Donderdag 22 Februari 1906. Tweede Jaargang. .-Soiree 23 Februari a.s. No. gen ftARTE, de Haven, eveland". i Effecten eht. 3RIKSE. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Encycliek van onzen H. Vader Paus P'iüs X. BUITENLAND. BINNENLAND. Van ome Eilanden ie Heeren •men der peeniging" eit V. 0. V. f acht. i worden: aars der en. I ïiedrijven |>me in het jaar linus. pes en Trui. I atico ea rijven. >ering van Don- tverkocht Voor 1:3 Februari zijn per stuk bij den J. M. BITTER, leer B1NGEN- ninagazijn, Lan- aan de zaal. int extra, op de ddags van I tot ïggen bij de Go». Schouwen en d van Effecten oorwaardeu vroolijke Voor- iloften en Par- Nederlandsche iding, De Zee- ucht van Eliza, Iterfbed naar 't erder vroolijke, Een Huwelijk ikkelbcin, Eon Een Hu we an Mijnheer en lvontuur op een te Strij katertje, als een Eind, op te noemen, ie nimmer zoo i, leverrn wij e vooi raad wat voor f 0.95 fr°. Hers ontvangen dl. v. h. Goo- Kaartlegster. t op ontv. van arbij vermeld r ;kh „EXCEL- 59, Amsterdam. enst. uda-Amsterdam. ig.ndt plaatsen. GPS rgen vroeg. PUltU.VM 5 uur. lllDAM 8 uur. bij de Directie VERSCHURE, i bij den Agent de Kinderen Cointr?, Goea. NIH ZtEUHSCHE COURWIT Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers a contant0.05 Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de abonné's per 3 maanden 0 VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advertentiën van 1—5 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant. Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Aan de Aartsbisschoppen, Bisschoppen, aan de geestelijkheid en geloovigen van Frankrijk. Eerbiedwaardige Broederswelbeminde Zonen. Heil en Apostolischen Zegen. Onze ziel is vervuld met smartelijke bekommering en Ons hart wordt met zor gen overstelpt, wanneer Onze gedachte zich richt op u. En hoe zon dit anders kunnen zijn, nu een wet is afgekondigd, die op gewelddadigde wijze de eeuwenoude banden verscheurt, door welke uw natie aan den Apostolischen Stoel was verbon den en voor de katholieke Kerk een toe stand in 't leven roept, welke Haar on waardig is en jammerlijk onder elk op zicht I Dit is een allerernstigste gebeur tenis, een feit, dat alle welgezinden moe ten betreuren, want het is even nood lottig voor de burgerlijke maatschappij als voor den godsdienst; maar een feit ook, dat niemand heeft kunnen verrassen, die eenige aandacht heelt gewijd aan de politiek, welke ten aanzien van den gods dienst sinds de laatste jaren in Frankrijk is gevolgd. Voor U, eerbiedwaardige Broeders, ka.n van zulk een verrassing, allerminst sprake zijn, daar gij getuigen waart van de talrijke en geduchte slagen, achtereenvolgens door de overheid aan den godsdienst toegebracht. Gijl hebt de heiligheid en- onverbreekbaarheid van het christelijk huwelijk zien schenden door daarmee strijdige wettelijke bepalingen gij hebt de scholen en hospitalen zien verwereldlijken; gij hebt de seminaristen en clerici zien onttrekken aan hun studiën fin aan de geestelijke tucht, om hun den militairen dienstplicht pp te leggengij hebt de congregaties der religieuzen zien verstrooien en berooven en in de meeste gevallen haar leden tot den bedelstaf zien brengen. Nog andere maatregelen zijn genomen, welke giji ailen kent: men heeft de wet afgeschaft, die openbare gebeden voor schreef bijl den aanvang van de zittingen der Kamers en der gerechtshoven; men; heeft de teekenen van rouw opgeheven, welke bijl de marine gebruikelijk waren op Goeden Vrijdag; men heeft uit den gerechtelijken eed het godsdienstig kar rakter doen verdwijnen; men heeft uit de rechtszalen, .uil de scholen, uil het leger, uit