mi
rai Pm"
sblad
burg.
len:
No. 185.
Donderdag 15 November 1906.
Tweede Jaargniig.
tt op het
cent
iLES.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.-
FEUILLETON.
►ROGGE.
f 6.30.
toezending
ijst van het
idrag.
jn Ie Cointre
So e s.
3eld
o van Effecten
HENDRIKSE.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
SLAVENKETENEN.
3lkolen,
fhraciet,
|tten
jetten.
Jvelend,
GOES.
I veel moot, echrij-
Vulpenhouder
gelijk
Igebeeld.
uinder deugde-
len naast veel ge
il last, om alleen
pnaar te noemen,
lan gemak.
nieuws en illu
)KOOP is.
DE DIRECTIE.
St Le Cointre, Goes.
lorgtocht.
iet hotel de Kinderen
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes fO.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's f Q.371/^, voor niet-abonn'é's045
BureauLANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. A contant.
Reclameberichten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Moet men de grot van Lourdes slui
ten? De „Matin" heeft ter beantwoording
van die vraag een verslaggever naar de
plaats der mirakelen gezonden en deze
heeft een groot aantal winkeliers en ook
den burgemeester ondervraagd. Allen wa
ren het eens, dat de grot een buitenge
woon heilzamen invloed oefent.... daar zij
den geheelen omtrek welvarend maakt.
Dit gaat zoover, dat de bevolking sedert
1861 verdubbeld is en de gemeentelijke
inkomsten vertienvoudigd. In 1906 had de
gemeente begrooting een batig slot van
36.000 frs. Dit budgetoir evenwicht kan
men ongetwijfeld een der mirakelen van
Lourdes noemen! Al deze welvaart zeide
de burgemeester, zou eensklaps verdwij
nen zoo de grot gesloten werd. De „Matin"
noemt dit echter zuiver commercieele
overwegingen. De vragen moeten zijn
wordt te Lourdes onwettig de eeredienst
uitgeoefend en: heerschen er anti-hygië-
niSche gebruiken die gevaar' voor besmet
ting opleveren Ja, dat is beide moeilijk te
ontkennen. De regeering heeft nooit toe
stemming verleend. En wat de hygiëne
betreft: de vijver waarin alle soorten van
zieken zich onderdompelen, een zelden
ververscht, geel sop, was weerzinwekkend.
Bovenstaand bericht werd verleden
week geplaatst in „De Nieuwe Courant".
In gevolge ervan ontving dit blad nu
het volgende ingezonden stuk:
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van 't bericht over de
grot te Lourdes, afkomstig van de „Ma
tin" kan ik u mededeelen, dat ik geheel
in overeenstemming met zeer vele Frarr-
sche artsen, gedurende 15 jaar in een
bijna doorloopende en zeer uitgebreide stu
die in vrijen tijd over de genezingen te.
Lourdes in werken van alle gezaghebbende
voor- en tegenstanders nooit een geval
ontmoet heb, dat beslist wees op besmet
ting door 't„geel sop" der Massabielle-
bron. Wel worden zieken, die uitzagen
als melaatschen, in dat „sop" genezen,
soms plotseling. Een onzer niet-Katholie-
ke hooglecraren der geneeskunde verklaar
de mij onlangs schriftelijk in de campagne
om de grot te sluiten slechts een politiek
spel te zien.
't Water der bron te Lourdes ontwelt
weldra reeds een halve eeuw. Op 't con
gres van artsen, te Rome, in April, 1904
werd een vrouw, mej. Rouchel uit Metz
vertoond, die, na baden in 't water der
bron, in één dag genas van een vreese-
lijke lupus-woekering in 't gelaat. Zij ge
nas tot op een zeer klein plekje na; en
de vrouw als 'tware uit de maatschappij
35).
„Ik zou u daarop het antwoord schul
dig kunnen blijven, doch waartoe? Voor
eerst beloof ik u dat uw dood niet pijidijk
zal wezen. Ik heb er geen belang bij u te
laten lijden. Daarna zal men u in den
nacht achter deze woning begraven".
„Dat was wat ik vermoedde", sprak de
jonge man op vasten toon„En nu geef
mij papier; het is annoodig dezen toestand
langer te laten voortduren".
Hij was nog altijd zeer bleek, maar de
uitdrukking van moed die op zijn gelaat
was gekomen, drong zelfs den man tegen
over hem eerbied af:
„Het is jammer dat wij niet hand in
hand kunnen gaan", mompelde deze.
Maurits hief hel hoofd op en zag hem
Üitdagehd aan.
