inever.
Igsblad
Goes.
IliRAAK
]No. 87.
Donderdag 26 Juli 1906.
Tweede Jaargang.
'lit op het
IE CRANE,
leen in Schouwen en
londerpand van Effecten
I billijke voorwaarden.
BUITENLAND.
SINNÊNLAHD.
roomhout
Zagerij
Schaverij.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
geld
van Effecten
HENDRIKSE.
7V2 cenf
Oude Haven,
Het platte land.
UIT DE jpERb.
KIJK.
I goed geïntroduceerde
I inlichtingen verstrekt
borgtocht.
Iket hotel de Kinderen
|el nieuws en illu-
JEDKOOP is.
DE DIRECTIE.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes £0.75, daarbuiten f 0.95
Afzonderlijke nummers a contant„0.05
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD
voor abonné's 0.37 !/2, voor niet-abonné's«045
Advertentiën van 15 regels 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
pndags van 12 tot 1 uur,
Prijs der boeken, van
1 cent per week en
|040: 21/2 cent per week
Itraties 5 cent per week
ent per stuk.
lincentiusvereeniging, ge-
f21 uur, behalve in de
Abonnement 11 per jaar
boek per waek.
ld, geopend Dinsdagavond
Arkrijgbaar gratis voor de
feters.
ks-Vereeniging, geopend
121 uur, 3 cent per
nogenden gratis verkrijg-
■ïcentiusgebouw.
lag, onmiddellijk na Ves-
R.-K. Jongensschool, da-
Ivan lP/a tot 12i/2 uur'
per deel en per week.
jgbaar aan de Pastorie,
tot 121/» uur, 2 cent per
'ek.
BLIJDE HOOP VERVLOGEN.
De „Staatscourant" bevitte gisteravond
bet volgende bulletin:
it.. 1 I l
„Eene lichte ongesteldheid van Hare
Majesteit de Koningin gedurende eenige
dagen heeft aanleiding gegeven tot ver
ijdeling der hoop, welke gedurende kor
ten tijd werd gekoesterd. De toestand
van Hare Maejsteit geeft geen raden
lot ongerustheid.
(get.) Dr. Roessingh.
Arts Pot."
Deze officieele bekendmaking was Dins
dagmiddag 6 uur het mocht niet eer
der aan ons bureau aangeplakt.
Reeds sedert weken ging er een gerucht,
dat een heugelijke gebeurtenis het ko
ninklijk echtpaar wachtte en verblijden
zou.
Kort geleden kregen deze geruchten
vaster vorm.
Toen Hare Majesteit, medelevend met
al wat de geesten en de harten des volks
bezig houdt, geen deel zou nemen aan de
tot een nationaal feest verheven viering
van Rembrandt's geboorte, ja, toen hoopte
men werkelijk, dat het nationale bewust
zijn, door en in die herdenking van Hol
land's ouden roem verlevendigd, meer
verblijd nog dan verrast, maai' dan ook
inderdaad op het schoonst en vreugde
volst verblijd zou worden met de tijding
eener toekomst voor het Vorstenhuis.
Het heeft niet zoo mogen zijn.
Droefheid zal er zijn op het Loo.
Droefheid is er onder het volk, want de
„blijde hope" der Koningin was niet min
der een verwachting vol verheugenis voor
heel de natie.
Maar gelijk bij reeds zoo menige be
proeving, welke Oranje en Nederland sa(-
men hebben doorleefd, voelt het volk, nóg
meer dan in gewone tijden, zich thans
met zijn Vorstenhuis vast verbonden.
Hopen wij nog op blijder toekomst.
Niet enkel om de stoffelijke belangen
beter te kunnen behartigen is het noodig
dat de landarbeiders zich veraenigen.
Ook voor hun zieleheil is het dringend
noodig.
Men beweert zoo dikwijls, liefst van
liberale zijde, de Roomschen zijn tegen
ontwikkeling: zij willen het volk maar
dom houden; niets is minder waar.
De Kerk was steeds een voorstandster
en beschermster van Kunst en van We
tenschap.
Getuigen de enorme bouwwerken uit
de middeleeuwen niet van haar kunstzin,
hebben de Katholieken niet een lange rij
van knappe mannen in iederen tak van
wetenschap aan te wijzen?
Neen, alleen kortzichtige liberalen, kun
nen zoo iets beweren.
De Kerk is een warme voorstandster van
ontwikkeling.