de marine, uit alle openbare instellingen alle emblemata weggenomen welke op eenigerlei wijze konden herinne ren aan den godsdienst. Deze en andere maatregelen, die langzamerhand practisch de Kerk van den Staat scheidden, waren niet anders dan voorhereidings-maatrege- len om te komen tot een algeheele en officieele scheiding: men aarzelde niet het meermalen openlijk en luide te verklaren. Ten einde een zoo groote ramp af te wenden, heeft zijnerzijds de H. Stoel geen pogingen gespaard. Terwijl hij van den eenen kant niet ophield hen te waar schuwen, die in Frankrijk het bestuur in handen .hadden en hen herhaaldelijk bezwoer wél de ernstige gevolgen te overwegen en de onmetelijke ellende, welke" hun separatistische politiek onver mijdelijk zou na zich sleepen, gaf hij van den anderen kant steeds schitterender blijL ken van zijn groote liefde tot Frankrijk. De H. Stoel mocht deswege de hoop koesteren, dat het bovenbedoelde .be drijf der politici zou worden tegenge houden en dezen van hun plannen zou den afzien. Maar alle pogingen, zoowel van Onzen Voorganger als van Ons, zijn vruch teloos gebleven. En door kracht van ge weld hebben de vijanden der Kerk dat gene weten te verkrijgen, wat zij sinds lang nastreefden, met miskenning van uwe rechten ais katholieke natie en van datgene, wat zij, die wijs en bezadigd oordeelen, moeten wenschen. Op een zoo ernstig tijdstip van de Kerk achten Wij het Onzen apostolischen plicht Onze stem te verheffen en aan u, Eerbiedwaardige Broeders, aan uwe geestelijkheid en aan uw volk mede te doelen wat er om gaat in Ons hart, aan u allen, wien V ij altijd blijken van Onze bizondere genegenheid hadden gegeven, maar die Wij op dff oogenblik meer dan ooit tee- derlijk liefhebben. Het is een absoluut valsche stelling en een zeer verderfelijke dwaling dat Staat en Kerk moeten gescheiden worden Zi is op de eerste plaats zeer beleedigend voor God, omdat, zij wordt gebouwd op hot beginsel, dat de Staat geen en kelen godsdienst moet. erkennen Ihi mors, de Schepper der menschen is ook de Stichter der menschelijke samenle ving en houdt die samenleving in stand, gelijk Hij ons het leven laat Wij1 zijn Hem dus niet slechts persoon lijke huldebewijzen, maar ook een open bare en maatschappelijke eeredienst schul dig. Bovendien is deze stelling de zeer duidelijke ontkenning der bovennatuurlijke orde. Zij beperkt toch de actie van den Staat tot de bevordering der tijdelijke wel vaart alleen en doet haar geen rekening houden met het einddoel des menschen, de eeuwige gelukzaligheid, wanneer dit korte leven zal zijn geëindigd. En daar deze tij delijke orde van zaken ondergeschikt is aan de verwerving van ons hoogste goed, moet. het burgerlijk bestuur dit laatste niet alleen niet in den weg staan, maar behoort het ons te helpen om het te kunnen be reiken. De stelling, dat Kerk en Staat gescheiden moeten worden, verstoort bo vendien de wijselijk door God gestelde wereldorde, die een harmonische samen werking tussehen beide gebiedt. Immers, deze twee machten hebben, hoewel elk in haar sfeer over hen beveelt, dezelfde on derdanen. Noodwendig volgt daaruit, dat er vele punten van aanraking zullen zijn. En wanneer nu de overeenstemming tus sehen Staat, en Kerk verdwijnt, zullen uit deze plinten van aanraking, uit deze ge meenschappelijk te behandelen onderwer pen zeer gemakkelijk ernstige geschillen ontstaan; de juiste begrippen zullen er onder lijden en de gemoederen vervuld worden, met groote bekommering. Ten slotte brengt de scheiding groot nadeel toe aan de burgerlijke maatschappij zelve, want zij kan bloeien noch duren, wanneer aan den