aak Co. seden, nz. No. 30. Donderdag 15 Februari 1906 weede Jaargang. NG Jburg, IDRIKSE. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE EILANDEN. Modern Ongeloof. BUITENLANDr BINNENLAND, uari, 's avonds Slot Oostende", in eenv. pater des levens. vatholieken met 6 jaar. stuur der eniging ,,6oes". rr Itocht. fotel de Kinderen ran 12 tot 1 uur';, der boeken, van it per week en /2 sent per week; 5 cent per week; stuk. svereeniging, ge- ir, behalve in de iment f 1 per jaar per w-eek. nd Dinsdagavond ir gratis voor de uging, geopend uur, 3 cent per n gratis verkrijg- ebouw. iddellijk na Ves- ingensschool, da- 2 tot 12l/2 nur. en per week. an de Pastorie, uur, 2 cent per 3 Cointre, Goes- Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95 Afzonderlijke nummers a contant 0.05 Geïllustreerd Zondagsblad,, alléén voor de abonné's per 3 maanden„0 31l/2 VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advertentiën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameberickten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Onze tijd staat in het teeken van het moderne ongeloof. Een wel diep treurig, maar levend bewijs hiervan levert de godsdienstige ontredde ring, waartoe men door het „vrij onder zoek" komt. Zoo heeft men in Nederlands hoofdstad de zoogenaamde „vrije gemeente" van dominee P. H. Hugenholtz Jr. Over die „vrije gemeente" schrijft d. heer Alph. Laudy in de „Stemmen onzer Eeuw" het volgende Onwillig om zelfs de flauwste gods dienstleer te belijden, vocht zij zich voor dertig jaar van de Nederlandsche Her vormde Kerk vrij. En sedert dient zij als vluchtheuvel voor allerlei geloofsverlore- nen van het groote-stads-leven. Wie daar verbijsterd zwerft tusschen waarheid en leugen, gelijkelijk aangeprezen in onzen tijd; wie een zwak Godsbegrip zag ver vluchtigen in halve wetenschap of in on bezonnen dag-lectuur; wie in de bedwelm de tuimeling der zinnen het resultaat eener Godgewijde jeugd vernielde ^1 dezen vinden hier steun van gelijkgezin den voor hun waarheids- en levens- en zelf-bedrog. De Vrije Gemeente belijdt niet, leeraart niet, offert niet, bedient geen Sacramen ten. Zij brengt alle dwalingen bijeen en erkent geene als ongerechtheid. Do ver warring krijgt hier vorm, de bandeloos heid het recht van een ordelijken staat. „Aan geen enkelen harer leden vraagt de Vrije Gemeente zoo bekent zij-zelve wat hij van God gelooft en of hij aan God gelooft, of hij zich al dan niet een toekomstig leven voorstelt of wat ook. Alleen godsdienstig-zcdelijk leven wenscht gij aan te kweeken,"taan ieder overlaten de zijne levensbeschouwing uil te drukken in die voorstellingen en vormen, die het meest voldoen aan zijn aanleg ien be- hoefle. Zij stelt de religieuze voorstelling op den achter-, de religieuze aandoening op den voorgrond. Bij haar zullen the- isten, pantheïsten gevonden worden, zeer velen zeker die met hun Godsbegrip niet in 't reine zijn. Maar aan niemand wordt gevraagd, of hij eeriig dogma, heeft om trent God of eeuwig leven. Nu eens trad er een (afvallig) Roomsch Katholiek pries ter, da.n een theosoof, straks een vrijden ker onder ons ophet denkbeeld van lee- kenprediking kwam herhaaldelijk ter spra ke, en indien een verlicht rabbijn in de Vrije Gemeente wil optreden, zal hij er welkom zijn". Nietwaar, dat is geestelijke anarchie in haar uitersten vorm, een ruïne uit ruïne opgestapeld 1 Maar ook ruïnen zijn teekenen van een gaveren oorsprong. En aan deze ruïnen erkent men nog de christelijke Godsidee, mismaakt en verslagen. Dat is het weemoedige, het schrijnende, het afgrijselijke: De twijfelzieke vromen, die eiken Zondag in hun tempeltje aan de Weteringschans kerktijd houden, heb ben den Heiland uit den hemel naar de I aarde gehaald om Hem te ontgoddelijken. Hun Christus-vereering