wikant.
teren,
,blad
,Goes".
oop
IES
IHARDT,
op het
cenf
No. 138.
Donderdag 22 November 1906.
Tweede Jaargang.
f EUÏLLETON.
BUITENLAND.
IM, Notaris
Is te 7 uur,
3ELBURG.
(MAN.
ld
in Effecten.
NDRIKSE.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIiDAGAVOHD.
Beginsel of Persoon.
SLAVENKETENEN.
politiek,
fcn.
lersdenkenden,
|an R. K. Kies-
bestuursleden.
oorzittel-.
ISecretaris.
ran
wijlen Mej.
ikstraat, Goes.
N6.
tocht.
ótel de KindereD
[euws en illu
KOOP is.
)E DIRECTIE.
mi
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers k contant„0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f0.37i/2, voor niet-abonné's„045
Bureau LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
III. (Slot.)
In ons voorlaatste nummer hebben wij
een voorbehoud doen gelden op de vol
gende, ons erachtens, te absolute stel
ling van „Ze land ia":
„Indien een candidaat. onzer tegen
partij als menseh een zeer slecht leven
zou leiden, en toch als politiek persoon
tegenover ons nooit, hoe gering ook,
iets anders zou hebben misdaan dan
voorstander der beginselen te zijn zijner
partij, dan mogen wij dat slecht- leven
niet maken tot onderwerp van een open
baar debat. Wij mogen er zelfs
n i e t o p zinspelen.
Wij mogen niet toelaten dat de sluier
wordt opgelicht, welke over het particu
liere leven ligt uitgespreid.
Het Katholiek beginsel verbiedt dien
sluier op te lichten."
De zaak, waarover het hier gaat, is van
te groot gewicht en o. i, ook van te verre
strekking, om er niet verder op in te gaan.
Trouwens in deze stelling ligt opgeslo
ten, dat de candidaatstielling voor Staats-,
Gewestelijk- of Gemeentebestuur van een
persoon, die in 't openbaar onzede
lijk of ongodsdienstig leeft, niet in 't open
baar op grond van zijn gedrag zou mogen
worden bestiieden.
Let wel, dat wij in 't openbaar on
derstrepen.
Want wij erkennen volmondig, dat het
Christelijk beginsel verbiedt, den sluier op
te lichten van een verborgen of niet
algemeen bekend slecht levensgedrag.
Anders is het, wanneer zulk gedrag
openbaar of algemeen gekend is.
Men vergete toch niet, dat de Katho
lieke partij haai- politieken strijd voert,
ook bij verkiezingen, onder de leush a n d-
havingvan „godsdienst, huisge
zineneigendom" als de noodza
kelijke grondslagen eener orde
lijke maatschapp ij.
Die leus is haar hoofdbeginsel, en prijkt
als zoodanig ook boven aan de Statuten
van elke R. K. Kiesvereeniging en Sociale
Vereeniging.
Nu kan men wel zeggen dat, wanneer
iemand in strijd met voornoemd beginsel
zich in 't openbaar gedraagt, bijv.
voortdurend zijti noodzakelijke godsdienst
plichten verwaarloost ot' een echtbreker
is, of voor zich de vrije liefde in praktijk
brengt, of kortelings de gevangenis heeft
verlaten, waarin hij was geraakt wegens
vergrijp tegen den eigendom, dit alles zijn
particuliere leven betreft.
36).
De kapitein liet geen der vele zakken
in de pelsjas of de verdere kleederen on
aangeroerd, en hij haalde er de zonder
lingste voorwerpen uit te voorschijn, die
hij een voor een weder op hunne aan
vankelijke plaats terugstak.
„Een doortrapte schurk, dat lijdt geen
twijfel meer, als men zijn inventaris op
maakt," bromde hij„het is een heel arse
naal dat hij bij zich 'draagt. Ziehier een
donkerkleurig flieschje. Zeker het vocht
waarmede hij u trachtte te bedwelmen.
Nu, gij behoeft u niet bang te maken voor
de uitspraak. Het is zoo klaar als de- dag
dat wij hier te doen hebben met het hoofd
eener dievenbende."
„Is het een breekijzer dat gij daar- vast
houdt?"
„Neen; een modern instrument om zich
eerder van zijne vijanden te ontslaan. Toe
vallig werd het mij eene maand geleden ge
toond. Men grijpt daarmede de lieden hij
de keel en worgt ze, zonder eenige in
spanning. O, de negentiende eeuw heeft
heel wat uitvindingen gezien, maar ik
houd nog maar van de Indianen, die hunne
tegenstanders een lazzo omwerpen, even
als de wilde paarden."
