I
Donderdag 1 Maart 1906.
Tweede Jaargang.
No. 26.
ioes.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Gemengde Huwelijken.
UIT DE PE Rb,
BUfTENLASm
BINNENLAND.
Van onze Eilanden
12 7, uur.
per week.
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de
abonné's per 3 maanden0 311/1
VERSCHIJNT
eiken
MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
Reclameberioliten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
In het Vasten-mandement waarschuwen
HH. DD. HH. de Bisschoppen van Haarlem
en Utrecht dringend tegen den meer en
meer voortwoekerenden kanker der gei
mengde huwelijken.
Ook in Zeeland heeft dat kwaad groote
afmetingen aangenomen.
Daarom kan het zijn nut hebben iets
mede te deelen uit het juist verschenen
Vlugschrift no. 5, dat uitgegeven wordt
door de apologetische vereeniging St. Pe
trus Camsius en het Centraal Bureau der
K. S. A., en dat over „gemengde huwe
lijken" handelt.
In het vlugschrift wordt niet gespro
ken over huwelijken van een Katholiek
met een ongedoopte, het bedoelt meer be
paald het huweljjk van een katholiek met
een protestant.
Welnu, het huwelijk van een katholiek
met een protestant is wel geldig, maar
niet geoorloofd. Het is verboden door god
delijke en kerkeljjke wet, en de reden van
dit verbod ligt in het gevaar veor de
katholieke partij en voor de kinderen, die
uit het gemengde huwelijk voortspruiten,
van het geloof te zullen verliezen, of ten
minste daarin te -zullen verflauwen.
Het is verboden door de kerkelijke wet.
Doch wanneer wij de redenen nagaan,
waarom de Kerk dat verbod heeft uitge
vaardigd, dan zien wij, dat die wet niet
is louter en alleen een kerkelijke^wet,
maar dat zij ten nauwste samenhangt met
de natuurwet en dus met de wet van
God zelf.
Een viertal redenen noemt Paus Leo
XIII in zijn encycliek over het huwelijk.
Van de gemengde huwelijken zegt hij dan
lo. „Zij leveren gevaar op voor het ge
loof van de katholieke partij". En terecht.
Want al valt de katholieke partij ook niet
geheel en al van het geloof af, onge
twijfeld ontstaat vooraan een groote moei
lijkheid om de plichten van haar gods
dienst en de wetten harer Kerk na te
leven, en is derhalve het gevaar volstrekt
niet denkbeeldig,, dat zij in een verder1
felijke lauwheid zal vervallen ten opzichte
van ,de belangen harer zaligheid.
2o. „Zij belemmeren een goede opvoe
ding der kinderen."
3o. „Dikwijls zullen zij er toe leiden,
dat men alle godsdiensten gelijkelijk even
hoog gaat schatten."
4o. „Het is niet te verwachten, dat har
ten, die niet eensgezind zijn op het punt
van godsdienst, eenstemmig zullen zijn in
andere dingen." Hét is immers duidelijk,'
dat de nauwe zielenverwantschap, waar
door Katholieke echtgenooten kracht en
steun bij elkander vinden, niet alben -ge
mist wordt in een gemengd huwelijk, maar
zelfs heslist wordt tegengewerkt door het
verschil van godsdienst. Want wanneer
twee personen, die zoo nauw aan elkander
verbonden zijn, zelfs niet eenstemmig den
ken en voelen in de allerbelangrijkste zaak
des levens, waarin kan dan verder wel
eensgezindheid bestaan? Het is dan ook
zeer merkwaardig, dat de oüde Romeinen,
die toch heidenen waren, dit zelfs begre
pen. In, hun recht bestond een bepaling,
dat de vrouw, indien zij een anderen gods
dienst beleed dan haar man, haar eigen
godsdienst moest verlaten en dien van
haar echtgenoot omhelzen.
Uit deze redenen blijkt, dat de wet der
Kerk, die de gemengde huwelijken ver
biedt, ten nauwste samenhangt zoo
als wij reeds zeiden met het natuur
recht en dus met het goddelijk recht.
