IES. van 7 uur iepareeren. IN o. 80. Dinsdag 10 Juli 1906. Tweede Jaargang. lORTEN. •rtikelen, j zen, den. tot enz. .00 edés ÏND. 5INGEN straat N 4-9. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. HET PLATTELAND. F EU1LLET SLAVENKETENEN. BUITENLAND, BINNENLAND. AZIJN. [kit |ord.-n. - ben. - - hemden, hen. - -1 petten. Iken. - -1 land uit lel burg. iwaarb.-M'j\t te Amsterdam. 1809, |en tegen vaste Ilijke tarieven. en hij dhr. JACs. Heinkenszand, Cor- Lior Westel. Zuid- Abonnementsprijs per 3 maanden voor Goes f0.75, daarbuiten f 0.95 Afzonderlijke nummers ii contant0.05 GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor abonné's f0.371/2, voor niet-abonné's„045 Bureau: LANGE V0RST5TRAAT, GOES. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant. Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Er is een oud spreekwoord, dat zegt: „Gaat het den boer goed, dan gaat het allen goed." Dat er veel waars in die oude spreuke is zullen weinigen, de landbouwers het allerminst, ontkennen. Of de opeenvolgende Regeeringen dit steeds voor oogen gehouden hebben, mee- nen we helaas te moeten ontkennen. Ze hebben ten minste voor den land bouw met die zorg gehad, die ze hadden moeten hebben voor de voedster der wel vaart. Millioenen en nog eens millioenen zijn ten koste gelegd aan de handelsinrich tingen, terwijl men den landbouwer liet voortsukkelen en steedshooger be lasting liet opbrengen. Zoo zijn er langzamerhand de meest zon.derlinge toestanden ontstaan. Men zag het volk zich bij tien- cn hon derdduizenden opeenhoopen in de slop pen en steegen der steden en men zag de vruchtbare velden zich al meer en meer ontvolken. De krachtigste, ondernemendste arbei ders verlieten het platteland en trokken naar de steden. De fabrikant, de koopman kon loonen uitkeeren, waaraan de boer in de verste verte niet kon denken. Hoe zou hij zijn arbeiders goed kunnen betalen, waar hij zelf nauwelijks het hoofd boven water kon houden. Dat de toestanden ten platten lande dan ook dikwerf allertreurigst zijn, wie zal het ontkennen. Dat ze verbetering eischen, wie zal het durven tegenspreken. Z.eker niemand, die nadenkt. De toestanden eischen verbetering in het belang der plattelanders zelve, en in het belang van het algemeen. Komt geen verbetering ten plattenlande, dan zal het gevoel van onvoldaanheid onder het landvolk steeds scherper vormen aannemen, overslaan in ontevredenheid, hen rijp maken voor het socialisme. Daarvoor moet gewaakt. We mogen het nog kern-gezonde land volk niet laten afzakken naar het socia lisme; het moet gered. Maar hoe? Slechts één weg is er. Verbeter de toestanden. Breng verbetering voor den boer en ver betering voor den arbeider. Le Cointre, Goes. 12.) Maurits Overbeek verheugde zich niet alleen over de gedachte dat Ernst onge deerd was, maar ook over de mogelijk heid nog dienzelfden avond den terug weg aan te nemen; van een anderen kant echter zag hij niet in waaraan hij de uren welke hij in het vaderland over moest blijven, beter besteden kon dan zijn vriend op te gaan zoeken en van hem de bij zonderheden der ramp te vernemen. Hij zeide dan ook: „Ik ben u veel dank verschuldigd voor dit goede bericht; maar ik zal niettemin tot Polderdijk doorgaan. Reeds als knaap waren Nieuwenheim en ik onafscheide lijk, het zal mij dus goed doen hem weer te zienen daarenboven zou ik niet weten wat ik een gansehen dag in Vüssingen blijven moet." „Gij behoeft dan ook niet te Vlissingen te blijven. Middelburg is een vrij wat fraaier stad, waar men van allerlei kan gaan zien.' „Alles goed en wel, mijnheer, maar ik zou gaarne weten wie het recht heeft mij voor te schrijven waar- ik heengaan of blijve nmoet." De toon waarop deze woorden geuit waren, klonk zeer stroef. De