lad
ld!
Is.
Holland.
Zaterdag 23 Juni 1906.
Tweede Jaargang.
lie werk
•engste
Mo. 73.
Kop.
Goes.
op het
mf
Directie.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Mijnt nib MAANDAG-, WOEHSDAS- en VRIIDAGiVOHD.
Korte inhoud Zondagsblad.
BUITENLAND.
rusland.
BINNENLAND
>E)
i
ra en illu-
)P is.
|f IJ*'3
t** O z? -7-}
ISMfflj
Ig P.00
I cö -t-»
>3 C
S o o
t a> co
öo o
ce
|g e,3
c
I0£.S
«Jc
-G as
C3 n
gis-2 &i>
3 M 0.
om i
s°
Iden, is tot
ferscheidene
|n de voor-
MEÜNE ZEEUWSCHE COtJRflKT
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a contant 0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, ad 1 n voor de
abonné's per 3 maanden0 3772
Bureau: LANGE V0R5TSTRAAT, GOES.
Advertentiën van 15 regels f0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Cointrc, Goes.
Zij die zich tegen 1 Juli
op ons blad abonneeren, ontvan
gen de tot dien datum ver
schijnende Nos. gratis.
DE DIRECTIE.
Platen: Drijvende elevator; Bertha
Krupp en aanstaande; in Noorwegen; ko
ning en kroonprins van Engelandsamen
komst van.twee keizers; Schotsche dans;
prof. dr. Marie Curie; Zoeloe doktereen
wandelwedstrijdde oorlog in Engelsch
Zuid-Afrika.
Tekst: Naar de kroningsfeesten in Noor
wegen; huwelijk in de fam. Krupp, enz.
Feuilleton: de bloedige Hand.
Provinciaal Watersnood-comité.
De penningmeester van dit comité ont"
ving uit:
Zeeland.
Van het comité te Vlissingen f 443.93.
Nederland.
Collecte te Midwoud f 197 60, restant
derNederl schoolkinderen f 121.76, cateche-
satie Lochem f 10 75, restant Amsterd.
studenten f5.—, Provinciaal Utrechtsch
comité f 20124 95s, restant Rotterdam
f9048 24', Ned. Herv. kerk Hillegom f 13.50,
Lienden f 187.55 en restant Nijmegen en
omstreken f 503 57s.
Verder nagekomen gift uit Hilversum
f2.51), idem uit Zutfen f9 55, uit Heeren
veen f6.30, H. J. S. Ferwerd f 10. Uitv.
koor der „Ev. Broederschap" te Zeist
f 140.50, Comité van Oud-Zeeuwen te
Amsterdam f700, uit Vreeland f27.50 en
F. V. Amsterdam f25.
11 KT ZOPTfiGIULTK
der in Haart 19O0 Ondergeloopcn
Zeeuwsche polder*.
Van nagenoeg alle Zeeuwsche polders,
welke in Maart van dit jaar door het
Scheldewater overstroomd werden, zijn
thans grondmonsters aan het Rijksland
bouwproefstation Goes op hun gehalte
aan keukenzout onderzocht.
Een overzicht van al deze cijfers zai
later gepubliceerd worden. Voorloopig
wensch ik aan het geheel van dit cijfer
materiaal eenige beschouwingen vast te
knoopen.
Het aantal tot op lieden onderzochte
monsters bedraagt 216. In de meeste
gevallen zijn van elke plek 4 monsters
genomen, te weten: bovenste laag van
01 (a 2) c.M.; van 1 ('a 2) c.M. 20
c.M.van 20—40 c.M.; van 40—60 c.M.
Het aantal bemonsterde plekken is
derhalve geweest 2164 =54, waar
van 24 uit Tholen; 7 uit Zuid-Beveland
benoorden de spoorlijn; 4 uit Zuid-
Beveland bezuiden de spoorlijn; 19 uit
Zeeuwsch-Vlaanderen W.l).
Ten einde een overzicht van de uit
komsten van dit onderzoek te verkrijgen,
dat gemakkelijk te overzien is, heb ik
opgemaakt het aantal K.G. keukenzout,
dat per H.A. in den grond aanwezig is,
in de laag van 060 c.M.
