i No. 125. Dinsdag 23 October 1906. Tweede Jaargang.; Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. DE INVLOED VAN DEN GODSDIENST. SJNNENLAND KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. UIT DE Ftiib. BUITENLAND. IIM «HE CÜÜP Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers a contant„0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonné's tO.371/^ voor niet-abonné's„045 (Bureau: LANGE VORSTSTRAAT, GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. Reclamebericbten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Van den godsdienst kan worden gezegd, wat de H. Schrift van de godsvrucht ge tuigt dat hij de belofte heeft van d i t en het toekomstig leven. Een volk, dat echt en innig godsvruchtig is, is een gelukkig volk, schrijft „De Tijd". Individueel is de mensch, voor wien liet geloof een verlevendigende, ster kende ön verheffende kracht werd, ge lukkig 'in zijn innigste en diepste wezen. Wanneer de geloovige in den godsdienst dat innerlijk geluk niet vindt, o-nderzoeke hij, of wellicht zijin geloof niet te zwak en te ziepr is om een werkdadige kracht in hem te worden, om geest en hart en heel de ziel door zijne werking te kunnen verblijden. Behalve ieen dood geloof, dat niets uit werkt, is er een zwak geloof, onmachtig om 'te heerschen, en een ziek geloof, dat, zelf kwijnend, de noodige opgewektheid en frischheid mist om den mensch ge lukkig en blijmoedig te maken. Maar van het innige, het sterke, het heel het leven beheerschende geloof, dat des mensch uit zijn kracht doet leven, is de „vrede" der ziel, het kort begrip van alle inwendig geluk, de natuurlijke en de beloofde vrucht. De gelukkigsten en de Wijmoedigsten van de menschen waren en zijn de heili gen. Hun krachtig en levendig geloof opent hun een© innige en gestadige gemeen schap met de Bron van all© vreugde en licht. Geen bestaan zoo arm en beproefd, geen leven zoo druk en bewogen, geen verblijf zoo eenzaam en droevig, of de mensche- lijke ziel kan door zulk een geloof in verbinding treden met de hoogere wereld en 'zóó iets van har© rust, weelde en ge nietingen in zich opnemen. Den Oudvaders herschiep dat geloof de dorste woestenijen in een paradijs voor hunne zielen en het was Aritoriius de klui zenaar', die door zijne prediking en zijn voorbeeld zijn levensbeschrijver zegt van hem, 'dat hij er altijd e'pgeruimd en vroolijk uitzag aan zijne geestelijke na zaten, de kloosterlingen van latere tijden, de blijmoedigheid niet langer als levens wijsheid aanbeval maar als deugd voor schreef. Maatschappelijk is de mensch, is een volk gelukkig, wanneer de godsdienst genoeg kracht en invloed heeft om den volksgeest, de volkszeden, de onderlinge verhoudingen, de wetten, de openbare le vensuitingen en instellingen te regelen en te doordringen. De rechtvaardigheid, de naastenliefde en de christelijke gemeenschapszin verdragen zich, waar ze sterk genoeg zijn om te heerschen, niet met de sociale ongerech tigheden, misstanden en ellenden, welke het volksbestaan ontredderen en verbit teren. Zedelijk gezonde volkeren zijn levens krachtige en levenslustige volkeren; het bederfwerende zout is hier de godsdienst, die den geest de heerschappij geeft over het Vleesch. Is de godsdienst niet langer een last, maar is hij een lust geworden voor het volk, dan is er bezieling en opgewektheid in het dagelijksch bestaan van iederen dag, verblijding en geestdrift in de volks ziel, hoogere wijding in de aspiraties van het volk, hoogere verheffing in zijn ge- moeds- en hoogere adel in zijn geestes leven, berusting en opgeruimdheid in 't lijden. De illusies van het Roomsche kind, de idealen van den roomschen jongeling zijn zoo verrukkelijk, ze streven naar hoogere sferen; de levensernst en de levensmoed van den roomschen man, de gelatenheid en de levensmoed van den roomschen gi-ijsaard 