No. 66. Donderdag 7 Juni 1906. Tweede Jaargang. BUITENLAND: sloterij. (oopingen. bestedingen. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Lu de Vrie, jm. 23 [24 j. jm. 21 j. met S. lersie, wedn. 56 j wed. 48 j.; J. p' M. M. Bosschaart, jm. 22 j. met j' ■id. 20 j. Ibrielse, 17 m., z.- p5 j„ ongsh. d.; 1.' l„ d.A. de Wolff, -1 Juni. 24, Laurina Catha- Bom en Jannetje d. v. Jacobus ten lije. Innina Griep, 69 j. \n; 28, Paulina Wis te van Cornelis van Trekking 31 Mei. V a n 8858 9906 12463 20812 11255 16920 1895 2008 6395 8853 11075 11454 20907 3510 3632 4442 20131 20180 20211 2470 3238 3242 3290 3316 3339 3366 3368 3406 3505 3528 3568 3647 3649 3654 7826 7856 7875 7924 20141 20178 20232 Jrd door not. Liebert Led. en erven Jacs. pcht een heerenhuis kade alhier, Kooper Noppen, c.s. voor 8.5 pet. onkosten. 1. Door notaris Paar- |s Donderdag alhier li van de echtelieden ps in het openbaar uis en gevolge alhier, |m dhr. \V. Westveer f 15 voor losse goe- Jrnaast, groot 0.08.46 voor f 835 en f 12 [weiland te Kloetinge, Ian J. J. Mol alhier, lis f3184,20; 4e. dijk p30 H.A. aan M. van voor f510 en f950 Vweiland aldaar, groot Mol te Kapelle voor Jhoutgewas; 6e. wei- |2.04.31 H.A. aan M. f 1610 per H.A. is i aldaar, groot 2.58.10 lisse, voor f 1730 per dijk in Ovezande, laan Corns. Meijaard voor f405 en f763 I. een woonhuis met Loot 0.14.20 H.A. aan l'oor f 915; 10e. houw- 0.33.65 H.A. aan Pr. oor f790; 11e. boom- llelande, groot 1.93.20 Kapelle, voor f 2180 J6 en f 90 voor hoo- aldaar, groot 0.80.48 te Driewegen voor f 1456.69; 13e. bouw- 1.86.90 H.A. aan den der H.A. is f3280.095; In tuin zijnde wagen- a, groot 10 A., aan A. |r f 1930; 15e. woon- Ellewoutsdijk, groot Geense, aldaar voor aldaar, groot 1.37.90 te Driewegen voor E 2165,03; 17e. bouw- jrke, groot 1.02.70 H.A. bemd voor f 1490 per Il8e weiland, aldaar, laan J. J. Mol voor- Iper H.A. is f 2508.11 .r, groot 2.42.60 H.A. te Goes voor f 1615 99. Totale opbrengst accessoires ad f 1980, Tewone onkosten. 1— levering van rook- en soldatenmenage alhier in 1 Juli 1906 tot 1 oor den minister van len heer P. de Visser, ter K.G. te Kapelle door het eering van den cala- mapolder aanbesteed; ieuwing en hel onder- 1907, van de aarde-, englooiingwerken aan den bovengenoemden was 'de heer 'Adriaan- orden, voor f 3962. Miappij tot Exploitatie en" is Dinsdag aanbe- i verschillende werken iet station Roosendaal, rs waren de hoeren P. olie voor f 469.900. Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers a contant0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de abonné's per 3 maanden0 377s MAANDAG- VERSCHIJNT eiken WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advertontiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant. Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. De plicht eener Katholieke redactie, in het kort saamgevat, bestaat in het hoog houden, het verspreiden en verdedigen van de Katholieke beginselen, enkel en alleenom dezebeginselen en dus zonder aanzien van personen. En vandaar, dat nergens een spreek- wooid meer van pas is, dan wanneer we, hij het wijzen op de zware roeping van den Katholieken Journalist deze waarheid voor opstellen ,,'t Een ieder naar den zin te maken, is een der moeilijkste zaken". Geen sterveling zal daartoe ooit in staat zijn. Juist dat louter dienen van de Katho lieke zaak, ganschelijk afgescheiden van het believen van personen, berooft den Journalist zeer dikwijls van den steun, dien hij onmiskenbaar