No. 43. Tweede Jaargang. FEUILLETON, De lijdensweek. BUITENLAND. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Staatspensioneering. NIH ZEEUWSCUE OHMl Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers a contant0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de ab'onné's per 3 maanden0 371/2 VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advert-entiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant. Reclameberickten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Provinciaal Wafersnoods-Comifé. Bij den penningmeester zijn nog inge komen uit: Z e e 1 a n d. Opbrengst collectes teHoofdplaat f 189, llenesse f 332.80, Colijnsplaalf 866.64ö, 's Heer Arendskérke f 1257.525, kinderen Chr. Sch., Oostburg f 17, C. F. v. F., Ie ged., opbrengst van 500 pventbriefk., ten ge schenke ontvangen van P. J. Daniëlse, Middelburg, f24, N. N„ Middelburg, fl, W. J. B., Nieuwlaud, f 1, collecte Wisse- kerke, f 1067.72 en Leerl. Openb. School, Serooskerke (\V.) f 5.31. Nederlan d. W. B„ Amsterdam, f 10, J. en A., Epe f 300, collecte Barendrecht f 283, collecte Sappemeer f 223.20, Maastr. Hyp. Bank Maastricht, f 100, N. N., Watergraafsmeer f 100, jhr. mr. Th. S., 's Bosch, f 100, van drie heeren uit 's Hage, f 62.25, collecte Warmond, (restant) f 22.61, N. N„ Roo sendaal, f 10, F. S. S. te X. f2500, uit een pandoerpotje, Zaandam, f3.50, v. M„ 's Bosch, f7.50, eene collecte Zetten f62.50, mevr. v. S. V., R'dam, f 10, N., Vrooms- dorp, f 1, N. N„ Zwolle, f 5, Bankperso neel, A'dam, f 10.80, P. C. v. d. W. P., Hilversum, f 10, collecle Rhenen f146, J. 11. E. S. v. G„ Hilversum, f25, collecte, Broek op Langendijk f 245, loge Anna Pau- lowna, Zaandam f 5 en De Drie Kolommen, Rotterdam f 125, collecte Amersfoort f 820, collecte Genemuiden, f 155.31, collecte Bussum en Naarden, f 1657, collecte Wil- helmina-sch. Bussum f 265, A. C. B. V., Uithoorn, f 10, uit den kring der Heldring- gestichten f 226, eeniga belangstellende daarbuiten, f 39, collecte Warmond f135, P. H. Haarlem f 50, Astraea Loge no. 9 v. d. Indep. Orde of Oldfehows, Utrecht f 44, leerl. R. H. B. S., Helder, f28.65, M. G. N., Winschoten, f 10, P. H. S. G., Leeu warden, f 5, collecte Wagenbergen, f 78.65, K., Delft, f2.50, loge Acacia, Rotterdam f 50, loge „de Veluwe", Apeldoorn f 20, Maeconnike ver., .Wageningen f 10. Verder: N. N„ Haarlem, f10, E. W. SI., Velp, f5, J. H. V., Rijswijk, f5, H. .1. G., Haarlem, f 5, jongej. II. A. d. V. F., Gorcum, f 4.115, N. N., Arnhem, f 1, D. V., R'dam, f2.50, coll. Zondagsch., Breda, f 14.95, coll. Zuid-Jerual, idem, f 6, diverse giftcW van daar f 3.60, inzamel, ds. K., Arnhem, f 72.90, H. J. R., uit mijn spaar pot, A'dam, f 1, H. W. H., f 1 en collecte Giessendam f 72.90. Buitenland. G. R„ Apolda, 10 Mrk. In ons land bestaat ©en Bond van Staats- pensioneering, die zijn werkzaamheden ook tot Zeeland heeft uitgestrekt, en voor namelijk in Zeeuwsch-Ylaanderen heeft ge- Iracht propaganda te maken, nog wel op plaatsen, die meerendeels Katholiek zijn. (Slot.) Zoo kwamen we in de kom van 'tdorp Rilland, dat zich uitstrekt langs den dijk door den Reigersbergschen polder heen, In 't stille dorpje heerschte ©en bedrukte gejaagdheid. Met bezorgde gezichten lie pen de menschen in en uit; er was druk gerij van boerenwagens, die dakloozen met nog enkele brokken huisraad rondvoerden om onderdak te vinden. Langs alle hagen hing goed te drogen. Want de tweehon derdzestig bewoners van den Fngelschen polder waren aangevlucht met geen an dere kleeren dan waarmee zij door 't wa ter waren gewaad. En in 't geheel telt de gemeente Rilland-Bath, de beide dor pen en de polders meegerekend, slechts