Die ontwikkeling kan de vereeniging
brengen. Zij moet de arbeiders bekwaam
maken om zich te verdedigen tegen aan
vallen op den godsdienst.
Zij moet den arbeider zóó ontwikkelen,
dat hij inziet, dat het Socialisme een
droombeeld is, dat alleen een maatschappij
op Rechtvaardigheid en Naastenliefde ge
grondvest, duurzaam kan zijn. En Recht
vaardigheid, zoowel als Naastenliefde, vin
den hun bron in God.
Men werpt wel eens tegen, met ai die
ontwikkeling hebben de arbeiders abso
luut niets te maken.
Op die kleine dorpjes komen toch geen
socialisten.
Alsof alleen vrees voor de socialisten
ons zou moeten drijven tot volksont
wikkeling I
Maar bovendien wie waarborgt ons, dat
zelfs niet op de kleinste plaatsjes socia
listen zullen komen?
Zoo er misstanden zijn, zullen ze er
zeker komen.
Waar rot is, komt schimmel.
Maar daar' is nog iets anders.
Blijveu alle plattelanders op het platte
land
Gaan er jaarlijks niet tienduizenden naai
de steden, verlokt door het „vrijere",
drukkere leven en de hoogere loonen.
En evenals de dienstmeisjes van het
platteland gemakkelijker in handen vallen
van liederlijke sujetten, dan de meisjes
uit do stad, zoo zullen ook de arbeiders
van het platteland gekomen, spoediger in
de netten der sociaal-democratie verward
raken, dan de stadsarbeiders.
Als men eens de ledenlijsten der so
ciaal-democratische vereenigingen kon in
zien, en wanneer achter de namen de
geboorteplaats was ingevuld, dan zou men
versteld staan van het overwegend getal
oud-plattelauders onder die leden.
Worden echter de plattelanders in hun
dorpen in goede vereenigingen geschoold
en gehard voor den strijd, dan zal die
steeds versehe aanvoer in de gelederen
der sociaal-democraten gestuit worden.
Vereenigingen van plattelanders zijn dus
van zeer groot belang voor het platte
land zelf en van zeer groot belang voor
de steden.
Zullen de Zeeuwen achter blijven?
Dan zouden zij hun ouden strijdersaard
verloochenen.
Dat zo-u hun vaderen, die kloek hun
geloof bewaarden, in druk en vervolging,
te schande wezen.
Neen ook zij zullen in onzen strijd
tegen modern ongeloof en revolutie hun
plaats in de gelederen innemen.
Ook voor hen heeft 's Pausen woord
„Vereenigt U" niet vergeefs geklonken.
S,
Vrij handel.
De lofredenaars van den Vrijhandel, in
1905 weer in het bewind gekomen, vieren
hun hoogtij
ten eerste door alle- beschermende
rechten in stand te houden. Als daar zijn
van 50 pet. op het bier, 25 pet. op koek
en banketwerk, 10 pet. op sigaren, 15 pet.
op vleeschwaren
ten tweede door voor Indie de in
komende rechten zeer aanmerkelijk te ver-
hoogen
ten derde door invoerrechten te gaan
invoeren o.p weeldeartikelen;
ten vierde door invoerrechten te
gaan heffen van artikelen, die hier te lande
niet gefabriceerd worden;
ten vijfde door een technische her
ziening van het tarief, natuurlijk ook om
er meer uit te slaan.
Zoo bljjven deze lofredenaars het voet
spoor van de H.H. Sprenger van Eyk en
Pierson drukken.
In 1885 brachten de tariefrechten pp
4.339.000. Onder de manipulaliën van
Sprenger van Eyk klommen ze in één
jaar van f6.774.000 op f 8.430.000. En
Minister Pierson stelde een verhooging
voor van nog een inillioen.
Zoo ziet men hoe dó passie voor den
Vrijhandel bij deze lofredenaars stuit op
de nog sterker passie om uit het booze
tarief altoos meer geld te slaan.
Humbug moet ge dit niet noemen.
Het is alleen het temperatuurverschil
tussehen de hitte van de stembus en de
kilheid der administratie. (Stand.)
FRANKRIJK.
Ter herinnering, fn 1899, terwijl
de krijgsraad te Rennes over Dreyfus oor
deelde, jverd een nederig kloosterbroeder-
onderwijzer beschuldigd van een monster
achtige jnisdaad.
Frater Flamidianus werd gedurende
maanden gevangen gezet en gekweld dooi
de magistraten, ,die tegen hem middelen
van pnderzoek bezigden van pen ongewone
wreedheid.
