No. 41.
Donderdag 5 April 1906.
Tweede Jaargang.
FEU1LLETON.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Grepen uit de Kamer.
UIT DE JPERb,
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de
ab'onné's per 3 maanden0 371/,
VERSCHIJNT
eiken
MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reciameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs
Goesche Watersnood-Comité.
Vorige opgaaf f7654.685
Nagekomen gift collecte f 1.-
X. N. Rolduc f 2.50
F. A'dam f 2.50
A. Hilversum f 12.50
.1. C. Gladbach f —.75
V. Turnhout fr. 100 f 18.
v. A. A'dam 1' 10.
v. d. P. v. d. V. Eindhoven f 5.
D. Roosendaal f 1.50
li. Geldrop f 10.-
W. K. d. T. A'dam f 25
Armbestuur 's Heer Abtsk-erke f 75.
N. N. f 10.—
L. R. Groningen f 5.
Normaalschool Goes f 11.30
N. Leiderdorp*1. f 2.
Inschrijving „tte Zeeuw f 2.
inschrijving „Nieuwe Zeeuw-
sche Courant" f 38.66
Totaal f 7947.39s
a. h. Prov Com. afgedragen f7000.
Nog in kas f 947.395
.f o s. W i t k a m,
penningmeester.
Provinciaal Watersnoods-Comifé.
De penningmeester van dit comité ont
ving nog de volgende giften uit:
Zeeland:
Collecte Veere f 192.005, collecte openb.
school Veere f 8.665, collecte Vrouwepol
der f 270.15, collecte openb. school Ga-
pinge f 2.96», K. en d. K. Middelburg,
f 52.50, C. W. L. te K. f 10, Dir. post en
telegrafie, Krabbendijke f 4.50, collectes
Axel f 1746.15, Wblphaartsdijk f 1290,
Kortgene f 155, Graauw f 275, Schoon-
dijke f 660, Noordwelle f 445 en IJzendijke
f 1165.52; uitvoering Kinderkwartet te
Middelburg f60;-G. J. S., Middelburg,
f2.50; winst op prentbriefkaarten in de
cantine f 1.33naaivereeniging 'sHeeren
Loo f5; collecte Arnemuiden f318; col
lecte Kapelle f667.55; collecte B.ezelinge
f372.70; collecte restant Koudekerke
f 163.75, dus totaal f663.75; Zangver.
Vooruitgang zij ons doel, Gapinge, f 7.50;
collecte restant Schoondijke f 7collecte
Cadzand f 936; collecte restant Noordwelle
f3.80; D. to K. f 1.50N. N. Colijnsplaat
f 1; collecte Zondagsschool Zuidzande
f8.65; collecte restant Wolphaartsdijk
f 1.195 en A. L. Oostkapelle f250
Nederland:
W. S„ Leeuwarden, f 100* E., idem,
f 1.50, wed. C. d. F. en H. H. Zwolle,
f20, N. N., Santpoort, f 5, L. II. te 1L,
f 100, coll. Postkantoor, Amsterdam,
£12.35, W. B. v. B., Santpoort, f25, uit
een quadrillepotje, Boskoop, f 10, van een
tooneeluitvoering, iJsselmonde, f81.93, P.
G. J.Cz., Dordrecht, f24.50, Marielje B.
d. H., Amsterdam, f5, d. B., Haarlem,
f 10, S. v. Alkmaar, f 10, E. S„ Bussum,
f5, ,1. C. d. B., en C. S„ Dordrecht, f3.50,
coll. Ned. Herv. Kerk, Barchem, f 2,35, W.
v. R„ Rotterdam, f3, M. A. C„ Amster-
VI.
Het zwaar gemetselde koetshuis is neer
gebroken ;'het dale heeft tal van nog nieuwe
luxe-rijtuigen verpletterd, en ineen gedron.
gen. In het puin van de paardestallen -ligt
het bebloede cadaver van een merrie.
