Donderdag 22 Februari 1906.
Tweede Jaargang.
.-Soiree
23 Februari a.s.
No.
gen
ftARTE,
de Haven,
eveland".
i
Effecten
eht.
3RIKSE.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN.
Encycliek van onzen H. Vader Paus P'iüs X.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Van ome Eilanden
ie Heeren
•men der
peeniging"
eit V. 0. V.
f acht.
i worden:
aars der
en.
I ïiedrijven
|>me in het jaar
linus.
pes en Trui.
I atico
ea rijven.
>ering van Don-
tverkocht Voor
1:3 Februari zijn
per stuk bij den
J. M. BITTER,
leer B1NGEN-
ninagazijn, Lan-
aan de zaal.
int extra, op de
ddags van I tot
ïggen
bij de
Go».
Schouwen en
d van Effecten
oorwaardeu
vroolijke Voor-
iloften en Par-
Nederlandsche
iding, De Zee-
ucht van Eliza,
Iterfbed naar 't
erder vroolijke,
Een Huwelijk
ikkelbcin, Eon
Een Hu we
an Mijnheer en
lvontuur op een
te Strij katertje,
als een Eind,
op te noemen,
ie nimmer zoo
i, leverrn wij
e vooi raad wat
voor f 0.95 fr°.
Hers ontvangen
dl. v. h. Goo-
Kaartlegster.
t op ontv. van
arbij vermeld r
;kh „EXCEL-
59, Amsterdam.
enst.
uda-Amsterdam.
ig.ndt plaatsen.
GPS
rgen vroeg.
PUltU.VM
5 uur.
lllDAM
8 uur.
bij de Directie
VERSCHURE,
i bij den Agent
de Kinderen
Cointr?, Goea.
NIH ZtEUHSCHE COURWIT
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de
abonné's per 3 maanden 0
VERSCHIJNT
eiken
MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Advertentiën van 1—5 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. k contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Aan de Aartsbisschoppen, Bisschoppen, aan
de geestelijkheid en geloovigen van Frankrijk.
Eerbiedwaardige Broederswelbeminde Zonen.
Heil en Apostolischen Zegen.
Onze ziel is vervuld met smartelijke
bekommering en Ons hart wordt met zor
gen overstelpt, wanneer Onze gedachte
zich richt op u. En hoe zon dit anders
kunnen zijn, nu een wet is afgekondigd,
die op gewelddadigde wijze de eeuwenoude
banden verscheurt, door welke uw natie
aan den Apostolischen Stoel was verbon
den en voor de katholieke Kerk een toe
stand in 't leven roept, welke Haar on
waardig is en jammerlijk onder elk op
zicht I Dit is een allerernstigste gebeur
tenis, een feit, dat alle welgezinden moe
ten betreuren, want het is even nood
lottig voor de burgerlijke maatschappij
als voor den godsdienst; maar een feit
ook, dat niemand heeft kunnen verrassen,
die eenige aandacht heelt gewijd aan de
politiek, welke ten aanzien van den gods
dienst sinds de laatste jaren in Frankrijk
is gevolgd. Voor U, eerbiedwaardige
Broeders, ka.n van zulk een verrassing,
allerminst sprake zijn, daar gij getuigen
waart van de talrijke en geduchte slagen,
achtereenvolgens door de overheid aan
den godsdienst toegebracht. Gijl hebt de
heiligheid en- onverbreekbaarheid van het
christelijk huwelijk zien schenden door
daarmee strijdige wettelijke bepalingen
gij hebt de scholen en hospitalen zien
verwereldlijken; gij hebt de seminaristen
en clerici zien onttrekken aan hun studiën
fin aan de geestelijke tucht, om hun den
militairen dienstplicht pp te leggengij
hebt de congregaties der religieuzen zien
verstrooien en berooven en in de meeste
gevallen haar leden tot den bedelstaf zien
brengen.