gelijkt de Wagner- j of Nietszche-vereering van zekere ongê- loovige milieus in onzen tijd. Het is de F «eredienst van het genie, de afgoderij1 van mensch, zeg van den Ueber menschl I Zulk een zin was ook te verstaan uit de jongste leerrede, door dominee Hugen holtz uitgesproken over den „Christus van onzen tijd". I Deze Christus is niet de Verlossende God uit het oude Evangelie der Evange- I listen, maar de gelogen Kazarener-tooneel- j figuur uit het nieuwe van Strausz. Aan diens Leben Jesu ontleende dominee Hu genholtz ook den tekst tot zijn leerrede; een tekst, die de gedachte omschreef, dat niet de historische Christus, maar de Christus als ideaaf-beeld der menschheid door de vrijen van geest, moet worden aangenomen. En in deze gedachte van den Duitschen Bijbel-fantast, maar in den zwierig ver- strikkenden stijl van den Franschen salon- faijbel-jonker Renan, sprak de Hoilandsche dominee voort. Christus profaneerde hij. was niet Jesus, en Hij behoefde dit ook niet te wezen voor onzen tijd. Twintigste-eeuwers hebben voor de stelling hunner geestelijke verlangens één geheel anderen Heiland noodig dan den Christus, die door ver schillende tijden ook verschillend is ge objectiveerd. Tot onze dagen behoort niet meer de Messias, die te Nazereth droomde zijn droom v.an een Godsrijk; niet de ver heerlijkte Verrezen®; niet de door vage wijsbegeerte en mythen omsponnene der eerste christeneeuwen; niet de God- uit-God van het Concilie van Nicea; niet de Germaansche Christus-Triumphator niet de bovennatuurlijke God, die verlost van Gods toom; ook niet ds uit Maria Geborene der Roomsche middeleeuwen, noch de rationalistsche Christus der XlXe eeuw, maar de idcaalvolle, voor beeldige mensch, die de strevingen ver zadigt van onzen tijd vol 'gisting, ver wachting, droomen, raadselen. Geen Middelaar tusschen Godheid en menschheid willen wij, bekrachtigde dominee Hugenholtz, maar een ons rechtstreeks Toegankelijke, waarin wij onszelf erkennen en die zij het dan slechts voor een .deel het beste in de menschheid weerkaatst. Zoo staat de in woorden niet te teekenen Christus voor ons als een ideaal mensch, aJs ons eigen, beter beeld, beeld der goddelijke hu maniteit, beeld eener heilige poëzie Hier klaagt weer de weemoed, hier zet weer de ingehouden toom op, hier schrijnt, opnieuw de pij'n om het afgrijselijke. Dat is dan de Christus van onzen tijd de Verlosser gestooten uit den Hemel, waar Hij troont, en uit de geschiedenis, die Hij beheerscht; geloochend in zijn mirakel-openbaring, versmeten uit zijn oppermacht en van zijn goddelijkheid ont luisterd; geworden een mensch, aan wien de menschheid pleegt afgoderij. Dat is het dogma van de ondogmatische Vrije Gemeente. En dit haar belijdeniseen Christendom zonder Christus. En dit haar cultuseen godsdienst der goddeloosheid De baldadige willekeur der Romeinen kroonde in den voorhof van Pilatus haar Slachtoffer met doornen. In bloed en smaad on Golgotha-lijden bleef echter de doornenkroon een koningskroon, het goddelijk verlossingsteeken van Hem, die getuchtigd werd om onze zonden en ver brijzeld om onze misdaden. De Kruisdood was nabij, maar ook de Verrijzenis I De Vrije Gemeentenaren van heden ruk ken Christus af zijn lijdenskroon. En zon der Hem den spotmantel om te hangen, die toch zijn Godheerlijkheid niet weg zou spotten, kleeden zij Hem in toga en hef als een modern dominee, die te Leiden college heeft geloopen en modern-theolo gische stellingen verdedigt en predikt een nieuw menschheid-ideaal En zij plaatsen zijn beeld in de gebrand schilderde vensters van hun tooneeltje naast de beeltenissen van andere groote geesten, denkers, dichters, godsdiensther vormers, genieën, maar menschenZwing- li en Luther, Lessing en Goethe, Danle en Thomas a Kempis, Socrates en Mar