iming.
irgels.
ES.
iOES.
lagazijn.
Goes.
PPEN
Repareeren.
No. 89.
Dinsdag 81 Juli 1906.
Tweede Jaargang.
laratiewerk
strengste
jOORTEN.
Verschijnt ellen M1AHDAG-, WOEHSGSG- en VRIiDAGIVOHD.
FEUILLETON.
SLAVENKETENEN.
BUITENLAND
BINNENLAND.
ifoomhout
Zagerij
Schaverij.
machine.
120.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
erdienen,
jaar,
EIMACHINE,
[r sokken breit,
fndt. Onnoodijdus
■la anderen wiüen doen.
Tilburg;
BW COMPAN Y Ltd LONDEN
lerkocht.
jveer 14 dagen
In 2 5 uur. Het
teel kosteloos zijn.
|igd, ons hiervan
aan Le Cointre, Goes.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten 0.95
Afzonderlijke nummers a contant„0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's £0.371/2) voor niet-abonné's„045
Bureau: LANGE VORSTSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Goesche Watersnood-Comité.
Vorige opgaaf f 9583 515
Collecte leChr. Ger Kerk te
Pella Iowa U. S. A. f 306 73
Van de firma Oosterbaan Le
Cointre. uitgevers te Goes,
als restant winst der uitgave
„De overstrooining in Zee
land" f 142.36"'
f10032 61
a. h. Rrov. Comité
afgedragen vorige
opgaaf 9000
21 Juli ...- 973.06 f 9973.06
59 55
Onvermijdelijke onkosten f 59.55
Nog in kas Nihil.
JOS. WITKAM,
Penningmeester.
Onkiesche fantazie.
„Het spreekt ,van zel£ dat men, in ver
band met hetgeen nu langzamerhand
ruchtbaar wordt over dit voor de toe
komst van ons geheele volk zoo treu
rig voorval, allerlei commentaren ver
neemt. Daar ,het een zeer kiesche zaak
geldt, mag natuurlijk niet alles overge
briefd worden wat de groote „men"
de mannelijke maar nog meer de Vrou
welijke „men" - alzoo weet le vertel
len. Maar wèl behoeft niet verzwegen te
worden, dat allerwege de oorzaak toege
schreven wordt aan de vermoeie
nissen, gevolgen van het vervullen
van plichten, waaraan H. M. zich niet
wilde onttrekken.
Zoo bv. het bezoek aan Amsterdam
iln Mei j.l.zóó nu nog onlangs het
ontvangen der Rembrandtcommissie op
„Het Loo", afgescheiden van de rij- en
wandeltochten, waarvan jh (1e bladen
geregeld werd melding gemaakt.
Te vergeefs is hiertegen door de be
handelende geneesheeren zeer ernstig
gewaarschuwd".
Aldus de „„getrouwe" torenwachter"
der „Middelb. Courant".
Ofschoon deze „torenwachter" zegt, dat
het hier een zeer kiesche zaak geldt, be
gaat hij zelf toch een groote onkiesheid.
De onbescheidenheid nl. feitelijk is
"t veel efger pin de schuld van het treu
rig voorval te laden op H. M. de Koningin
zelf, die volgens hem tegen de
ernstige waarschuwing der geneesheeren
in, door vermoeienissen, gevolgen van het
Vervullen van plichten, de blijde verwach
ting van Nederland te leur stelde.
Om zoo iels zijn lezers te kunnen op-
disschen, moet men meer dan vindingrijk
en fantastisch aangelegd, moet. men
lomp zijn.
Of zon die man van de hooge positie
18)
„Het is zoo", sprak hij, haar hand we
der loslatende en langzaam overeind rij
zende „Vergeef mij dit vergeten te heb
ben. Er zijn uren die men niet samen door
leven kan zonder dat zij teere lieden dich
ter tot elkander voeren of voor altijd van
elkaar verwijderen. Vergeef mij, niet aan
stonds ingezien te hebben hoe groot de
afkeer was dien ik u inboezemde. Voort
aan zult gij geen last meer van mij
hebben".
„Gij zult niet trachten mij weer te zien?"
vroeg zij, de oogen sluitende, als overviel
haar eene groote afmatting.
„Neen. Gij kunt daaromtrent volkomen
gerust zijn. Vaarwel".
Zij deed eene beweging alsof zij zich
op wilde heffen, maar zonk machteloos
weder tusschen hare kussens achterover.
„Vaarwel", sprak zij op zwakken toon:
„En nogmaals dank".