'Dit aantal K.G. schommelt in ronde
cijfers van 2100 K.G.43500 K.G.
Tal van factoren oefenen natuurljjk
invloed uit op do hoeveelheid keuken
zout, welke de bodem uit het zeewater
opneemt. Onder overigens gelijke om
standigheden neemt kleigrond meer keu
kenzout op dan zavel- en zandgrond;
gedraineerde grond meer dan niet-gedrai-
neerde; met zoet water verzadigde
grond minder dan droge grond. Verder
is van invloed de tijd, gedurende welken
de polder onder water staat.
Behalve al deze factoren is er echter
voorat ééne omstandigheid, welke in
dit geval een overwegenden invloed
heeft, uitgeoefend op het bedrag aan
keukenzout, dat door de gronden is
opgenomen en dat is het z o u t g e h a 11 e
v a n het water.
Opmerkelijk is het groote verschil in
zoutgehalte van de polders, overstroomd
door het Ooster- en Wester-Scheldewa-
ier. Het gehalte aan keukenzout van de
eerstgenoemde groep (Tholen en Zuid-
Beveland benoorden de spoorlijn) ligt
tusschen 10600 K.G. en 43500 K.G.
dat van de laatstgenoemde groep (Zuid-
Beveiand bezuiden de spoorlijn en Z.
Vlaanderen \V.D.) tusschen 2100 en 14700.
Natuurlijk zijn alleen van die polders
grondmonsters genomen, welke niet meer
onder water staan; van den Olzendepol-
der, den Pieterspolder, den Engelschen
polder benoorden de spoorlijn en den Wil-
helmuspolder, waarvan de bedijking nog
niet is afgeloopen, zijn nog geen monsters
tot op heden onderzocht. Van den Stroo-
dorpepolder, welke ook door Ooster-Schel-
dewater overstroomd 'is, zijn slechts enkele
monsters voorloopig onderzocht, welke mij
echter aanleiding geven tot de veronder
stelling, dat deze polder thans even rijk
aan zout is als bijv. de Karelpolder.
Tot recht begrip der bovengenoemde cij
fers zij opgemerkt, dat het laagste cijfer
der eerste groep (10600 K.G.) afkomstig
is van een plek in den Óud-Vossemeer-
schen polder, waarvan mij de volgende bij
zonderheden zijn opgegevenzavelgrond,
één tij onder water, niet gedraineerd; ter
wijl het hoogste cijfer der tweede groep
(14700 K.G.) afkomstig is van den Kleinen
Molenpolder (Z.-VIaanderen) met de vol
gende bijzonderhedenzware kleigrond, 16
dagen onder water, gedraineerd.
Het groote verschil in zoutgehalte van
deze twee groepen kan ik alleen verklaren
uit het groote verschil in zoutgehalte van
de beide Schelden.
Dat het gehalte aan keukenzout van
de Ooster- en Wester-Schelde nogal uit
eenloopt, is een bekend feit. Juiste cijfers
staan mij echter niet ten dienste. In de
Mededeelingen over Visscherij van Maart
en April 1906 (no. 147 en 148) vind ik ver
meld, dat het Ooster-Scheldewater te Go-
rishoek .(Tholen) in die maanden gemid
deld een soortelijk gewicht bezeten heeft
van 1.0229 in Maart en 1.0216 in Apnl,
wiizende od een gehalte aan keukenzout
van ongeveer 2.9 en 2.7 pot. Het onder
zoek van één monster water der Wester-
Schelde (bij Walsoorden) gaf slechts .1.1
net. keukenzout.
In verband met dit groote verschil in
zoutgehalte van de polders door de Ooster-
en Wester-Schelde overstroomd, zal ook
zeer waarschijnlijk een groot verschil zich
openbaren dn de nadeelige gevolgen der
overstrooming. Zonder hierop ook maar
eenigszins vooruil te willen loopen, kan
ik me toch voorstellen, dat nog wel eenige
gewassen zullen willen groeien op de twee
de groep gronden 1), terwijl op de gron
den der eerste groep mogelijk niets of
zoo goed als niets wil tieren.