Maar, zoo merkt misschien de een of
ander op, de Kerk dispenseert toch in die
wet:'wanneer dan de Kerk dispenseert,
en het gemengd huwelijk toestaat, dan
zal het toch zoo kwaad niet zijn, zulk
een huwelijk aan te gaan.
Daar valt dit tegen te zeggenhet ge
mengd huwelijk is niet zondig in zich
^clf en onder alle omstandigheden: was
dat het geval, dan kon de Kerk niet dis-
penseeren, dan kon de Kerk het onder
géene enkele voorwaarde toestaan. Maar
het gemengd huwelijk is «ene zonde we
gens uitwendige oorzaken, die gewoonlijk
aanwezig zijn, vooral omdat het nu eens
meer, dan eens minder eene naaste ge
legenheid tot zonde is. Daarom, slechts
dan, wanneer dringende redenen voorhan
den zijn, kan de Kerk toegeven, dat de
katholieke partij de zorg voor haar zie
lenheil in zoo'n belangrijke mate ver
zwaart.
In deze en dergelijke gevallen kan de
Kerk zeker, om grooter kwaad te voor
komen, de sluiting van het gemengd hu
welijk toestaan, door te dispenseren in
haar verbod. Doch dan nog is haar dis
penseeren geen goedkeuren, maar enkel
een toelaten van hetgeen zij niet beletten
kan; dan nog geeft zij de dispensatie met
bloedend hart, evenals eene moeder het
toelaat, dat men haar kind een vinger af
zet, om de geheele hand te redden.
En waarom?
Omdat dat huwelijk óf wel godsdienst
loos zal zijn, óf wel de voornaams le voor
waarde tot eep gelukkig huwelijk erin ont
breken zal, de eenheid n.l, van hart en
ziel. In zulk een huwelijk zal men den
godsdienst tamelijk op zij moeten schui
ven: anders zal er verschil van meening
ontstaan; want datgene, wat de Protestant
als afgoderij, of op zijn minst genomen,
als een erbarmelijken waan veroordeelt,
dat moet de Katholiek als het heiligste
beschouwen.
Maar er is nog iets anders. Wij spreken
over een huwelijk, dat met dispensatie
is aangegaan, waarvan dus de kinderen
katholiek moeten worden opgevoed. Welk
een schadelijken invloed moet. het gemeng
de huwelijk nu niet hebben op de op
voeding van die kinderenEr buiten ge'-
laten nog, dat de ouders gewoonlijk op
godsdienstig gebied onverschillig zijn,
moet de omstandigheid alleen, dat vader'
en moeder van verschillenden godsdienst
zijn, schadelijk worden voor de vastheid
van 't geloof der kinderen. Wat moeten die
kinderen denken, wanneer vader een groot
deel van den catechismus voor een ver
ouderd bijgeloof houdt, wanneer moeder
daarentegen verklaren moet, dat de pro
testantsche leer van hun vader een dwaal
leer is
Stelt het kind, dat zich tot de eerste
H. Communie voorbereidt, in een gezin,
waarvan vader pf moeder protestant is.
De protestantsche partij zal natuurlijk met
het kind nimmer over de komende gebeur
tenis spreken, nimmer naar zijne vorde
ringen vragen. En gebeurt het al, dan
moet die vader of moeder voor dat kind
huichelen. En de roomsche parlij zal
niet, als de ander erbij is, met het kind
openhartig kunnen spreken. Denkt gij,
ouders, dat zulk gen opvoeding niet een
allérongunstigsten indruk maakt op het
.hart van het kind? Het gevoelt het gemis
aan belangstelling in die zaken, die hem
in de kerk worden geleerd. De zaden, die
daar in den bodem zijner ziel zijn neer
gelegd, kunnen in den kouden atmosfeer
van het huisgezin niet tot ontwikkeling
komen. En de dag der eerste H. Communie,
nu ja, hij zal gevierd worden; maar het
zal niet de dag zijn die als een zon zijn
verdere leven zal verrichten, zooals dat
bij de andere kinderen is, wier ouders
beiden de groote vreugde van het kind
ten volle deelen.