„Hand in hand met schurken 1'* riep hij
uit: „dan sterf ik nog liever. J3ij hebt
gelijk mij te dooden; zoo ik in hét leven
bleef, zou ik mij geen rust gurman, aleer
ik u en de uwen op het schavot had ge
bracht."
„Sterf dan in vrede", antwoordde
zijn zonderlinge gastheer, met een wee
moedig glimlachje: „vroeg of laat wacht,
mij een gewelddadigen dood. Van den dag
af waarop ik mij aan mijne sombere taak
gebannen geweest, vertoonde zich met een
gelaat, doorploegd met litteekens op 't con
gres te Rome. Zulke gevallen zijn wel
aan meer dan één bekend. Zeer anti-hygië
nisch schijnt dat Lourdeswater niet te zijn.
Stel u overigens, M. de R„ eens een
oogenblik ernstig het bestaan van een bron
voor ,die werkelijk gevaar voor besmet
ting zou kunnen opleveren. Honderden zie
ken van allerlei soort wasschen zich in
dat water. Dan zou het geen week duren,
M. de R., het eenvoudig verstand leert
dat reeds, of het gevaar voor besmetting
zou al gesignaleerd zijn. En zie nu de bron
te LourdesRuim achtenveertig jaar gele
den hebben tienduizenden en tienduizen
den, wat schrijf ik, millioenen zich in het
Lourdes-water gebaad of het gedronken.
Blijve u hoogachtend,
Uw dw.,
Dr. A. C. A. HOFFMAN
FRANKRIJK.
Evenals uit de rechtsgebouwen worden
ook uit de openbare' scholen de kruis
beelden weggenomen. Op een openbare
jongensschool te Chartres zijn twee krui
sen, die verwijderd hadden moeten wor
den, nog altijd blijven staan. De gemeen
teraad heeft lot dusverre geweigerd het
geld toe t)e staan, dat het dagelijksch be
stuur noodig heeft voor het wegbreken
van de kruisen. Dezer dagen heeft de pre
fect van Eure-et-Loir het dagelijksch be
stuur der gemeente Chartres gewaar
schuwd, dat als die kruisen niet werden
weggenomen, de prefect het ambtshalve
zou laten doen. Het dagelijksch bestuur
heeft daarop wederOm van den gemeente
raad 100 frank gevraagd om de kruisen
vfeg te laten nemen, maar de gemeenteraad
heeft geweigerd.
De S cheidi n g s we t. Zeker om te
bewijzen, hoe gemeend de verzekeringen
waren, door minister Briand j.I. Vrijdag
in de Fransche Kamer omtrent een hoogst
gematigde toepassing der Scheidingswet af
gelegd, heeft naar de „Indep. Beige"
meldt, Briand's collega van Financiën
een rondschrijven gericht tot de prefec
ten, waarin hij nauwkeurige voorschriften
geeft omtrent de wijze, waarop met 11
Dec. a.s. het beheer moet worden over
gedragen van de- kerkelijke goederen. De
penningmeesters, ontvangers, administra
teurs, enz. van de tegenwoordige kerke
raden moeten de archieven, fondsen, pa
pieren van waaide; enz. overdragen, het
zij aan de vereenigingen voor den eere
dienst, of bij gebreke van deze aan de
ontvangers der domeinen, die bij besluit
van 6 Maart 1906 als sequesters zijn aan
gewezen.
De minister draagt den prefect op, de
rekenplichtige1 beambten der kerkvoogdijen
eraan te herinneren, dat zij aansprakelijk
wijdde, heb ik geweten dat er voor mij
hier beneden op geen genade te hopen
viel; maar hier behoeft geen sprake te
zijn van mijzelve, Ziehier al wat ge noodig
hebt. Ik zal u thans ten deele losmaken".
Eenige oogenblikken later nam Overbeek
zwijgend de pen op en schreef met vaste
hand:
Mijn arme kleine Mand,
„Vergeef mij de smaxL die ik over u
ga brengen; zij is het gevolg mijter
eigene onvoorzichtigheid, en ik kan het
mij niet vergeven ook uw geluk op het
spel te hebben gezet, toen ik mij roeke
loos blootstelde aan datgene waarop
mijn dood moest volgen.