'Geen enkel der organen „van de Recht
vaardigheid en Waarheid" nam zijn partij
op, of kwam zelfs .op het idéé dat hij
onschuldig zijn kon.
Een kloosterbroeder was hij, bijgevolg
schuldig.
Ten slotte verklaarde de kamer van in-
beschuldiging-stelling, jfat broeder Flami
dianus zoo weinig schuldig was, dat er
geen reden bestond hem te vervolgen.
Hij .was niet door drie jury's veroor
deeld, Jiij was zelfs niet aan de rechters
overgeleverd.
.Welnu, de organen „van de Rechten
van den Mensch" vierden zij deze eer
herstelling
Bekenden zij, dat alleen een anti-chris
telijke haal 4e vervolgers had bezield?
Natuurlijk niet, de meesten maakten
zelfs geen melding van het feit.
Andere bladen zelfs insinueerden, dat de
justitie, doordrongen van een cleriealen
geest, de zaak in den doofpot had willen
stoppen.
Welk eerherstel is broeder Flamidianus
te beurt gevallen?
Geen enkel t
Heeft het parlement voor hein ©en eere-
post geëischl, óf voor hem hef Legioen
van Eer gevorderd
Jadeze vergelding heeft hij gevon
den, dat Fransche, Dreyfusgezinde socia
listen op hem monsterachtige, vuile lied
jes blijven zingen
RUSLAND.
Het is niet te sterk gesproken, dat de
geheele wereld zich thans met Rusland
bezig houdt. De Doema ontbonden voor
acnt maanden; als gevolg van dien ook
de Rijksraad; - wat zal er nu gebeuren,
en wat zal de uitkomst zijn van de wor
steling die thans begint tussehen Tsaren-
regeering en revolutionaire democratie?
De Doema-leden die naar Finland waren
uitgeweken, hebben het volk reeds tot
verzet aangespoord. Een soort lijdelijk ver
zet dan; geen gewelddadige opstand in
ieder geval. Maar zullen zij den storm
bezweren kunnen, als zij dien eenmaal
ontketend hebben?
De „Temps" gelooft aan geen onmiddel-
lijken opstand, omdat de revolutionaire
benden niet georganiseerd zijn. Wél zul
len ongetwijfeld de woelingen, vooral op
het platteland, en de stakingen voort blij
ven duren. En van de zijde der regee
ring? Met. denzelfden correspondent mee-
nen ook wij een nieuw régime van rer
actie misschien, maar van ijzer zeker. Als
het dan pi aar enkel is tot herstel der orde,
opdat straks naar de toezegging des Tsaren
een andere Doema het weck der oude
overneme èn verbetere!
In het thans uitgevaardigde manifest
aan het volk leest men het volgende
„Een wreede beproeving heeft ons in
onze verwachtingen teleurgesteld^ In
plaats van te werken aan den ivelgevenden
arbeid, waartoe zij geroepen waren, zijn
de volksvertegenwoordigers buiten de
grenzen van hun bevoegdheid gegaan en
hebben ze zich bezig gehouden met on
derzoekingen betreffende de handelingen
van door ons aangestelde plaatselijke au
toriteiten en de onvolkomenheden der fun-
damenteele wetten, die slechts door onzen
keizerlijken wil gewijzigd kunnen worden.
Ten slotte gingen de vertegenwoordigers
van het volk zelfs tot onwettige handelin
gen over, ^ooals bijv. de oproep aan het
volk. De poeren, verontrust door derge
lijke onwettige handelingen, en geen ver
betering van ,hun lot meer verwachtend
van wettelijke maatregelen, zijn in een aan
tal districten aan het plunderen geslagen
en hebben zich schuldig gemaakt aan ver
nieling van de eigendommen van anderen
en aan .ongehoorzaamheid jegens hun wet
tige overheid.
„Maar onze onderdanen moeten zich
herinneren, dat verbetering van het lot
des volks slechts mogelijk is onder voor
waarde, dat er volkomen rust en orde
heerschen. Wij zullen geen willekeurige
of onwettige handelingen dulden, en met
alle kracht pn macht va.n de wet zullen
wij den .onwilligen onzen keizerlijken wil
opleggen. Wij .roepen alle welgezinde Rus
sen pp zich te vereenigen, om de wet
tige macht te steunen en den vrede in
ons vaderland te herstellen. Moge de rust
in 't Russische land hersteld worden, en
moge God ons helpen om onze belang
rijkste taak ten uitvoer te leggen, nl. om
de verbetering van 'het lot der boeren tot
stand te brengen. Onze wil is op dit punt
onwrikbaar, en de Russische arbeider zal,
zonder dat andermans eigendom wordl
aangetast, daar waar het landelijk bezit te
gering is, aan wettige en eerlijke middelen
worden geholpen .om zijn grond te ver-
grooten".
