reis- genooten ontmoet had. Zij bereikten de wereldstad eerst zeer laat in den avond; Ernst werd wederom naar eene gevangeniscel overgebracht, en toen ook het lijk van den onbekende ter bestemde plaatse was aangekomen, een soort Morgue, niet ver van het hoofdbu reau van politie, begaf 'Silvian zich naar Scotland-Yard, waar hij zijn onmiddellijken chef aantrof tegenover een stapel papieren. „Welnu?" was al wat dezei vroeg. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1