godsdienst, die de rechten en plichten der menschen regelt, geen plaats wordt gegund. s De Pausen van Rome hebben derhalve nimmer opgehouden naar gelang van tijd en omstandigheden de stelling, dat Kerk en Staat gescheiden moeten worden, te bestrijden en te veroordeelen. Met name heeft onze roemruchtige Voorganger Leo XIII meermalen en op voortreffelijke wijze uiteengezet hoedanig, volgens de katholie ke leer, de betrekkingen tussehen de beide machten behooren te zijn. Tussehen hen „moet een wijze overeenstemming en een heid bestaan, welke men niet ten onrechte kan vergelijken met de eenheid van li chaam en ziel. Hij voegt daaraan toe: „De burgerlijke maatschappij kan niet zon der misdadig te worden, zich gedragen alsof er geen God bestond, of weigeren zich om den godsdienst te bekreunen, als of deze een zaak was, die haar tot niets dienstig kan zijnWat de Kerk betreft, die door God zelf is ingesteld, men maakt zich schuldig ,aan een groote en verder felijke dwaling door haar te bannen uit het leven der volken, uit de wetten, uit de opvoeding der jeugd, uit hel huisgezin. Wanneer dus onverschillig welke chris telijke Staat een bij uitstek noodlottige en veroordeelenswaardige daad verricht door zich van de Kerk te scheiden, hoe veel te meer is het dan niet te betreuren dat Frankrijk zich op dezen weg begeeft, Frankrijk dat van alle natiën daartoe het minst had moeten overgaan; Frankrijk, zeggen Wij, dat in den loop der eeuwen van de zijde van den Apostolischen Stoel voorwerp is geweest van zoo groote en bijzondere voorliefde; Frankrijk, welks bloei en roem steeds nauw verhonden zijn geweest aan de praktijk der christelijke zeden en den eerbied voor den godsdienst! Paus Leo XIII had dus wel reden om te zeggen: „Frankrijk zal niet vergeten, dat zijn bestemming, door de voorzienigheid bepaald, het aan den H. Stoel heeft ver bonden met. banden, te nauw en te lang durig dan dat het die ooit zal willen breken. Uit die vereeniging is inderdaad voortgekomen haar ware grootheid en haar schitterendste glorieDeze aloude een heid verstoren zou wezenaan het volk zelf een deel van zijn zedelijke kracht en vah zijïi groo'ten invloed op de wereld ontnemen. De banden, waardoor deze eenheid weril verkregen, moesten te meer onscheidbaar zijn, wijl dit de bezworen trouw Tier over eenkomsten eischt. Het Concordaat, ge sloten tussehen den Opperpriester en de Fransche regeering, zooals ook alle trac- ta.ten van denzelfden aard, die door de Staten onderling worden gesloten, was een overeenkomst van twee zijden, die beide partijen bond. De Roomsche Opperpriester eenerzijds, het hoofd van 't Fransche volk aan den anderen kant. gingen dus plechtig de verbintenis aan, zoowel voor zich als voor hun opvolgers om onverkort het verdrag dat zij teekenden, te handhaven. Daar volgde uit, dat het Concordaat als richtsnoer had den regel, waaraan alle internationale oyereenkomsten zijn onder worpen, dat wil zeggen het volkenrecht en dat het geenszins kon worden ongedaan gemaakt, door een der beide partijen die overeengekomen waren. De II. Stoel heeft steeds met nauwgezette trouw de verbin tenissen, die waren aangegaan, nageleefd en steeds heeft Hij1 geëischt, dat de Staat dezelfde trouw betoonen zoude. Dit is een waarheid die door geen onpartijdig beoor- deelaar kan worden ontkend. En toch: thans verbreekt de Staat eigenmachtig het plechtig verdrag, dat hij had ondorteckend. Hij verbreekt aldus de bezworen goede trouw. En om met de Kerk te breken, om zich van haar vriendschap te bevrijden, deinst hij voor niets terug, en aarzelt noch om aan den H. Stoel de krenking toe te voegen, die uit deze