No. 60. Dinsdag 22 Mei 1906. Tweede Jaargang. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Trek naar de Stad. UIT DE PEHb, BUITENLAND. BINNENLAND, Van onze Eilanden NIEUWE ZEEUWSCHE MP Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers i contant0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, a 11 a mor de abonné's per 3 maanden 0 371/, VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Adverfcanüën van 1—5 regels f 0.50iedere regel ue* 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. 1 contaat. Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement sp««*i» prft. Provinciaal Watersnood-Comité. De penningmeester van het comité ont ving nog uit: Zeeland. Collecte Koewacht f 290. N ede rland. Collecte te: Edam f392.20, Brammen f 672.21, Almkerk f 162.72 en restant Am sterdam f 1600. Verder nagekomen gift Winschoten f 3.47, idem Breda f 12.50, Vereeniging van onder-officieren Van Speyk f55, en uit voering Valkenburgs Gemengd koor f 232.55. Buitenland. C. J. H. Johannesburg f 25. De trek naar de groote steden gaat den bewoners van het platteland meer en meer in het bloed zitten. Voor velen hunner straalt van 'n groote stad een glans af, die hen onweerstaan baar trekt. Maar wanneer een haas zich niet weet te onttrekken aan de toovermacht van het licht, wat hem lokt, schiet hij er meest al z'n hachje bij in; evenzoo gaan vele vroegere plattelandsbewoners in de groote stad zedelijk ten onder. Wanneer ze zelf ze niet opzoeken, ach ten ze de gevaren en verleiding, die hen omringen, en oorzaak van hun ondergang worden, te licht. Groot dan ook zijn de gevaren, die voor al de meisjes van het platteland in de steden omringen en te gemakkelijk la ten vele ouders hun dochters vertrekken om in de stad in dienstbetrekking te gaan. Verblind door al het moois, dat zij van vriendinnen gehoord, of gelezen hebben, belust op meer vrijheid en onafhankelijk heid, ook wel verlokt door schijnbaar hoo- ger loon, trekken jaarlijks vele meisjes het paradijs hunner gedachten de groote stad binnen, veelal om te verdrinken in den maalstroom -van zonde, aan welks wielingen zij niet hebben weten te ont komen. Een zware verantwoordelijkheid rust dan ook op de ouders van meisjes, die in dienstbetrekking gaan in de stad. Vóór dat de ouders aan. hun dochter daartoe verlof mogen geven, is het wel degelijk hun plicht na te gaan, welke de beweegredenen zijn, waarom hun kind hot platteland wil verlaten; en zoo die rede nen gezocht moeten worden in lichtzinnig heid, wuftheid of andere slechte karakter eigenschappen, zoo moeten de ouders, zoo veel in hun vermogen is, trachten hun kind bij zich op het dorp te houden, daar in deze gevallen meer dan waarschijnlijk de stad voor het meisje zal worden het moeras, waarin al hare goede hoedanig heden, haar geloof, haar goede zeden zul len worden verstikt. En zoo er gegronde redenen aanwezig zijn, waarom een meisje „naar stad" zal trekken, of zoo de ouders hun kind er van niet kunnen tegenhouden, dan ook kunnen de ouders nog veel voor het gees telijk welzijn van hun kind doen en heb ben zij nog plichten te vervullen. Dan hebben de ouders te informeeren naar den aard van de betrekking, waarin het meisje zal gaan dienen, naar de om geving, waarin zij zal verkeeren, enz. En vooral moeten zij den parochie-pas toor in kennis stellen met de verblijfplaats van het meisje. Deze zal dan met pries terlijke zorg over haar waken, haar bren gen in een patronaat of een vereeniging, waar de vrije uren kunnen worden door gebracht; kortom al het mogelijke doen, om de voetangels en klemmen, die op den weg liggen van het onervaren meisje, te verwijderen. Dit