cus Aurelius, Spinoza en Kant, A. D. Lohman en dominee Hugenhcllz. Droevig kijkt Hij uit over de menigte, die hier eiken Zondag de getuige w'il wezen van zijn ontstelden staat. En zijn lippen bewegen zich stil tot het verwijt: „Popule» meus, quid feci tihi, aul in quo contristavi te? Mijn volk, wat heb ik u gedaan of waarin heb ik u be droefd?". FRANKRIJK. In den „Univers" vindt „de Tijd" een communiqué afgedrukt van den aartsbis schop van Parijs, waarin we o. a. het vol gende lezen „Volharden bij de gedragslijn van af den beginne in de erns'.ige quaestie der inven tarisatie aangenomen." „Protesteeren tegen een maatregel, die een begin van uitvoering is van de schei- dingswet en van handlegging op de kerke lijke goederen. Voorbehoud van alle rech ten aan de Kerk." „Passieve assistentie bij het opmaken der inventarissen. Ze niet teekenen, maar alleen het protest teekenen." In de vergadering der Parijsche priesters heeft de aartsbisschop er bijgevoegd: „De ongedwongen betuiging door de Ka tholieken van hun geloof en hun toewij ding aan do Kerk, verdient onzen lof. Dat deze betuiging geschiede met kalmte, in het gebed en onder leiding van den pastoor." Hieruit blijkt, dat de aartsbisschop van Parijs, heel anders dan do anti-clericale pers in Frankrijk en de correspondenten onzer liberale bladen, in de inventarisatie wel degelijk een onrechtvaardige hande ling ziet, een voorbereiding tot roof en dief stal een daad in een woord, welke de rechtgeaarde Katholieken niet zonder pro test kunnen laten voorbijgaan en welke zij, volgens recht en geweten, kunnen be letten met alle geoorloofde middelen Wanneer de Katholieken daarom op vele plaatsen zich niet beperken tot samenko men en bidden in de kerk, maar talrijke berichten uit verschillende bisdommen ma ken er nog voortdurend melding van openlijke manifestaties- organise®ren. en zelfs, zonder lot daden van geweld over te gaan, alles in het werk stellen om de Re- geeringsagenten van de uitvoering der hun opgedragen, ongeoorloofde laak terug te houden, gedragen zij zich niet als re vol u-) tionairen en heethoofden, maar als kloeke mannen, die zich tegen het plegen van on recht, tegen pogingen tot berooving en diefstal te weer stellen Dat hierbij excessen voorkomen, valt te betreuren, al is hel begrijpelijk en voor een rechtschapen man minder een reden tot ergernis dan wat de Regeering in Fran krijk dag aan dag tegenover hare onder danen en de Kerk misdrijft Wij achtten het niet onnoodig, om dit eens aan te stippen, aangezien, naar ons gebleken is, er meerdere Katholieken zijn, die door hot lezen van liberale bladen er toe zijn gekomen, om de Fransche manifes tanten als revolutionairen of althans als dwaze dwepers aan te zien, die geen aan spraak kunnen maken op de achting en de sympathie van verstandige menschen BELGIË. De Con'gostaat is geen slechte zaak voor koning Leopold: Félicien Cattier, hoogleeraar te Brussel, rekent in een studie over den Congo- staat uit dat koning Leopold sedert 1896 als souverein van den Congostaat alleen 80.738.000 frs. getrokken heeft uit den verkoop van kaoetsjoek. In dienzelfden tijd heeft de koning voor 16.385.750 frs. aan onroerende goederen bij Brussel, voor 1.903.783 frs. bij Ostende gekocht, onge rekend zijne verdere aankoopen in Bra bant, West-Vlaanderen, Namen en Luxem burg. ZWITSERLAND. Watdevr ij metsel aarsin Zwit serland witten en daarbuiten? De Gazzetta Ticinese zegt het openlijk. „Geen doopsel meer voor de kinderen. Geen eerste H. Communie meer. Geen godsdienstig huwelijk. Geen Sacramenten meer voor de zieken en de stervenden. Geen godsdienstige begrafenis meer. Geen katholieke scholen meer". En tegelijk zeggen de vrijmarjons met groote beweging „Wijl willen de vrijheid voor allen de neutraliteit in godsdienstige