verkrachting voort komt, noch om de sociale en politieke orde zelf te verstoren; immers voor de wederzijdsche vastheid van hun onderlinge betrekkingen is niets voor de volkeren van zooveel belang ais 3e onschendbare trouw en heilige eerbied voor de gesloten ver dragen. De grootte van den smaad, den II. Stoel door de eigenmachtige afschaffing van het Concordaat aangedaan, wordt nog ver meerderd en op bizondere wijze, wanneer men aandachtig beschouwt den vorm, waarin de Staat deze verbreking heeft bedreven. Het is een beginsel, buiten twijfel gesteld in het volkenrecht en alge meen door alle volken nageleefd, dat het verbreken van een verdrag vooraf en in den vorm op een duidelijke en nauw keurige wijze moet worden bekend ge maakt aan de andere contracteerende partij, door haar die de overeenkomst wenscht op te zeggen. Welnu: niet alleen dat geen enkele opzegging van dien aard aan den H. Stoel is geschied, maar zelfs is geen enkele mededeeling betreffende dit onderwerp aan den H.. Stoel gedaan, zoodat de Fransche regeering niet geaar zeld heeft tegenover den H. Stoel te kort te schieten in gewone vormen en in de beleefdheid, die zelfs tegenover de kleinste Staten in acht wordt genomen. En de regeeringspersonen, die toch vertegen woordigers waren van een katholieke na tie, hebben met. minachting de waardig heid en de macht van den Opperpriester, Hoofd der Kerk, behandeld, terwijl zé voor deze macht een eerbied hadden moeten betoonen, hooger dan alle andere staats machten inboezemen, te grooler wijl eener zijds deze macht betrekking heeft op het eeuwig heil der zielen en anderzijds zij zonder grenzen zich overal uitstrekt. Wanneer wij nu de wet, zooals die is, afgekondigd, onderzoeken, vinden wij daarin een nieuwe reden om ons nog krachtiger te beklagen, wij'l de Staat, de banden van dat. Concordaat verbre kend, zich scheidt van de Kerk, had hij als natuurlijk gevolg aan deze haar on afhankelijkheid moeten laten, en haar moeten toestaan, om rustig te genieten van het gemeene recht, in de vrijheid die de Staat beweerde aan de Kerk toe te staan. Welnu, in werkelijkheid is niets minder het geval dan dit: Wij merken in de wet verschillende uitzonderingsmaat regelen op, die, hatelijke banden aanleg gend, de Kerk brengen onder de macht der burgelijke overheid. Wat Ons betreft, het is Ons tot een bittere smart geweest, den Staat aldus te zien ingrijpen in zaken, die uilsluitend gebied zijn van het kerkelijk gezag; en Wij bedroeven Ons daarover te meer, wijl met voorbijzien van de billijkheid en rechtvaardigheid, aldus voor de Kerk in Frankrijk is ontstaan een zware toestand, waarbij de heiligste rechten worden aan getast en onderdrukt. De bepalingen der nieuwe wet zijn in waarheid tegenstrijdig met de instelling, volgens welke de Kerk door Jesus Christus is gesticht. De Schrift leert ons en de Overlevering der Vaderen bevestigt het, dat de Kerk het mystieke Lichaam van Christus is, bestuurd door de herders en leeraren sindsdien een vereeniging van menschen met leiders, die volle en volledige macht hebben om te besturen, om te leeren en ook te oordeelen. Daaruit volgt dat deze Kerk in wezen is een ongelijke gemeenschap, dat wil zeggen een gemeenschap die twee catego rieën van personen omvat: de herders en de kudde, lien die een plaats bekleeden in de verschillende rangen der hiërarchie en de menigte der geloovigeni En deze beide categorieën zijn zóó onderling ver scheiden, dat bij' de herders alleen de rechten en de bevoegdheden berusten, om alle leden te bewegen en te leiden naar het einddoel; wat de geloovigen betreft, zij hebben geen anderen plicht dan dat zij