behoeft. Hoe weinigen kunnen eene persoonlijke opinie, een haken naar eigenbelang, eene ontijdige en voorbarige meening ter wille van het beginsel opofferen. En hoe velen zijn niet zij, die in stede van den Journalist de behulpzame hand te reiken, hem tegenwerken en dwars- boomen, verguizen, minachten of wel ne- geeren. Medewerking en steun kan eene redactie niet ontberen. Zij vraagt naast en nevens zich de orga nen en spieren van de belangrijkste licha men in hare richting; zij behoort pp de voormannen van hare partij, als op even zoovele trouwe bondgenooten, te kunnen rekenen en vertrouwen. Waar haar deze steun en dit vertrouwen ontzegd worden en haar het heilige recht woxxlt betwist onbaatzuchtig maar ook onbevangen hare meening uit te spreken, daar zijn botsingen onvermijdelijk, wil zij althans niet in eenen staat van lakschheid en moedeloosheid vervallen. Niets grieft haar dieper dan die voort durende en onverdiende verwijten van kwade trouw, dat zoeken naar persoon lijke beweegredenen, waar slechts het be ginsel haar leidde, dat smalen en schim pen op zelfzucht en eigenbaat, waar per soonlijke motieven te eenen male afwezig waren. Het leven van den Katholieken Jour nalist, welke zijne roeping en zending be wust is, is met medewerking en steun, en onder wederzijdsch vertrouwen, een leven vol zorgen maar voldoening tevens, doch worden deze medewerking en steun ge mist, dan wordt zijn leven eene voortdu rende marteling Gaan we nu over tot de vraagWie moe ten en zijn in de eerste plaats verplicht zich de Katholieke Pers aan te trekken, haar te steunen en te beschermen? Op wie mag eene Katholieke redactie als op een bondgenoot en medehelper rekenen, welke lichamen en organen moeten haar ten dienste staan, of zeggen we liever be hulpzaam zijn, wil zij haren arbeid be kroond, hare pogingen geslaagd, hare leu zen tot waarheid zien? Het zijn de Katholieke vereenigingen, bonden en corporaties, wier terrein van werk? aamheid zich tot het maatschappe lijke leven uitstrekt, waarvan eene actie uitgaat, die gelijktijdig de belangen van individu en gezin, maatschappij, en Kerk betreffen. Dezulken moeten aan de Katholieke Pers, als een machtige bondgenopte, hunne nooden bloot leggen, hunne verwachtingen openbaren. Zij hebben, willen ze met sucoes werk zaam zijn, den steun der Pers noodig, en de Pers, van haren kant, rekent ter wille van het publiek en in het belang van dé goede zaak op hare mededeelzaamheid en haar vertrouwen. Met en naast elkander, schouder aan schouder hunne zware verantwoordelijk heid op zich nemende, zullen zij hunne taak verlicht, hun arbeid veraangenaamd, hun succes verzekerd zien. En de indruk van zoodanig eene verstandhouding, van zoo'n eendrachtig samenwerken zal heil zaam wezen en den invloed van beide in niet geringe mate verhoogen. Immers dan alleen blijkt ten volle dat persoonlijke bijoogmerken te eenen male ontbreken en dat men zijne krachten en gaven, zijne middelen en zorgen met al- geheele onbaatzuchtigheid aan de goede zaak, aan de verbreiding en het succes van de hoogste belangen wijdt. Een ideaal-toestand, hooren we mompe len, zulk eene innige verbroedering tus schen Pers en organisaties. Eene utopie, voor geene verwezenlijking vatbaar, ver mits, waar menschen zijn, steeds verschil van meeningen en van zienswijzen zal ge vonden worden. Eene herschenschim, die in het rijk der droomen, in het gebied van de sprookjes thuis behoort. Neen, lezer, daar is nog wel degelijk samenwerking