zaken - den eerbied voor de vrijheid van ge weten den eerbied voor de volkssou- vereiniteit". En zonder meer voegen zij er deze ver klaring aan toe „Wij willen het Doopsel vervangen door een burgerlijke plechtigheid voor het hoofd der gemeente De eerste Communie door gemengds bals van jongens en meisjes; Het godsdienstig huwelijk door de vrije liefde De Sacramenten voor de stervenden door de maconnieke wacht van broeders rondom den stervende; De godsdienstige begrafenis door de lijk verbranding De katholieke scholen door de neutrale en gemengde scholen, om de jongens en meisjes tot het toekomstig huwelijk in te leiden en hen in verzet te brengen tegen de dwaze schaamte die de katholieken onderwijzen". Geen vluchthaven of ree. Schip per G. M. de Jonge van Terwispel had dezer dagen te Middelburg bloem geladen in zijn statie-schip „De Hoop". Begin Maart moest hij eerst op zijn bestemmings plaats, Groningen zijn, zoodat hij zich niet had te haasten. Over Veere voer hij het groote Schilt over tol aan de roede van Keeten. Donderdagmorgen vroeg zeil de hij verder Bruinisse voorbij, zoodat hij vandaar tot aan de mond der Dordtsche kil maar hopen moest dat het weder zich goed zou houden. Dat het ,anders liep, weten we nu allen. In het Hellegat eveii voorbij üintelsas zijn den laatsten tijd twee betonde vaar waters het West- en. het Oost Hellegat, waarlangs, men in het Hollandsch Diep komt. Het West-Hellegat, dat onder den wal van Ooltgensplaat doorloopt, maakt een wijde bocht, het kortere Oost-Hellegat ligt meer naar den wal van de Willemstad en begint zoowat bij de eerste gasboei boven Dintelsas. Hoe, kan de schipper zich niet verklaren, maar hij en een huur man, een tjalk, liepen beiden in dat vaor de kleine vaart betonde vaarwater om hoog en „De Hoop" bleef zitten. Da sleep boot „Nova Cura", kapitein G. Kranen donk, thuis behoorende te Dordrecht, kwam met een sleep van drie schepen langs. De schepen ankerden om de sleep boot gelegenheid te geven den kameraad in nood, vlot te trekken. Het g?.f niets, het was half stormweer geworden, de boot, die geen water genoeg vond, slaagde er niet in den kop op den wind te houden en „De Hoop" vlot te krijgen. 'De twee voorbolders waren afgetornd, de boeiïng beschadigd, het schip begon water te ma ken en de sleepboot met zijn sleep moest door. Daar zat de schipper met zijn vrouw, een knecht vaart hij niet, alleen op de plaat vast van oost naar west, 'in den nacht, in den sneeuwstorm. Een deel der lading moest over boord om het schip te lichten. Het is in de springtijen dezer dagen, zoodat „De Hoop" ten leste Vrijdagmor gen vlot kwam en wegzeilde hij' vliegen den vloed en stormweer. Bij» Strijenas pikte de sleepboot „Ideal" haar op en bracht haar te Dordt. Wie denkt, als hij zulke verhalen hoort zegt de „D. Ct." waaraan het boven staande is ontleend niH aan de angsten dit het schippersvolk op den groolen weg naar Zeeland uitstaat? Van den mond van de Kil tot aan Bruinisse is er zoo goed als geen ree, geen 'haven om te vluchten. Sinds jaren dringt hun woordvoeder in de Kamer, mr. H. Smeenge, aan op het noodzakelijke eener vluchthaven of reede op dien langen weg en men beschouwt het wel als iets dat wel goed zou zijn als het er was, zelfs iets hooguoodigs mis schien, doch het gebeurt maar niet en de schippers, gejaagd door de felle concur rentie, moeten er langs met vrouw en kind, weer of geen weer, met of zonder knecht; doet de een het niet dan doet het de andere. Oorsprong der St. Vincentius- vereeniging in Nederland Zoo als de Haagsche briefschrijver van „de Tijd" meldde, liet men Zaterdag, den dag, waarop, 60 jaar geleden, de eerste Vincen- tius-Vereeniging in Den Haag en hier te lande werd opgericht, ongemerkt voorbij gaan Niet aldus het Haagsche katholieke orgaan „De