zich laten leiden en dat zij als een gewillige kudde hun herders volgen. De H. C yp r i a n u s, martelaar, drukt deze waarheid op schoone wijze uit, wan neer hij schrijft: „Onze Heer, Wiens ge boden wij moeten eeren en naleven, zegt in het Evangelie, wanneer hij de bisschop pelijke waardigheid instelt en de wijze regelt, waarop Zijn Kerk zal bestaan, tot den H. Petrus: Ego dico tibi, quia tu es Petrus, etc... Aldus, te midden der wisselvalligheden der eeuwen en gebeurtenissen vertoonen zich de werkzaamheid van het Episco paat en de inrichting der Kerk zoodanig, da.t de Kerk rust op de bisschoppen en dat haar geheele werkzaam leven door hen wordt bestuurd. De H. Cyprianus verklaart, dat dit alles is gebaseerd op een goddelijke wet: divina lege fundatum. Geheel te gengesteld nu aan deze, beginselen, wijst de scheidingswet het beheer en bestuur van den openbaren eeredienst niet toe aan de hiërarchie, die door den GoddelijL ken Zaligmaker is ingesteld, maar aan een veieeniging van leeken. Aan deze ver eeniging geelt de wet een vorm en rechts persoonlijkheid en vooral wat de uitoefe ning van den godsdienst belieft, be schouwt de wet deze alleen als in 't be zit van burgerlijke rechten en als verant woordelijk. Aan deze vereeniging zal het gebruik der kerken en gewijde gebouwen worden toegewezen; zij is het. die alle kerkelijke goederen, roerende en onroerende, zal be zitten; zij is het die en dan nog slechts tijdelijk zal beschikken over bisschoppe lijke paleizen, pastorieën en seminariën; zij eindelijk zal de bezittingen beheeren, de collecten regelen en de aalmoezen en legaten voor den eere-dienst in ontvangst nemen. Wat de hierarchic der herders aangaat: daarover wordt volstrekt ge zwegen. (Slot volgt). RUSLAND. Al is het oproer in 'l grootste deel van Rusland gefnuikt, de veiligheid is nog geenszins overal hersteld. Een paar staal tjes va.n brutale rooverijen in verschil lende plaatsen ver van elkaar geleden mogen de algemeenheid ervan bewijzen. Te Riga zijn op klaarlichten dag de voor man en de looper van de algemeene Russische Electricifceits-maatschappij Uni on niet ver v.a,n de fabriek door zeven man overvallen 'en van 11.000 roebel be roofd. Te Oesman in het gouvernement Tambof, zijn roovers doorgedrongen in het gebouw der staatskas, schoten er drie amb tenaren neer en gingen er met 220.000 roebel van door. Te Kiel zijn acht ge wapende mannen binnengedrongen bij1 een rentenierster; ze braken do geldkist open en roofden 800 roebel benevens alle kost baarheden. Te Warschau en daar zul len we maar mee besluiten na aan de geschiedenis van verleden week te St. Petersburg te hebben herinnerd zijn den kassier van een staatsbrandewijnwin- kel 4000 roebel ontnomen door roovers. AMERIKA. Enkele b ij zonder heden van juffrouw Roosevelt's huwelijk zijn verma kelijk. Na het tiouvven gaf de bruid bevel, om de bruidstaart te snijden met de sabel van een adjudaut. Datwasaan het officieele maal. Later kwam de familie nog eens bijeen in een aangrenzen le kamer. Er was een plan ontworpen, om aan de nieuwsgierigheid van de menigte om het Witte Huis heen te ontkomen. Terwijl de menigte bij de zuidwestelijke poort wachtte, reed een automobiel naar den achtergevel van het gebouw, waar de bruid door een open raam in het voertuig sprong, gevolgd door haren echtgenoot. De automobiel ging er in volle gang van door, onder een regen van rijst en muiltjes die de bruiloftsgasten de jonggehuwden, volgens het aloude ge bruik, nawierpen. Tweede Kamer. Bij de gisteren voortgezette bespreking van den toestand van het spoorwegpersoneel, betoogden de heeren Goeman Borgesius, Bos en