en bondgenootschappelijk streven tusschen de Pers en het vereeni- gingsleven denkbaar en mogelijk, als er maar een goede wil en wederzijdsch ver trouwen aanwezig zijn. En om deze te vestigen, duurzaam, jnnig en hecht, behoeven alle persoonlijke oog merken slechts verre gehouden, om één en onverdeeld de beginselen te dienen, het algemeen welzijn te bevorderen en te verwezenlijken. Kleine meeningsverschillen zijn natuur lijk niet te vermijden. Doch waar men het ten volle eens is in de groote en kardinale punten, daar zullen alle uiteenloopende opiniën in onderge schikte zaken gemakkelijk te overkomen zijn. Waar dit begrepen, erkend en toege- stemd wordt en waar overeenkomstig deze overtuiging ook bij voortduring wordt ge handeld, daar kan men niet anders ver wachten dan een opgewekt en frisch leven, heilzaam en vruchtbaar voor vereenigings- leven en pers. Beide kunnen .alsdan bloeien, groeien en vruchtdragen, neen, kunnen niet alleen, zij zullen het doen in weligheid en het zal een lust zijn te aanschouwen den rijken oogst, de blijde inzameling van de schoon ste vruchten. Het volle Katholieke leven, in eendrach tige harmonie met de Katholieke Pers. Zóó behoort het te zijn. Tusschen broeders en zusters mag er geene klove geduld, geene verwijdering be stendigd worden. En zwaar is de verantwoordelijkheid voor wie tweespalt en twist in het groote huisgezin zaaien, den familie-vrede storen en zoodoende den arbeid der leden ver lammen en verzwakken. Ja, eene flinke Katholieke Pers is nood zakelijk en onontbeerlijk. Doch wil zij wezen, wat ze zijn moet, laten we het herhalen met forsche stem, dan kan zij het, trots de uiterste inspan ning van ééne zijde en in Weerwil van alle offers, hoe zwaar en veeleischend ook, nooit brengen tot de hoogte, waarvoor de inspanning gebracht, deze offers geleden zijn. Immers waar de steun en de medewer king der andere zijde afwezig zijn of wel botweg worden ontzegd, daar zal de ver broedering verstikt en tegenwerking ge kweekt worden. Verwijdering immers wijst op vijandelijke gezindheid. En elke vij andelijke gezindheid tusschen kinderen uit een gezin is een gevolg van persoonlijke bijoogmerken, een bovendrijven van eigen baat, een getuigenis van zelfzucht. O, indien allen zich-zelven wisten te vergeten in den dienst van de goede zaak, wat zouden Pers en corporaties veel ten goede uitwerken, en wat zouden de offers, die aan heide zijden noodwendig zijn, vruchtdragend en heilzaam wezen. Wee hen, die dit beletten. Zij, en niemand anders, dragen de Aan sprakelijkheid-, dat de Katholieke Pers haar veld van actie moet beperken, niet alles kan verrichten, wat zij tot haar hei lige roeping en verhevene zending rekent. Handelt men, naar hetgeen in dit artikel is neergelegd, dan, maar ook dan alleen, kan de Katholieke Journalist op waardige en krachtige wijze de Katholieke belangen voorstaan en verdedigen. („N. TI. Crt.") Is een kortere arbeidsduur in het algemeen belang? Naar aanleiding van den te langen ar beidsduur der ovenwerkers te Maastricht schrijft de Limburgsche secretaris van den arbeid, de heer Henri Hermans, in de „Volksbode" eene beschouwing over de ge volgen van een te langen arbeidsdag. Deze merkwaardige beschouwing volge hier: Behalve hoogere loonen, wil de moderne vakorganisatie verkorting van arbeidsduur. Menschen, die huiten de sociale bewe ging staan, deze niet begrijpen of ze haten en vreezen, zien in dezen eisch niets an ders dan de bloote zelfzucht naar meer