In geen geval zal men echter uit den
plantengroei op de door de Wester-Schelde
overstroomde pol.deis besluiten mogen
trekken voor den vermoedelijken planten
groei van de polders, welke door water
uit de Ooster-Schelde overstroomd zijn.
Van sommige plekken zijn na verloop
van eenige weken nogmaals grondmon
sters onderzocht. Dit geschiedde om na
te gaan, in hoeverre het keukenzout reeds
uitgeloogd was door het regenwater.
Deze uitlooging van het keukenzout ge
schiedt zeer vlug in vergelijking met de
andere zouten van den bodem. Echter niet
zoo vlug, als sommige landbouwers ge
meend hebben, op wier verzoek na een
week of wat regen opnieuw grondmon
sters genomen zijn, in de hoop, dat toen
reeds eene vermindering van het zoutge
halte zou zijn waar te nemen.
En juist dit uitloogingsproces is het
eerste, wat geschieden moet, om den
grond weer in zijn ouden toestand terug
te krijgen. Eerst moet het zout door het
regenwater grootendeels weggespoeld zijn,
en daarna kan begonnen worden met het
aanwenden van middelen tot verbetering
van den physischen en chemischen toe
stand van den bodem.
Prof. J. M. Van Bemmelen te Leiden
schreef mij, naar aanleiding mijner op 19
April 1906 te Middelburg gehouden voor
dracht, over de uitwassching van het keu
kenzout enkele regels, welke belangrijk ge
noeg zijn, om hier te worden vermeld
„Ik maak u opmerkzaam daarop, dat
het vraagstuk (n.l. de nadeelige gevol
gen van het zoute water voor den bo
dem en de herstelling der vruchtbaar
heid) zich ook bij de droogmaking der
Ypolders heeft voorgedaan. Na de droog
making van den Anna Paulownapolder
(nog vroeger van de Waard- en Groet
polders) en van den Haarlemmermeer
polder hebben zich de nadeelige gevol
gen van het zoutgehalte des bodems
nog lang doen gevoelen, omdat men den
1) De stand der gewassen in Z.-Vlaan-
deren, welke zich in den beginne betrekke
lijk gunstig liet aanzien, schijnt ten slotte
lang niet mee te vallen.
grond dadelijk bewerkt had, en omdat
de afwatering gebrekkig en onvoldoen
de was.
Van de IJpolders is in 1873 en 1874
hetzelfde voorzegd.
Maar de uitkomst heeft dit gelogen
straft. Elke IJpolder was voorzien van
een stoomgemaal, dat dadelijk het grond
water tot op 1 M. beneden do opper
vlakte heeft afgemalen. De grond is niet
diep bewerkt. Van den beginne af heb
ben de IJpolders dan ook goeds oogsten
gegeven. Het chloorgehalte is uit de bo
venlaag spoedig gedaald tot beneden 0.1
pet. chloor.
Indien de Zeeuwsche polders, die
thans overstroomd zijn, eene goede af
maling bezitten, en de raadgevingen op
gevolgd worden, dan kan het kwaad
spoedig overwonnen zijn. Ds regens zul
len veel goed doen, als het gevallen
water maar afgemalen wordt, en tegen
dichtslemping gewaakt wordt.
Ik schrijf hier uit wat ik vroeger heb
geschreven in de „Bijdragen tot de ken
nis van den alluvialen bodem in Neder
land", (Verhandelingen der Koninklijke
Akademie van Wetenschappen 'te "Am
sterdam 1886 bladz. 18), 1410 jaren
na de drooglegging
„Hoe snel de uitspoeling van de chlo-
ruren plaats heeft, zoodra de aan de
zee ontwoekerde akkers aan eene krach
tige bemaling worden blootgesteld, is
in de Ypolders gebleken. De Wijkermeer-
polder is in 1872, de Zaandammerpolder
en de Houtrakpolder in 1873 droogge
malen. De koolzaadoogst van 1874 was
zeer voldoende. In het drooge najaar
van 1874 werd zoutuitslag en een on
gunstige inwerking daarvan op het win
tergewas waargenomen, en in het koude
en droge voorjaar van 1875 schpnen
.zoowel de zomer- als de wintergewassen
te zullen mislukken. Maar toen do regens
en de warmte kwamen, verdween alle
zoutuitslag, keerde alles zich ten beste,
en doorliepen alle gewassen de verschil
lende perioden van hunnen groei zon
der verdere storing.