„Dat behoeft niet", zeide Ernst kortaf:
„niets is kwellender dan het bewustzijn
iets verschuldigd te zijn aan iemand dien
wij niet kunnen dulden. Laat dat denk
beeld hier niet op u drukken. Wat ik voor
u verricht heb, zou ik voor ieder ander
gedaan hebben; ik wenschte het van dit
oogenhlik af te vergeten. Nogmaals vaar
wel".
En na voor haar gebogen te hebben, ver-
de torenwachter nl. der „M. C." in ernst
meenen, dat H. M. onze geliefde Koningin,
waar het een groot nationaal belang van
troonopvolging geldt, zich, tegen den raad
van doctoren in, aan vermoeienissen, enz.
zou hebben blootgesteld, die voor Haar
zelf en het geheiele Nederlandsche volk
oorzaak werden van bittere teleurstelling,
ter wille van eenige „plichten", ,als daar
zijnhet bezoek aan Amsterdam, de ont
vangst der Rembrandtcommissie, en der
gelijke??
Meer dan naïef is hij, dit zulks gelooven
kan.
Er kan dan ook kwalijk sprake van zijn,
dat in dit geval H. M. haar wil zou gé-
plaatst hebben tegenover dien der doc
toren.
Dezelfde „trouwe Torenowachter" laat
in denzelfden brief nogmaals zijn fantazie,
uit spelevaren gaan en vermeldt het vol
gende aangaande onzen oud-minister van
binnenlandsche zaken
„Dr. Kuyper, dien men hier vroeger
veel buitenshuis aantrof, ziet men thans
zeer zelden. Hij moet druk aan het werk
zijn aan 't groote reisverhaal, dal. dit jaar
nog gereed moet komen. Er is dan ook
geen kwestie van dat hij weder spoer
dig 'aan de actieve politiek zal deelne
men. De arme mijnheer Brands, die in
de pers reeds zoo dikwijls onteigend is
om ten behoeve van dr. Kuyper zijn
plaats in de Kamer open Le maken, kan
dus gerust zijn. Hij mag nog geruimen
tijd blijven zitten. Trouwens dr. Kuyper's
boek moet een groote arbeid zijn, al
zal het een slordige (luit opbrengen. 8
Koningen worden er in beschreven, die-
door iemand als dr. Kuyper in „copy"
omgezet een stevig pièce de resi
stance vormen. Daar geeft een uit
gever direct geld op. ,En dan de prach
tige reclame. Werkelijk het is niet al
leen ijdelheid geweest om al die
vorsten te bezoeken, maar wie ver
stand heeft van de waarde van
copy begrijpt dadelijk dat er met al
die koningen en sultans geld te verdie
nen ,is. Vooral als je het in het groot
doet .zooals dr. Kuyper, die er niet een
met rust kon laten, waar hij ook kwam.
Inderdaad, aan zulke prachtige „copy"
kan men zonder jaloersch te worden niet
denken"
Men weet dat dr. Kuyper het praatje
in de pers over zijn reisverhaal tot een
fabel heeft verklaard.
En wanneer men dan ziet, dat zoo'n
fabel gebruikt wordt om op verkiezing
achtige manier af te geven op dr. Kuypers
ijdelheid en gewinzucht, dan acht men
liet hij met haastigen tred het vertrek.
De zieke blikte hem na en wederom
sloot zij de oogen terwijl zij onhoorbaar
fluisterde
„Ja, zoo moest hel. zijn. Ook mijn laatste
steun moest mij ontzinken. Allen tegen
mij en ik tegen allen; de worsteling zal
niet lang méér duren, thans. Waarom ook
heeft hij mij niet in de sneeuw laten
sterven?"
Een kwartier later bevond Nieuwenheim
zich op weg.
HOOFDSTUK IV.
Naar Engeland.
Toen Ernst het station bereikte moest hij
nog -bijna een half uur wachten op den
eerstvolgenden trein naar Viissingen. Hij
had dus alleu tijd met den stationschef te
spreken en begaf zich aanstonds naar
diens kantoor.
De vriendelijke ambtenaar was bezig
zijne boeken op te maken, maar rees aan
stonds overeind om hem te vragen waar
mede hij hem van dienst kon zijn, en Nieu
wenheim, die thans aan niets meer dacht
dan alle middelen aan te wenden om den
vermiste op te sporen, antwoordde
„Ik kom u raadplegen omtrent eene
zaak die mij nauw aan het hart ligt: her
innert gij u dat hier eenige dagen geleden
een mijner vrienden uitstapte, die uit Lon
den was gekomen om mij te zien?"
