TOESTANDEN IN DEN LANDBOUW. De vroolijke zijde des levens. No. 22. Dinsdag 20 Februari 1906 ri weede «hu. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. FEUILLETON. In den vreemde. i i i I J ft £>ailtV NIH rara COURWT Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers a contant 0.05 Geïllustreerd Zondagsblad,, alléén voor de abonné's per 3 maanden „0 371/., VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advertentiën van 15 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameberiofeten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. „Vereenigt u", zoo waren de laatste woorden van mijn vorig schrijven Op wel ke wijze zullen de pachters, de boeren zich vereenigen Een schilder gaat in een schil- dersbond, een timmerman in een timmer- liedenbond, dus ligt het voor de hand dat de boeren zich moeten vereenigen in een boerenbond Nu is het een zekere waarheid, dat de Katholieke bevolking van Zuid-Beveland tot heden zeer weinig ge daan heeft om zich te vereenigen, doch laten zij even gaan zien aan de overzijde der Schelde, in Zeeuwsch-Vlaandcren. Hoe veel leden telt daar de boerenbond; infor meert slechts en onze boeren zullen ver baasd staan te zien. Op Zuid-Beveland treft men hier en daar een dorpsvereeni- ging tot gezamenlijken aankoop van kunst meststoffen, een varkensverzekering en daarmede is het dan ook uit. Deze ver- eenigingen zijn meestal neutraal en bo vendien van een te kleinen omvang. Op Zuid-Beveland moest bestaan ©en boeren bond van alle R.-K. boeren, dat zoude een bond zijn, van waaruit kracht kon uit gaan. Men kan dan handelend optreden, optreden met succes. In een boerenbond moet besproken wor den, welke soorten kunstmest te verkie zen zijn voor de landerijen, op welke wijze aan te koopen en vooral zorgen, dat de boeren goede waar voor hun geld krij gen en dat kan geschieden doordat de bond geen kunstmest aankoopt dan onder controle van 't Rijksproefstation te Goes. Hebben onze boeren wel nagegaan, hoe de bond in O. Zeeuwsch-Vlaanderen heeft gehandeld? Men heeft het kunnen zien in dit. blad, welk een groote hoeveel heid kunstmeststoffen onder controle van het Proefstation zijn aanbesteed; het voor deel daardoor behaald komt ten goede aan den bond, dus ook weer aan de leden van dien bond. Wil men hierover nadere bizon- derheden weten, dat men zich vervoege bij' den secretaris, den heer De Gier te Bosch- kapelle. Meedere zaken worden in zoo een bond behandeld. Het veevoeder is toch ze ker een voornaam artikel voor den boer en niet minder de machineriën. Om slechts een klein voorbeeld te noe men Een der leden van den bond wenscht een maaimachine aan te schaffen, doch verschillende fabrikanten worden hem aan geboden en hij staat zoodoende in twijfel welke aan te schaffen. Hij richt, zich tot het bestuur van den bond, die hem de noodige inlichtingen zal geven en zoo kan de bond ieder lid inlichten over alle mo gelijke gereedschappen. Een boerenbond kan en moet er ook naar streven verbe terde zaaigranen aan te schaffen en boven al zijn veestapel te verbeteren. Wat leest men tegenwoordig al niet over de verbete ring der paardenfokkerijmen kan op dit punt weer een voorbeeld gaan nemen in Zeeuwsch Vlaanderen. De lezers van dit blad hebben daarover reeds het noodige kunnen lezen. In één woord, een boeren- 20) Wantrouwen, door allerlei ongeteekende brieven onophoudelijk aangestookt, ver volgde hem overal als met bloedige strie men; hij reisde met een ware woede van het ©ene kasteel naar het andere, diep in den nacht zonder vooruit zijn plannen mede te deelen als bevond hij zich tus- schen een bevolking van gewetenlooze ni hilisten en niet van trouwe, gemoedelijke Beieren. Adriaan hoorde met weemoed die berichten aan, hij begreep da.t er een partij was die 's konings val beoogde en met valsche geslepenheid door omwegen haai' doel bereikte. Deze waren het, die onophoudelijk den argwaan in den kranken geest des vorsten wakker hielden en hem hoe langer hoe meer