Ook de aangelegde gras- en klaver
weiden hebben bij beweiding aan
koeien, paarden en schapen een goed
roeosel opgeleverd. Na dien tijd zijn
nooiL meer klachten over de ziltigheid
van den bodem vernomen. 3
Vergelijkt men dezen goeden afloop
met de lijdensgeschiedenis van den
Anna-Paulownapolder (1847), den
Waard- en Groetpolder (1844) en vele
Zeeuwsche polders, dan valt het groote
verschil in het oog.
Dit verschil is alleen aan de bema
ling toe te schrijven. De genoemde pol
ders werden gehrekkig door windmolens
bemalen, de IJpolders van het begin af
door stoomwerktuigen, welker vermogen
in sommige polders later nog versterkt is
geworden.
Dr. D. H i s s i n k.
De onuitputtelijke kroniek van moorden
in Rusland is weder met twee zeer krasse
gevallen aan te vullen. In het district Wol-
mar .(Oostzee-provinciën), heeft een ont
slagen bediende den zestigjarigen baron
Kampenhausen vermoord, door hem op
het .hoofd te slaan met een kous met stee-
nen gevuld. De toesnellende echtgenoote
van ,den baron werd zwaai' gewond. De
moordenaar ontnam zich het leven met
vergif .op den weg naar de gevangenis.
Uit Riga komen berichten van gruwelijk
optreden der justitie, als in de barbaarsche
tijden der lijfstraffelijke rechtspleging. In
de politiebureaux zijn drie echte folterka
mers, waar men de gevangenen pijnigt
om hen tot bekentenis of tot aanwijzingen
te (dwingen. Ze worden eerst geslagen
met zweepen of stokken, dikwijls totdat
ze .flauw vallen, waarna ze weer met ijs
koud water worden bijgebracht. Als dat
alles niet helpt, trekt men hun de haren
uit,en wrijft hun het bloedende hoofd met
zout. Door deze monsterachtige mishande
lingen laat men de gevangenen alles ge
tuigen wat men wil, en daarom is het te
doen.
In (te gevangenis te Nikolaovak (gouv.
Perm) hebben 50 gevangenen in wanhoop
besloten zich te laten verhongeren, en in
de gevangenis te Sosnitzy hebben nu 138
politieke gevangenen sinds acht dagen allo
voedsel geweigerd. Zij verkeeren, gelijk te
denken is, in een deerniswaardigen toe
stand.
Te Bielostock zijn twee regimenten in
fanterie en een batterij veldartillerie aan
gekomen. De openbare gebouwen en het
station zijn door militairen bezet. Een
groot aantal Joden zonder hulpmiddelen,
zonder kleederen en zonder voedsel ver
laten dit tooneel van verschrikking, waar
zij elk oogenblik aangevallen en vermoord
dreigen te worden.
De rust is overigens thans te Bielostock
hersteld. Men maakt er gebruik van 0111 de
de dooden te begraven en de gekwetsten te
verplegen. Geneeskundigen zijn daarvoor
uit Warschau overgekomen. Maandag heeft,
de begrafenis plaats gehad van 70 slacht
offers.
Volgens een bericht uit St. Petersburg
rotten te Kroonstad de matrozen samen
op straat en houden zij bijeenkomsten.
Men hoort gedurig schieten. Niemand mag
de vesting in of uit. Men neemt strenge
maatregelen om de uitbreiding dor bewe
ging, welker oorzaak men te Petersburg
niet kent, tegen te gaan.
ITALIË.