Nog andere maatregelen zijn genomen,
welke giji ailen kent: men heeft de wet
afgeschaft, die openbare gebeden voor
schreef bijl den aanvang van de zittingen
der Kamers en der gerechtshoven; men;
heeft de teekenen van rouw opgeheven,
welke bijl de marine gebruikelijk waren
op Goeden Vrijdag; men heeft uit den
gerechtelijken eed het godsdienstig kar
rakter doen verdwijnen; men heeft uit
de rechtszalen, .uil de scholen, uil het
leger, uit de marine, uit alle openbare
instellingen alle emblemata weggenomen
welke op eenigerlei wijze konden herinne
ren aan den godsdienst. Deze en andere
maatregelen, die langzamerhand practisch
de Kerk van den Staat scheidden, waren
niet anders dan voorhereidings-maatrege-
len om te komen tot een algeheele en
officieele scheiding: men aarzelde niet het
meermalen openlijk en luide te verklaren.
Ten einde een zoo groote ramp af te
wenden, heeft zijnerzijds de H. Stoel geen
pogingen gespaard. Terwijl hij van den
eenen kant niet ophield hen te waar
schuwen, die in Frankrijk het bestuur
in handen .hadden en hen herhaaldelijk
bezwoer wél de ernstige gevolgen te
overwegen en de onmetelijke ellende,
welke" hun separatistische politiek onver
mijdelijk zou na zich sleepen, gaf hij van
den anderen kant steeds schitterender blijL
ken van zijn groote liefde tot Frankrijk.
De H. Stoel mocht deswege de hoop
koesteren, dat het bovenbedoelde .be
drijf der politici zou worden tegenge
houden en dezen van hun plannen zou
den afzien. Maar alle pogingen, zoowel van
Onzen Voorganger als van Ons, zijn vruch
teloos gebleven. En door kracht van ge
weld hebben de vijanden der Kerk dat
gene weten te verkrijgen, wat zij sinds
lang nastreefden, met miskenning van
uwe rechten ais katholieke natie en van
datgene, wat zij, die wijs en bezadigd
oordeelen, moeten wenschen. Op een zoo
ernstig tijdstip van de Kerk achten Wij
het Onzen apostolischen plicht Onze stem
te verheffen en aan u, Eerbiedwaardige
Broeders, aan uwe geestelijkheid en aan
uw volk mede te doelen wat er om
gaat in Ons hart, aan u allen, wien
V ij altijd blijken van Onze bizondere
genegenheid hadden gegeven, maar die
Wij op dff oogenblik meer dan ooit tee-
derlijk liefhebben.
Het is een absoluut valsche stelling en
een zeer verderfelijke dwaling dat Staat
en Kerk moeten gescheiden worden Zi
is op de eerste plaats zeer beleedigend
voor God, omdat, zij wordt gebouwd op
hot beginsel, dat de Staat geen en
kelen godsdienst moet. erkennen Ihi
mors, de Schepper der menschen is ook
de Stichter der menschelijke samenle
ving en houdt die samenleving in stand,
gelijk Hij ons het leven laat
Wij1 zijn Hem dus niet slechts persoon
lijke huldebewijzen, maar ook een open
bare en maatschappelijke eeredienst schul
dig. Bovendien is deze stelling de zeer
duidelijke ontkenning der bovennatuurlijke
orde. Zij beperkt toch de actie van den
Staat tot de bevordering der tijdelijke wel
vaart alleen en doet haar geen rekening
houden met het einddoel des menschen, de
eeuwige gelukzaligheid, wanneer dit korte
leven zal zijn geëindigd. En daar deze tij
delijke orde van zaken ondergeschikt is
aan de verwerving van ons hoogste goed,
moet. het burgerlijk bestuur dit laatste niet
alleen niet in den weg staan, maar behoort
het ons te helpen om het te kunnen be
reiken. De stelling, dat Kerk en Staat
gescheiden moeten worden, verstoort bo
vendien de wijselijk door God gestelde
wereldorde, die een harmonische samen
werking tussehen beide gebiedt. Immers,
deze twee machten hebben, hoewel elk in
haar sfeer over hen beveelt, dezelfde on
derdanen. Noodwendig volgt daaruit, dat
er vele punten van aanraking zullen zijn.