geheimzin nigheid van dien man begon Maurits te Hoe is dit doel te bereiken? Enkel en alleen door samenwerking, dat machtige middel, dat Z. H. Leo XIII als het middel aanprees in zijn overheer lijke encycliek Rerum Novarum. Alleen kunnen boer noch arbeider iets uitrichten. Te samen veel. Die macht van vereeniging voelt men allerwege. Ook zij, die tegen ons zijn. Doch wij moeten hun voor zijn. Wij moeten onzen mannen toonen, dat wij, Katholieken, voor hen opkomen, dat wij aan de verbetering onzer toestanden met kloeke hand willen en kunnen werken. Dat kan men niet alleen. Daarvoor is aller hulpe noodig, daar voor moet men zich organiseeren, elkaar helpen. Waren de Fransche Katholieken krach tig georganiseerd, zij zouden thans hun priesters en nonnen niet zien verjaagd, hun kerken niet zien ontwijd. Helaas, de Katholieken daar hebben ver zuimd zich te organiseeren. De niet-Katholieken zijn er mee begon nen en zij hebben velen van hen, die naast ons moeten staan, tegenover ons gesteld. Spiegelen wij ons aan dat voorbeeld. Denken wij eens over hef. noodige, het nuttige van organisatie onder het land volk S. ITALIË. Daar de katakombe der H. Prescilla doorloopt onder de aan den koning van Italië toebehoorende villa „Ada" huiten de Porta Salaria to R.ome, had de com missie voor kerkelijke oudheidkunde welker voorzitter kardinaal Respighi is van Victor Emmanuel II het verlof ge vraagd, om de uitgravingen onder het aan Z. M. toebehoorende stuk grond te mogen voortzetten. Verleden Zondag nu bracht het Koningspaar, vergezeld van prof. Ma- rucchi aan genoemde katacombe, die de rustplaats van zeven Pausen en tal van martelaren bevat, een bezoek, dat twee uren duurde. De Koning luisterde met de grootste belangstelling naar de verklarin gen van zijn geleerden begeleider en gaf verlof tot al hetgeen die commissie ge vraagd had. FRANKRIJK. In Frankrijk gaat het van kwaad tot erger. De bij de inventarisatie gevangen genomen katholieken worden schandlijk beleedigd, maar van dwaashoofden die op vervelen. De ander liet zich evenwel niet uit het veld slaan en antwoordde lang zaam: „Niemand heeft het recht, u iets te ge bieden, maar de mensch die een ander een afgrond te gemoet ziet .snellen, is wel degelijk verplicht hem te waarschu wen voor het gevaar dat hem dreigt. Zoo gij uw plan doorzet naar Polderdijk te gaan, zal geen sterveling u dat verhin deren, alleen zijt gij in dat geval een verloren man." Maurits wierp den spreker een onder zoekenden blik toe, maar kon de uitdruk king van zijn gelaat niet onderscheiden, en driftig vroeg hij: „En mag ik weten waarin dat ge vaar bestaat?" „Het geldt hier een geheim dat mij niet toebehoort," luidde het antwoord„maar dat ééne kan ik u wel zeggener zijn op aarde gevloekte levens, over wie eene verborgen macht een onherroepelijk von nis heeft uitgesproken. Vroeg of Iaat, om het even waar zij ook heen mogen vluch ten, zullen zij getroffen worden door de wrekende hand die zich in de duisternis naar heil uitstrekt. De jonge vrouw, aan wier zijde uw vriend blijft toeven, is een der zulken. Al wie haar naderen en daar door de verborgen bladzijden van haar leven kunnen hebben doorbladerd, dee- leii in haar lot; zij is bestemd hun onge luk aan te brengen. Ernst Nieuwenheim weet zelfs reeds te veel voor zijne vei ligheid. Indien gij verkiest aan hetzelfde den Eiffel-toren het feest der Zon vier den, heet het „vol van heidensche be koorlijkheid". Katholieken, die per expres- trein een bedevaart wilden houden, weid 48 uren le voren het verlof daartoe ge weigerd, en de socialist-burgemeester van Croix weigert bedeeling aan de huisge zinnen, wier kinderen godsdienstige scho len bezoeken. Dat is de liberaliteit en de gelijkheid der socialisten 