„En vindt gij nog geen enkel geschrift?"
„Niets hoegenaamd. Ik vrees zelfs dat
de booswicht voorzichtigheidshalve alle
Maar- men kan ook zeggen, dat dit ©en
of ander, zoodra hij voor eene kandida
tuur in aanmerking komen zou, zijn per
soonlijkheid vormt.
En dan vragen wij in gemoede, of zoo
iemand wel een geschikte kandidaat
is voor eene Christelijke of Katholieke
partij
Of hij wel waardig is, onder Katholieke
vlag- en leus naar een der voornoemde col
leges te: worden afgevaardigd?
Of het stellen van zijn kandidatuur geen
ergernis geven kan aan en het godsdien
stig en zedelijk gevoel verzwakken hij de
groote menigte?
Zeer zeker is het, gelijk wij reeds op
merkten, de plicht der R. K. Kiesvereeni
ging zicli te onthouden, dergelijke on
waardige personen te candidateeren en is
zij op de eerste plaats geroepen, zulk eene
kandidatuur zooveel mogelijk te voorko
men.
Maar houdt „Ze land ia" het nu voor-
onmogelijk, dat zelfs eeue R. K. Kiesver
eeniging dien plicht verwaarloost en in
gebreke blijft die taak te vervullen?
Meent het blad hel een onbestaanbaar
feit, dat zelfs in het bestuur eener R. IC.
Kiesvereeniging dergelijk© personen zete
len?
En zou de pers, die- toch ook geroepen
is, het publiek en de kiezers voor te lich
ten, daarbij dan een blad voor den mond
moeten nemen en stilzwijgend toezien, dat
den kleinen dezer aarde ergernis worde ge
geven, of tot het inzicht worden gebracht,
dat in 't openhaar in strijd leven met
voormeld Katholiek-politiek hoofdbeginsel,
geen beletsel behoeft te zijn, om zelfs dooi
de Katholieke partij tot eervolle en
invloedrijke be (rekkingen te worden ge
bracht?
Onder Leo XIII is door do c o n g r e-
gatie voor Kerkelijke Zaken ©en
schrijven uitgevaardigd, waarin uildrukke-
lijk wordt verklaard, dat slechts personen
van onbesproken levenswandel tot de be
sturen van sociale vereenigingen mochten
worden toegelaten.
Waarom deze vermaning voor Katholie
ken ook niet van toepassing zou wezen op
Staats-, Gewestelijke- en Gemeentebestu
ren, welker invloed op de drie grondsla
gen der maatschappij zeker niet geringer
heeten mag, wij bekennen het, niet in
te zien.
Wij aarzelen zelfs niet, te beweretn, dat
papieren zal hebben thuisgelatejn."
„Zijn al de zakken reeds onderzocht?"
vroeg Nieuwenheim, die weer alle hoop
voelde verdwijnen.
„Er blijft er nog een te doorsnuffelen
over; maar, geduld, mijn waarde, ik sta
er op, eiken zak eerst weer in dezelfde
orde te brengen, waarin ik hem gevonden
heb."
„Het is een ramp dat hij bezweken is,"
mompelde Ernst bij zichzelven,: „Ware hij
zelfs gekwetst geweest, dan had ik hem
misschien kunnen dwingen te sproken, en
in eik geval zou de justitie de volle waar
heid ontdekt hebben."
Op datzelfde oogenblik slaakte de oude
zeerob een vreugdekreet.
„Gevonden! Ik heb iets gevoelden!" riep
hij uit.
En zegevierend hief hij een reeds ge
adresseerden, maai- nog geopc$nden brief
omhoog.
Ernst keek over zijn schouder heen en
greep zich, sidderend aan dem grijsaard
vast.
„Die brief is niet door dezen; man ge
schreven," prevelde hjj.
„Hoe weet gij dat?' vroeg del kapitein
verbaasd.
„Omdat ik aanstonds het s ehrift her
ken van mijn ongelukkigen v eiend."
„Zou hij dan zelf aan zijne vrouw ge
schreven hebben, terwijl hij zi eh op weg
bevend naar haar?" luidde het p-ngeloovig.
„Gij begrijpt den toestand ni et: Maurils
Overbeek is inderdaad naar E jrigeland te
ruggekeerd, maar op eene voor^. mij onver-
't candidateeren van onwaardige personen,
als hier bedoeld, het „alles hers te Ir
1 e n in Christus" van Pius X niet
weinig bemoeilijken zou.