verdiensten en minder werk. Zij, die echter doordrongen zijn van de gegronde motieven en van het heerlijke doel dier sociale beweging; zij, die daar door weten en voelen, dat het moreele in die beweging verre staat boven het mate- rieele; zij zijn ervan overtuigd, dat onze vakorganisatie nog door andere en door verhevener beweegredenen wordt geleid bij haren eisch: hooger loon en korteren arbeidsduur. Welke die beweegredenen zijn, zullen wij met betrekking Lot den arbeidsduur in het kort releveeren. Korte arbeidsduur wordt geëischt ter wille van het familieleven. Op den huis vader rusten in onzen tijd zwaardere plichten dan ooit, met betrekking tot de opvoeding zijner kinderen. Die plichten kan hij onmogelijk vervullen, indien hem de daartoe noodige tijd niet gegeven wordt, of indien hij geheel en al uitgeput van den arbeid thuis komt. Kortere arbeidsduur wordt geëischt omdat het maatschappelijk leven van den man nog een deel zijner krachten vor dert. Het maatschappelijk leven is er ook voor den werkman en van niemand eischt het in onzen tijd meer frisschen geest en meer wilskracht dan van hem. In dat leven toch moet hij zich de plaats her overen, waarvan men hem teruggedrongen heeft. Kortere arbeidsduur wordt geëischt om de physieke, moreele en intellectueele (lichamelijke, zedelijke en geestelijke) kracht in den werkman te behouden en daardoor ook zijn industriëele geschikt heid niet te doen achteruitgaan. Bij gewonen lichamelijken arbeid is het reeds van den kant van den werkgever tot eigen schade handelen, wanneer hij den arbeidstijd te lang doet voortduren. Maar nu vaststaat, 'dat speciaal de fa brieksarbeid heel wat meer eischt dan ge wone lichaamskracht, is verkorting van ar beidsduur eene noodzakelijkheid. Men kan uit een mensch niet meer halen, dan erin zit en wanneer men*, den eenen dag er wat meer uithaalt, zal men zich den twee den dag met zooveel minder moeten tevreden stellen. Prof. Clark van de Columbia-Universi- teit zegt dit zeer treffend op de volgende manier: Wanneer gij van de kracht van een mensch slechts één dag wilt profi- teeren en gij wilt hem doen geven alles, wat hij kan, dan moet gij hem 24 uren laten werken; wilt gij hem een week voor u laten werken, dan moet gij zijn arbeids tijd terugbrengen tot 20 uren; tot 18 uren, indien gij hem een maand, tot 15 uur, indien gij hem een jaar en tot 10 uur indien gij hem meerdere jaren met het grootst mogelijke voordeel voor u wilt laten werken. Wilt gij echter, dat een mensch geheel zijn leven zooveel mogelijk voortbrengt, dan moet gij zijn arbeidstijd terugbrengen op 8 uur per dag. De waarheid hiervan wordt herhaal delijk bewezen door proeven van de beste industrieelen. SPANJE. De aanslag te Madrid, de verachtelijke en lage daad, waarvan de aanleiding door niemand kan worden begrepen, heeft over geheel de wereld een kreet van afgrijzen doen opgaan. Alle bladen, in elk land, keu ren de daad af, en overal wordt opnieuw de wensch uitgesproken naar ©en interna tionale wetgeving op anarchistische moor denaars. Vooral de Engelsche pors is kras in haar optreden. Er schuilt iets van zelf verwijt, iets van berouw in haar uitingen. De „Evening .Standard" toch meldt, dat het plan voor den aanslag werd ontworpen in Londen, door de Spaansche anarchisten, die in Hampstead Road hun hoofdkwartier hebben. En al wordt dit van sommige zijden ontkend, het is zeker dat de ver ontwaardiging in Londen nog grooter, nog algemeener is dan ergens elders. De aan slag