Ik heb gespeeld, liefste, zwaar ge
speeld, en. het lot is mij ongunstig ge
weest; binnen enkele uren zal ik opge
houden hebben te leven. Mij blijft geen
andere uitweg over. Schenk mij uwe
vergiffenis, denk in liefde aan mij terug
en laat de tijd uw wonden heelen. Ont
houd het wel, mijne lieveling, dat ik u
nog in mijne jongste oogenblikken ge
smeekt heb u niet in uw leed op te slui
ten, u niet van uwe vrienden terug te
trekken. Laat Violet tot u komen en
balsem gieten op uw wond. Gij zijl te
jong om een vreugdeloos en eenzaam
bestaan te blijven leiden. Later, over
eenige jaren, als er weer kalmte in uw
gemoed zal zijn neergedaald, zult gij
u herinneren dat het mijn uitdrukkelijk
zijn voor de richtige nakoming van dit
voorschrift. Als zij onder zich mochten
houden, wat zij naar de wet hebben af te
dragen aan den sequester, dan stellen zij
zien DIooi aan strafrechtelijke vervolging.
Op vertraging in het afleggen van rekening
en verantwoording is boete gesteld. Maar
bovendien zijn de rekenplichtige beambten
der kerkvoogdijen privaatrechtelijk verant
woordelijk voor de oplevering der kerke
lijke goederen onder hun beheer, en rust
er voor die oplevering, krachtens de -wet
van 1807 een'wettelijke hypotheek op hun
bezittingen.
De regeering dwingt dus de penning
meesters der kerkeraden of hun geweten
te verkrachten en te doen, wat hun op
straffe van excommunicatie verboden is,
of hun persoonlijke eigendommen aan de
wraak-maatregelen van den fiscus over te
laten.
RUSLAND.
Een telegram uit Irkoutsk meldt, dat er
een aanslag is gepleegd op generaal Ren-
nenkampf.
Deze doorkruiste te voet de stad, in ge
zelschap van zijn adjudanten, kapitein
Berg en luitenant Heister, toen hij een
man gewaar werd, die tegen een muur
stond geleund.
Nauwelijks had de generaal hem aange
keken of de man slingerde een wit voor
werp naar hem toe.
De hom vloog den generaal rakelings
voorbij, viel en ontplofte; alle ruiten in
den omtrek werden vernield, maar Ren-
nenkampf zelf bleef als door een wonder
ongedeerd.
De misdadiger, die aan den voet was
gewond, werd gearresteerd. Men vond een
geladen Browning-revolver en een aan hem
geadresseerde briefkaart, op zijn persoon.
In zijn woning ontdekte men een kara
bijn en een Mauser-geweer.
De man wordt door den krijgsraad ge
vonnist.
Dat wil zeggen, dat hij op 't oogenblik
dat we dit schrijven, al opgehouden heeft
te leven.
De correspondent van de „Daily Chro
nicle" te Tsarskoje Selo zegt van een
hoveling in het gevolg van den tsaar te
hebben vernomen, dat. er iederen dag op
gewonden tooneelen plaats hebben tus-
schen den tsaar en de „camarilla", die
hem omringt.
Het hof doet voortdurend opmerken, dat
de gebeurtenissen in Rusland bewijzen,
dat de grondwet het land niet. tot rust
heeft gebracht.
(Zeer juist; daar hoeft dat zelfde hof
dan ook uitstekend legen gewaakt.)
Eergisteren werden bij het openen van
een kleederenwinkel in Petersburg twee
personen ontdekt, die zich achter een hoop
kleeren hadden verscholen. Het bleek, dat
de heeren door een opening in den vloer
in het onder den winkel gelegen bankfiliaal
van Gawrilof waren gedrongen en daar
100.000 roebel aan geld en effecten had
den geroofd.
verlangen is geweest, dat gij nog een
maal op nieuw gelukkig zoudt worden;
zult gij, al w.are het ook slechts ter liefdei
van mijne nagedachtenis, de gehecht
heid aannemen van een ander man, die
in alle opzichten uw vertrouwen en ge
loof in hem waardig zal zijn. Zelfs te
midden van de droefheid die mij vervult,
houd ik niet op uw beeld te zegenen;
komen mij al de zoete oogenblikken van
ons samenzijn weder voor den geest,
zou ik alles geven öm u nog eenmaal
aan het hart te mogen drukken. Maar- dat
kan niet zijn. Laat mij u ten minste van
verre herhalen dat gij mijne eenige,
mijne eindelooz© liefde zijl. geweest".
Nadat hij deze regelen ge teekend had,
overhandigde hij ze aan zijn cipier, die
den brief tweemaal overlas, als om er de
gansche strekking van te wikken en te
wegen. In het eind toch verklaarde hij
zich voldaan en liet hij Maurits ook het
adres schrijven.
„Zijt gij gereed?" vroeg hij daarna: „of
is er nog iets dat gij wenscht?"