tweeduizend zielen. Meest menschen van bescheiden middelen, wier krachten te kort schieten, om het. onterfde deel van de be volking zelfs voorloopig te helpen aan slaapplaats, kleeding, stalling voor 'tvee. Toch heeft 'n ieder dagelijks gastvrij zijn huis, zijn schuren opengesteld. Maar de woningen zijn dan ook meer dan over bevolkt de vertrekken vol met vrouwen, kinderen, mannen, die er als arme land verhuizers zielig neerzitten bij de brokken geredden rommel. Ze slapen op den vloer, er is geen dek genoeg. Ze zitten op kisten er zijn geen stoelen. Ze eten van borden op hun schoot, omdat er geen tafels zijn We beginnen te zeggen, dat Staatspen- sioneering niet strijdt tegen het Katholiek geloof, maar we voegen er in één adem bij, dat het een verderfelijk stelsel is, dat wel in botsing koml met de duide lijk uilgesproken meening der Katholieke SI aa thuishoud kuilde. Volgens het algemeen gevoelen der Ka tholieke schrijvers is de algemeene Staats- pensioneering, zooals de Bond beoogt, staats-socialistisch. Dit is natuurlijk in wezen nog ee i heel sluk verwijderd van „sociaal-democra tisch"; want de aanhangers van de leer van het staats-socialisme willen de recht- streeksche leiding van de maatschappij overleveren aan den S t a a t, terwijl de vol gelingen van Marx wenschen, dat de maatschappij, met vernietiging van den Staal, zich zelve leide. Evenwel, beschouwen wij bedoelden Bond voor Staatspensioneering als een wegbereider en baanbreker der sociaal- demokralie en daarom noemden wij boven het streven van den Bond verderfelijk. Wanneer toch een onderneming van staats-socialistisch karakter slechts ge meen goed der arbeiders wordt, dan is zij een sociaal-demokratische maat schappij. De staat der staats-socialisten gaat dan ook in een sociaal-dcmokralischen over, zoodra de arbeiders de politieke macht in handen hebben, waarom door de socia listen naar het algemeen stemrecht wordt gestreefd. Alle Katholieken met uilzondering misschien der zoogenaamde christen-de mocratische partij, die in socialistisch vaarwater is geraakt hebben zich te gen Staatspensioneering verklaard. Men versta ons welwij zijn er niet tegen dat de arbeider op billijke voor waarden pensioen bekomt; integendeel prijzen we dat zeer. Waar we echter wel op tegen hebben is, dat de Staat alleen dit pensioen zal hebben te bekostigen, waardoor dan een verhoogde belastingdruk ontstaat, die voor verreweg het minst wordl gelegd op den arbeider. De pensioneering, wil zij billijk zijn, moet dan ook geschieden op kosten van én den Staat, èn den patroon, èn den arbeider. In dien zin heeft zich ook de R. K. Volksbond uitgesproken. Arbeiderspensioneering door don Staat alleen, hoe schoon 'took klinks, kan Versuft zijn ze er zwijgend samen bij '11 warme kachel, en elk oogenblik onder vinden ze aangrijpender wat dat isniets, niets meer op de wereld te hebben, geen stuk huisraad, geen verschooning voor de zuigelingen, geen cent om iets te koo- pen. Terwijl dé opofferende dorpsgenooten den voorraad zien slinken, bang voor den nieuwen dag, die voor zóóveel monden extra voedsel en nog telkens meer zal vragen. De autoriteiten zorgen, oogenschijnlijk rustig, dag en nacht, maar voort. Maar ze zijn wanhopend. Een zei er: de men schen beseffen toch hun toestand nog niet; want plotseling doodarm te wezen is vreeselijk, maar nog rampzaliger is 't, dat, met de akkers en de bedrijven, hun alle hoop benomen is, om 't er weer bo venop te halen. Net even spraken we nog burgemeester Van Gorsel, die, bijkans zeventig jaren oud, zich echt een vader voor zijn zwaar getroffen burgers toont. Bovendien wordt hij gedrukt door zijn