De Katholieke Germania heeft van haren
Romeintehen correspondent het volgende
bericht over den toestand van Z. H. Pius
X ontvangen
Gelijk elk jaar bij het begin van den
zomer, heette het ook nu weer dat de
Heilige Vader voornemens was, eenigen
tijd in zijn hooggelegen kasteel Castelgan-
dolfo door te brengen. Het bericht scheen
aan geloofwaardigheid te winnen, toen een
gezien roomsch blad te Milaan verklaard
had dat zoo iets volstrekt niet onmoge
lijk was.
Tegelijkertijd doken hier en daar tame
lijk verontrustende berichten over den ge
zondheidstoestand van den heiligen vader
op. De waarheid is het volgendeOfschoon
de toestand van Pius X, de vrij onbe-
teekenende en voorbijgaande jichtaanval-
len daargelaten, zoo goed is als bij een
ouden man van 71 maar het geval kan
zijn, verraadt de heilige vader toch af en
toe een zekere neerslachtigheid of afmat
ting, die vooral hare oorzaak heeft in de
buitengewone zorgen die tegenwoordig
meer dan gewoonlijk op den drager van
de tiara drukken. Niet alleen de zorg voor
de zaken in Frankrijk drukt zwaar op den
heiligen vader, maar ook de houding van
een, zij het ook klein, deel van de Itali-
aansche geestelijkheid tegenover zijne ver
ordeningen. Daarbij komen nog de teleur
stellingen die hij door de ten deele wei
nig geestdriftige ontvangst van zijne pogin
gen tot hervorming van het kerkmuziek
heeft ondervonden, alsmede niet in de
laatste plaats de mislukking van de orga
nisatie van de Italiaansche katholieken in
volksvereenigingen, naar Duitsch voor
beeld, waarmede zijn Pinkster-encycliek
van het vorige jaar een begin maakte.
Ten slotte zij nog van de bijna in open
lijke rebellie ontaarde houding van een
groot deel van de christelijk-democratische
partij in Italië melding gemaakt, welke
bestraffingen ten gevolge moest hebben
die den heiligen vader eigenlijk tegen de
borst stuiten en waartoe hij alleen uit
onvermijdelijke noodzaak in het welzijn
van de kerk besloot.
In weerwil van alles denkt Pius X er
niet aan, verandering van lucht te nemen
en dus het Vatikaan te verlaten. Herhaal
delijk is al in het licht gesteld dat dit niet
geschiedt, omdat een verlaten van het Vati
kaan eenige erkenning van de garanliewet
of zelfs van de Italiaansche bezetting
van Rome of den Kerk'lijken Staat in
zich zou sluiten. De volkomen onhoudbaar-
.beid van zulk een bewering is al lang er
kend. Pius X blijft op het Vatikaan, omdat
de Italiaansche regeering in de gegeven
omstandigheden, zelfs als men den besten
wil aanneemt (om haar indertijd aan de
geheele wereld plechtig gedane belofte te
houden) volstrekt niet bij machte zou zijn',
hij de verschijning van den Paus dingen
te verhoeden, die noodlottige gevolgen voor
heide partijen zouden kunnen hebben. De
Paus offert liever zichzelf en zijne gezond
heid op, dari dat hij de oorzaak zou willen
wezen van dingen die de hem toever
trouwde kerk misschien tot nadeel zouden
kunnen strekken.
FRANKRIJK.
De „Vérité Franijaise" meldt, dat de
voornaamste kapel van de paters Domini
canen, in den faubourg Saint-Honoré te
Parijs, waar eeriige maanden geleden nog
in stilte gebeden en 'tH. offer opgedragen
werd, maar waaruit de zaakwaarnemer der
Regeering de religieuzen voor goed kwam
verdrijven, thans verhuurd is aan een on
dernemer van publieke vermakelijkheden,
die er een danslokaal van heeft gemaakt,
waar balleteuses dagelijks haar kunsten
vertoonen op de maat van een honderd
man sterk orkest. Wat zeggen wij wel 'daar
van, die ongeloovig glimlachen, toen voor
speld werd, dat de republiek de kerken
in danszalen zou veranderen?