„Ik ben klaar. Voltooi uw werk; maar
wees tot in eeuwigheid gevloekt, gij, uwe
medeplichtigen en uw werk", riep Over
beek uit: „O, ik weet al wat gij mij' zult
willen antwoorden, dat gij tot den (een
of anderen bond behoort die het heil der
menschheid beoogt; mij zult gij die leu
gen niet doen aannemenwat in bloed ge
grondvest werd is bezoedeld en vooraf tot
Een aantal Russische studenten hebben
een viereenigiiig gevormd, die zich ten doel
stelt testudeeren.
Alle anderen doen meer aan politiek,
maar zij willen als uitzondering zich op
de wetenschap toeleggen.
ENGELAND.
Het Noorsche koningspaar is te Windsor
aangekomen en door den koning en de
koningin afgehaald. Op hun rit naar het
kasteel werden zij luide toegejuicht Gister
avond had in het paleis een gala-maaltijd
plaats in de St. Joriszaal, waarbij volgens
de Engelsche bladen zal gebruikt worden
ongeveer vijf ton gewichts van het koste
lijkste tafelgerei, geschat op een waarde
van 18 millioen gulden, De meeste stukken
zijn van verguld zilver en sommige moeten
met behulp van twee of drie man ver
dragen worden.
Het beroemde Keizerservies, dat alleen
voor gekroonde hoofden gebruikt wordt
zal op tafel staan.
Onder de mooie stukken op de eettafel
of de aanrechten, noemt men een zilveren
rozewater-l'outein, door wijlen den prins
gemaal ontworpen en 2380onsen wegende;
de beroemde Haxinau punchkom een karaf
buitgemaakt op het admiraalschip van de
Spaansche armada in 1588; den Nautilus
beker, van Henvenuto Cellini, die met
paarlemoer, goud en zilver versierd is een
schild van denzelfdeu kunstenaar en de
wereldberoemde gouden tijgerkop van Tip-
poo Sahib's troon die iu 1799 bij de bestor
tniug van Seringapatam veroverd werd.
Wild, gevogelte, reudiervleesch, enz zal
uit ,s koniugs eigen kampen en boerde
rijen afkomstig zijn, de kassen van Frog-
uiore verschaffen de heerlijkste vruchten
als ananassen van 7 pond, aardbeien, per
ziken druiven, enz. en een weelde van
rozen, varens en orchideeën, waarvan de
laatste alleen, indien ze gekocht moesten
worden, f2400) zouden kosten
OOSTENRIJK.
De groote politiek iu Oostenrijk is nog
steeds met het kiesrecht bezig en bezig
op de wijze, zooals men iu 't Oostenrijksch
Parlement bezig kan zijn.
De N. Ct. verhaalt het volgende too-
neeltje
De al Duitscher Stein stelt voor om bij
naamsoproeping te stemmen, doch dit vindt
geen voldoenden steun. Daarop reept de
afgevaardigde Schönerer: Laf tuig 1 Tal
rijke uitroepen, waaronder men die van
de Cbristeiijk-socialen verstaat, die de al-
Duitschers toeriepen Stilte, bek houden,
koest! Schönerer schreeuwt: Waar zijn
de Wolfianen zij zijn verduftet, uitge
knepen 1
De vice-president verzoekt den afgevaar
digden, die voor de motie zijn om op te
staan
Terwijl de stemmen werden geteld,
maken de Schöneriauen een geweldig
kabaal
Stein roept: Deernen, „Zuhalter" 1
Malik Arbeiders-duitendieven.
ondergang gedoemd",
„Gij zijl. vermetel 1" bromde de onbe
kende.
Maurits wierp het hoofd achterover in
den nek en zag hem uitdagend aan:
„Ik zou wel eens willen weten wat ik
nog van u te vreezen heb".
„Ik karn u doodmartelen".
„Doe dat zoo gij verkiest. Ik veracht u
zoodanig dat niets mij van uwe zijde ver
wonderen zou en ik heb u geen enkele
maai om. genade gevraagd voor mij".
„Welnu, sterf dan", riep de ander ge
heel buiten zichzelf van woede.
HOOFDSTUK IX.
N a s p o r i n g e n.
„Het is een ellendig geval", prevelde
de kapitein der stoomboot, terwijl hij1
hoofdschuddend neerblikte op het voor
hem uitgestrekte lijk: „Ik ben overtuigd
dat de kerel niets waard was, maar dat
neemt niet weg dat gij in een lieelijken pas
zijt geraakt, mijnheer, en dat het gerecht
onmogelijk buiten, de zaak gehouden kan
worden".