„Zeer zeker, mijnheer. Wij spraken zelfs
nog over mijne Vermoedens aangaande het
spoorweg-ongeluk'
„Dat vertelde Jiij mij. Weel gij nog wan-
zeifs een wederwoord ongepast.
Men 'signaleert zulk geschrijf en gaat
voorbij.
En in dat voorbijgaan denkt men onwil
lekeurig, dat de schrijver-torenwachter
in de hoogte van zijn bedrijf het hoofd
moet gestooten hebben tegen een of andere
voorbijdrijvende onweersbui, om het in
dezen ,,verzoeningsgezmden"(!) tijd van
uit de torenhoogte zooveel gal-zware drop
pelen te d-oen regenen.
FRANKRIJK.
De Romeinsche correspondent van de
„Köln. Volksztg." weet mede te deelen, dat
de beslissing van den II. Stoel, betreffende
de aangelegenheden in Frankrijk elk
oogenhlik kan verwacht worden.
Een zeer lezenswaardig artikel staat in
de „Patriote" van de hand van haar Ro-
meinschen correspondent.
De Paup bidt en lijdt. Als Vader der
Christenheid waakt hij over de geheele
Kerken de scheidingswet is der Christen
heid vijandig. Ze aanvaarden is een pre
cedent stellen. In dit geval beslaat de
kans, dat ze ook in andere landen aan
vaard wordt. Pius X weet, dat dit het
doel en het geheim is der bewerkers van
de breuk. Reeds den 12 Juni hebben de
socialisten en radicalen op den landdag
le Karlsruhe een aanval gedaan ten gunste
van de scheiding naar Fransch model.
Indien de Paus weigert de wet te aan
vaarden, zal in Frankrijk weerwraak wor
den genomenhel gouvernement heeft aan
den H. Stoel doen mededeelen, dat de
tegenkanting een voorspel zou zijn tot den
burgeroorlog.
■De Staat zou tegen de Kerk een strijd
ten doode aanbinden, door roof, honger,
gevangenis en rechtbank.
Op de vraag wat de Paus zal doen,
antwoordt deze correspondent:
„Ik geloof, dat de bedoeling van Z. H.
is, die twee systemen te combineeren; de
veroordeeling der wet te handhaven, om
het algemeen belang te redden maar, den
bisschoppen te veroorlooven, de wet na te
komen, om de Kerk van Frankrijk niet
in d© tirannie en den hongersnood te
werpen. Het Vaticaan zal dus de veran
dering der kerkbesturen in vereenigingen
voor deu eeredienst veroorloven. Maar
Pi us X heeft zijn gedachte nog niet
duidelijk uitgesproken."
Dit alles voor rekening van den corr.
der „Patriote".
Het heiligdom te Lourdes is den Jaco:
bijnschen bloc-manneïi, in wier zegenrijk
bestuur Frankrijk zich verheugen mag, een
doorn in het oog. Er liepen reeds geruch
ten, dat de regeeriug het heiligdom in de
gebenedijde plaals zou doen sluiten. Aart
zoo iels schijnt zij zich echter nog niet
neer hij weder vertrok?"
„Met een der middagtreinen. Het ver
wonderde mij zelfs dat hij niet tot. den
avond gebleven was".
„Juist. Hij (had er zijne redenen voor
Viissingen Le hereiken eenige uren vóór
de afvaart .der boot. Ik zelf was verhinderd
hem naar flen trein te brengen. Was hij
alleen .toen gij hem zaagt?"
„Geheel alleen. Jk heb hem in eene
coupé perste klasse helpen stijgen die nog
ledig jvas".
„Mijnheer", sprak Ernst, op eens beslui
tende „hem een deel der waarheid te zeg
gen: „Ik doe u al deze vragen, omdat
ik niij zeer ongerust over mijn vriend
maak. Hij is altijd zoo goed als een broeder
voor .mij geweest en niettegenstaande dat
alles op dit oogenhlik hem te Londen
terughield js }rij, op het eerste vermoeden
dat jk bij de ontsporing gekwetst kon zijn
geraakt, uit Engeland overgekomen om
zich .van mijn toestand te vergewissen.
Welnu, ofschoon hij dienzelfden dag we
der vertrok, is hij nog niet aangekomen.
Zijne jonge vrouw die hij zielslief heeft,
seinde heden morgen om te vernemen wat
er van hem werd. Ik zelf begaf mij op
weg om dat te ontdekken. Zondt, gij mij
daartoe niet de beste middelen aan d©
hand weten te doen?"