En dan jiomt dit ten slotte:
„Door de Doema te ontbinden, geven wij
onzen onveranderlijkcn wil te kennen deze
instelling in stand te houden. Overeen
komstig deze jiedooling, bepalen wij, dat
de nieuwe Doema za. worden bijeeng©!-
x-oepen op 5 Maart 1907, bij oekase van
den uitvoerenden Senaat.
„Met een .onwrikbaar geloof in de God
delijke goedertierenheid, zullen wij van
het werk {Ier nieuwe Doema de verwezen
lijking van onze verwachtingen tegemoet
zien en {le vastlegging daarvan in de wet
overeenkomstig de .eischen van het her
boren Rusland.
„Getrouwe zonen van Rusland, uw
Tsaar roept u, zooals een vader zijn kin
deren roept, om u met hem te vereenigen
toL het jScheppen van gezonde toestanden
in ons heilig vaderland. Wij gelooven, dat
er reuzen van den geest en van do daad
zullen opstaan, ,en dat door hun ijverigen
arbeid de roem van Rusland zal blijven
stralen"
Daartegenover hebben /le leden van de
Doema een oproerig manifest aan het volk
uitgevaardigd, waardoor zÜ zich feitelijk
plaatsen aan het hoofd der revolutie.
Dit manifest spoort de burgers aan, de
onmiddellijke wederbijeenroepiiig van de
Doema af te dwingen, daar de regeering
niiet het recht heeft buiten goedkeuring
der Doema belastingen te heffen en re-
cruten op te roepen, en leeningen gesloten
zonder goedkeuring van de Doema ongel
dig zijn. .„Geen macht" zegt het stuk,
zal weerstand kunnen bieden aan den on-
buigzamen wii van het volk".
I11 een telegram gelast Stolypin, de
minister-president, de gouverneurs-gene
raal, de gouverneurs en de prefecten, om
hun ondergeschikte ambtenaren onmiddel
lijk besliste bevelen te geven, opdat de
orde snel, zeker en zonder fout hersteld
worde. Rustverstoringen moeten onder
drukt, revolutionaire pogingen met alle
middelen gefnuikt worden. Het bevel waar-
schuwt voor onwettige en onverstandige
maatregelen, die ontevredenheid opwek
ken in plaats van geruststelling te
schenken.
Onder verwijzing naar het onverbidde
lijk vaststaande plan van den Keizer, 0111
langs wetlelijken weg hulp te verschaf
fen, legt het bevelschrift er den nadruk
op, dat ©en besliste en krachtige wil, die
zich op deze wijze uit, zonder twijfel steun
zal vinden bij het beste deel der samen
leving.
Opnieuw is de Israëlitische bevolking
van Odessa ten hoogste opgewonden door
het volgende voorval
Een dronken kozak dwaalde door de
Joodsche wijk, zwaaiende met zijn sabel
en schreeuwende: Dood aan de JodenI"
Een Israëliet, '11 ongeluk voorziende,
trachtte den kozak tot kalmte te brengen,
maar deze antwoordde met een sabel
houw, die het doel miste. Voorbijgangers
kwamen tusschenbeide, en in den strijd,
die volgde, werd de kozak gedoo'd.
Daar de moordenaars 'gevlucht waren
en niet werden -ontdekt, heeft de over
heid getracht, de geheele Israëlietische be
volking in staat van beschuldiging te stel
len, en beweerd, dat de moord vooraf be
raamd was. De prefect liet den rabbijn
bij zich komen, en beval hem, de Joodsche
gemeente te doen bijeenroepen in de sy
nagogen, ten einde haar te waarschuwen,
vooral niet op de begrafenis van den ko
zak te verschijnen, daar hij, de prefect,
dan niet voor hun veiligheid kon instaan,
daar de kozakken uiterst verbitterd wa
ren op de Joden. Hij voegde er aan toe,
dat de gouverneur en hij alles zouden
doen, om de kozakken te kalmeeren, maar
dat zij .onmogelijk konden verklaren, dat
nieuwe ongeregeldheden niet zouden
plaats grijpen.
De opgewondenheid is dus groot en de
straten zijn doodsch en verlaten.