verwijderden van degenen, die het met hem t beste meenden. Maar Adriaan was jong en levenslustig, hij voelde zich thans gelukkiger dan ooit; want in de lente van het jaar 1886 had hij van Budemann en zijne vrouw de belofte gekregen, dat hij tegen het najaar Grete als zijn echtge- noote in zijn bescheidene woning mocht voeren. Met de grootste hartelijkheid werd hij door de goede menschen als zoon en broe der begroet; wat deerden hem dus nu bond brengt leven onder de boeren, ver betert hunne positie. Men zal mij tegenwerpen, is de positie van de boeren op Zuid-Beveland dan zoo slecht? Gode zij dank is dit het geval niet, doch waar de positie niet slecht is, is het juist gemakkelijker te voorkomen dat zij slecht wordt. Wordl die positie beter, dan zullen de arbeiders daarvan ook kunnen profiteeren. Het is nu eenmaal een feit, dat de Katholieke boer op Zuid- Beveland niet met zijn lijd rnedegaat, men ziet eerst de kat uit den boom, is dit ge schied, dan gaat men met den stroom mee, doch dan is meestal het vet van den pot: af. Het Oostelijk deel van Zuid-Beveland is steeds vóór bij het westelijk deel. In het werken aapt men de boeren na uit het Oosten. Het is mij meermalen gebleken, dat een Katholieke boer uit het Oosten, vroeger in het water wonend, een geheel nieuwen regel van boeren moest invoeren, dan hij gewoon was. Men zal mij vragen was .dit noodzakelijk en dan moet ik ant woorden van ja. Niet dat hij verplicht was veranderingen in zijn bedrijf te bren gen, doch ter wille van beter succes, door voorbeelden in zijn nieuwe omg. ving ge zien welke boer werkt nu om er niet beter van te worden? Die zullen er toch zeer zeldzaam aangetroffen worden. Door den bond brengt de een den ander op de hoogte van een onderdeel van landl- bouw of veestapel. Daarom pachters, boe ren, de handen ineen geslagen en een R. K. boerenbond opgericht voor geheel Z u i d-B eveland; men kan dan veel goeds tot stand brengen. Is er eenmaal een boerenbond, die zijn krachten wijdt aan de belangen der landbouwende bevol king, dan kan er met succes worden over gegaan met het oprichten van een boeren leenbank, waarover in een volgend artikel. Julianus. Zuid-Beveland, 19 Febr. 1906. Met dit onderwerp trad Zondagavond in het Slot Oostende te Goes op, voor een volle zaal, de eerw. pater Cyrillus uit Tilburg. Zijn lezing kwam in hoofdzaak overeen met eene vroeger te Middelburg gehouden en waarvan destijds uitvoerig verslag is gemaakt, zoodat we ons nu kunnen bekorten. Wij menschen, zegt spr., kunnen vroo- lijkheid smaken en vreugde genieten; dat heeft God ons weggelegd. Verschillende soorten van lachen werd door den eerw. pater behandeld en met aardige voorbeel den verduidelijkt. D-e vroolijkheid, die geen middel, maar doel wordt, die zich stelt in de plaats van plicht, die alle zorg en nadenken verbant, die een afschuw heeft van alles wat naar ernstige bezig heid zweemt, zulk een vroolijkheid, al randt zij ook direct niet de wetten van godsdienst en zedelijkheid aan, is de ware niet. Zij heeft bij menigeen de de kwellingen van een zonderlingen ko ning hem, die nu hoop had weldra een eigen huis en haard te bezitten? Zoo waren de eerste dagen van Juni aangebroken, toen hij1 van zijn lessen terugkomende, bij zich aan huis een brief uit Holland vond liggen; dé enveloppe droeg verschillende stempels en scheen werk gehad te hebben om hem te vinden. In den laatsten tijd had hij met de achte loosheid der jeugd zijn eersten weldoener, den pastoor van S. verwaarloosd; door diens tusschenkomst was de brie faan hem verzonden en na lang dwalen kreeg hij hem eindelijk in de handen. Nieuws gierig opende Adriaan hem en zijn verwon dering klom, toen hij de handteekening van zijn oom herkende. Hij las: „Waarde neef! Een grootciramp heeft ons getroffen. On ze eenige zoon André ligt sedert maan den zwaar ziek; de geneesheeren hebben alle hoop opgegeven hem te redden. Hij wacht nu kalm en overgegeven aan Gods wil den dood, maar er is één zaak, die hem