'stammen uit een hoogere kracht, uit 'het geloof. Wat zou een echt katholiek volk, dat in zijn bijzonder en openbaar leven de leer en de beginselen van zijn geloof met onge broken kracht en luister deed schitteren, een verrukkelijk volk zijn. En wat zou 'teen gelukkig volk wezen! De godsdienst is, ook wat zijn invloed op het geluk van het aardsche bestaan be treft, door niets hoegenaamd te vervangen. De poëzie, de kunst en de wetenschap mogen volstaan om enkele meer ideëel aangelegd© naturen, althans voor tijd en wijle, boven het lage pijl van een in 't stof kruipend leven te verheffen; er is maar één kracht, die aan het volks- leven hoogere bezieling, lust en vreugde kan geven. Die kracht is de godsdienst. De antithese. De vrijdenloersvereeniging „De Dage raad" heeft, wei schreven er reeds over, onlangs haar 50-jarig jubileum gevierd. Verschillende sprekers voerden het woord, o. a. de heeren mr. v. Houten en Do- mela Nieuwenhuis. Op sociaal-economisch gebied eikaars tegenvoeters de heer v. Houten is oud-liberaal, de heer Do- mela Nieuwenhuis vrije socialist, Óp wijsgeerig gebied eikaars tegenstanders. En op politiek gebied? Zij, clie meenen dat godsdienst en poli tiek niets met elkaar te maken hebben, zullen van oordeel zijn, dat op dit gebied geen punten van aanraking tusschen die beide mannen bestaan. Toch denken de Dageraadsmannen zelf daarover anders. De heer v. Houten sprak geheel als politicus en riep alle vrijdenkers op tot eenheid tegenover het clencalisme. Hij noemde den val van dr. Kuyper „het bewijs van de kracht en de macht die dan ontwikkeld kunnen worden". Hij be treurde, dat het staatsgeld nog steeds ge bruikt wordt voor kerkelijk onderwijs. Hij riep uit: „strijdt voor wat ge wilt, maai' strijdt tezamen voor „de vrijheid". Hij zeide, dat blijvend „de overwinning slechts kan 'behaald worden, wanneer op beslis sende oogenblikken alle voorstanders van vrijheid van ,denken, ongeacht andere ge schillen, zich vereenigen". De antithese werd dus zoo duidelijk mo gelijk gesteld. Op dezelfde vergadering zei dr. Fro- wein, dat de hoofdbeginselen van „de Da geraad" gericht zijn: tegen het geloof aan God en Goden, en tegen het geloof aan een onsterfelijkheid. Wanneer men nu hierbij bedenk^ dat in Februari 1905, bij het naderen der Juni- verkiezingen, ook de heer v. Houten een manifest heeft onderteekend, waarin ge zegd wordt: „Zij (de ondexteekenaars) mee nen, dat de vermenging van godsdienst en politiek slechts kan strekken tot ontwijding van den godsdienst", dan vraagt men zich toch met verbazing af, hoe zulk een tegenstrijdigheid te verklaren. Dezelfde man, die van geen „geloof aan God en Goden" wil weten, maakt zich ongerust over „ontwijding van den godsdienst". En dezelfde man, die „dat geloof aan God en Goden" ook door zijn staatkundig optreden wenscht te bestrijden, wraakt de „ver menging van godsdienst en politiek". Zoo de woorden, ook in manifesten, nog hun gewone beteekenis hebben, is dit raadsel onoplosbaar. (Ned.) Zedelijkheid en Religie. Aan een artikel van dr. Rudolph in de a.-r. „Rot terdammer" ontleenen wij het volgende: Wie de zedelijkheid van de religie' scheidt, maakt haar van haar levenswor tel los, en geeft aan de verwelking prijs. Hiermede willen we natuurlijk vol strekt niet beweren, dat alle voorstan ders eener onafhankelijke moraal "athe- isten, of ook, dat alle atheïsten per se gewefenlooze en zèSelooze menschen zouden zijn. Integendeel Gaarne willen wij zelfs verklaren, dat de nauwgezetheid van vele atheïsten onze geestdriftige bewondering wekt. Maar wij staan tegenover zuike men schen, gelijk E. 'Navïlle 'tin zijp. werk ,,-Le Père Céleste" zoo overschoon zegt: „Er zijn menschen, die alle geloofsover tuiging hebben verloren, maar wier geweten nog overeind is gebleven als een eenzame zuil te midden der puinhoopen. Wanneer wij zuike vertegenwoordigers der menschelijke deugd ontmoeten, zien wij hen met eerbiedige verbazing aan. 