is voor de ouders dure plicht. Heeft de ondervinding niet geleerd, dat verzuim van dien plicht de schromelijk- ste gevolgen kan na zich sleepen? Wie de meisjes, zonder dat er over haar gewaakt werd, lichtzinnig, uit zucht naar vrijheid of om hoog loon, naar de steden zag trekken, hij zag ook dat de ge volgen van zooveel luchthartigheid en nog wel onbewaakte niet uitbleven. En de ouders in het dorp lieten zich sussen en geruststellen door de opgewekte brieven van hun kind, al verwonderden zij zich wel eens over de wereldwijsheid die er uit sprak en den ietwat oneerbie- digen toon, die er in klonk, ten opzichte van dingen en personen, die haar heilig moesten zijn. Maar langzamerhand moesten die ouders toch ervaren, dat hun dochter den rechten weg verlaten had, althans groot gevaar liep dit te zullen doen en de po gingen om hun kind weer terug te krijgen naar het dorp moesten schipbreuk lijden op den geest van het meisje, die zich reeds vastgezet had op 't genot van ijdele vermaken en genietingen. Dan zien de ouders in, dat het te laat is. En daarom is het de plicht van ouders van meisjes, die in den vreemde gaan, zooveel mogelijk voor hunne dochters het pad te effenen, door voor het vertrek den parochie-pastoor en bestuurderessen van patronaat in kennis te stellen met de komst van het meisje. Gebeurt dit niet onmiddellijk, dan is het voor deze een bijna onoverkomelijke taak het meisje, dat mogelijk reeds aan 't afglijden is op het hellend vlak van het kwaad, weer op het goede pad terug te leiden en het zou gelijk staan met den put willen dempen als het kalf is verdronken. Consequentiel De „N. R. Ct." bevat dit bericht: De correspondent te Brugge van de „Petit Bleu" schrijft over de uitzetting van pater Ten Brink: de onverdraag zaamheid van de clericale regoering is eens weer gebleken, ür. Ten Brink, een Roomsch-Katholiek priester uit het bis dom Breda, zou hier Donderdagavond een politieke lezing houden in „Wer kers welzijn", een vergaderzaal van de socialisten. Dr. Ten Brink had Dins dag een groote politieke rede gehou den te Meenen in de socialistische ver gaderzaal. Daar hadden 2000 kiezers hem warm toegejuicht. De clericalen van Brugge hebben van het succes van den socialistischen priester niet kunnen sla pen en ziji hebben een besluit tot uitzet ting van dr. Ten Brink weten uit te lokken. De correspondent van de „Petit Bleu" zegt verder, dat de socialisten van Brug ge verontwaardigd zijn over het geval en dat zij besloten hebben Donderdag avond een protestvergadering te hou den, waar Beerblock en Campens het woord zullen voeren. Het blad heeft zich gehaast dit stuk proza van zijn liberalen Brusselschen col lega onder de oogen van zijn lozers te brengen. Het stemt er dus mee in dat weer eens is gebleken „de onverdraag zaamheid van de clericale regeering". .Wel zéker: dat een clericale regeering een oproerkraaienden vreemdeling naar zijn eigen land terug stuurtdat is héél erg onverdraagzaamI Maar nu een slukje historie 1 Toen de „vrijdenkende" Fransche re geering duizenden onschuldige religieusen uit hun geboorteland wegjoeg; Franschen, die zich in velerlei opzicht hadden ver dienstelijk gemaakt voor hun vaderland toen zweeg de „N. R. Ct." Toen vond zij dat dus niet onverdraagzaam I Trouwensdat verjagen en bestelen van eigen landskinderen was heelemhal niet onverdraagzaam 1 De liberale consequentie zit er duimen dik op 1 (Msb.) BELGIE. Een jongeling van 19 jaar, die op den steenweg van Leuven naar Mechelen, door het onweer overvallen werd, zegt nooit te hebben kunnen vermoeden, dat zoo iets zou kunnen gebeuren: „De lucht was zwaar en laag, vuil alsof zij vol