op het hart ligt en de rust be neemt. Hij heeft zich zwaar jegens ons en ook jegens u vergrepen. Aan ons legde hij de droevige bekente nis af van zijn schuld, die wij u weten, en nu verklaart hij niet gerust te kunnen sterven voor hij uit uw mond vergiffenis en de belofte ontvangen heeft zijn plaats schoonste talenten verstikt en de heer lijkste toekomst verwoest. Maar de ware vroolijkheid is goed én voor lichaam, én voor ziel. De vreugde maakt het lijf ge zond. Droefgeestigheid brengt ons verstand in de war en vermindert het oordeel, zij maakt ons achterdochtig, somber en vrees- achlig. De geest van het Christendom is een geest van vreugde en blijdschap Ook de natuur heeft ons een drang naar vreugde in het hart gelegd. God zelf bracht ons de vreugde. Voor de komst van Christus, onder het heidendom was de m. nsch voor een zeer groot deel de ware vreugde ont nomen. Zei Seneca niet: zelfs het geluk kigste leven is een treurspel en klaagde Oedipus niet'het heste ware niet gebo ren te zijn De mcnsch is dus geschapen voor ge luk en vreugde. En hoe meer hij leeft om zijn bestemming te bereiken, hoe meer hij vreugde zal genieten. Nu wordt er wel tegengeworpen, dat in de acht Zaligheden slaat: „Zalig, zij die treuren" en „weent met de weenenden", maar dit bewijst alleen, dat rouwmoedig heid ook een deugd is. En het „wee u, die nu lacht" bewijst enkel, dat er ©en soort lachen bestaat, dat uit den booze is. Laten wij ons niet bedriegen. Deugd en vreugd rijmen op elkaar en werken op elkaar in. De deugd bevordert de vreugd en de vreugd is middel tot deugd. De H. Gregorius zegt dan ook: „De ziel kan zonder vreugde niet zijn, want zij zoekt hare vreugde ofwel omlaag, ofwel omhoog. En de H. Schrift zelf zegt, dat vreugde des harten 's menschen leven is, dat zij is een onuitputtelijke schat van heiligheid. Het socialisme wil ook vreugde schen ken, maar dat is do ware niet, want er kan geen ware vreugde zijn zonder God. Laten wij het wel onthouden, dat de ware vreugde ons gewerd door Christus en zo kan slechts verkregen worden door mid delen die Hij ons aan de hand doet. Heb een goed geweien en ge zult altijd vreugde hebben. Een goed geweten is op geruimd te midden van tegenspoed. Gij zult een zoeten vrede smaken, als uw hart u niets verwijt, want daar is g en vrede voor de goddeloozen, zegt de Heer. Do eerw. pater eindigde met het Schrif tuurwoord „Ik heb ondervonden, dat er niets beters voor do menschen is, dan zich te verblijden en wel to doen in het leven. Een welverdiend applaus voor zjjn aan gename en leerrijke rede viel pater JJyrillus ten deel. UIT DE PERb, Godsdienst en Socialisme. Onder dit opschrift schrijft het blan „Recht door Zee", dat onder vrij so cialistische redactie staat o. a. het vol gende, dat wij gaarne onder de oogen onzer lezers brengen, om hun to doen zien, dat volgens eigen oordeel van dat bij ons in te nemen. Ook uw tante en ik bekennen dat wij slecht onze plichten jegens u vervuld heb ben, maar ouderliefde heeft ons verblind. Voortaan echter zult gij onze zoon zijn Kom dus terug en weiger den laatsten wensch van een stervende niet. Uw diepbedroefde oom, Otto van Breugelen tot Meerwijk." Innig bewogen legde Adriaan den brief neer; hij zag naar den datum, deze was eenige weken oud; misschien was André nu reeds overleden, maar 'tdeed er niet toe, hij moest aan de roepstem van zijn oom gehoor geven en nog heden vertrek ken. 