'Want zij zijn inderdaad wonderen Gods; blij ken der goedheid van Hem, wiens naam zij op hunne lippen niet nemen. „Zoo 'iemand, dan heeft de zoodanige reden om, op da knieën neergebogen, met heate tranen de Voorzienigheid te danken, die hem zulk een levendige be geerte naar alles wat edel en rein is en een zoo sterken afkeer van het kwadei inplantte, dat zijn plichtsgevoel zonder ander steunsel vast en onwankelbaar bleef. Maar de uitzondering is geen re gel, en wat sommigen te beurt valt, zal hun niet altijd, zal niet allen ten deel vallen. Gij kent het dek van sneeuw ijs over sommige van onze gletschers; zulk een ijskorst draagt waarschijnlijk een enkelen wandelaar over den af grond, maar zoo er zich meerderen op wagen, breekt de broze brug, de onbe dachtzame stort neer in de diepte. Zoo gaat 'het met de wijsgeerige scholen, die het Godsbesef verzaken, met eene be schaving, die het levend geloof aan God prijs geeft; zij verzinken in een donkeren afgrond, waarin het licht van het goede niet meer kan doordringen." Zóó is 't. Wie "t geloof aantast, ondermijnt ook de 'zedelijkheid. Dat Volk staat alleen waarlijk zedelijk hoog, hetwelk dicht staat bij God. Wat afvalt van den levenden God, moet zedelijk zinken. Dit leert d© historie. Dit bewijst ook de ervaring. En op dezen grond bewerpn wij dan ook, 'dat de ongeloovige sociaal-democra tische levensbeschouwing, die zedelijk heid en Godsdienst scheidt, allerminst tot hoogere zedelijkheid kan voeren, maar integendeel alle ware moraliteit ten slotte moet ondermijnen. FRANKRIJK. Een geestelijke in „heeren- dienst". De scbeidingswet heeft onvoor ziene gevolgen Sedert eenige dagen zien de bewoners van Valeyrac, een klein plaatsje in Jiet departement van de Aveyron, hun pastoor, den abbé Luffade, steenen kloppen langs den openbaren weg, onder toezicht van den cantonnier (wegwerker). De eerw. heer Luffade, die sedert den eersten Januari j.l. geen tractement heeft ontvangen van den staat en zich door de gemeente zijn jaarlijkscbe toelage zag ont zegd, heeft zijn voornemen te kennen ge geven zich op déze wijze door het ver richten van „heeren-diensten" te kwij ten van zijn belastingschuld. Naar de Fransche bladen melden, zal abbé Gayraud, de bekende afgevaardigde van Finistère, overwegende dat de H. Stoel enkel verlangt dat de tekst der wet het vereischte gezag van de hiërarchie der Kerk over dei door de wet gevestigde ver- eenigingen van geloovigen erkenne niet als een recht van goddelijken oorsprong, maal ais een historisch feit aan de Kamer voorstellen aan artikel IV de volgende paragraaf toe te voegen: „De vereenigingen van den Katholieken eeredienst zullen gevestigd worden en blij ven onder het gezag der bisschoppen". De afgevaardigde zal verder voorstellen in denzelfden geest te wijzigen de artikelen 13 en 14 en te bepalen dat de kerken en andere gebouwen of onroerende goede ren ter beschikking zullen worden gelaten van de bisschoppen". De „Express du Midi" verhaalt een feit, dat weer eens het noodige licht verspreidt over de schandelijke practijken, die door sommige handlangers van die. regeering uit geoefend worden. Een 40 a 50-tal jonge lieden van de Haute-Garonne zijn n.l. bui tengesloten van het examen voor posterij en telegrafie, omdat zij een godsdienstig onderwijs genoten hadden! ITALIË. Z, H. de Paus, over wiens gezondheids toestand voor de zooveelste maal valsche geruchten zijn uitgestrooid wié weet waarom toch heeft ©en grootere kapel naast zijn particuliere vertrekken laten in richten, opdat meer genoodigden zijn H. Mis kunnen bijwonen. Hij ohtving den ge zant van Noorwegen die hem Haakon's troonbestijging meldde. Zoo doet een 'pro- testantsch vorst en het katholieke Frank rijk breekt