zwarte rookwolken zat. De roode bliksemstralen hielden niet op en slinger den door het ruim als bloedstrepen, ien schenen mijjde oogen te zulten; verbranden. De regendruppels waren zwaar als loo- den balletjes en deden pijn op de plaatsen van het lichaam, waar zij neervielen als zweepslagen. Stroomen water vlogen door de lucht in alle richtingen, de boomen plooiden onder het geweld van den storm, en het gerucht van het brekend hout meng de zich met het geloei van den wind. Voelende dat ik zou worden omgerukt, hield ik mij vast aan de struiken naast den weg. Het neerplassende water veroorzaakte zelfs luchtvelplaatsingen, die mij den adem afsneden. Eensklaps zag ik, te midden van den steenweg, iets ais een cyclopenhamer. Bet was een boom, door den storm uit den grond gerukt, en nu met de gekste spron gen door den wind voortgedreven. Doodelijk bang, liet ik mij op den grond vallen. Hot monster vloog over mij heen, viel neer op een verlaten huis, verpletterde dit en bleef op den puinhoop liggen". FRANKRIJK. Uit Courrières wordt gemeld, dat daar het lijk van een mijnwerker uit de mijn opgehaald is, die naar alle waarschijn lijkheid pas enkele dagen geleden gestor ven is. In de maag van dezen man vond men touwwerk. De ongelukkige, een ze kere Pinte, moet van honger en dorst omgekomen zijn. Volgens een ambtelijke opgaaf waren van de ,1094 slachtoffers der groote ramp 548 gehuwd en 546 ongehuwd. De maat schappij zal uit dezen hoofde pensioenen moeten betalen ten bedrage van omstreeks 800.000 frs. 's jaars. SPANJE, Koning Alfons van Spanje heeft er op aangedrongen om alle geschenken bij! zijn a. s. huwelijk te besteden in den vorm van liefdadigheid voor de armen. Nu, Madrid wemelt van bedelaars en leegloopers. De gouverneur liet de krachtigste dier man nen aan het werk zetten bij' de groote landswerken buiten Madrid. En wat deden ze? Ze verklaarden liever te sterven dan te werken. Toen dwong de politie met geweld 1 Maar jawel I allen (een 100-tal) wierpen hun kleeren uit en staken ze in brand. Hun goed en leven willen die man nen offeren, maar één ding willen ze niet: nl. arbeiden. Zijn er zulke ook niet in ons land onder hen, die bedelen? Doch hoe ze verbeteren I OOSTENRIJK. Het is vermakelijk te lezen, hoe soms. klooster-schandalen worden gefabriceerd. Te Weenen bestaat in 't klooster van den H. Antonius een asyl voor oude dienst boden - de kerk verzorgt eiken nood en voor verlatene kinderen. Op een Zon dagavond begaven zich de kinderen naai de eetzaal, toen een huisknecht met den waakhond de kinderen ontmoette. De hond blafte de kinderen tegen, dezen worden bang, roepen z'n best en op straat hoort men dat lawaai. En verbeeldt ,u nu, wat de couranten schrijven: „Toen Zondagavond de geloo- vigen de Antoniuskerk verlieten, hoorden zij ijselijk hulpgeroep. Na onderzoek ont dekte men, dat het kwam uit den kelder van het klooster: „Help, help, waarom moet ik hier opgesloten zitten?" Door een opening in het venster (gelukkige voorzorg der waarheid en gerechtigheid) ontdekte men een meisje van omstreeks 20 jaren, dat naar allen schijn ergens aan opgehan gen was. De straat was spoedig door een aantal nieuwsgierigen gevuld, die riepen: „wie zijt ge, waarom heeft men u opgesloten?" Als antwoord klonken steeds luider jam merkreten. Een politieagent toonde zich onverschil lig, waarop de Jodenpers zegt: „Die papen zwijgen en de gewone wetten gelden voor hen niet". Het is vermakelijk, ware het niet, dat van zulke leugens niet zelden wat blijft Jiangen. RUSLAND. Een verstandig woord heeft in den Rus- sischen Rijksraad (de Eerste Kamer) graaf Witte gesproken. Hij zeide zich niet te kunnen