„Ik wensch niets liever", antwoordde
Ernst, zijn verslagen vijand somber aan
ziende „Wat er ook uit voortvloei voor
mij, ik hoop dat over dit alles het volste
licht verspreid moge worden. Vergeet niet
dat ik mijn vriend heb te wreken en nog
op moet sporen waar men hem heeft ge
dood en begraven. Hoe vrijpostig mijn ver-
SchönererBetaalde comedianten. Ge
zijt allen omgekocht, omgekocht!
Kreten betaalde deernen de afgevaar
digde Eauck doet net of hij geld telt.
Schönerer: Omgekochte rommel.
Eldersch, op Schönerer wijzend Hij is
vol zoeten wijn. Gelach.
Onder het kabaal door zegt de vice-
president: De motie Gezmann is met 227
tegen 46 stemmen aangenomen. Stormach
tige bijval en handgoklap).
Schönerer roept als een automaat voort
durend Betaald 1
SteinBetaalde tuchthuisdieven
ElderschStilte denuncianten
Herzorg: Dief-commnnisten.
Stein: H leveel geld krijgen jelui van
de regeering?
Zoo gaat het voort.
ZUID-AFRIKA.
De Boerenoorlog herleeft. Al
les zal rech kom. Dit woord van wijten
president Kruger blijft nog altijd voor vele
Boerenharten het levensideaal. Vandaar de
eeuwigdurende woelingen, de opstootjes,
de complotten, de ernstige aanvallen, de
revolutionaire bewegingen op steeds groo-
ter schaal.
Officieel wordt bekend gemaakt, dat Fe-
reira en verscheiden andere Boeren, die
tot. voor korten tijd werkzaam waren in
Duitsch Zuidwest Afrika, het noordwesten
van de Kaapkolonie zijn binnengedrongen
en pogingen aanwenden om een opstand
te organiseeren. Zij hebben kampen van
de Kaapsche politie te Abeam en te Wit-
kopl overvallen, en daarbij wapens en
munitie vermeesterd. Twee soldaten der
Kaapsche politie zijn gekwetst; korporaal
Polce is gevangen genomen.
Fereira rukt aan op Zwartmodder; hij
recruteert versterkingen. Naar beweerd
wordt, dwingt hij de Boeren, zich bij hem
aan te sluiten, door hun te zeggen, dat
een opstand in Transvaal voor de deur
staat. Een inspecteur en vijftien soldaten
zijn vertrokken om den invallers den weg
te versperren. Vijfentwintig grensverken-
ners zijn ontboden; terwijl 150 man van
de Kaapsche bereden infanterie onmiddel
lijk (van of naar) Prieska zullen vertrek
ken.
De Kaapsche regeering neemt alle noo-
dige maatregelen om die beweging te on
derdrukken, welke wordt beschouwd als
een niet-ernstige opstand. Het gevaar van
den toestand is hierin gelegen, dat. de
bewoners der streken, waar Fereira op
treedt, slechts weinig betrekkingen onder
houden met andere deelen des lands, zoo
dat zij door overdreven berichten over
Fereira's succes zouden kunnen worden
misleid.
De voornaamste Hollandsche. Afrikaan-
ders van de Kaapkolonie geven den be
woners der noordwestelijke districten den
raad, zich aan de zijde der regeering te
scharen.
zoek dan ook moge schijnen, ik smeek u
mijnheer, te bedenken aan welk eene span
ning de vrouw vair den vermiste ten prooi
moet zijn, ert wel te willen onderzoeken
of de onbekend© ook wellicht papieren
bij zich zou dragen die ons tot leidraad
kunnen strekken. Gij begrijpt hoeveel haast
er bij de zaak is; indien ik bij mijne aan
komst in Engeland gevangen wordt geno
men, of wel, omdat ik mij onder Holland
sche vlag beviind, weer naar Nederland
wordt teruggevoerd, zal ik in de eerste we
ken niets voor mevrouw Overbeek kunnen
doen, terwijl ik bij1 eenige meerdere zeker
heid thans nog brieven zou kunnen schrij
ven, die ik u op zou dragen voor mij op
de post te doen".
„Ja, ja," sprak 'de gezagvoerder„ik
vat uwe bedoeling zeer goed en ik vrees
zelfs dat ik u dien dienst zou moeten wei
geren en het lijk onaangeroerd laten tot
de komst van het gerecht; maar men is
voor alle dingen mensch en ik zal het
die heeren ronduit zeggen, ik geloof wel
dat zij het mij1 zulten vergeven. Alleen
maar' wensch ik de eenige persoon te zijn
die deze verantwoordelijkheid op zich laat.
Ik alleen zal zijn zakken doorzoeken".
Ernst bedankte hem vol hartelijkheid
en wachtte ongeduldig dein uitslag af.
(Wordt vervolgd.)
i X I