all© relatie met den Paus af. SPANJE. Uit Spanje, dat pas een het Vaticaan hoogste aangenamen gezant benoemde, meldt men, dat een echt Combistische pret tegen de religieuze orden in bewerking is. Nu het is goed mogelijk, dat de loge het wachtwoord heeft gegeven om in alle lan den tegelijk tegen de Kerk den strijd aan te binden. Frankrijk gaat voor; in Zwitser land wil men ook al scheiding van Kerk en Staat; in Engeland staat het pok al in het teeken der „antithese", geloof tegen ongeloof, om allen godsdienst uit de school te bannen. Waarom zou Spanje niet mee spelen RUSLAND. In de gevangenissen te Kazan en Bak- mouth zijn onder de gevangenen ernstige onlusten uitgebroken, die met ijzeren strengheid onderdrukt zijn. Het departement van politie, vernomen hebbend, dat talrijke boeren in 't district Kicff beslist weigerden, zich aan het mili taire bestuur te onderwerpen, heeft de lo cale overheden bevolen, mogelijke onlusten met alle gestrengheid te onderdrukken. In Petersburg is een duivelsche streek bekend geworden van een gezaghebbend persoon uit die stad, die afkeer en veront waardiging verwekt. Talrijke politieke gevangenen, waaronder een gearresteerd Doema-Ëd, werden in de Petersburgsche1 gevangenis in de afdeeling voor melaatschen gestopt. Vele gevangenen haalden zich dientenge volge zware aanstekelijke ziekten op den hals. Een zekere Luga, de uitvinder van dezen ongehoorden maatregel, zal ter verant woording worden geroepen. Bij het station Oka van de lijn Moskou Koersk had kort geleden een spoorweg ramp plaats,' waarbij minstens 100 per sonen het leven verloren hebben. Den löden was een bomaanslag be raamd in het gebouw van den lvroon- stadschen krijgsraad, maar door de aan houding van verschillende personen, waar onder eenige soldaten, werd hij verijdeld. Het plan was, dat de bom aan een der beschuldigden in handen zou worden ge moffeld, die haar dan onder de tafel der rechters zou slingeren. Uit Moskou werd naar St. Petersburg getelefoneerd, dat er in eerstgenoemde plaats verduisteringen tot een bedrag van 400.000 roebels ontdekt zijn in de admini stratie van het Vondeiingengesticht. Ambtelijk wordt te St. Petersburg mede gedeeld, dat de verhalen over het onlangs vermeld© spoorwegongeluk bij Oka aan de lijn MoskouKoersk sterk overdreven zijn. Een leeige personentrein is op een goede rentrein geïoopen, van welken twaalf wa gens vernield werden. Eren aantal van deze, die met petroleum geladen waren, vlogen in brand. Negen spoorwegbeambten werden zwaar gewond en vier gedood verder nog eenige personen licht gewond. Het is in Rusland een bedenkelijke, maar levensgevaarlijke eer, te behooren tot de gekozen volksvertegenwoordigers. Dit blijkt op de meest treffende wijze uit de volgende opsomming. Van de leden der ontbonden Doema zijn tot dusver: vennoord 1, krank zinnig geworden 1, aan den lijve getuchtigd 2, gevlucht 10, verbannen 5, onderworpen aan huiszoeking 33, in de gevangenis ge worpen 24, onder gerechtelijke vervolging gesteld en daardoor vervallen van het recht zitting te nemen in zemstwo's, stede- delijke doeona's enz. 132. Te Kisjenef hebben acht gewapende roo- vers, waarvan 3 van maskers wanen voor zien, alle passagiers aangerand, die zich met rijtuigen naar d© stoomboot begaven. Van do 50 slachtoffers, die allen werden uitgeschud, werd een aantal door de on verlaten nog gewond ook. De Tsjernomorski Westnik (Zwarte Zee- Bode) heeft de volgende welsprekende lijst van onlusten, moorden, aanhoudingen, verbeurdverklaringen, afbranden van hoe ven en zoo meer gedurende slechts twee weken (14—27 September j.l.). Er werden 59 landgoederen geplunderd en in de psch 12 groole hofsteden met den oogst van dit jaar in brand gestoken en 540 kleinere hoeven. Vermoord zijn vier grond bezitters en vijftien boeren, terwijl er 159 gewond zijn. In stad en land hebben 