vereenigen met het denkbeeld van een volledige am nestie (kwijtschelding van straf), daar een dergelijke maatregel gelijk zou staan met een nieuwe revolutie; wel zou hij dien maatregel voorstaan, in dien tegelijkertijd de verbittering kon ver dwijnen, opgewekt door de troebelen in Rusland, maar deze was te diep inge worteld. Spreker las daarop een rede voor, door een socialistisch lid van de Doeina ge houden, waarin deze een toespeling maak te op de ontzaglijke rijkdommen, die het keizerlijk winterpaleis bevat. Ofschoon hij erkende, dat deze spreker niet het ge voelen van de geheele Doema uitdrukte, beschouwde hij het toch als een bewijs dat de bestaande haat geenszins het ge volg is van de onderdrukking van den opstand of van de daden der regeering, voor welke men dan immers hein of den heer Doernowo aansprakelijk zou stellen. Deze haat kwam volgens den oud-minister alleen voort uit zuiver economische oor zaken. Daarop wijdde graaf Witte uit over de vreeselijke gevolgen, die de afschaffing van de ongelijkheid van grondbezit voor Rus land na zich zou sleepen. Hij verklaarde ten slotte een voorstander te zijn van een amnestie voor hen, die hun misdrijf in een oogenbiik van opgewondenheid had den gepleegd. Volgens zijn meenïng moest de Rijksraad in het adres duidelijk te ken nen geven, dat hij het als zijn plicht be schouwde zijn steun te verleenen aan alle maatregelen, die genomen zouden worden ter handhaving van de orde. „Indien men zou voorstellen aan de revolutionairen de vrijheid te hergeven, dan zou er een nieuwe revolutie uitbarsten, die Rusland te gronde zou richten en schrik versprei den over de geheele beschaafde wereld. Wat ons te wachten staat. In een artikel van „De Vrije Socialist (re dacteur de heer F. Domela Nieuwenhuis) leest men: Kameraden I Daar wacht ons een samen treffen met den vijand, daar wacht pns een groote .slag. Wij zijn Zondag bijeen geweest te Utrecht, we hebben krijgsraad gehouden. En wij hebben het tijdstip bepaald waarop de groote aanval zal beginnen. Den eersten Mei van het jaar 1908 zul len wiji doen, wat onze Fransche broe ders nu reeds deden op den eersten Mei j.l.wij zullen nemen den 8 urendag. Acht uur werken op z'n langst zal het zijn in fabriek, op de werkplaats en op het veld, acht uur, nergens zullen wij1 langer werken. En wijl moeten behouden hetzelfde loon als wat wij1 hebben bij een tegenwoordigen langoren dagliefst nog meer. De strijd zal bitter worden. Het Haagsche Correspondentiebureau meldt: Naar wiji vernemen, is het thans zoo goed als .zeker, dat de tweede vredescon ferentie eerst in het laatst van Mei van het volgend jaar hier ter stede (d. i. in den Haag) zal bijeenkomen. Wij lezen in „De Telegraaf": Wij namen uit „De Avondpost" het be richt over, dat H. M. de Koningin Woens dag weer voor 'teerst sedert enkele dagen deel nam aan het diner met de Koninklijke hofhouding. De dagelijksche rijtoer, voeg de het blad er aan toe, blijft echter sedert een viertal dagen achterwege. Het bericht eindigde: De lijfarts van H. M., dr. Roessingh, bracht dezer dagen weder een kort bezoek ten paleize (.het Loo". De „Arnh. Ct." bovenstaand bericht plaatsend, voegt daaraan toe: „Patrimonium" spreekt zeer beslist uit wat iedereen bij het lezen van dit bericht hoopt. Het blad zegt: „Het is zoo. Onze ge liefde Koningin heeft hope moeder te zul len worden. „De voorgenomen reis naai- Duitschland is opgegeven. H. M. blijft voorloopig rustig op het Loo." We kunnen hieraan toevoegen, dat ook voor ons dit heuglijke feit al sinds een tiental dagen geen geheim meer was. Ten einde mogelijke onverkwikkelijke polemiek over een zoo belangrijk, maar