En wanneer nu de overeenstemming tus
sehen Staat, en Kerk verdwijnt, zullen uit
deze plinten van aanraking, uit deze ge
meenschappelijk te behandelen onderwer
pen zeer gemakkelijk ernstige geschillen
ontstaan; de juiste begrippen zullen er
onder lijden en de gemoederen vervuld
worden, met groote bekommering. Ten
slotte brengt de scheiding groot nadeel
toe aan de burgerlijke maatschappij zelve,
want zij kan bloeien noch duren, wanneer
aan den godsdienst, die de rechten en
plichten der menschen regelt, geen plaats
wordt gegund. s
De Pausen van Rome hebben derhalve
nimmer opgehouden naar gelang van tijd
en omstandigheden de stelling, dat Kerk
en Staat gescheiden moeten worden, te
bestrijden en te veroordeelen. Met name
heeft onze roemruchtige Voorganger Leo
XIII meermalen en op voortreffelijke wijze
uiteengezet hoedanig, volgens de katholie
ke leer, de betrekkingen tussehen de beide
machten behooren te zijn. Tussehen hen
„moet een wijze overeenstemming en een
heid bestaan, welke men niet ten onrechte
kan vergelijken met de eenheid van li
chaam en ziel. Hij voegt daaraan toe:
„De burgerlijke maatschappij kan niet zon
der misdadig te worden, zich gedragen
alsof er geen God bestond, of weigeren
zich om den godsdienst te bekreunen, als
of deze een zaak was, die haar tot niets
dienstig kan zijnWat de Kerk betreft,
die door God zelf is ingesteld, men maakt
zich schuldig ,aan een groote en verder
felijke dwaling door haar te bannen uit
het leven der volken, uit de wetten, uit
de opvoeding der jeugd, uit hel huisgezin.
Wanneer dus onverschillig welke chris
telijke Staat een bij uitstek noodlottige
en veroordeelenswaardige daad verricht
door zich van de Kerk te scheiden, hoe
veel te meer is het dan niet te betreuren
dat Frankrijk zich op dezen weg begeeft,
Frankrijk dat van alle natiën daartoe het
minst had moeten overgaan; Frankrijk,
zeggen Wij, dat in den loop der eeuwen
van de zijde van den Apostolischen Stoel
voorwerp is geweest van zoo groote en
bijzondere voorliefde; Frankrijk, welks
bloei en roem steeds nauw verhonden zijn
geweest aan de praktijk der christelijke
zeden en den eerbied voor den godsdienst!
Paus Leo XIII had dus wel reden om te
zeggen: „Frankrijk zal niet vergeten, dat
zijn bestemming, door de voorzienigheid
bepaald, het aan den H. Stoel heeft ver
bonden met. banden, te nauw en te lang
durig dan dat het die ooit zal willen
breken. Uit die vereeniging is inderdaad
voortgekomen haar ware grootheid en haar
schitterendste glorieDeze aloude een
heid verstoren zou wezenaan het volk
zelf een deel van zijn zedelijke kracht en
vah zijïi groo'ten invloed op de wereld
ontnemen.
De banden, waardoor deze eenheid weril
verkregen, moesten te meer onscheidbaar
zijn, wijl dit de bezworen trouw Tier over
eenkomsten eischt. Het Concordaat, ge
sloten tussehen den Opperpriester en de
Fransche regeering, zooals ook alle trac-
ta.ten van denzelfden aard, die door de
Staten onderling worden gesloten, was een
overeenkomst van twee zijden, die beide
partijen bond. De Roomsche Opperpriester
eenerzijds, het hoofd van 't Fransche volk
aan den anderen kant. gingen dus plechtig
de verbintenis aan, zoowel voor zich als
voor hun opvolgers om onverkort het
verdrag dat zij teekenden, te handhaven.
Daar volgde uit, dat het Concordaat als
richtsnoer had den regel, waaraan alle
internationale oyereenkomsten zijn onder
worpen, dat wil zeggen het volkenrecht
en dat het geenszins kon worden ongedaan
gemaakt, door een der beide partijen die
overeengekomen waren. De II. Stoel heeft
steeds met nauwgezette trouw de verbin
tenissen, die waren aangegaan, nageleefd
en steeds heeft Hij1 geëischt, dat de Staat
dezelfde trouw betoonen zoude. Dit is een
waarheid die door geen onpartijdig beoor-
deelaar kan worden ontkend. En toch:
thans verbreekt de Staat eigenmachtig het
plechtig verdrag, dat hij had ondorteckend.
Hij verbreekt aldus de bezworen goede
trouw. En om met de Kerk te breken, om
zich van haar vriendschap te bevrijden,
deinst hij voor niets terug, en aarzelt noch
om aan den H. Stoel de krenking toe te
voegen, die uit deze verkrachting voort
komt, noch om de sociale en politieke
orde zelf te verstoren; immers voor de
wederzijdsche vastheid van hun onderlinge
betrekkingen is niets voor de volkeren van
zooveel belang ais 3e onschendbare trouw
en heilige eerbied voor de gesloten ver
dragen.