Troel stra hoofdzakelijk dat de voorwaarden en toezeggingen waaronder de stakingswetten aangenomen zij'n, aan de regeering' den plicht opleggen den thans nog geheel op onvoldoende wijze geregelden toestand te verbeteren. De heeren Bos en Troelstra bevalen des noodig Staatsexploitatie aan. Alle spre kers wenschen een enquête naar den toe stand van het trampersoneel. Dhr. Troelstra critiseerde ook vooral de groepvertegenwoordiging en hield een lang pleidooi voor de wenschen van de Ncder- landsche Vereeniging van Spoorwegper soneel. Uit oen rapport van het Centraal Bu reau der Organisatie van R. K. miliciens, verlofgangers en landweermannen waarvan het Kamerlid Passtoors voorzit ter is deelt de „Tijd" mede: „Wij durven de verzekering geren, da,t van katholieke zijde binnen afzienbaren tijd een voorstel zal komen tot wijziging der militiewet, waardoor de derde herha lingsoefening vervalt". In de ,,N. R. Ct." van Zaterdag staat, zooals wij1 reeds meldden, te lezen, dat aan de algem. vergadering van deelheb bers in de „Nieuwe Rotterdamsche Cou rant" zal worden voorgesteld het divi dend over 1905 vast te stellen op 30 pCt. In de „N. R. Ct." van Zondag 18 Febr. lste blad C. pag. 3 kolom 5 vindt men 6, zegge zes Neo-Ma.thusiaansche adver tenties onder elkander. Een woord va,n Louis Veuil- l ot. In deze dagen brengt men den Fran-' schen het onderstaande profetisch woord in herinnering, dat men ook wel eens aan de lauwen en flauwen hier en elders op het hart mag drukken. 'tls niet op medaille, noch op crucifix, noch op onzen rozenkrans dat ze het ge munt hebben; 'tis het katholicisme dat hun een ergenis is. VVe.es nog zoo bescheiden, nog zoo stil of verborgen katholiek- als ge wilt, en als zij dat willen, zoolang' als er katholicisme bestaat, zullen we 't nooit gedaan krij gen dat ze het dulden zullen. Als we, om hen tevreden te stellen, onze processies nalaten' zullen ze eischen da.t we niet meer onze klokken 'luiden. Als we met meer luiden, zullen ze eischen dat we onze torens afbreken, en vervol gens onze kerk. Als de kerk verdwenen is en er nog een priester en een altaar overblijft, zullen ze nog niet tevreden zijn. Daar het dus onmogelijk is om van hen, een schadelijken en gevaarlijken vrede door ons stilzwijgen te bekomen, lalen we besluiten om hen te woord te staan. Dat hebben de christenen en de Kerk altoos gedaan, ten fillen tijde en overal. GOES. De zomerdienstregeling op de Staatsspoorwegen, die 1 Mei in werking treedt, bevat eenige veranderingen. 'Volgens het. ontwerp, wat betreft de lijn VlissiïigenRoosendaal, zullen er twee sneltreinen worden ingelegd, één van uit Vlissingen en één van uit Roosendaal. Die van uit Vlissingen vertrekt van daar 's middags 1.10, van Middelburg 1.18, van Goes 1.38, va,n Bergen op Zoom 2.11 en komt te Roosendaal aan te 2.27. Die van uit Roosendaal vertrekt van daar 's middags 3.56, van Bergen op Zoom 4.13, van Goes 4.45, van Middelburg 5.6 en komt te Vlissingen aan te 5.13. De gewone trein, die nu om 12.30 's middags uit Vlissingen vertrekt, wordt 10 min. vervroegd en vertrekt don van daar 12.20, van Middelburg 12.31, van Arnemuiden 12.38, van Noord-Kraaiert 12.46, van 's Heer Arendskerke 12.53, van Goes 1.2, van Kapelle-Biezelinge 1.10, van Vlake 1.17, van Kruiningen 1.22, van Krahbendijke 1.31, van Rilland-Bath 1.37, van Woensdrecht 1.49, van Bergen op Zoom 1.58, van Wouw 2.6 en komt te Roosendaal aan 2.15. (Deze trein neemt, zooals tot nog toe, des Dinsdags te Goes g e e n e reizigers op voor de stations Ka pelle-Biezelinge, Kruiningen, Krahbendijke en Rilland-Bath.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1