wordt als „duivelsch", als „onmen- schelijk" veroordeeld. En de „Daily Te legraph" zegt: „De trotsche ridderlijke ziel van het Spaansche volk zal van schaamte niet we ten waar zich te bergen, als het waar blijkt, dat een zijner eigen zonen zoo erbarmelijk kon zijn. Maar wij vragen ons toch af, of niet nog grooter verantwoordelijkheid rust op hen, in wier midden deze aanslag kalm en rustig kon worden overlegd, en daarna tot uitvoering gebracht". Andere bladen spreken op denzelfden toon. De „Times" beval een geharnast hoofd artikel, waarin wordt uiteengezet, dat de maatschappij verplicht, is zichzelf en de vorstelijke personen te beschermen tegen anarchistische aanslagen. De „Daily Mail" wijst er op, dat deze aanslag nog krankzinniger is dan elke andere van dien aardwat kon er ge wonnen worden, wie kon er gehaat zijn bij den dood van den jongen Koning? Het blad noemt de anarchisten wezens zonder geweten en zonder menschelijk gevoel, wien het onverschillig is, wie zij in hun waanzinnige woede dooden of wonden. Hun optreden is een raadsel, zoowel voor den psycholoog als voor den staatsman. De moord op keizerin Elisabeth van Oos tenrijk, een hulpelooze en niemand kwaad doende vrouw, was even onbegrijpelijk, als die op president Mc Kinley of op koning Umberto, de beste en bekwaamste regenten uit den nieuweren tijd. Maar terecht zegt het „Berliner Tage- blatl"Zoolang die anarchisten in Lon den vrij mogen rondloopen en hunne plan nen voorbereiden, die zij dan in het buiten land gaan uitvoeren, zoolang zal het bui tenland steeds meer last krijgen van zulke aanslagen. Ja, mislukt zijn de plannen, maar de ellende door de laaghartige daad van den sluipmoordenaar aangericht is er niet veel minder groot om. Op het oogenblik der ontploffing ont stond een geweldige paniek. Allen vlucht ten als waanzinnigen van de plaats waar de bom gesprongen was, de menschen lie pen elkaar onder den voet en de paarden werden wild van angst. De Koning, die zich volgens de ooggetui gen flink en onverschrokken gedroeg, legde beschermend zijn arm om zijn jonge gema lin, die zeer bleek geworden was, hief haar uit het rijtuig en geleidde haar naar den ledigen pronkwagen, die voor het konink lijke rijtuig uitreed. Het prachtige bruids kleed werd daarbij bevlekt met het bloed, dat den met alle mogelijke voorwerpen bedekten grond, de muren der huizen en de balkons overvloedig bevochtigd had. Onder het woedende geroep van „Dood aan den moordenaar!" onder geschrei en Vivi-geroep bracht de koning zijn gemalin in de koets; zij weende voortdurend en riep„Al deze verschrikkelijke dingen zijn om mij gebeurd!" Toen beiden zich, na in het paleis te zijn teruggekeerd, een oogenblik op het balkon vertoonden, werd hun een ontzaglijke ovatie gebracht. De aanblik van de plaats der misdaad was verschrikkelijk. De bom, die met ko gels, metaaldraad en spijkers gevuld was, ontplofte doordat ze op een telefoondraad terecht kwam, reeds vóór ze den grond bereikte; zonder dat toeval zou het ge- heele koninklijke rijtuig waarschijnlijk aan 'splinters geslagen zijn. Allen die zich voor het huis en op de balkons aan weerszijden der straat bevonden werden gedood of zwaar gewond. De lijken zijn vreeselijk ver minkt en konden in enkele gevallen slechts met moeite van de balkons losgemaakt en herkend worden. Onder de dooden .zijn, vele bekende en hooggeplaatste personen, als: de markiezin van Tolosa met haar dochter, een kapitein en twee luitenants en de stal meester, graaf