Op dit stuk is men van Katholie
ke zijde zeer laks of verdraagzaam ge
weest in Frankrijk; maar het is dan ook
wel ee-n der oorzaken va» de godsdien
stige onverschilligheid van het grootste
deel (3/4) der Fransche natie, alsook van
hare vervreemding van de Kerk en hare
bedienaren.
De redacteur- van „Ze land ia" houdl
nu en dan politieke lezingen.
Indien hij het zou willen beproeven,
en er in slagen zou, het door ons, met
betrekking tot het onderwerp „b e g i n-
sel of persoon", geschrevene, goed
in de hersenen zijner toehoorders te doen
doordringen, werkelijk, zijn voordrachten
zouden hoogst belangrijk te noemen zijn
niet alleen; maar ze zouden bijdragen tot
de ware bevordering van iiet „IC a t h o-
1 ie k begin se 1".
FRANKRIJK.
Van de „geste magnifique" ontdaan,
komt heel de bekende rede van Viviani
hierop nee-r: wij hebben den arbeider het
geloof aan God en den hemel ontnomen,
net geloof aan een eeuwig geluk hierna
maals, thans is 'tonze plicht hem tie geven
pen aardsch geluk, van deze aarde moeten
wij een paradijs maken.
De afgevaardigde' Lasies heeft dit fijn
gegeeseld in de Fransche Kamer. Hij zei:
Inderdaad, daar gaan we al een heel eind
naar toe, naai- 'taardsche paradijs. De
Minister-president. Clemenceau staat als
wachter aan de poort. En Viviani staat er
voor, en roept: we hebben den hemel voor
goed gesloten en het aardsch paradijs ge
opend, treedt binnen in de wellust (les
levens.
En met breede drommen gaan alle onge
lukkigen, die geen troost meer vinden in
de gedachte aan een eeuwig geluk, liet
aardsch paradijs binnenstormen. Na dit le
ven is alles uit, ze moeten dus hier ge
nieten, zooveel zij kunnen!
Eli in het midden van dat paradijs staat
de boom der kennis, en daar zit een slang
in, die sprekend op Jaurès gelijkt. En hij
zegt: dit is de boom van het socialisme,
eet er van, en gij zuil gelukkig worden.
Maar de radicalen staan ©r voor, om dien
boom te beschermen. Want de vruchten,
welke aan dien boom groeien, zijn gevulde
portemoimaies en eigendomsbewijzen. En
wee, als hoi volk van dien boom zal willen
plukken, driewerf wee, wanneer ze van
die vruchten gaan ©ten want dan zul-
klaarbare wijze, in handen van dezen el
lendeling gevallen. Alvorens te sterven, zal
hij zijn heul gesmeekt hebben nog een
laatste woord van afscheid aan zijne arme
vrouw te inogen schrijven."
„Ja, ja, dat zal het zijn. Wij zullen aan
stonds weten wat die brief bevat en dus
ook welk lot men hem heeft laten onder
gaan."
„0Daarvoor bestaat geen nood!" sprak
Nieuwenheim bitter: „wij hadden daartoe
te doen met een veel te stuwen vijand.
Neen, gij kuilt er vooraf van overtuigd
zijn, dat Overbeiek's brief hem op de een
oi andere wijze- dienstig moest wezen; hij
zal gebruik hebben gemaakt van het bran
dend verlangen van den ongelukkige nog
tot het wezen dat hem het dierbaarst was
op aarde, een laatst vaarwel te zenden,
om een ieder op een dwaalspoor tie lei
den."
Inmiddels had de kapitein het papier
opengevouwen en las hij den ons beken
den inhoud.
„Gij hebt gelijk," zeide hij, den brief
daarop aan Nieuwenheim overhandigende
„Uw vriend moet haar doen gelooven aan
zelfmoord."
Ernst las de bladzijde ten einde toe uit,
en bedekte zich daarna het gelaat met de
handen. Tot dusverre toe had er nog een
flauwe lichtstraal van hoop voor zijne
oogen geflikkerd. Wie zeide hem dat de
ellendeling niet gelogen had, om hem te
verhinderen een verder onderzoek naar
Maürits in te stellen? De jonge man had,
ofschoon gevangen, nog in lieven kunnen
len er geen engelen komen met vlammende
zwaaiden, maar 20-eeuwsche politie
agenten met gummistokken, om ze 't para
dijs weer uit te jagen, 'tls een geestig
antwoord, op en top Fransch.