Zware machinerieën verbrijzeld en ver
deukt tusschen de muurklompen in.
Overal zijn de twee-steens gevelmuren
neergehaald en in enorme blokken ver
broken. Een stoommachine in elkaar ge
knepen onder een dak. Daar achter raak-
te een zwemmend paard vast op een steo-
nen beer, en verdronk zoo. Midden in de
leeggeslagen put is een kar verzakt, gin
der ver de malle jan. Het gebouwen-com
plex van de timmermanswerkplaatsen ge
raseerd; landbouwwerktuigen van duizen
den kilo's zwaar zijn opgenomen en ein
den loopens ver weer weggeslingerd.
Hier zijn we den dijk dicht genaderd;
(j,oor de enorme bres heen, komt over
enkele uren de vloed uit zee weer op,
om 't alles van de ruïne nog weer verder
te verSpoelen en te verdrijven.
Er is ook nog niets geruimd, 't Ligt alles
nog zooals de stormvloed 't achter heeft
gelaten. De menschen zijn te ontsteld, om
in den chaos reddering te brengen. De
getroffenen durven zelf de verwoesting in
den vollen omgang nog niet te verkennen.
En wat baat het; er valt immers toch
dam, f 10 en B. v. S. Zeist, f2000; Mej
W. B. Haag, f 100, mej. N. v. K., Gouda,
f 10, twee ambten, der post en t-elegr.,
idem f 2, V. d. B. v. V., X., f 25, door
M. II. B. en Z. f 10.44», Ass. Mij. De
Nederlanden van 1845 f 200, van dé
„Nieuwe Courant", Haag, f2.50, uit Har-
denberg f 50, S. J., Amsterdam, f 60, W.
II. B., Kinderdijk, f5, A. J. T., Princen-
hage, f 3, inzameling te Arnhem f 124.50,
dir. onderw. en leerl. Chr. Normaalschool,
Haag, f 18.25, N. N., Leiden, f 25, E. M.
T. v. K. en S. C. d. S„ Laren, f 15, eenige
ingezetenen van Ni-euwendam f 40.30. ke
gelclub „Excelsior" F. C. 0., Amsterdam,
f5.50, O. A. D. T., idem, f50, coll. I. B.
Rotterdam, f 16.75, van een briev-enbestel-
ersfe-estje, Dordrecht, f8.045, korfbalclub,
Bergen op Zoom, f 10, F., Haag, fö, S.
J. D. te Z, f 10, G. A. J. te Amsterdam
f 2.50, Alg. Ned. Verbond, Dordrecht,
f56.14, I. J„ Amsterdam, f25, coll van
Oostburgsche jonge dames te Amsterdam
f 44.50, speelclub van de koopmannen,
idem, f 5.25, en L. P. D o. t. N., idem,
f 100.
Buitenland':
N. J. F. d. J. v. E:, Genua, f300 en
J. H. G., Berlijn, f 50, N. v. L., Londen,
f10, G. S„ Berlijn, f 11.79, II., id., f 10,
A. D. d. M. O., Wiesbaden, f 100, en H.
S. J. M., Louden, f 25.
Nog steeds houdl de Tweede Kamer
zich onledig met de behandeling van hel
belangrijke arbeidscontract.
'tWil daarmee niet boteren.
Ofschoon de tegenwoordige minister van
Justitie reeds de derde verzorger is van
dit wetsontwerp, blijft het nog altijd amen
dementen en sub-amendementen regenen.
Dat onze Staatsmachine helaas, lang
zaam werkt, is bekend; maar bij een zoo
treuzel igen gang van zalten, ais zij bij
de behandeling van de arbeidsovereen
komst te aanschouwen geeft, kan gereéde-
lijk aan eUn defect aan die machine wor
den gedacht, en gezegd, dat er nog al
wat hapert aan onze wijze van wetgeving.