'tWas zoo jammer, hij had beloofd de Pinksterdagen bij de familie van zijn aan staande door te brengen; men had reeds zoovele plannen gemaakt, het eene al aan genamer dan het andere en nu kwam die oproeping hem storen, maar 'tdeed er niet toe, zijn plicht gebood hem te gaan. Zijn onschuld was uitgekomen en 'twas toch André geweest. Maar hij bracht wrok en njjd tot zwij gen; bij het sterfbed van den schuldige moest alleen de christelijke liefde spreken. Onmiddellijk zond hij een telegram aan zijn oom om hem zijn komst te melden en schreef een briefje aan zijn bruid om haar zijn leedwezen te betuigen over zijn verhinderd uitstapje; er onder voegde hij er nog bij: „Wat ook gebeuren moge, blad, godsdienst en socialisme niet kun nen samengaan. „Indien de Int. Sociaal-Demokratische Partij zich werkelijk wil doen kennen als eene socialistische partij en daarvoor wil doorgaan, dan moet ze het standpunt „godsdienst is privaatzaak" en „godsdienst is vereonigbaar met het socialisme", laten varen. De strijd echter die tusschen de Int. Sociaal-Demokratische Partij en de Kerk gevoerd wordt, is voor de eerste een be langenstrijd. Voor de Sociaal-Demokrati sche Partij geldt niet' meer het beginsel van een socialisme, doch een winnen van terrein in de breedte. De groote massa trekt de Int. Sociaal-Demokratische Partij aan. Ten koste van wat ook tracht men de massa te winnen. Omdat de int. so- ciaal-demokratie het socialisme heeft ver mengd met allerlei bijmengs.ls, daardoor is ook de strijd ontstaan omtrent het: „godsdienst is privaatzaak". Voor een twintig ii dertig jaren terug stond de int. sociaal-demokratie geheel an ders tegenover den godsdienst. Op blz. 52 van het Communistisch Mani fest van Marx en Engels luidt het: „De levensvoorwaarden der oude maat schappij zijn reeds vernietigd in de le vensvoorwaarden van het proletariaat. De proletariër is zonder eenig eigendom; zijn verhouding tot vrouw en kinderen heeft niets meer gemeen met de burgerlijke fa milieverhouding; de moderne industriële arbeid, de moderne onderworpenheid aan het kapitaal, dezelfde in Engeland als in Frankrijk, in Amerika als in Duitschland, heeft hem alle nationaal karakter ontno men. De wetten, de moraal, de godsdienst, zijn voor hem even zoovele burgerlijke vooroordeelen, waarachter zich even zoo vele burgerlijke belangen verschuilen". Dus volgens het Communistisch Mani fest van Marx en Engels schuilen achter den godsdienst „burgerlijke belangen". Wilhelm Liebknecht heeft in 1871 te Crimmitschau, in Saksen, eene red© ge houden, waarin hij zeide „De vergelijking tusschen christendom en socialisme is in den laatsten lijd zoo afgezaagd geworden, dat zij erg mank gaat, Het christendom was gelijk heden het soci alisme, een protest tog.m maatschappe lijke ongerechtigheid, was het gistende le venselement in het midden ©ener verrotte wereld. Daarmede houdt echter de gelijkaardig heid open wanneer men „Jezus van Nazareth" (van wie wij, in het voorbij gaan niet eenmaal weten of hij geleefd heeft, slechts weten, dat alles wat van nem vericiu worüt valsch moet zijn) wan neer men „Jezus van Nazareth" voor eenen socialist wil doen doorgaan, het. socialisme voor het ware christendom wil uitgeven, zoo bewijst dit óf wel eene groote onwetendheid, óf het is eene gemeone spe culatie op de domheid der massa". Dit is geen compliment aan het adres van de dominé's en priesters, die het chris- liefste Grete, ïïjxen <jp mijn onverander lijke trouw en genegenheid!" Dien zelfden avond vertrok hij met den nachttrein naar Holland, en kwam den volgenden middag aan het station, dat het dichtst bij het landgoed van zijn oom gelegen was. De fraaie coupé van de Van Breugelens stond op hem te wachten; aan de rouw- liverei van den koetsier en palfrenier zag hij dadelijk dat André overleden moest zijn. Hij moest in zichzelf glimlachen toen hij aan heL verschil terugdacht tusschen zijn vlucht uit Roodwoude en zijn terug komst. Binnen het half uur reed de equipage de oprijlaan van het kasteel op; zijn oom in rouwgewaad gekleed, vergrijst en ge bogen door smart, wachtte hem aan de ingangdeur. Adriaan begroette hem hartelijk maar de oude baron was te diep getrolfen om veel te zeggen. „Hij heeft zoo naar u verlangd, Adri aan", zuchtte hij, „hij dorstte zoo naar een vriendelijk woord van u. Hij heeft zwaar misdaan, maar ach, hij had bitter berouw!" „Oom," antwoordde Adriaan, „laat alles vergeten zijn! Het doet mij leed, dat ik André niet levend heb mogen aantreffen, maar hij zal het nu ook weten dat ik hem alles vergeven heb, en