Venteblanca. De koning en de koningin werden met glasscherven be dekt; de ketting van de orde van het gul den vlies op den borst des konings werd door een scherf getroffen en doormidden- geslagen, een omstandigheid die hem mis schien het leven heeft gered. Het huis, van waaruit de aanslag heeft plaats gehad, behoort aan de koningin- moeder; het is het ©enige, dat zij in Madrid bezit en werd haar indertijd door een rij ken patriot vermaakt. Niettegenstaande hel gerucht dat een nieuwe aanslag te verwachten was reed het koningspaar des middags opnieuw in een open auto en geheel zonder eskorte uil. De feesten zullen door het treurige voorval niet onderbroken worden. Mateo Moran, de pleger van den aanslag, is gevangen genomen en heeft zelfmoord gepleegd. Het was te Torrejon de Ardoz, een dorp .aan den spoorweg op 20 K.M. afstand van Madrid. In een muilendrijvers- kroegje vlak bij het station kwam Zaterdag namiddag een vreemdeling binnen en vroeg wat te eten en te drinken. Maar verlegen geworden onder de nieuwsgierig heid van de bezoekers der herberg, stond hij op en betaalde. Toen waarschuwde de herbergier een gendarme, die Moran buiten het dorp inhaalde en hem om zijn papieren vroeg. Moran antwoordde, geen papieren bij zich te hebben, doch zich gemakkelijk te kunnen legimiteeren. Hij zou seinen naar Madrid. Hiertoe ging de gendarme met hem naar het station. Even waren zij op weg, toen Moran een revolver te voor schijn haalde en den gendarme door het hoofd schoot. De loegeloopen dorpelingen vonden twee lijken; een schot in het hart had den anarchist gedood. Op het wapen zaten nog vijf kogels. De gendarme had verzuimd zijn gevangene, die voorkomend had geantwoord, te fouilleeren. Men ver telt, dat Moran aan het station over den aanslag gesproken en zijn afschuw van den dader geuit heeft. De verhuurder der kamer, vanwaar de aanslag is gepleegd, is met den hoofdcom missaris der politie te Madrid naar Torre jon gekomen en heeft in het lijk zijn cliënt herkend. Het lijk is naar Madrid overge bracht. Een lid van het parlement had 25,000 peseta's beschikbaar gesteld voor dengeen, die den misdadiger zou gevangen nemen. Het heet, dat de regeering deze som zal geven aan de weduwe van den gedooden gendarme. Over de identiteit van den anarchist vinden wij verschillende berichten. In de Temps heet hij niet Moran, doch Morales en wordt hij aangeduid als de zoon van een fabrikant uit Sabadell. Hij' zou in Duitschland gestudeerd hebben en daar anarchist zijn geworden- Onder de gearresteerden moet iemand zijn, bij wien men een flesch ontplofbare stof en een vergiftigden dolk gevonden heeft. Bij de godsdienstoefening, eergisteroch- tend ten paleize, zijn enkele personen on wel geworden van de hitte zoo vol was het er. Men zegt ,dat de Koning en de Koningin Woensdag niet naar de bataille de fteurs zullen gaan. In de Sixtijnsche kapel te Rome is een Te Deum gezongen tot dank voor het be houd v-an het koninklijk paar. De Paus was tegenwoordig. Te Torrejon was de woede van de be volking zoo groot dat men geen kist voor het lijk van den anarchist Moran wilde afleveren. „Jammer, schreeuwde de me nigte, dat hij niet meer leeft, zoodat wij hem als een vergiftig serpent kunnen dood slaan". Algemeen verlangt men dat de prijs van 25,000 peseta's, die voor de ontdek king van den dader was uitgeloofd, aan de weduwe en de kinderen van den onge- lukkigen veldwachter zal uitbetaald worden.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1