Ook de socialisten zijn van meening, dat
er meer spoed achter kon worden gezet,
maar werpen de schuld op de onvoldoende
capaciteiten der Kamerleden, althans zoo
doet „het Volk".
Maar dat voor zulk -een bewering
een groote dosis brutaliteit noodig i's,
weet ieder, die kennis genomen heeft
van de treurige aftakeling, die T a k
moest ondergaan bij de behandeling
van hetzelfde arbeidscontract, toen
hij bewezen werd, juist niet tot de best
ingelichte Kamerleden te behooren.
haast niets meer te herstellen, alles is
vernield door de titaansc-he krachten van
de golven.
En bovendien, de rapste handen zijn
nog noodig waar erger kan voorkomen
worden. Om de wonden in den dijk van
den Reigersbergerpolder te heelen, dat een
zelfde onheil niet daar zal treffen.
Hier, in dien eersten Bathpolder is heel
de dijk immers vernield, in een reeks
van wijde gaten, waar de stroom onge-
stuit zijn weg doorheen neemt. En de
boer, die ons geleidde, zeiZe zouden
dezen polder wel niet meer kunnen dijken,
tenminste in de eerste tijden niet. En dan
nog, als de Engelsche maatschappij de
kapitalen hiervoor beschikbaar had, hoe
veel jaren zou de grond dan nóg behoe
ven om zijn groote vruchtbaarheid terug
te krijgen? Trouwens, de heeren van het
Engelsche bestuur hadden te beslissen, zij
maakten juist hun ron'degang-
Wat zou er worden van die boeren der
verwoeste boerderijen, van den directeur
na zóó'n onoverkomelijke ramp-, van de
massa's arbeiders. Hun' huizen, hun huis
raad, hun land, hun bestaan... 'twas
immers alles weg. Voor de geredde paar
den was er geen werk, voor 't geredde vee
geen voedsel en geen stalling meer.
Nu keeren we terug naar den binnendijk
die den eersten van den tweeden fiath-
schen polder afsnijdt en doorloopt tot een
eind over het breede schor dat buiten de
Ooster-Schelde omzoomt. Hier is ook een
kapitale boerderij verdronken, zijn 'n vijftig
Een voornaam punt, waarover veel mee-
uingsverschil ontstond, was het volgende:
Een patroon mag, volgens het behandel
de art. 1637 1. B. \V„ niet anders dan
in bepaalde vormen (geld, gereedschap
pen, kleeding, woning enz.) het loon uil-
betalen.
Nu rees de vraag, wat er moest gebeu
ren, zoo de patroon daartegen zondigde.
Dan moest hij worden gestraft, maar op
welke wijze
En is nu bepaald, dal de patroon, die
een arbeider op onwettige wijze heeft uit
betaald, zal verplicht zijn, denzelfden ar
beider nog eens in geld opnieuw te be-
loonen, maar dan te moeten geven vijf
maal de geldswaarde van het onwettig
uitbetaalde loon.
Dat een patroon bij onwettige uitbeta
ling dient gestraft, niets meer dan na
tuurlijk; maar bij nadere beschouwing der
nu vastgestelde regeling blijkt, dat d-aar.n
voor den arbeider een groote prikkel is
gelegen om te zijnen voordeele een pa
troon onwettig te cioen uitbetalen.
De straf van den patroon kan hier wor
den een voordeel voor den werkman; en
dit is ft. i. in strijd met de rechtvaardigheid.
De straf, door den nalatigen patroon
te ondergaan, had niet moeten worden
bepaald in het Burgerl. Wetboek, maar in
de arbeidswet.
In dien geest sprak dan ook mr. A a 1-
berse, zonder evenwel voldoenden steun
te verkrijgen.
Het volgende voorbeeld nog om de wer
king van-bedoeld artikel aan te toonen:
Stel, een patroon geeft zijn werkman als
weekloon f 7.50 -j- 10 borrels, in plaats
van f 8.