De grootte van den smaad, den II. Stoel
door de eigenmachtige afschaffing van het
Concordaat aangedaan, wordt nog ver
meerderd en op bizondere wijze, wanneer
men aandachtig beschouwt den vorm,
waarin de Staat deze verbreking heeft
bedreven. Het is een beginsel, buiten
twijfel gesteld in het volkenrecht en alge
meen door alle volken nageleefd, dat het
verbreken van een verdrag vooraf en in
den vorm op een duidelijke en nauw
keurige wijze moet worden bekend ge
maakt aan de andere contracteerende
partij, door haar die de overeenkomst
wenscht op te zeggen. Welnu: niet alleen
dat geen enkele opzegging van dien aard
aan den H. Stoel is geschied, maar zelfs
is geen enkele mededeeling betreffende
dit onderwerp aan den H.. Stoel gedaan,
zoodat de Fransche regeering niet geaar
zeld heeft tegenover den H. Stoel te kort
te schieten in gewone vormen en in de
beleefdheid, die zelfs tegenover de kleinste
Staten in acht wordt genomen. En de
regeeringspersonen, die toch vertegen
woordigers waren van een katholieke na
tie, hebben met. minachting de waardig
heid en de macht van den Opperpriester,
Hoofd der Kerk, behandeld, terwijl zé voor
deze macht een eerbied hadden moeten
betoonen, hooger dan alle andere staats
machten inboezemen, te grooler wijl eener
zijds deze macht betrekking heeft op het
eeuwig heil der zielen en anderzijds zij
zonder grenzen zich overal uitstrekt.
Wanneer wij nu de wet, zooals die is,
afgekondigd, onderzoeken, vinden wij
daarin een nieuwe reden om ons nog
krachtiger te beklagen, wij'l de Staat,
de banden van dat. Concordaat verbre
kend, zich scheidt van de Kerk, had hij
als natuurlijk gevolg aan deze haar on
afhankelijkheid moeten laten, en haar
moeten toestaan, om rustig te genieten
van het gemeene recht, in de vrijheid die
de Staat beweerde aan de Kerk toe te
staan. Welnu, in werkelijkheid is niets
minder het geval dan dit: Wij merken in
de wet verschillende uitzonderingsmaat
regelen op, die, hatelijke banden aanleg
gend, de Kerk brengen onder de macht
der burgelijke overheid.
Wat Ons betreft, het is Ons tot een
bittere smart geweest, den Staat aldus te
zien ingrijpen in zaken, die uilsluitend
gebied zijn van het kerkelijk gezag; en
Wij bedroeven Ons daarover te meer, wijl
met voorbijzien van de billijkheid en
rechtvaardigheid, aldus voor de Kerk in
Frankrijk is ontstaan een zware toestand,
waarbij de heiligste rechten worden aan
getast en onderdrukt.
De bepalingen der nieuwe wet zijn in
waarheid tegenstrijdig met de instelling,
volgens welke de Kerk door Jesus
Christus is gesticht.
De Schrift leert ons en de Overlevering
der Vaderen bevestigt het, dat de Kerk
het mystieke Lichaam van Christus
is, bestuurd door de herders en leeraren
sindsdien een vereeniging van menschen
met leiders, die volle en volledige macht
hebben om te besturen, om te leeren en
ook te oordeelen.
Daaruit volgt dat deze Kerk in wezen
is een ongelijke gemeenschap, dat wil
zeggen een gemeenschap die twee catego
rieën van personen omvat: de herders en
de kudde, lien die een plaats bekleeden
in de verschillende rangen der hiërarchie
en de menigte der geloovigeni En deze
beide categorieën zijn zóó onderling ver
scheiden, dat bij' de herders alleen de
rechten en de bevoegdheden berusten, om
alle leden te bewegen en te leiden naar
het einddoel; wat de geloovigen betreft,
zij hebben geen anderen plicht dan dat
zij zich laten leiden en dat zij als een
gewillige kudde hun herders volgen.