1 Reeds is te Parijs een kerk der Dominicanen verhuurd voor danslokaal! ENGELAND. Door oppositie van Katholieken eu Ang- likanen (zoo heeten in Engeland de pro testanten) tegen de nieuwe- liberale(?) onderwijswet, is toch eene verbetering ver kregen. Het godsdienstonderwijs mag ge geven worden onder de lesuren. Doch dat baat nog weinig, zoolang de godsdienst leeraar wordt benoemd door het gemeen tebestuur, voor alle gezindtten tegelijk. Of dat zal veranderen, is te betwijfelen. De invloed der katholieken is gering. Op 1261 volksvertegenwoordigers in Hooger- en Lagerhuis hebben slechts 116 katholieken zitting: 35 pairs en 81 afgevaardigden, w. o. de 74 Ieren. In de Engelsch-protestantsche- of Ang- likaansche kerk zijn twee stroomingen, waarvan die der Ritualisten er op uit is om al het uiterlijke der katholieke kerk over te nemen; ze houden de zeven H. Sacramenten bij, lezen de H. Mis en doen zelfs hun best om het kloosterleven in te voeren. Het gaat vreemd 1 Frankrijk verjaagt de religieuzen, Engeland neemt ze gastvrij op, ja wat meer is, ga,at trotsch op zijn Anglikaansche monniken en nonnen. RUSLAND. Admiraal Rozjestwenskv heeft voor den krijgsraad schuld beteden en de geheele verantwoordelijkheid voor de overgave van de torpedoboot Bedowy, waarop hij was overgebracht na het zinken van de Knjas Soewarof, zijn vlaggeschip, in den slag hij Tsoesjima, op zich genomen. Hij verzocht den krijgsraad om de zwaar ste straf: den dood. SPANJE Koning Alfonso's koelbloe digheid. De „Figaro" schrijft: „Met zeer veel moeite heb ik n.l. de correspondent van dat blad een van de secretarissen der koningin-moeder te spre ken kunnen krijgen en uit: zijn mond eenige merkwaardige dingen kunnen ver nemen. Het staat buiten allen twijfel vast, dat het complot sinds langen tijd ge smeed, tot in zijn kleinste bijzonderheden voorbereid en met satanische koelbloedig heid ten uitvoer gebracht is geworden, precies zooals het in hooge anarchistische kringen was besloten. Toen ik bij mijn aankomst te Madrid een bezoek bracht bij onzen gezant, den heer Cambon, maakte deze van zijn bezorgdheid geen geheim en zeide hij mij„Zijne Majesteit heeft gevaar onderworpen te worpen, dan zijt gij daaromtrent vrij; maar zoo gij iemand op de wereld bezit die zich om u bekom mert of u liefheeft, dan raad ik u aan, mijn woorden niet in den wind te slaan." Overboek wierp het hoofd achterover in den nek, terwijl hij antwoordde „Het komt mij voor, mijnheer, dat gij ingewijd zijt in vreemdsoortige geheimen." „Dat kan zijn. In elk geval hebt gij u daarover niet te beklagen. Vaarwel thans; gij zijt thans verwittigd." En de zonderlinge man verwijderde zich met haastigen tred om weder naai' de kajuit terug te gaan. Maurits had hem zoolang mogelijk na gestaard en haalde diep adem, zoodra hij hem had zien verdwijnen. Zijn bijzijn had meer nog dan zijne woorden, een pijn lijken indruk op hem teweeg gebracht. Telkens was hij in de verzoeking geko men hem de kap van het hoofd te ruk ken, om tenminste zoo zijn gelaat te her kennen; maar de onbekende had gelijk ge had; hij had hem ten minste oogenschijn- lijk slechts een dienst bewezen, en niets zou hem veroorloofd hebben hem op die wjjze te beleedigen. En toch gevoelde de jonge man het hij kon niet belangeloos gehandeld heb ben; het moest hem veel waard zijn dat de geheimzinnige vrouw, die blijkbaar reeds zulk een overwicht op Nieuwen- heim's hart had verkregen, niet met meer lieden in aanraking kwam; hoe viel het anders te verklaren dat hij de onvoor- dezer dagen verschillende zeer onrustba rende anonieme brieven ontvangen," en de heer Cambon voegde er bij„Met zijn bewonderenswaardige kordaatheid, die hem steeds kenmerkt, heeft, naar men zegt, Alfons XIII zich over