Nu zal, volgens het aangenomen artikel
die werkman zijn patroon kunnen dagvaar
den na één jaar, om hem te betalen 52 X
50 X 5 cent. f130, terwijl de waards
van het in ongeoorloofden vorm ontvan-
gene slechts 50 X 52 cent f 26 bedraagt.
De werkman heeft er dus in dit geval
voor f 100 belang bij, dal zijn patroon
hem onwettig uitbetaalt.
Men ziet hieruit, dat bedoeld artikel
aanleiding kan geven tot onrecht en om-
koqperij, waarom het te betreuren valt,
dat de straf voor den patroon op deze
wijze in het burgerlijk wetboek is geregeld.
Er in ge w e r k t
Tot schoolopziener in het district Mid-
wdningen geruïneerd, ten deéle neerge
slagen. Onder langs dien dijk strekt zich
'een heele rij: huizen uit, waar kleine nij-
veren woonden, een bakker, een wagen
maker, winkeliertjes. Toen, een kwartier
na den eersten, de tweede Bathpolder over
stroomd werd, spoelde heel die lange reeks
van woningen open, en huisraad, vee, de
magazijnvoorraden, hun geld, hun werk
tuigen, dreven roekeloos weg.
In één dier huisjes zat een oude vrouw
met één been, bij naar ongelukkige doch
ter; zij werden door 't water heen gered.
Toen hier in dien dijk het gat sloeg,
zoog de stroom een mosselvisscher, een
hoogaars met volle zeilen, uit de Ooster-
scheide daar doorheen den polder binnen,
't Schip heeft er uren rondgezeild, en eerst
bij ebbe kon het, door liet gat, wéér buiten
komen.
De middendijk, waar wij nu over gaan, is
door de golven van beide kanten, ook
bedenkelijk afgekalfd en verzwakt. Achter
den zeedijk stond het huis van den dijk-
baas; daar sloeg juist de breuk in, en
het water vermorzelde die steenen wo
ning tot niets dan heel fijn gruis, dat
over de weiden twen ver uitgespreid ligt.
Al die arbeiders, die hier een stukje grond
gepacht hadden van de Engelsche maat
schappij zijn er hun broodwinning kwijt.
Hier ook woonde die zieke man van 96
jaren, die in zijn bed tol aan den zolder
opgelicht werd; maar dien zelfden nacht
vertelt onze leidsman lag de oude
ongedeerd bij mij voor 'tvuur.
delburg is benoemd de heer W. Jansen,
hoofd van een Christelijk Instituut te
Utrecht.
Een benoeming, die geen verwondering
behoeft te wekken.
De heer Jansen toch staat bekend als
een kundig man, als een bekwaam onder
wijzer en als een paedagoog van naam.
En wat zijn staatkundige richting aan
gaat zoo slaat zijn voorganger, de heer
Blum, bekend als een zeer beslist anti
revolutionair, benoemd onder het Mini
sterie Pierson-Borgesiusterwijl de heer
Jansen, zijn we wel ingelicht, tot geen
enkele partij behoort, misschien zich het
meest verwant 'gevoelt aan de politieke
richting van Dr. De Visser.
Indien Borgesius een Antirevolutionair
als den heer Blum kon voordragen voor
het district Middelburg, dan is er zeker
nog minder reden voor de vrijzinnigen
om captie te maken op Rink, die een
man voordroeg, van wien 'tniet eens be
kend is of hij wel behoort tot de politieke
geestverwanten van Dr. d-e Visser.
En toch jammert de „Midd-elburgsche
Courant" over die benoeming.
De vrijzinnigen in Zeeland, en ook in
Walcheren, hebben in Juni van het vorige
jaar zoo dapper gestreden, om aan „de
toen heerschende regeeringspartij in de
Tweede Kamer haar overwicht te ontne
men". En nu wordt daar e-en christelijk
schoolhoofd benoemd, zoo klaagt de „Mid-
delburgsche".