Residentiebode". Het blad gaf een overzicht van de vereenigirig, waaruit blijkt, dat er in Nederland op het oogen- blik naast den hoofdraad, 15 bijzondere raden, 213 conferentiën met 3669 wer kende, 11.049 honoraire en 13 aspirant- leden zijn. Omtrent „het providentieel© mo ment der stichting" worden de volgende treffende bijzonderhed, n medegedeeld De heer De Guinaumont, lid van den Algemeenen Raad le Parijs, kwam op 10 Februari 1846 te 's Hage bij «en fa milie, wier kinderen hij te Stechelen had leeren kennen. Een der leden dier familie verzocht hij des avonds eenig,e vrienden te willen vereenigen, en toen aan dit verzoek voldaan was, vroeg hij of zij in Nederland een Vincentius-ver- eeniging wilden oprichten. Men wist niet, wat op die vraag te antwoorden, doch de heer De Guinaumont begon zon der verder vragen het gebed, waarmede altijd de vergaderingen der vereeniging geopend wordendeed toen iéts voor lezen uit een godsdienstig boek, en vroeg de aanwezigen daarop of zij arme huis gezinnen kenden en of zij die wilden bezoeken en ondersteunen. Bezoeken ja, maar ondersteunen De he-er Guinau mont deed hun toen de huisgezinnen opschrijven, die zij kenden, vroeg wat men aan dezen geven wilde en nadat dit bepaald was, nam hij zijn hoed en deed de rondte bij de tegenwoordige per sonen, stortte de opbrengst der inzame ling op tafel en zeide toen op plech- tigen toon: „Ik verklaar, dat de.Vereeni ging van den H. Vincentius van Paulo in Nederland gesticht is." (Algemeene sensatie). De aanwezigen geloofden dat God hen tot de schoone taak riep, die hun was geschetst en namen, hoewel niet zonder aarzelen, de moeilijke onder neming op zich. Ketterjacht. Onder dit opschrift leest men in „Het Volk" De „Volksschool" meldt, dat aan on derwijzers, die naar de Amsterdamsche openbare school solliciteeren, door do ichoolhoofden op last van B. en W. ge vraagd wordt: „Heeft u b zwaar de va- derlandsche lied ren to leeren?" Aangezien deze vaderlandsche liede ren nagenoeg alle koningsgezinde liede ren zijn', is het dus blijkbaar da bedoeling om de republikeinse!» onderwijzers uit. de school te weren. Wij kunnen ons echter best republikeinen voorstellen, die er geen kwaad in vinden, als kindo ren bekend zijn met wat hier als vader- lanldsche liederen gelden en ze hun, naast betere en mooiere liederen, wel willen inpompen ook, zoodat de kinde ren, als ze zoo'n deun hooien uitgalmen, ten minste weten, dat dit nu is, wat men een vaderlandsch lied noemt. Overigens zijn wij het geheel met „De Volksschool" eens, dat het lang geen verblijdend verschijnsel is, als het „vrij zinnig" Amsterdam aan ketterjacht gaat doen. Dit stukje is te teekenend om het niet te bewaren en te onthouden. De openbare school te Amsterdam wordt er hoe langer hoe populairder op. Thans zal men er, gaat het advies van „Het Volk" door, den kinderen door republikeinsehe onderwij zers, die het doen om den brood®, het „Wilhelmus" of het „Wien Neerlandsch Bloed" doen inpompen, bij wijze van af schrikwekkend voorbeeld, 'tls mooi! zegt „de Tijd" De minister van Waterstaat heeft be paald, dal bij de rljkssluizen en -bruggen, ten behoeve van het bedienend: personeel, wachthuisjes zullen worden gemaakt, naar aanleiding van den door deze beambten kenbaar gemaakten wensch, teneinde hen voor koude, regen enz. te beschutten. Met dezen maatregel zal waarschijnlijk in 1907 een aanvang worden gemaakt. Landweer. Vanwege den Minister van Oorlog is thans meegedeeld, dat be lmoren tot de Iste compagnie van dat district de gemeenten op Schouwen, Duiveland, Tolen, St. Philipsland, Noord-Beveland, he nevens Goes en 's Heer Arendskerke; tot de 1ste compagnie van het 39ste district de gemeenten in Oostelijk Zecuwséh-Vlaanderen

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1