Het gelaat van den stationschef werd
plotseling bewolkt.
„Ik zal u een briefje meegeven voor
mijn collega te Viissingen", zeide hij„fn-
dien .uw vrieud aldaar uitgestapt is, heeft
hij Rem zeker opgemerkt. Wilt gij mij den
te durven wagen. Wel zoekt zij op alle
mogelijke manieren door plagerijen en
flauwe maatregelen den toeloop der pel
grims naar de bedevaartplaats tegen te
gaan.
De „Journal des Débats" maakt nu op-;
nieuw melding van een plagerijUit Mont-
pellier wordt n.l. aan dat blad geschreven
„Een groote pelgrimstocht naar O. L.
Vr. te Lourdes was te Alais georganh
seerd. De spoorwegmaatschappij had vol
gens haar gewoonte aan de pelgrims een
reductie in: den prijs toegestaan. Maar plot
seling kwam een tegenbevel en de pel
grimstocht. moest uitgesteld worden, om
dat de regeering officieel had doen weten,
dat zij die roduclie weigerde goed te keu
ren. Voor eenigen tijd was zoo een andere
pelgrimstocht eveneens door de regeering
verhinderd. De tusschenkomst van meer
dere liberale afgevaardigden was noodig
om de goedkeuring in de reductie toch
te verkrijgen. Wij vernemen uit goede
bron, dat de maatschappij, voor wie de
weigering een gewichtig punt uitmaakt,
zich tot den staatsraad zal wenden."
Plagerijen of erger?
ITALIË.
Alen meldt uit Napels, dat Z. H. de Paus
fr. 30.000 heeft gezonden aan het comité,
dal zich tot taak heeft gesteld den weder
opbouw der dorpen, die door de jongste
uitbarsting van den Vesuvius zijn ver
woest.
DENEMARKEN.
Onlangs was het vijftig jaar, dat de Ka
tholieke Zusters v. d. H. Jozef zich in
het protestantsche Denemarken vestigden
voor ziekenverpleging en onderwijs. In het
begin leden ze armoe, verdienden schraal
den kost met naaiwerk en men gaf haar
reeds den raad terug te keeren naar Sa-
voye. Toch bleven zij, totdat eindelijk de
afkeer der protestanten brak en dezen haar
hun kinderen toevertrouwden. In 1868
hadden ze reeds meerdere Deensche no
vicen, en thans is het eene afzonderlijke
provincie mei veel hospitalen. De Zusters
hebben van de Deensche spoorwegen gra
tis reizen.
RUSLAND.
Te Warschau aan de Pruisische grens
is een spoortrein door een rooverbende
overvallen.
Twee generaals, twee beambten en vier
soldaten werden gedood. 16000 roebels
zijn gestolen.
De daders ontkamen. Uit een anderen
trein, die door 50 man werd aangevallen,
stal men 75.000 roebel.
BELGIE.
In den Provincieraad (Provinciale Sta
ten) van Brabant (België) is door de nieu
we (liberaal-socialistische) meerderheid
een besluit doorgedreven, da,t droefheid
een ergernis wekken zal. Er is namelijk
met 38 tegen 36 stemmen besloten het
vrije onderwijs voorlaan van alle toelagen
juisten datum opgeven van zijn afreis?"
Ernst voldeed aan dit verzoek, en gaf
ook eenige bijzonderheden omtrent zijne
kleeding gan.
Zijn toehoorder stelde haastig een brief
op en overhandigde hem dien met de
woorden
„Het gal u hierna niet moeielijk val
len le vernemen waarheen hij in de oude
havenstad zijne schreden heeft gericht;
zeer waarschijnlijk zelfs zal hij in deze
koude rechtstreeks naar het Hotel Wel
lington .zijn gegaan; tenzij dat hij ken
nissen had die daar gevestigd waren, wat
de zaak nog gemakkelijker zou maken".
„Neen, dat was het geval niet".
„Ga dan naar Wellington, men zal er
u kunnen zeggen om hoe laat hij weer ver
trok en wie hem naar de boot bracht
Eenmaal daar heeft men hem natuurlijk
onder het aantal passagiers medegerekend,
en aangezien deze bij aankomst te Queens-
borough opnieuw geteld worden, weet gij
aanstonds pf' hij al of niet den voet op
Engelschen bodem heeft gezet. Daarna
vrees ik dat alle controle onmogelijk
wordt, maar daaromtrent zal men u beter
kunnen inlichten op de Londen-Chatham
Dover lijn".