Nemen wij een ander voorbeeld. Het
kind is op de werkplaats gekomen, of,
wanneer het tot den meer bemiddelden
stand behoort, op een school van uitge
breider ontwikkeling. Op die werkplaats
of op die school zal het in aanraking
komen met personen, die moeilijkheden te
gen zijn geloof of zedenleer zullen maken.
Wat gerustheid voor het kind, als het
thuis van vader en moeder hoort, hoe
de moeilijkheid moet worden beantwoord.
Wat een kracht zal het hem geven, te
weten, dat vader en moeder dezelfde vaste
overtuiging bezitten over het aangevallen
punt. Doch, veronderstelt eens, dat vader
of moeder protestant is. Wat zal hij dan
verstoken zijn van hulp 1
Beiden denken immers niet eenstemmig
over de gestelde vraag I Misschien zelfs
is de moeilijkheid, die gemaakt werd, er
een van protestantsche zijde. Dan zal het
kind in geen geval steun van zijn ouders
vinden; misschien zelfs zal twist en twee
dracht in het huisgezin het gevolg zijn
van het stellen zijner vraag. Ja, het ligt
zelfs voor. de hand, dat het kind in de
meeste gevallen niet eens er aan zal den
ken, eene oplossing aan zijne ouders te
vragen. Er wordt immers thuis nooit over
godsdienstige vraagstukken gesproken. En
zoo vindt het kind bij degenen, die door
God zelf als zijne opvoeders zijn aange
steld, niet het geestelijke voedsel, dat hem
zoo noodig is.
Daar is nog een andere omstandigheid
in het leven van het kind, die voor later'
van het allerhoogste belang is. Het is
n.l. het oogenblik, waarop het zelf voor
de keuze staat om een levensgezel of ge
zellin te nemen. Allergewichtigste tijd,
oudersVoorlichting en leiding van den
kant der ouders is bij deze allerbelang
rijkste zaak zeker gewenscht en noodza
kelijk. Maar zal het kind uit een gemengd
huwelijk wel om raad en daad bij zijne
ouders aankloppen? Het is immers nu
zelf zoo oud geworden, dat het toch weet,
dat vader en moeder, toen zij zelf voor
een keuze stonden, ook niet gehandeld
hebben volgens den wil hunner ouders;
of althans, dat zij te werk zijn gegaan
zonder zich te storen aan de Kerkelijke
wet, die het hun verbood. En, wanneer
vader of moeder het zou wagen, om uit
zich zelf een waarschuwend woord te doen
hooren, is hA dan niet to verwachten
van een kind, dat zulk een gebrekkige
godsdienstige opvoeding heeft genoten, dal
het aan zijn ouders hun eigen gedrag zal
voorhouden, en alle raadgevingen in den
wind zal slaan, zeggendgij hebt het toch
zelf ook gedaanal is dat dan ook
hoogst onredelijk? De onderyinding leert
dan ook overduidelijk, dat kinderen, uit
gemengde huwelijken gesproten, ook veelal
zelf wederom gemengde huwelijken sluiten
zullen. Denkt om de gevolgen, mogen wij
allen wel toeroepen, die een gemengd hu
welijk zouden willen sluitenDenkt om
uwe kinderen I God zal ook omtrent hen
ernstige rekenschap van U vragen.
Zegt nu niet, zooals dat zoo dikwijls
wordt gezegd: beter een brave protestant
dan een slechte katholiek 1
Zeker ,de persoon van een braven pro
testant verdient meer respect en is beter
dan de persoon van een slechten katholiek.