Maar meer en beter zou, 't geweest zijn,
indien na Viviani's Godtergende taal, van
rechts een man ware opgestaan, die, niet.
bijtend geestig, maar met de volheid der
verontwaardiging, welk een ieder, die ge
looft, moet vervuld hebben na deze mi-
nisterieele rede, en op 't vaag program
van Viviani, liadde geantwoord allereerst
met een plechtig protest, maai- vervolgens
ook met ee-n breed, positief program van
sociale hervormingen, die het leed op aarde
en de onverdiende ellende zullen lenigen,
maar den werkman tevens laten zullen
zijn heilig geloof in een Gocl die regeert
en eeuwig beloont en bestraft. (K. S. W.)
De inventarisatie. Volgens de
„Petit Parisien" zou er gisteren begonnen
zijn met het opmaken van de inventaris
lijsten in de talrijke kerken, waarin dit
nog niet heeft plaats gehad, of waar de
inventarisatie uitgesteld was.
Men heeft den 'datum, waarop men
met 'twerk zou beginnen, zooveel mo
gelijk geheim gehouden. -Zeker echter is,
dat, wanneer men nog niet begonnen zou
zijn, men heel spoedig toch een aanvang
zal moeten maken, daar volgens de wet
de inventarisatie vóór 11 December moet
zijn af geloop-en en Clemenceau zelf ver
klaard moet hebben, dat hij liefst alles
vóór 30 November geëindigd zag. De re-
geering schijnt zich op een krachtig ver
zet van de zijde der Katholieken voor te
bereiden. Uit meerdere plaatsen komen
tenminste berichten, dat de troepen ge
consigneerd worden gehouden, of dat er
hulptroepen gezonden worden. Zoo uit
Brest, dat er 400 man koloniale, troepen
naar St. Pol-de-Leon opgerukt zijn, uit
Avignon, dat er eenige detachementen naar
Carpentas zijn gezonden enz.
Volgens de „Echo de Paris" is een dezer
dagen de commissaris van politie van
Ploermel, vergezeld van een compagnie
infanterie opgerukt om uit de meisjes
school één, één enkele religieuse te ver
drijven. De school was aan de gemeente
gegeven, inits ze door religieusen zou be
stuurd worden. Daar die voorwaarde»
niet vervuld was, hadden de erfgenamen
van den gever toestemming gegeven, dat
die eene zuster daar zou blijven.
Toen de commissaris kwam, stond een
dichte menigte om de school. Hij oordeelde
'tdus noodig, dat er nog een 50-tal gen
darmen ter hulp zouden komen. En toen
durfde hij zijn heldendaad te volvoeren.
De deuren werden opengehakt en de zus
ter, de éénige-, werd onder 't gejuich der
menigte weggebracht 1
Naar uit Villelongue hij Perpignan wordt
gemeld, had-den de Katholieken aldaar zich
opgesloten in de gebarricadeerde kerk en
zijn. Maar deze regelen maakten een eind
aan elke dergelijke veronderstelling. Indien
Overbeek op deze wijze afscheid nam van
zijne vrouw, dan beteekende dat ook, dat
hij op dat oogenblik nog slechts enkele
minuten te leven had, en dat hem geen
uitzicht op behoud meer restte.
„Wij zullen hem helpen wreken," zieide
de kapitein op bewogen toon„Reeds hebt
gij dat ten deele gedaan. Laat dit u reeds
een troost wezen. Wat zijt gij van plan
verder te- doen?"
„Ik vraag het mij tevergeefs af. Ik voel
evemiiin den moed aan Mevrouw Overbeek
te schrijven: men heeft Maurits vermoord,
als haar bloot te stellen aan de wanhoop,
onverwacht dit schrijven te ontvangen, en
al ware het ook slechts voor een oogen
blik, haar echtgenoot van zelfmoord te
moeten verdenken."
„Heeft zij geen vrienden, geen naaste
bloedverwanten, die zich met de taak kun
nen belasten haar voorzichtig de waarheid
mede te deelen?"
„Ja.... misschien.... hare zuster moet
thans bij haar zijn."
„En heeft deze eenig verstand en hart?"
„Ais iemand haar eenigermate met haar
lot zal kunnen verzoenen, dan is het wel
dat jonge meisje."
„Zeer goed. Schrijf haar alles dan zoo
duidelijk mogelijk. De eerste stuurman gaat
heden toch naar Londen, en ik zal hem
naar het opgegeven adres toezenden, en
den brief persoonlijk aan de zuster doen
overhandigen.
„Ik dank u,; gij denkt waai-lijk aan
hi-elden zij zakken mot zwavel in gereed
heid, om deze- aan te steken op het oogen
blik, dat -de regeeringsag-enten de kerk zou
den binnenkomen om de inventarisatie op
te maken.