Ernst dankte hem hartelijk voor zijn
raad en bleef nog met hem voortpraten
■over hetgeen hij Mauri ts verteld had om
trent. de drie verdachte reizigers, totdat
de trein in het gezicht was, en weinige
«ogenblikken later voerde de dampende
en snuivende machine hem de stad van
de Ruyter tegemoet.
uit te sluiten. Een voorstel om aan de
(kath.) hoogeschool te Leuven een toelage
van 25.000 francs te blijven toekennen,
evenals aan de (liberale) hoogeschool te
Brussel, werd, ondanks dat een lid herin
nerde dat de katholieken, toen zij in de
meerderheid waren gelijke toelagen schon
ken aan beide universiteiten, en 'tdus
niet meer dan eerlijk was, die oude over
eenkomst na te leven, verworpen; zoodat
wèl de liberale vrije universiteit te Brus
sel, niet meer de kath. hoogeschool te
Leuven subsidie krijgt.
Dit teekeut den geest van het libera
lisme, zooals het is, en zooals het in ons
land in nog niet zoo lang vervlogen jaren
is openbaar geworden.
Trouwens, Frankrijk geeft het meest
ontzettende voorbeeld.
België heeft in 1905 verbruikt
16.151.660 H.L. bier; 339.448 H.L. wijn
en 501.448 H.L. gedistilleerd.
België heeft in 1905 gerookt:
10.178.971 K.G. vreemde tabak en
10.696.909 K.G. eigen tabak.
Ieder Belgische ziel heeft dus voor haar
rekening genomen
228 liter bier, 4.8 liter wijn, 7 liter ge
distilleerd van 50 percent en 3 K.G. tabak.
SPANJE
Koning Alfonso en Koningin Ena zijn
op reis gegaan. Nadat zij eerst te San
Sebastian de Spaansche schepen op de
reede bezocht hadden, gingen zij in den
morgen scheep op de „Giralda", die om
10 uur naai' Santander stevende. Vandaar
uit zal het jeugdig echtpaar naar Enge
land vertrekken.
Volgens de „Diario Universal" van San
Sebastian zullen de Engelsche koning en
koningin, op uilnoodiging van koning Al
fonso, in het begin van September een
bezoek aan Spanje brengen.
H. M. de Koningin. Zaterdag werd
hel volgende bulletin uitgegeven:
De toestand van Hare Majesteit de Ko
ningin is bevredigendde nacht was rustig,
de algemeene verschijnselen waren gun
stig.
Vrijdag arriveerde op Het Loo dr. Cuy-
pers, rijksarchitect, en baron Bentinek, op
perstalmeester.
Het uit Apeldoorn gemelde bericht be
treffende het vertrek van het koninklijk
echtpaar naai' het buitenland na volledig
herstel van H. M. de Koningin is geheel
uit de lucht gegrepen en van allen grond
ontbloot,
Over de katholieke kiesrechtcommissie
zegt „Het Volk" o. m.
„Het valt op, dat de eigenlijke kopstuk
ken der partij stilletjes allemaal op den
achtergrond gebleven zijn. Er is geen een
Kamerlid bij. Die heeren kijken zeker liever
de kat nog wat uit den hoorn."
Zijn eerste werk aldaar was zich met
het briefje tot den stationschef te wenden.
Deze had geen moeite hoegenaamd zich
Overbeek te herinneren'hij was geheel al
leen de stad ingegaan. Verder wist de
spoorwegambtenaar niets te zeggen.
Nieuwenheim besloot thans zich naar
het aangeduide hotel te hegeven, maar
onderweg droeg hij er zorg voor bij een
wapensmid binnen te gaan en een koppel
voortreffelijke revolvers, alsmede een de
genstok te koopen.
„Hiermede hoop ik de schurken op een
afstand te houden", mompelde hij bii zich
zeiven.
Het hotel Wellington was op dat tijdstip
het eenige logement dat Viissingen be
zat; en toch maar een bitter armzalige
inrichting, die bestuurd werd door een
zonderling in hemdsmouwen, algemeen
onder den inaam van Harry bekend, en
zijne oude dienstbode. Als men het on
geluk had er te moeten overnachten in de
waarlijk zeer goede slaapkamer, waar een
maal zelfs de prinses van Wales had ver
toefd, liep men kans zich den hals te
breken op de oude, vermolmde trap, die
zoodanig atgebrokkeld was dat men geen
trede meer vond breed genoeg om den
voet op te laten rusten, en had men voor
eenige leuning slechts een touw, waarlangs
men verplicht was zich op te hijschen.
(Wordt vervolgd.)