Maar als gij zegt, dat een huwelijk met
een braven protestant beter is dan een
huwelijk met een slechten katholiek, dan
moet het antwoord luiden: allereerst, dat
hier geen kweslie is van beter, maar al
leen van minder verkeerd, wijl noch het
een noch het ander huwelijk goed is. Doch
op de tweede plaatsWie zegt u, dat
gij uw kind moet laten trouwen met een
slechten katholiek
Neen, de bedoeling is niet, dat gij uw
kinderen laat trouwen met den eersten
katholiek den besten, maar wel met een
braven katholiekdat gij, in één woord
gezegd, uwe kinderen zulk eene bruiloft
laat vieren, waaraan Jezus, indien Hij nog
op aarde rondwandelde, zoowel als aan
het bruiloftsfeest te Kana, gaarne zoude
deelnemen.
Een vraag.
De penneslrijd lusschen de beide socia
listische kemphanen HugenhoLz en Wijn
koop is werkelijk kostelijk.
Een vraag dringt zich daarbij op.
Wijnkoop verwijt Hugenhollz, dal deze
misbruik maakt van zijn Kamerlidmaat
schap en van zijn positie in de party.
En Hugenhollz verwijt Wijnkoop, dat
deze misbruik maakt van zijn post als
partij-bestuurder en de eene organisatie
voor en de andere na in zijn eigen belang
exploiteert.
Exploitatie dus over en weer.
De vraag is nu alleen maar: wie geëx
ploiteerd worden?
Een interessante vraag voor de arbeiders
om eens over na te denken! (Ctr.)
FRANKRIJK.
Een redacteur van de ..Gaulois" schrijft
aan zijn blad, dut hij een dezer dageu de
eer gehad heeft door den Paus in audiëntie
te worden ontvangen. Z. H. moet gedurende
het gesprek, volgens den redacteur o. m. het
volgende gezegd hebben
„De Paus vraagt aan de Fransche Ka
tholieken afstand te doen van alle poli
tieke geschillen om zich krachtig en onver
breekbaar te vereenigen voor de verdedi
ging van de godsdienstbelangen. Hij eischt
van hen als Opperherder en Vader gehoor-
zaamdheid aan de raadgevingen, die hij zal
geven. Men moet gehoorzamen in Frankrijk,
dat moet".
En tweemaal herhaalde de Paus met meer
klem
„Dat moet, dat moet" 1
DU1TSCHLAND.
Te vijf uur Maandagmiddag hield hertogin
gophie van Oldenburg, bruid van prins
Eitel Friedrich, haar plechtigen intocht
door de Brandenburger poort in het feeste
lijk getooide Berlijn. Escadrons garde-
dragondeis, gardekurasiers en de garde-
du corps, aan het hoofd der laatste de
kroonprins, begeleidden den stoet, waar
aan postillons voorafgingen Op de „Pari-
ser Platz" begroette de eerste burgemeester
de bruid namens de stad, waarna de herto
gin haar hartelijken dank uitsprak. Onder
huldebetoon, klokgelui en saluutschoten
kwam de stoet bij 't paleis aan, waar de
hertogin door de keizerlijke familie werd
opgewacht Prins Eitel Friedrich comman
deerde de eero compagnie op het paleisplein
Later had ten paleize de vourekking van
het huwelijk plaats.
Het jonge paar begaf zich gistere vond
naar het slot Hubertusstock, om er de wit
tebroodsweken door te brengen.
Gisteren overleed te Amsterdam, 34 ja
ren oud, professor doctor M. A. van Melle,
hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de ge
meentelijke universiteit, vroeger psychiater
aan het rijkskrankzinnigen-gesticht te
Utrecht.
De overledene was geboren den 25 Maart
1872 te Wissekerke. Hij bezocht de hoo-
gere burgerschool te Bergen op Zoom, het
gymnasium te Doetinchem en studeerde te
Groningen en Amsterdam. Hij werd in 1898
te Utrecht tot arts bevorderd en promo
veerde in 1900 te Amsterdam cum laude
tot doctor in de geneeskunde.