eveneens zoo delicaat onderwerp te vermijden, heb ben we het gelaten bij een voorzichtig ge stelde mededeeling in het avondblad van 5 Mei j.l. GOES. In de Zaterdagmiddag in het „Slot Oostende" alhier gehouden verga dering der R. K. Centrale Kiesvereeniging „Goes" werd met algemeene stemmen be sloten, zich in beginsel te verklaren voor de oprichting van een provincialen bond van R. K. kiesvereenigingen voor Zeeland, over welk punt Zondag 27 Mei, a. s. met andere kiesvereenigingen uit Zeeland, een bespreking zal plaats hebben te Middel burg in het St. Vincentius-gebouw. Als afgevaardigden naar de gemeen schappelijke vergadering to Middelburg werden gekozen de heeren Ch. Claessen, L. B. Mudde en B. Lambers, resp. voor zitter, secretaris en vice-voorzitter der Cen trale; de beide eersten te Goes, de laatste te Ovezande. Jl. Vrijdagavond werd een alhier wo nende 11-jarige T. M. v. H., door de politie uit Middelburg, alwaar hij zwer vende werd aangetroffen, alhier terugge bracht. Met vreugde voldoen wij aan het tot ons gericht verzoek, mede te doelen, dat op Donderdag a. s. het Plaatselijk Comité voor de .K. S. A. eene algemeene vergade ring zal houden op het „Slot Oostende", des avonds om 8 uur. Namens het Cen traal Bureau zal daar de heer A. H. J. Engels spreken over Katholieke Sociale Actie en haar Centraal Bureau in Neder land. Ongetwijfeld hebben onze lezers reeds veel van de K. S. A. gelezenook in ons blad was daar meermalen gelegenheid voor. Toch zal het hun niet onaangenaam zijn nog heter met die schoon© organisatie kennis te maken. De heer Engels is ambte naar aan het Centraal Bureau te Leiden en daarom meer dan iemand anders ge schikt om |Over de inrichting en werking dier „Actie" het woord te voeren. ,Wjj hopen dan ook van harte, dat hij' een stampvolle zaal moge vinden: de vergade ring is kosteloos toegankelijk voor Katho lieken. Vooral de leden der aangesloten vereeni- gingen en de begunstigers, maar ook allen die er belang in stellen, worden Donder dagavond op het Slot verwacht. De heer J. Geluk, voorman-arbeider bij de Staatsspoorwegen alhier, slaagda te Utrecht voor aanteekenaar-weger. MIDDELBURG. Alhier bedraagt volgens de thans van kracht geworden kiezerslijs ten het aantal kiezers: voor de Tweede Kamer 2777, en wel in het le stemdistrict 826, het 2e 895 en het 3e 1056; voor de Provinciale Staten 2767, en wel in het le stemdistrict 822, het 2e 893 en het 3e 1052, en voor den Gemeenteraad 2379, en wel in het le kiesdistrict 783, het 2e 741 en het 3e 855. Met ingang van 22 Mei is door den burgemeester alhier benoemd tot adjunct inspecteur van politie de heer S. Kóster, thans klerk bij de politie te Venlo. Vrijdagmiddag, toen de stoomtram uit Vlissingen bij de Militaire slachterij onze gemeente binnen kwam, stond een met twee paarden bespannen boerenwa gen terzijde van de tramlijn op het Bol werk om de tram te laten passeeren. Een boerenknecht stond voor de paarden en een zat op het voertuig. Door het hooren van de bel schrikten de dieren en spron gen zoo dat de man, die er voor stond, ze los moest laten en er onder geraakte. Hij kwam er echter hijzonder goed af. De paarden sloegen op hol en renden het bolwerk op. De knecht, die op den wagen zat, sprong er af doch werd, doordat hjj de leidsels vast bleef houden, een eind- weegs medegesleurd. Ook hij kreeg geen ernstige kwetsuren. De paarden werden achter den molen tot staan gebracht. De wagen was echter geheel in stukken. (M. C.) In het politiekorps komen tegenwoor dig nog al wat veranderingen voor. Een adjunct-inspecteur vertrekt nftftW 's Graven-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1