De H. C yp r i a n u s, martelaar, drukt
deze waarheid op schoone wijze uit, wan
neer hij schrijft: „Onze Heer, Wiens ge
boden wij moeten eeren en naleven, zegt
in het Evangelie, wanneer hij de bisschop
pelijke waardigheid instelt en de wijze
regelt, waarop Zijn Kerk zal bestaan, tot
den H. Petrus: Ego dico tibi,
quia tu es Petrus, etc...
Aldus, te midden der wisselvalligheden
der eeuwen en gebeurtenissen vertoonen
zich de werkzaamheid van het Episco
paat en de inrichting der Kerk zoodanig,
da.t de Kerk rust op de bisschoppen en
dat haar geheele werkzaam leven door hen
wordt bestuurd.
De H. Cyprianus verklaart, dat dit
alles is gebaseerd op een goddelijke wet:
divina lege fundatum. Geheel te
gengesteld nu aan deze, beginselen, wijst
de scheidingswet het beheer en bestuur
van den openbaren eeredienst niet toe
aan de hiërarchie, die door den GoddelijL
ken Zaligmaker is ingesteld, maar aan
een veieeniging van leeken. Aan deze ver
eeniging geelt de wet een vorm en rechts
persoonlijkheid en vooral wat de uitoefe
ning van den godsdienst belieft, be
schouwt de wet deze alleen als in 't be
zit van burgerlijke rechten en als verant
woordelijk.
Aan deze vereeniging zal het gebruik
der kerken en gewijde gebouwen worden
toegewezen; zij is het. die alle kerkelijke
goederen, roerende en onroerende, zal be
zitten; zij is het die en dan nog slechts
tijdelijk zal beschikken over bisschoppe
lijke paleizen, pastorieën en seminariën;
zij eindelijk zal de bezittingen beheeren,
de collecten regelen en de aalmoezen en
legaten voor den eere-dienst in ontvangst
nemen. Wat de hierarchic der herders
aangaat: daarover wordt volstrekt ge
zwegen. (Slot volgt).
RUSLAND.
Al is het oproer in 'l grootste deel van
Rusland gefnuikt, de veiligheid is nog
geenszins overal hersteld. Een paar staal
tjes va.n brutale rooverijen in verschil
lende plaatsen ver van elkaar geleden
mogen de algemeenheid ervan bewijzen.
Te Riga zijn op klaarlichten dag de voor
man en de looper van de algemeene
Russische Electricifceits-maatschappij Uni
on niet ver v.a,n de fabriek door zeven
man overvallen 'en van 11.000 roebel be
roofd. Te Oesman in het gouvernement
Tambof, zijn roovers doorgedrongen in het
gebouw der staatskas, schoten er drie amb
tenaren neer en gingen er met 220.000
roebel van door. Te Kiel zijn acht ge
wapende mannen binnengedrongen bij1 een
rentenierster; ze braken do geldkist open
en roofden 800 roebel benevens alle kost
baarheden. Te Warschau en daar zul
len we maar mee besluiten na aan de
geschiedenis van verleden week te St.
Petersburg te hebben herinnerd zijn
den kassier van een staatsbrandewijnwin-
kel 4000 roebel ontnomen door roovers.
AMERIKA.
Enkele b ij zonder heden van
juffrouw Roosevelt's huwelijk zijn verma
kelijk. Na het tiouvven gaf de bruid bevel,
om de bruidstaart te snijden met de sabel
van een adjudaut. Datwasaan het officieele
maal. Later kwam de familie nog eens
bijeen in een aangrenzen le kamer.
Er was een plan ontworpen, om aan de
nieuwsgierigheid van de menigte om het
Witte Huis heen te ontkomen. Terwijl de
menigte bij de zuidwestelijke poort wachtte,
reed een automobiel naar den achtergevel
van het gebouw, waar de bruid door een
open raam in het voertuig sprong, gevolgd
door haren echtgenoot. De automobiel ging
er in volle gang van door, onder een regen
van rijst en muiltjes die de bruiloftsgasten
de jonggehuwden, volgens het aloude ge
bruik, nawierpen.
Tweede Kamer. Bij de gisteren
voortgezette bespreking van den toestand
van het spoorwegpersoneel, betoogden de
heeren Goeman Borgesius, Bos en Troel
stra hoofdzakelijk dat de voorwaarden en
toezeggingen waaronder de stakingswetten
aangenomen zij'n, aan de regeering' den
plicht opleggen den thans nog geheel op
onvoldoende wijze geregelden toestand te
verbeteren.