Ze verzuimt echter met een paar klei
nigheden rekening te houden.
Vooreerst, dat. van de drie Zeeuwsehe
leden voor de Tweede Kamer er twee
voorstanders zijn van het christelijk on
derwijs, mannen van Rechtsterwijl een
ander lid, de heer Patijn, slechts ten deele
Zeeuwsch afgevaardigde zou kunnen ge
noemd worden.
De niet-vrijzinnigen hebben alzoo min
stens even dapper als de vrijzinnigen ge
streden bij de Juni-stembus maar voor
het behoud der „toen heerschende regee-
rings-partij"; en aangezien van de twee
districts-schoolopzieners in Zeeland in de.
laatste jaren de een (die van Goes) een
voorstander van hel openbaar onderwijs,
en de ander (de heer Blum) een vriend
van het bijzonder onderwijs is zoo
bleef Minister Rink slechts in de lijn, toen
hij den heer Jansen voordroeg.
En in de tweede plaats, als de „Mid-
delburgsche" klaagt, dat de vrijzinnigen
geen loon voor hun „dapper strijden bij
de stembus" ontvingen, verstaan wij hel
niet, hoe zij met heel de vrijzinnigheid"
zooveel rumoer maakte, toen onder bet
Ministeric-Kuyper hier en daar mannen
van Rechts tot schoolopzieners werden
benoemd.
Mogen de vrijzinnigen wel, en de ande
ren ge-en loon ontvangen op hun „dap
per strijden aan de stembus"?
Voelt nu de „Middelburgsche" niet, hoe
ze zich er in werkt(Stand.)
Een weduwman is er bezig uit het puin
van zijn huisje de nog gave dakpannen
te zoeken en op te tassen. Verleden jaar
had bij deze woning geërfd. Een boerin-
neke is haar poes gaan zoeken; en ze
heeft 't arme dier zoowaar gevonden,
draagt het warm in haar armen naar de
buren, waar ze onder is gebracht. E-en
jongen heeft in een holletje tusschen brok
ken steenen zooevcn nog een levende kip
geërfd.
Zoo komen wij aan hel uiteind van den
dijk. Juist op den hoek, nog 'n pas of
wat, en we staan aan den rand van de
doorbraak, 't Is ontstellend, zooals het wa
ter de zware steenglooiing, met enorme
stammen nog versterkt, weggescheurd
heeft, en met den lioogen heuvel van klei
en zand verspoeld, in oen -enkel oogen-
blik. Wij zien neer in een afgrond, nu 't
water bij de eb zoo laag is; oe.ii bres
van zeker 'n honderdvijftig meter diep.
Daarachter is de grond uit den dijk op
gekomen tot een hooge kleiplaat. boven
't schor uit. Maar de stroom heeft er zich
aanstonds een geul doorheen gebaand;
daar jaagt hij vliegend door. En als zoo
de vloed komt, wordt 't boven dien nu
drogen polder weer alles woelige zee.
Van hier zien we uil tol aan 't zwaarst
geteisterde eiland Tholen.
Boven op den dijk staat, meer binnen
waarts, nog één steenen huis. 't Eenige
dat nog bewoond is, in heel den polder,
't Is familie van den rlijkbaas. De menschen
vertellen; hoe z.t van alle kanten 't water
FRANKRIJK.
De plicht der F r an s c he Katho
lieken. In een artikel getiteld„De
plichten der Katholieken in Frankrijk
onder de tegenwoordige omstandig
heden" merkt de „Osservatore Romano"
op, dat, men in Fransche Regeerings-
kringen gehoopt had op een lijdelijke hou
ding van de Katholieken bij den invalt
in hun kerken en dat men zeer verrast
was door hun wettigen tegenstand. De
naderende algemeen© verkiezingen voor 't
parlement gebieden hun eendrachtig saam
te werken, ten einde zooveel mogelijk de
schade, toegebracht aan de belangen van
den godsdienst, te herstellen. Zij mogen
hun krachten niet versnipperen en aldus
spelen in de kaart hunner tegenstanders.