Voorstanders van een hervorming van
het huwelijk in Frankrijk zijn van plan,
bij de Kamer een wetsontwerp in te die
nen, dat o. m. zal bepalen dat elk huwelijk
na een af wach tings termijn van twee jaar
zonder bijzondere reden ontbonden kan
worden, op verzoek van een van beide par
tijen, zelfs indien de andere er tegen is.
Dat zou dus tengevolge hebben dat geen
huwelijk langer bindend zou zijn dan twee
jaar.
Zoover is het reeds gekomen in het
land, dat vroeger den titel toekwam van
„oudste dochter der Kerk"!
In de „Mémoires" van generaal André,
gepubliceerd door den „Matin", komt o. a.
het verhaaltje 'voor van een „verrassende
ontdekking", welke de ex-minister zou ge
daan hebben bij zijn eerste komst in het
departement van Oorlog. Daar vond hij,
zoo heet het, op -een tochtscherm, hetwelk
naast de werktafel van den minister stond,
op een in het oog vallende plaats een
scapulier aangebracht, dat in felle kleuren,
een .hart met de gebruikelijke emblemen
te zien gaf, en waaromheen geschreven
stond
„Halt! Hier regeert het Hart van Jesus.
Dat JJwKoninkrijk kome
Onmiddellijk liet de minister die in
het scapulier op die plaats een ongepaste
manifestatie van anonieme tegenstanders
zag een bode komen en het voorwerp
verwijderen.
De „Gaulois" geeft de verklaring van
deze vondst. Generaal De Galliffet, Aiulré's
voorganger, vond het scapulier in een der
vele anonieme of onderteekende brieven,
welke hij eiken dag had te openen. Hij
stak hel werktuigelijk met 'n speld vast in
dat kamermeubel, hetwelk het dichtst on
der zijn bereik was, liet het erin zitten
zonder er verder om te denken en ware De
Galliffet minister gebleven, misschien zou
het er nog hangen.
Doch het eigenaardigste van de historie,
zegt de „Gaulois", is wel dit, dat generaal
André aanvankelijk aan niemand iets van
zijn vondst vertelde, dat hij het, scapulier
meegenomen heeft en het. draagt!
CHINA.
In .een bericht uit Shanghai wordt een
geval medegedeeld, dal weer een denk
beeld geeft van de verschrikkelijke toe
standen in China.
Dicht bij' de monding van de Jangtse-
kiang werden itwee mannen betrapt, toen
zij bezig waren het lijkje van een kind
tusschen .houtstapels peer te leggen. Dit
leek verdacht; ide mannen werden ge
volgd en het bleek, dat zij thuis hoorden
op een vaartuig dat de rivier had afgeva
ren. In ihet ruim van het schip waren 26
kinderen samengepakt, twee kleine meis
jes van 8 en 9 jaar, de overige allen jon
gens tusschen 6 en 7. Toen dit ontdekt
was, jioogde de bemanning van het vaar
tuig, vier mannen en een vrouw, te vluch
ten, maar zij werden gegrepen en aan de
overheid overgeleverd. |Zeker zullen allen
een kop 'kleiner worden gemaakt.
Het schip Jiad reeds een lange vaart uit
de binnenhaven pel iter zich. Het had tal -
looze malen gevisiteerd moeten zijn, zoo
dat men (dezen kinderdiefstal feitelijk on
mogelijk zou achten. De eenige verklaring
was, /dat, .naar echt Chineesche manier,
alle ambtenaren onderweg zich hadden
laten betalen pm te zwijgen. Zij blijven
ongestraft, want un China vindt men om-
kooperij iets iheel gewoons. Voor een deel
zijn de ouders der gestolen kinderen reeds
opgespoord. Mochten (enkelen het ouder
lijk huis (niet meer kunnen bereiken, dan
zullen dezen (in een boeddhistenklooster
worden .opgevoed.
Provinciale Stalen van Zeeland.
Voorzitter en secretaris der vereeniging
van gemeente-veld wachters in Zeeland heb-