De heeren Bos en Troelstra bevalen des
noodig Staatsexploitatie aan. Alle spre
kers wenschen een enquête naar den toe
stand van het trampersoneel.
Dhr. Troelstra critiseerde ook vooral de
groepvertegenwoordiging en hield een lang
pleidooi voor de wenschen van de Ncder-
landsche Vereeniging van Spoorwegper
soneel.
Uit oen rapport van het Centraal Bu
reau der Organisatie van R. K. miliciens,
verlofgangers en landweermannen
waarvan het Kamerlid Passtoors voorzit
ter is deelt de „Tijd" mede:
„Wij durven de verzekering geren, da,t
van katholieke zijde binnen afzienbaren
tijd een voorstel zal komen tot wijziging
der militiewet, waardoor de derde herha
lingsoefening vervalt".
In de ,,N. R. Ct." van Zaterdag staat,
zooals wij1 reeds meldden, te lezen, dat
aan de algem. vergadering van deelheb
bers in de „Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant" zal worden voorgesteld het divi
dend over 1905 vast te stellen op 30 pCt.
In de „N. R. Ct." van Zondag 18 Febr.
lste blad C. pag. 3 kolom 5 vindt men
6, zegge zes Neo-Ma.thusiaansche adver
tenties onder elkander.
Een woord va,n Louis Veuil-
l ot. In deze dagen brengt men den Fran-'
schen het onderstaande profetisch woord
in herinnering, dat men ook wel eens
aan de lauwen en flauwen hier en elders
op het hart mag drukken.
'tls niet op medaille, noch op crucifix,
noch op onzen rozenkrans dat ze het ge
munt hebben; 'tis het katholicisme dat
hun een ergenis is.
VVe.es nog zoo bescheiden, nog zoo stil
of verborgen katholiek- als ge wilt, en als
zij dat willen, zoolang' als er katholicisme
bestaat, zullen we 't nooit gedaan krij
gen dat ze het dulden zullen.
Als we, om hen tevreden te stellen, onze
processies nalaten' zullen ze eischen da.t
we niet meer onze klokken 'luiden. Als
we met meer luiden, zullen ze eischen
dat we onze torens afbreken, en vervol
gens onze kerk. Als de kerk verdwenen
is en er nog een priester en een altaar
overblijft, zullen ze nog niet tevreden zijn.
Daar het dus onmogelijk is om van hen,
een schadelijken en gevaarlijken vrede
door ons stilzwijgen te bekomen, lalen we
besluiten om hen te woord te staan. Dat
hebben de christenen en de Kerk altoos
gedaan, ten fillen tijde en overal.
GOES. De zomerdienstregeling op de
Staatsspoorwegen, die 1 Mei in werking
treedt, bevat eenige veranderingen.
'Volgens het. ontwerp, wat betreft de
lijn VlissiïigenRoosendaal, zullen er
twee sneltreinen worden ingelegd, één van
uit Vlissingen en één van uit Roosendaal.
Die van uit Vlissingen vertrekt van daar
's middags 1.10, van Middelburg 1.18, van
Goes 1.38, va,n Bergen op Zoom 2.11 en
komt te Roosendaal aan te 2.27.
Die van uit Roosendaal vertrekt van
daar 's middags 3.56, van Bergen op Zoom
4.13, van Goes 4.45, van Middelburg 5.6
en komt te Vlissingen aan te 5.13.
De gewone trein, die nu om 12.30
's middags uit Vlissingen vertrekt, wordt
10 min. vervroegd en vertrekt don
van daar 12.20, van Middelburg 12.31, van
Arnemuiden 12.38, van Noord-Kraaiert
12.46, van 's Heer Arendskerke 12.53, van
Goes 1.2, van Kapelle-Biezelinge 1.10,
van Vlake 1.17, van Kruiningen 1.22, van
Krahbendijke 1.31, van Rilland-Bath 1.37,
van Woensdrecht 1.49, van Bergen op
Zoom 1.58, van Wouw 2.6 en komt te
Roosendaal aan 2.15. (Deze trein neemt,
zooals tot nog toe, des Dinsdags te Goes
g e e n e reizigers op voor de stations Ka
pelle-Biezelinge, Kruiningen, Krahbendijke
en Rilland-Bath.