De veelbesproken trein, die te 4.14 uit
Den Haag naar Amsterdam vertrekt en die
in den winterdienst te Haarlem door tus
schenkomst van het Kamerlid Hugenholtz
s-tilhield, zal volgens het ontwerp-zomer-
dienst regeling Haarlem weer voorbij
vliegen.
GOES. Dinsdagavond vergaderde de ge
meenteraad onder voorzitterschap van dhr.
burgemeester, en waren de hoeren v. d.
Leeuw en Kakebeeke met kennisgeving
afwezig. De notulen worden gelezen en
goedgekeurd. Ingekomen zijnverslag
Commissie tot Wering van Schoolverzuim
over 1905. Goedkeuring door Gedep. Sta
ten van Raadsbesluiten en Gemeenterake-
ning over 1904. (In verband daarmede,
zegt de Voorzitter ,kan de borgtocht van
den heer Risseeuw worden teruggegeven).
Verslag Woningwet 1905. Idem Commissie
van Toezicht op het Lager Onderwijs 1905.
Eenige verzoeken om erfpacht van grond,
o. a. van J. H. Jacobs, welke in handen
van B. en W. gesteld worden.
Aan de orde is stemming over de wijzi
ging van het reglement van orde voor de
raadsvergaderingen, over welk voorstel in
de vorige raadsvergadering de stemmen
hebben gestaakt.
Op verzoek van den heer Fransen v. d.
Putte verklaart de Raad zich stilzwijgend
voor heropening van de discussie.
De heer Putte zegt niet van meening ver
anderd te zijn; doch het wenschelijk te
achten dat hij' zijn stem motiveert. Hij
heeft zich tegen verandering van den be-
staanden toestand verklaardniet gelijk de
heeren Dekker en v. d. Leeuw om in het
voorlezen der notulen een correctief te
hebben tegen minder onpartijdige couran
ten-verslagen. Zijns inziens gaan de plaat
selijke bladen hier daarin niet mank, moge
lijk ook wel tengevolge der meerdere con
currentie op journalistiek gebied geven zij
niet alleen uitvoerig het in den Raad ge
sprokene weer, doch zijn ook tevens niet
onwillig in het. opnemen van geschreven
rapporten. Doch al ware 'tzoo, dan nog
is het voorlezen der notulen geen correc
tief. Als de ingezetenen zich hijzonder in
teresseeren komen zij in de Raadsvergade
ringen hooren, en zullen zij niet wachten
tot zij hun licht kunnen putten uit de no
tulen. Maar Spr. heeft practische redenen
voor zijne meening gelijk die ook eerst
door den heer Dekker zijn uitgesproken.
Zoolang wij' hebben een secretaris die in
stormachtig tempo en toch duidelijk de
notulen voorleest is verandering niet noo
dig. Bovendien als de raadsleden de ge
schreven stukken voor zich zien, zullen zij
want de notulen zijn geen stenogram
men allicht in de verleiding zijn kleine
wijzigingen te wenscnen en dit ter sprake
brengen, wat bij voorlezing niet zoo licht
kan, en zoo zal het oponthoud veel grooter
zijn. Het is dan ook op deze .uitsluitend
practische grondon dat Spr. tegen het voor
stel van B. en W. is.
De heer Dekker heeft spijt dat de quaes-
tie nog eens ter sprake is gebracht. Hij
voor zich had er geen behoefte aan. Maar
nu de heer Putte sprekers motief Voor de
voorlezing der notulen niet deelt, wil Spr.
wijzen op een feit dat de juistheid van
zijp motief bewijst. Van hetgeen Spr. in
de jongste raadsvergadering zei, werd door
een blad rapport gedaan en aan Spr. ver
weten dat hij iets had gezegd wat blijkens
't verslag der andere bladen door hem niet
gezegd was. Onder bewoordingen die Spr.
nu niet zoo kan prijzen, werd Spr. door
dat blad uitgenoodigd in de courant te
schrijven. Maar Spr. doet zijn plicht als
raadslid en heeft lust noch tijd om nog
eens te gaan schrijven. Nu, van de
Goesche bladen stelden twee Spr. in 't ge
lijk, waaronder één, niet van Spr.'s rich
ting. Nu komen de notulen precies kloppen
op hetgeen in die andere bladen is gezegd.