De „Osservatore" spoort de Fransche Ka
tholieken aan zich op de hoogte van de
omstandigheden te toonen, en door te ge
hoorzamen aan het woord des Pausen,
die met alle kracht aandringt op volko
men eensgezindheid, een goed werk te ver
richten in het belang van het vaderland,
van den godsdienst en van d-e beschaving.
Zondag zijn de beide dappere aanvoer
ders van het kleine troepje overlevenden,
die zoo miraculeus uit de mijn gered zijn,
te Lens geridderd door minister Barthoux,
die heil beiden -eigenhandig het kruis van
het legioen van eer op de borst heeft ge
speld. Zijn eerste bezoek gold de 13 ge
redde arbeiders, en naar Neny toegaande,
schudde de minister met warme hartelijk
heid diens handen en zeide„Mijn waarde
Neny, ik wensch u van harte geluk met
uw moed, uw doorzettingsvermogen, uw
dapperheid, en ik acht me gelukkig, u
namens de regeering het kruis van het
Legioen van eer te mogen overhandigen".
Maar Neny maakte e-en weigerend gebaar
en antwoordde„Neen, monsieur le mini-
strel Pruvost heeft er meer recht op dan
ik. Geef 'them!" De minister glim
lachte, ging naar Pruvost, spelde hem,
onder groote ontroering van den pootigen
arbeider, het kruis op het schoone, witte
hemd, schudde hem de hand, en kwam
toen weer bij Neny's bed terug, zeggende
„En nu zal je 'twel willen hebben, niet
waar", en haalde een tweede kruis te
voorschijn en bevestigde het op zijn borst.
Aan alle andere geredde werklieden drukte
minister Barthoux vervolgens de hand en
overhandigde hun een gouden medaille.
In antwoord op de interpellatie van
Basly over de mijnramp, hield minister
Barthou eeno rede, waarin hij zegt dal
een ernstig onderzoek onder alle waar
borgen van onpartijdigheid is ingesteld en
dat vóór de beëindiging van dit onder
zoek elke blaam of maatregel gevaarlijk
en voorbarig zou zijn. Hij verdedigt 'de
ingenieurs tegen de grove beschuldiging-
dat zij meer gedacht zouden hebben aan
de redding der mijnen, dan aan die der
hebben aan zien beuken, hoe 't gal sloeg
met een dreuning die hier hun muren
deed scheuren. Daar liggen diepe spleten
in. En 't water kwam door den dijk heen
op, zoodat. 't door de naden in den vloer
hun woning binnensijpelde. Daar is hij
dus ook bedenkelijk ondermijnd. De dijk-
baas voorspelde nieuwen storm, die, la
ter, met den vloed ook opstak, en som
ber over de beslijkt:' vlakten aan kwam
gieren.
Nu keerden we weer terug. Overal in
de ontwrichte en ontredderde huizen zag
je de bewoners zoeken, naar wat de stroom
nun nog mocht hebben gelaten. Wat ze
vonden onder '1 slik, was doorweekt, be
dorven.
Toch zong een vlucht lente-vogels weer
lustig bóven de verwoesting uit. De men
schen vertelden met tranen in de oogen
van hun verdronken beesten De ge
redde schapen zwierven langs den berm
en knaagden de aangespoelde knollen aan,
maar lieten ze dan weer, want ze waren
te zout -doortrokken.
Inderhaast werden hier en daar bussen
aangeslagen voor de vreemdelingen; met
een plank erboven-erkende collecte. Docli
er waren haast geen nieuwsgierigen ge
komen door 'tnalte snee uw weer ovér den
bedreigden spoordam.
(Wordt vervolgd.)