22 politie-officieren en manschappen een ge- welddadigen dood gevonden, 500 personen zijn gedood of gewond hij d© z.g. straf expedities der overheid. Tien leden der ontbonden Doema nam men gevangen en 326 revolutionairen. Verbeurd verklaard zijn zes drakpersen eri laboratoriavoorts 25 bommen, 25 geweren, 85 revolvers en 4325 patronen. Zeven revolutionairen zijn ter dood gebracht; zeventien daartoe ver oordeeld. Er waren 16 werkstakingen. Voor goed of tijdelijk verboden zijn 188 Waden. Roof aanvallen op 42 ambtenaren berok kenden een verlies van 450.000 gulden. Plundering geschiedde van twaalf kerken, twee kloosters, vijf spoorwegbrandkasten, acht openbare gebouwen, 36 staalsslijle- rijen, zeven belastingkantoren, vier tpei- nen en zestien postkantoren. Gevangen nam men 59 roovers, doodgeschoten wer den er 35 en gewond 22. PRUISEN tegen POLEN. Wij lezen in d© liberale „Nieuwe Crt." De strijd van de Poolsche schoolkinde ren tegen den Pruisischen onderwijzer, welke na het herderlijk schrijven van den aartsbisschop Von Stablewski van de zjjde der kinderen met dubbele kracht zal wor den gevoerd, geeft aanleiding tot heel wat polemieken in de Duitsche pers. Door de „Post" wordt aangedrongen op krachtig optreden tegen den aartsbisschop men mag dien kerkvorst niet langer in een grensprovincie dulden. Heel wat verstandiger en gematigder is de (katholieke) „Germania", welk blad in het gebeurde het fiasco ziet van het „haka- tisme". De Duitscha beschaving en de meerderheid van den Duitschen geest zoo spot 'tblad zijn ten slotte niet vol doende gebleken en nu vertrouwt men nog maar alleen en uitsluitend op den politie-rakker. De „Germania" vindt dan ook, dat Von Stablewski geein andere houding had kun nen aannemen, en dat hij zijn plicht deed door op te komen voor het beginsel, dat 't godsdienstonderwijs der kinderen moet worden gegeven in de moedertaal. Mocht de regeering den aartsbisschop in de uitoefening van zijn plicht bemoeilijken, dan zou zij niet alleen de Polen, maai' 'tgansche volk van Duitschland tegen zich in 't harnas jagen. Tot zoover de „Cormania". lnmiddels; is het te Gnesen gekomen tot een waar schoolschandaal. Toen de onderwijzers 's ochtends hun klas binnentraden, werden zij daar door de kinderen begroet in het Poolsch. En toen de onderwijzers het ge bed opzegden in het Duitsch, herhaalden de kinderen het in het Poolsch. Verder hebben de kinderen hun boekjes voor het godsdienstonderwijs op de tafel van den onderwijzer gelegd, waarbij zij vertelden, dat zij weigerden godsdienstonderwijs te ontvangen in het Duitsch. Toen de school om 12 uur uitging, werd de orde gehand haafd door vier politieagenten. Ook in andere plaatsen van het oosten der Pruisische monarchie gist het. Zoo zijn reeds Poolsche protestvergaderingen aan gekondigd te Schrimm en te Koschmin; deze laatste bijeenkomst is echter reeds bij voorbaat van overheidswege verboden. Te Mirucin heeft een lid van de school- commissie, de landbouwer Johann Budny, als zoodanig ontslag gekregen, omdat hij zijn kinderen had verboden op school deel te nemen aan het godsdienstonderricht in het Duitsch. Tweede Kamer. Het debat werd voortgezet over het ontwerp tot aanleg van spoorwegen in de Haarlemmermeer, De minister van Waterstaat sluit zich aan bij hen die terecht in het licht gesteld hebben dat door d© aanneming van dit ontwerp een der grootste mazen in ons spoorwegnet woixlt aangevuld. Hij noemde 't gevaar dat de Hollandsch© Spoorweg maatschappij de aan te leggen lijnen in haar gebied zal trachten te trekken, denk- deeidig. De maatschappij ziét alleen een voordeel in het exploiteeren dier lijn als voedings- lijnen voor haar hoofdlijnen. Het nut van een algemeen plan van spoorweg- en tram- wegregeling over het geheele land zag spr. niet in.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1