Bedoeld blad heeft zich dus vergist en nu
mag ik verwachten dat de pers hare on
juistheden herroept. Door 'tlezon der no
tulen heb ik een motief om dat te vragen.
Spr. voelt overigens veel voor 't bezwaar
van dhr. Putte. Hiji ziet nog geen enkel
bezwaar om de notulen te blijven lezen.
De heer Risch acht 'tdoor dhr. Fransen
V. d. Putte genoemde voordeel denkbeel
dig. Dergelijke kleinigheden liggen beneden
de waardigheid van den Raad.
Het voorstel wordt aangenomen met 6
tegen 5 stemmen. Tegen de heeren Don-
ner, Hollmann, Dekker, Duvekot en Pilaar.
Aan de orde is het adres van het be
stuur van den Alg. Ned. Typografenbond
om een loontarief voor drukwerk ten dien
ste der gemeente.
De voorzitter zegt dat het drukwerk
niet is opgenomen in het bestek voor ge
meentewerken; dus dat het adres niet
toepasselijk is, zoodat B. en W. voorstel
len het ter zijde te leggen.
De heer Dekker zegt dat de bond in
quaestie niet meer bestaat. Nu B. en W.
't adres toch onder de stukken hebben ge
bracht, trouwens het wordt gesteund door
de vereeniging Grafische vakken wil
spr. er wel wat van zeggen. En dan komt
het hem voor dat er alleszins reden is om
aan het verzoek te voldoen. Wij hebben
een gemeentedrukker, gelijk wij hebben
gemeenteschilders en andere vaklieden.
De typografen zijn arbeiders die voor onze
gemeente werken onder een baas. Alleen
verschilt het hierin dat zij niet werken
in aanbesteed werk. Er is geen enkele
reden, waar in de bestekken van aan te
besteden gemeentewerken bepalingen om
trent loon voorkomt, dit ten aanzien der
typografen na te laten. Er is niet aan te
ontkomen; en er is geen enkele reden om
er tegen te zijn.
De voorzitter zegt dat dit alles nu niet
ter sprake kan komen. Het heele con
tract met den drukker en diens instructie
zou dan moeten worden gewijzigd.
De heer Dekker vindt dit geen bezwaar.
De heer de Witt Hamer zegt dat het niet
aangaat een contract zoo maar te verbre
ken. Zoolang dit contract geldt, kan het
verzoek van den Typografenbond dan ook
geen enkel effect sorteeren. Een nieuw
contract kan eerst gemaakt worden als
het oude geëxpireerd is. Als dan uit den
Baad een besluit komt tot wijziging der
voorwaarden in betrekking tot het loon,
dan kunnen B. en W. zich hiernaar ge
dragen. Nu kan het echter niet, wij hebben
ons contractueel verbonden.
De voorzitter zegt: dit contract loopt tot
31 Dec. 1906.
De heer Dekker dankt bereids den heer
Hamer voor diens toezegging, maar zou
juist nu, terwijl wij nog eenige maanden
van de behandeling der begrooting af zijn,
voorbereidende besprekingen enz. wen-
schen uitgelokt te zien, om bij de begroo
ting een contract in den geest van de
adressanten te verkrijgen.
De voorzitter zegt namens B. en W.
overweging toe.
In zake tiet verzoek der typografen staan
wij aan de zijde van den heer Dekker.
Evengoed als anderen hebben ook deze
werklieden in dienst dér gemeente recht op
een loontarief.
Wanneer het contract is afgeloopen, ho
pen wij een tarief te zien ingevoerdterwijl
er dan tevens voor den raad gelegen
heid zal bestaan te wijzen op het onhoud
bare en onbiiljjke van toewijzing aan een
firma buiten een openbare aanbesteding