verantwoordelijkheid als dijkgraaf van den bedreigden Reigers bergschen polder. Bij hem komt 'n ieder een om hulp en raad. En hoe zwaar ver moeid ook, houdt een prachlig plichts besef dien ernstigen grijsaard op de been. al sedert dagen, met slechts enkele uren nachtrust, en verwonderlijk van helder overleg. Op den middag, dat de Engelsche pol der in zijn gemeente werd verwoest, kwam niet worden verwezenlijkt; het wekt ver wachtingen op die niet zullen worden ver vuld, haart teleurstelling, die op hare beurt de bloeder is der ontevredenheid, de groote factor in de sociaal-demokratische propa ganda. Laat men onder ons meer ijveren voor het pensioneeren van ouderen van dagen, maar dan op den gezonden grondslag van pensioen, bekostigd door de belanghebben den, den patroon en den arbeider, met medehulp van den Staat. En laten de arbeiders zich niet lalen verblinden door de schoonschijnende voor spiegeling van pensioneering door den Slaat alleen. Dc watersnood en dominee Laman. De watersnood in onze provincie heeft aan dominee Laman van Zierikzee aan leiding gegeven tot een ontboezeming. In hot „Zeeuwsch Kerkblad" gaf deze min of me ?r duidelijk te kennen, dal de ramp moet beschouwd worden als een straf voor de boosaardige wijze, waarop de politieke slrijd het laatste jaar gestre den is. En hij wees op het opmerkelijke, dat de roede Gods gevoeld is, onmiddellijk na den politieken storm, aldus verband leggend tusschen de straf en den uilslag der verkiezingen. Hierop komt een inzender in de „Zierikz. Nb." zijn licht ontsteken door in ernst te verklaren, dat de ramp een straf is voor het. optreden van predikanten in den politieken strijd Zoodanige beschouwingen komen ons bedenkelijk voor. Wij gelooven, dat God in Zijn almacht de elementen in zijn hand heeft, en dat er zonder Zijn wil niets gebeurt; maar wij gelooven niet, dat dominee Laman, of wie dan ook, de aangestelde profeet zou zijn, die ons de oorzaak der natuurverschijnse len moet verklaren, iii verband met. de ondoorgrondelijke voorzienigheid Gods". Die oorzaken zijn niemand bekend dan aan God alleen. Men zal eens zien, welk gebruik bij' aanstaande verkiezingen de linkerzijde van dit geschrijf zal maken. „Het Volk" begint nu al. „Zie spot het blad, „het zal dan ook de heiligste plicht onzer klerikale pro pagandisten zijn, bij de volgende verkie zingen deze waarschuwende teistering door welgekozen leuzen in de herinne ring der kiezers levendig te houden. Het zal dan bijvoorbeeld luiden: „Kiezers, 't water ook aangesijpeld door den zee dijk die den Reigersbergschen polder moet beschermen. De noodklok werd geluid om 't mansvolk te hulp te roepen naar den bedreigden dijk, maar de meesten waren nog te werk, of waren naar 't. over stroomde land gesneld. Toch, voor de kom van 'tdorp dreigde hier nog grooter gevaar, en waarlijk, er sloeg een gat, ook de Reigersbsrgsche pol der liep blank. En van langs den straat weg gingen enkelen al vluchten, alle vee werd weg gedreven. Dat is een schrikke lijke nacht geweest. Wie elders al onl- erfd waren, liepen rond om hulp bij de menschen, die den nacht doorwaakten, sommigen op de daken van hun huizen, in angst voor de nieuwe ramp. De oude burgemeester-dijkgraaf bleef heel dien stormachtigen vreesnacht door op den doorweekten dijk, tot hij op 't laatst neerviel, en zijn heen verwondde. Naar huis teruggeleid moest worden. Maar wel dra was hij weer op post; en sedert laai; hij zich per rijtuig brengen waar men om hem roept. Onder de deskundige leiding van den gezworene waren 'n tweehonderd man nen, 'n iedereen die handen aan 't lijf had, 's nachts door bezig om do bres te dichten, en de zwakke plekken