die brieven aldus uitgelaten „Een aanslag, komaan Dat zullen we hebben!" „Nu heb ik van den inhoud dier ano nieme brieven konnis kunnen nemen," ver volgt de correspondent. De eerste luidde aldus„Een anarchist, die geen kwaad tegen U in het schild voert, waarschuwt U, dat gij gedood zult worden in do Calle Mayor." De tweede, gericht tot de konin gin-moeder, was van gelijken inhoud; de derde, die door de prinses van Battenberg ontvangen werd in het paleis van Pardo, luidde woordelijk: „Een anarchist, die geen kwaad tegen u in het schild voert, verzoekt U in den weg van den terug tocht een wijziging te doen aanbrengen." De koning liet zich door deze schrikwek kende waarschuwingen volstrekt geen vrees aanjagen, maar de moeder der bruid wel. Op den morgen van den trouwdag was zij haar angst niet meer meester en op het oogenblik, dat de stoet gereed stond om naar de kerk te rijden, had prinses Beatriz met haar dochter een laatste on derhoud, waarin zij haar smeekte het pa leis niet te verlaten en den koning te laten roepen. Vandaar dat de stoet der koninklijke bruid drie kwartier te laat aan de Sint Hieronymuskerk kwam. In het eerst achtte ik dit incident niet belangrijk genoeg om er gewag van te maken, maar thans mag ik het niet onvermeld laten. Den vorigen avond den avond voor het huwelijk had koning Alfonso een laatsten brief ontvangen, nu niet meer een waarschuwing, maar een bedreiging: „Gij zult niet langer dan één uur ge trouwd zijn, want in de „Calle Mayor" zult gij sterven," stond erin. AMERIKA. Roosevelt belooft beterschap in naam van alle Amerikaansche vl-eeschfabrikan- Len. Op last van den president is n.l. dooi den Amerikaanschen staatssecretaris voor den landbouw een rapport opgemaakt over den Amerikaanschen veestapel. Daarin, wordt de lof van het Amerikaansche vee bezongen door de verklaring, dat dit vee het gezondste van de wereld is; de groote, heerlijke weiden van het Westen produ- ceeren kudden, bij welke het ziekteper- centage buitengewoon laag is. Maar tot dusverre had het departement van land bouw noch macht noch geld voor een doeltreffend toezicht op de fabricage van geconserveerd vleesch. Daarin is echter thans voorzien en het toezicht zal zich van nu af uitstrekken van de weide af tot aan de verpakking, zoodat het slaats- loodje, bevestigd aan de bussen, niet al leen waarborgen zal opleveren voor de ge zondheid van het vleesch, maar ook voor de reinheid bij de behandeling en de af wezigheid van alle schadelijke bijmengsels. zichtigheid beging zich bloot te stellen aan 't gevaar verdacht te worden van me deplichtigheid aan het pas gepleegde mis drijf Hoe meer Overbeek er over peinsde, hoe dieper hij overtuigd geraakte dat men niet alleen gelijk had gehad de ontspo ring aan moedwil toe te schrijven; maar ook dat de persoon die men daarbij om het leven had willen brengen, die onbe kende vrouw was. En deze man wist alles: was naar alle waarschijnlijkheid een der daders geweest. Ofschoon Maurits verre van lafhartig was, huiverde hij toch bij die gedachte. De vreemdeling had gelijk gehad: het was hier aan het dek niet veilig. Waar hij ook heenblikte, nergens ontdekte hij een matroos, van den kapitein of van een stuurman was geen spoor te zien. Waar bleven al die lieden? Zij moesten toch op post staan, hier op dat gevaarlijke water, dat als bezaaid is met schepen, en waar ieder oogenblik eene aanvaring kon plaats hebben. Bij vroegere reizen had hij zich dat nooit afgevraagd, en zelfs rustig gesla pen, overtuigd dat men zorgvuldig de wacht hield. Nu eerst kwam het dikwijls vernomen verhaal van die noorsche hout schepen, waarvan de gansche bemanning zich des nachls onbekommerd ter ruste legt, hem weder voor den geest. Het was waar wat de sombere