ITALIË.
Een bom in de St. Pi eter. Zon
dagmiddag om 12 uur had een ontploffing
plaats in de basiliqu-e van St. Pieter te
Rome. De ontploffing heeft geen schade
aangericht, allee-n een paniek teweegge
bracht onder de bezoekers van de kerk,
waaronder zich kardinaal Rampolla, aarts
priester van de basilique, bevond, doch
niemand is gekwetst. De paniek werd spoe
dig bedwongen, dank zij de tegenwoordig
heid van geest van den priester, die op
het altaar dienst deed en bij het hooren
van de ontploffing zeide: „Stel u gerust,
het is het schot van 12 uur." Het is na
melijk de gewoonte dat dagelijks, klokslag
12 uur, van het fort een kanonschot wordt
afgevuurd. Echter verspreidde zich de
kruitdamp in de kerk, zoodat de kerkgan
gers zagen, dat er iets anders gaande was,
maar de eerste schrik was nu reeds gewe
ken. Op een stelling, die geplaatst was
voor herstellingen aan het gewelf tusschen
het altaar- van Navicella en het grafmonu
ment van paus Clement XIII, het work
van den beeldhouwer Canova, vond men
de bom, een blikken conservenbus, die
met kruit gevuld was geweest en waar-
onderin spijkers lagen. Slechts het kruit
was ontploft, de sp^kers waren op hun
plaats gebleven. Men heeft niemand zien
vluchten, zoodat er gieen spoor is van
de daders. De- bom heeft veel overeen
komst met die, welke in het café Aragno
ontplofte. De Paus werd onmiddellijk van
het gebeurde op de hoogte gesteld door
kardinaal Merry del Val en zeide dat men
God moest danken, dat er geen ongeluk
ken bij gebeurd waren. Des middags om
2 uur verleende de Paus audiëntie in de
troonzaal aan 200 bezoekers, Italianen en
vreemdelingen.
De heiligschennend© aanslag heeft niet
enkel in het gebouw zelf, Zondagmiddag,
maar ook in de geheele wereld ontstelte
nis gewekt.
Ontsteltenis bij de Christenen, die met
smart overwegen, welk een gemoedstoe
stand zich in zulk een daad openbaart en
waartoe bij de voortgezette propaganda
van ongeloof en revolutiegeest zulke men-
schen nog eens zullen komen.
Ontsteltenis bij de- vrienden van kunst
en historie, die- door fanatieken haat tegen
al wal. goed is en schoon de kostbaarste
kunstwerken bedreigd zien.
En ontsteltenis zelfs bij bladen als de
„Petit Bleu", die- dag in dag uit de meest
venijnige berichten tegen de Kerk en den
Paus verzamelen en verbreiden en dios
thans, in schrik over wat vau hun agitatie
het gevolg blijkt te- worden, onder sterke
afkeuring van den misdadigen aanslag ver
klaart dat deze slechts het werk kan
wezen van een gok.
alles".
Dienzelfden morgen kwam op 'ttelegr.
bericht van den kapitein, het gerecht
uit Ctatham aan, ten einde zich op de
hoogte te stellen van het op de boot voor
gevallen drama. Ernst Nieuwenheim werd
voorl-oopig in verhoor gen-omen door den
officier v.an justitie, -die, na de door den
gezagvoerder verstrekte inlichtingen, tot
den jongen man zeide, overtuigd te zijn
dat hij slechts bij wijze van zelfverdedi
ging gehandeld had, maar niettemin ver
plicht te wezen hem voorloopig in hech
tenis te nemen.
Hij twijfelde niet of 't gebeurde zou zich
weldra ophelderen, en hij zou zelf alles
aanwenden om de zaken te bespoedigen,
Nog dienzelfden dag zon pien naar Polder
dijk seinen om te vernemen of het spoor
wegongeluk aldaar werkelyk aan kwaad
willigheid toe te schrijven was, geljjk Ernst
beweerde; men zou aan Lodewijk Holm
zoowel als aan den stationschef tielegra-
feeren, en een detective van Scotland-
Yard zou vernemen, paar Maurits, Overbeek
en de vriendschapsbetrekking waarin hij
tot den gevangene had gestaan, terwijl
men eindelijk in zijne geboorteplaats zou
gaan hooren of hij op een eervol verleden
mocht wijzen, dat de gedachte aan het
bedrijven van een sluipmoord onmogelijk
maakte.
(Wordt vervolgd.)