te verster ken, bij 't schijnsel van 'n zestig fiets lantaarns, totdat eindelijk 'I. maantje kwam. Van alle kanten reden de wagens zakken zand, palen, planken, stroo, en wilt Ge verdronken ossen, kiest dan de liberalen, wilt Ge levende ossen, kiest dan de klerikalen". Of: „Kiezers, denkt aan den stormvloed van 1906, die sa menviel met de terugkomst van Kuyperl" En aan de opmerking, dat juist die ge deelten van Zeeland, waar de rechtsche candidaat gekozen werd, ook zeer van den watersnood geledon hebben, voegt het blad sarcastisch toe Wenden wij den blik naar bet distrikt Beverwijk, waar Neerlands God telkens weer de Velser pont doet stranden om Passtoors' aanwezigheid in de Kamer te rechtvaardigen; zien wij 'naar de be rooide financiën van het ongodistisch stemmende Amsterdammerken wij met een vluchtigen blik op, hoe leelijk de puist aan het Rijksmuseum wordt, nu een liberaal ministerie aan het be wind is. Aan wie de schuld van dit geschrijf? Wij zijn weder de Goede Week ingetre den, de laatste dagen van rouw en boete voorafgaande aan het Paaschfeest, do her denking van de heerlijke bekroning van het goddelijk Verlossingswerk, do opstan ding van den Christus uit den dood. Waar, helaas, zoovelen ver afdwaalden, niet meer geloovend in de goddelijkheid der zending van Jesus, hun geluk zoekend in hot ein dige, in de valsche schittering van 'tgoen de aarde kan schenken aan geld en goed, vermaken en genot, heersch- en eerzucht, aan alles, wat van het hoogere afleidt, den geest benevelt en het hart tot onrust stemt, daar moeten wij, Katholieken, die het nooit genoeg te waardeeren voor recht bezitten den Christus te erkennen en te belijden als den Zoon van God, Zelf waarachtig God, de bewijzen onzer liefde en trouw in deze dagen verdubbelen. Zoo veel om ons heen herinnert aan de dagen van goddeloosheid en diep zedenbederf, toen de Heiland voor ons heil is Mensch geworden; terwijl Hij omwandelde op de aarde, drie-en-dertig jaren lang, zegenend en weldoende; toen Hij voor ons leed en stierf den smadelijken dood des Kruises, veracht en gehoond, bespot als een be drieger, Hij, in Wien geen zonde was, Wiens gansche leven één weldaad was geweest. Ook nu is de schare der onverschilligen en spotters groot. Ook nu halen duizenden en duizenden ongeloovig de schouders op ook nu herhalen duizenden en duizenden de satanische woorden der joden, die den zeilen om te dekken aan. Ze vochten als leeuwen, de verkleumde, afgematte kerels, tegen den overmachtigen storm. En einde lijk, 's ochtends hoopten ze dat 't gevaar dan tijdelijk gekeerd zou zijn, al hadden ze den hnlpdam nog niet boven vloed- peil kunnen krijgen. Maar 's morgens heel vroeg werden er. op den dijk opeens weer noodvuren ge brand. Wat ze met zooveel moeite hadden opgeworpen, sloeg de vloed weer weg. Fn opnieuw liep alles te hoop. Toen heb ben ze bij eb uit het schor de klei ge stoken voor een nieuwen cirkel, een boogs gewijze dam om 't gat heen, en gelukkig, die heeft tot nu toe nog gehouden. Inmiddels waren telegrafisch verschei den aannemers opgaroepen voor de be steding van 't herstellingswei-k. Een hun ner is 't. gegund. Die gaat nu met nieuwe ploegen den zwaar gewonden dijk genezen. Do schade, hier berokkend door 't water aan do velden van de grootdeels buiten- landsche eigenaars, valt echter weg bij de ramp van den Engelschen polder. De Reigersbergsche polder is in 1772 gedijkt. De dijk ligl 8.60 M. boven A. P. Er sloeg een gat in van 40 meter; daar ligt nu de cirkel buiten om, opgeworpen uit de schorklei, en rustend op de schor. Maar verder is deze dijk aan den binnen kant afgezakt over.330 meter. En 'tver trouwen is er