man van daareven gezegd hadmen zou hier vermoord kun nen worden, zonder dat een sterveling uw noodkreten opving. „Du Tijd" ontving ter plaatsing met ver zoek aan de overige katholieke bladen om over Le nemen, onderstaande verkla ring van het Doorluchtig Episcopaat: „Meermalen werd in den laatsten tijd èn in katholieke bladen èn in brochures ge schreven over de vraag of het al dan niet ook voor Nederland wenschelijk zou zijn, niet-katholieke maar ch r i s te- 1 ij k e vakvereenigingen op te richten, resp. de bestaande katholieke vereenigingen in christelijke te hervormen; en het is ge bleken, dat voor laatstgenoemden propa ganda wordt gemaakt onder de Katholie ken van Nederland. „Hiertegen hebben de Bisschoppen van Nederland gemeend openlijk te moeten op treden gelijk zij doen bij dezen met de verklaring, dat het hun ernstig en uitdrukkelijk verlangen is, de hun on- derhoorige Katholieken te vereenigen jen vereenigd te houden in katholieke- or ganisation; omdat van den eenen kant alleen in deze de katholieke beginselen tot hun volle recht kunnen komen; en van den anderen kant eene samenwerking met andere vereenigingen voor bepaalde, wenschelijk geachte doeleinden, in zoover de katholieke beginselen die toelaten, noch onmogelijk gemaakt, noch bemoeilijkt wordt". Generaal Von Trotha, de opper-officier, die tot driemaal toe in overzeesche gebie den werkzaam was, het laatst als gouver neur van Duitsch-Zuid-West-Afrika, heeft zich uitgesproken over wat hij bij eigen aanschouwing van de katholieke missiën heeft gezien. „Overal op de aarde, waar ik katholieke missiën aan den arbeid heb ge zien, schreef hij, in Oost-Afrika èn China en nu in W-est-Afrika, „overal hetzelfde beeld van krachtigen arbeid, meesleepende getrouwheid aan den jdicht, steeds onder de leuze ora et labora, en overal met zicht baar gevolg". „Ik wensch de katholieke Kerk geluk met dit succes en bid Gods rijksten zegen af voor haren arbeid". Ten slotte spreekt de oud-gouverneur den wensch uit, dat nog vele zulke paters en zusters zullen worden uitgezonden lot heil van beschaving en christendom. Een bedevaart naar de We s- te r-S c he ld e. „Telken jare maken zich, nu eens een grooter, dan een geringer aantal militaire pelgrims op om hun schreden te richten naar den Zuid-westelijken uithoek van ons land. Daar, waar de wateren der Schelde Was hot zijn plicht niet, dien morgen )>ij aankomst te Vlissingen den onbekende in hechtenis te doen pemen Zou de justitie daaraoor niet op het spoor dei- misdadigers komen? En wat hem zeiven betrof, zou hij zijn raad in den wind slaan en zich toch naar Polderdijk begeven? De rouwprofeet scheen goed ingelicht te zijn, en als Ernst werkelijk ongedeerd was gebleven, dan liehoefdo hij hem immers niet op te zoe ken. Het zou slechts eene noodelooze op schudding te weeg brengen in het gezin dat de gekwetste vrouw reeds zoo liefderijk opgenomen had: waartoe dan zijn eigen leven in gevaar te brengen? Had hij daar toe wel het recht, hij die het geluk zijner jonge echtgenoote niet in de waagschaal mocht stellen? En hij herinnerde zich heel hare liefde en bezorgdheid welke zij nog bij zijn vertrek aan den dag had gelegd. Ja, maar zou die tocht in waarheid noodeloos zijn? Was het zijn plicht niet de vriend zijner jeugd te waarschuwen voor het gevaar dat hij liep? Hij kon, wel is waar, te Vlissingen aan Nieuwen heim schrijven en hem het gebeurde om standig mededeelendoch wat waarborgde hem dat de ander zich daardoor zou la ten overreden Polderdijk te verlaten, voor al indien zijn hart in het spel was? Hij zou glimlachend de schouders ophalen en gelooven dat het gansche verhaal slechts het uitvloeisel was van een booze droom. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1