dat ik voor u en tante, zooveel ik kan, een goed zoon zal wezen." tendom voor socialisme uitgeven. Dat was in die dagen het standpunt der int. so ciaal-demokratie. Liebknecht zeide nog in diezelfde rede „Het christendom is knechtschap, ge loof, dood, en het socialisme is vrijheid, strijd, wetenschap, leven; hot christendom is het spook van 'tverledene, het socia lisme de eisch van 't tegenwoordige, de vervulling der toekomst." Niemand, die de werking en den invloed van het christendom gadeslaat, zal zeggen, dat deze redenaar hier overdrijft. Er zijn zelfs tal van sociaal-demokraten, die dez© woorden van Liebknecht onderschrijven, en toch zeggen: „Godsdienst is privaat zaak". Zulk een standpunt is geen stand punt. Als men "bemerkt, dat het een of andere stelsel werkt, in hot nadeel van hetgeen men zelf najaagt, dan 'bestrijdt men toch zoo'n stelsel, dat spreekt haast vanzelf. Maar al zag men niet de uitwerking van het christendom dagelijks om zich heen, zooals Liebknecht hier zoo juist teekent, dan nog zou de christelijke godsdienst nooit te vereenigen zijn met het socialisme. Waarom niet? Wat is het fundament van den christe- lijken godsdienst? Dat is de bijbel Wel zijn er die een christelijken godsdienst be lijden en niet. den bijbel als grondslag daar uit beschouwen, doch dezulken zijn te rangschikken onder hen die zeggen„Niet de mensch is door God geschapen, doch God is door den mensch geschapen Op zoo'n manier fanlaseert zich een ieder ©en godsdienst op zijn manier. Doch de godsdienst, waarvoor de bijbel als grondslag dient, is beslist onvereenig- baar met het socialisme. Als wij godsdienstig zijn en de bijbel beschouwen als Gods woord, dan kan men niet het eene aannemen en het andere verwerpen. Men zij vóór óf tégen, een middenweg te gaan is in dezen niet mo gelijk". Onder Partijgenooten. Zoolang er nog vervolging en veronge lijking op de wereld zijn, zullen de socia listen voor het socialisme strijden, schreef onlangs Robert Blatchford in de (Engel- sche) „Clarion". De geschiedenis van den dag loont echter, dat die vervolging en verongelij king nergens heviger zijn dan onder d© socialisten zelve. Tal van ruzies en twis ten leveren er het bewijs voor. Wie in elk bijzonder geval gelijk heeft, kan in het midden worden gelaten. Maar bij de wijze, waarop men elkander verguist en uitscheldt, moet wel telkenmale minstens één der slrijdende partijen de „veronge lijkte" zijn. "Welken waarborg laveren dan de socia listen, dat in hun toekomststaat dit alles een einde zal genomen hebben? Ons dunkt, een dergelijke eenvoudige vraag moest toch ook bij nuchtere socia listen opkomen. Het tegenwoordige ver toont vierkant en klemmend het tegen- „Ja, daar rekenen wij op, daar rekenen wij op 1" en de oude man wendde het hoofd af. Ik ben zelf wijzer geworden, oom!" be kende Adriaan„ik was vroeger ook dol driftig en onverstandig. Maar nu heb ik ondervinding opgedaan en hoop nu beter mijne plichten tegenover u te kennen." De baron bracht hem nu bij zijn vrouw en Adriaan schrikte hevig toen hij de groote verandering bemerkte, di© bij de trotsche, ondanks haar jaren nog zoo schoone barones had plaats gegrepen. Toen hij binnenkwam, stond zij op en ging hem met slependen gang te gemoel, haar gelaatstrekken waren ingevallen en het doffe, zwarte gewaad deed haar veel hleeker en magerder schijnenhaar dunne, grijze haren waren door een zwart kanten mutsje bedekt, dat. haar een nog neerslach tiger aanzien verleende. „O, Adriaan", snikte zij, hem beide han den reikende, „wat zijn wij diep onge lukkig geworden. Waaraan hebben' wij dat verdiend En zij' beefde zoo sterk dat zij in el kander zou gezakt zijn, als haar man haar niet ondersteund had. Adriaan toonde zich hartelijk en vrien delijk jegens zijn diep getroffen oom en tante, maar toen den volgenden morgen de oude heer hem over zijn plannen in de toekomst wilde spreken, hield hij hem tegen met de woorden: (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1