ITALIË.
Z. H. {te Paus heeft zich hij het schrij
ven in verstrooiing met de gevulde pen
in den duim der rechterhand gestoken.
De verwonding werd aanstonds met
sublimaat uitgewasschen en de duim ver
bonden. Bij het geven van audiënties
draagt de Paus thans een wit lederen
handschoen aan de rechterhand. Volgens
verklaring van (Ir. Lapponi was de steek
gelukkig niet zeer diep gegaan.
SPANJE.
Van den merkwaardigen automobiel-
tocht van het Spaansche Koningspaar heb
ben wij j-eeds melding gemaakt. Het blijkt
nu, dat (le kaarten van het doorgereisde
landsgedeelte niet in orde waren. Met al
lerlei omwegen bereikte men eindelijk het
doel, maar in een treurigen toestand. De
koninklijke auto had een defect aan het
stuur, en <le auto's van liet gevolg waren
alle achtergebleven uit gebrek aan ben
zine. De geheele afstand bleek dubbel zoo
groot als was opgegeven. In een treurigen
staat kwamen Koning en Koningin ein
delijk weer thuis, de hovelingen nog veel
later met allerlei karren of op uitgeputte
paarden, want hun auto's lagen overal
in het gebergte bezwijmd. De Koning was
woedend. Hij jieeft nu gelast dat men
do geographische gesteldheid van Spanje
eens beier inoet nagaan, beginnende met
de provincie Madrid
Men verneemt, dat II. Ms. toestand zeel-
bevredigend is; het laat zich voorzien
dat de Koningin spoedig herstellen zal.
Men verwacht dan ook geen geregelde be
kendmaking van bulletins.
De Koningin-Moeder, die haar dochter
gister bezoctit, is 0111 halfzes naar Soest-
dijk teruggekeerd.
Dr. Roessingh, die nabij Het Loo zijn
vacantie doorbrengt, kon zich ook van het
Paleis naar zijn buitenverblijf begeven.
Uit Apeldoorn wordt gemeld:
Na de ongesteldheid van H. M. de Ko
ningin en het gevolg daarvan, was Z. K.
H. Prins Hendrik ten prooi aan een hevige
gemoedsbeweging. Hij weende herhaalde
lijk. Dr. Launllard, tijdelijk te Apeldoorn,
werd ten PaJeize ontboden en kalmeerde
den Prins.
De stemming in het Paleis is gedrukt.
H. M. de Koningin is zeer zwak.
„De Zeeuw" heeft het in zijn jongste
no. over „genieën".
Onder deze begenadigde geesten noemt
zij o. a. ook Bilderdijk.
Onlangs hebben wij dezen dichter een
„t a 1 e 111" genoemd.
Onze confrater zal ons verplichten, in
dien hij ons wil mededeelen, waarom de
dichter van o. a. „Peterselie" tot een
genie wordt verklaard.
Naar ons inzien gaat 'tniet op, Sha
kespeare, Napoleon, Rembrandt en
Bilderdijk in één adem te noemen.
Tot onderkapehneester hij het stafmu
ziekkorps van het 3e reg. int. te Bergen-
op-Zoom is, 11a vergelijkend examen, be
noemd de heer J. Horst, lid van genoemd
korps.
Er zijn eenige bijzonderheden bekend
geworden 111 verband mot het historische
Doggersbank-incident. Geheel ten onrechte
is destijds den Russischen marineofficieren
verweten, dat zij dronken zouden zijn ge
weest en in hun roes ongevaarlijke vis-
schers-schuiten zouden hebben aangezien
voor Japansche lorpedobooten. Want tus
sehen de Engelsche visschersschuiten had
den zicli daarop gelijkende hooien begeven,
welke torpedo',s Japansche marine-matro
zen aan boord hadden. Aan de Russische
regeering waren deze intrigues der Ja
panners door goede verspieders verraden,
nog vóór de vloot was vertrokken. De
duidelijkste bewijzen voor de juistheid de
zer bewering bevinden z.ich in handen
der Nederlaudsche regeering, die, door het
station voor draadlooze telegrafie te Sche-
veningen, verscheiden in code-schrift ge
stelde marconigrammen in handen kreeg,
welke bestemd waren voor het station te
Amsterdam, dat toebehoort aan de Mar-
coni-maatschappij. De inhoud dier mar-
cojiigrammen was van zoo emstigen aard,
dat Nederland, indien het een dergelijke
wisseling van telegrammen nog langer had
geduld, in een zeer lastige verhouding