nog niet weer in, bij de bewoners van deze aan de zee ontwoe kerde gronden, waar bij iedeT tij 't water zieltogenden Verlosser met tergenden spot toeriepen: „Zoo Gij in waarheid de Zoon van God zijt, kom af van het kruis I" Ook nu blijven duizenden blind en doof voor 'Lgeen zij zien en hooren. Zij huiveren soms bij de teekenen om zich heen; hun hart beeft bij de gedachte aan de ontzet tende ellende, door den vloek der booze daad opgeroepen, aan de toekomst, drei gend met wandaden en gruwelen zonder tal of maat; maar zij sluiten oogen en ooren, en als de oude heidenen roepen zij zich-zelf en gelijkgezinden, gelijkver- stokten, toe; „Omkransen wij ons met ro zen, zwelgen wij uit den beker der vreugde, verdooven wij ons in den zwijmelroes van het zinnelijk genot, want morgen zijn wij dood Zeggen wij, in scherpe tegenstelling met die dwazen, die vrijwillig blinden en doo- vcnbestrooien wij onze hoofden met as- sche, trekken wij aan het kleed der boet vaardigheid en der versterving, opdat wij niet worden prijsgegeven aan den eeuwi gen dood, opdat wij leven het Leven, dat de Christus ons door Zijn Lijden en Dood heeft verdiend, het leven der Genade, het leven der kinderen Gods. En in ruil voor de bespotting, die ook ons treft als vol gelingen van Gods Zoon, van den ver smaden Christus, Die heeft voorzegd, wat tot het einde der wereld het lot zou zijn van wie Hem zouden aanhangen en die nen, in ruil voor dien spot een bede voor de onverschilligen en spotters, op dat zij zien mogen en hooren en zich be- keeren. Het „Vader, vergeef het hun, zij weten niet wat zij doenl" maken wij die woorden van vergeving, door den ster venden Meester aan het kruishout gespro ken, tot de onze; denken wij aan de verre afgedwaalden niet met ernst en toorn, maar met Christelijke naastenliefde en me delijden. Zij zijn in al hun vermeenden rijk dom zóó arm, en wij, ook in armoede, zóó rijk I (Zondagsbl. Tijd.) FRANKRIJK. Groote opgewondenheid heerscht en neemt nog toe rondom de mijnen van Courrières. De „Matin" vertelt: Woensdagavond keerde de mijnwer kersgedelegeerde Simon uit de mijn te rug, waar hij met eenige kameraden een onderzoek had ingesteld. Omringd door een dichte menigte begaf hij zich naar een herberg, waar hij meedeelde, dat hoog bovenuit komt aangedrongen. Alom bezorgde gezichten, afgematte angstige, moe-gesjouwde, suf-gedachte menschen. Waar moest het heen; twee honderd-zes-en-vijftig mannen, vrouwen, kinderen, alleen in deze streek staan dood-, dood-arm aan den dijk, en staren in hun hopelooze toekomst. Waar je binnengaat, de zelfde ontroe rende klachten„Ik zij m'n huusje en m'n akker kwijt!" M'n vee verdronken! Geen kleeren voor de wichtenVerwezen zit ten ze bij de pakken neer. Op den terugweg naar 't station liepen we nog even in 't klooster van de paters- capucijners binnen. Er zijn verscheiden vertrekken voor de vluchtelingen inge ruimd. Daar liggen de zieken, die de vloed heeft overvallen; op matrassen werden ze er doornat heengedragen, de jonge moe ders met zuigelingen, een lamme vrouw die op 'n kruiwagen door 't water heen gered is; oude mannen zitten er wezen loos te beven met tranen op hun doffe oogen. Een blinde grijsaard tast angstig door de vreemde kamer rond. En de lang- baardige monniken in hun kemelhare pijen brengen aldoor boterhammen, warm drin ken aan; spreiden bedden, willen troosten. Eén vrouw vertelt: toen 'kdacht dat ik ze allemaal achter me aan had, miste ik de jongste nog. Tot aan den hals toe is ze door de golven heen geworsteld om 'tkind te halen.Maar nu hebben we geen huisje meer, en geen eten, voor de

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1