Tweede Jaargang.
No. 9.
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE? EILANDEN.
De nieuwe Kiezerslijst.
BUITENLAND»
BINNENLAND.
Van onze Eilanden.
NIH ZEEUWSCHE MANT
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a contant0.05
Geïllustreerd Zondagsblad, alléén voor de
abonné's per 3 maanden0 374/j
VERSCHIJNT
eiken
MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Advertent.iën van 15 regels f 0.50; iedere regel meer 10 Ct
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Gt. a contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
De eerste dagen van Februari zijn weer
aanstaande.
Ook in 1906 kan de samenstelling van
de kiezerslijst van de grootste beteekenis
zijn, omdat niemand kan voorspellen, wat
er dit jaar op politiek terrein zal voor
vallen.
Gaarne drukken daarom ook wij de
meest belangrijke bepalingen van de kies
wet af, en dringen er nogmaals op aan,
dat men in eigen huis en in eigen kring
toch stiptelijk moge nagaan, op welke wijze
men kiezer kan worden.
Dat is voor verreweg de meesten tn o-
gelijk.
Mits men maar vóór of op den 15den
Mei 1906 den leeftijd hebbe bereikt van
25 jaar. j
;Op verschillende wijzen kan men zich
een plaatsje op de kiezerslijst verzekeren.
Het groote aantal zijn de
Belastingkiezers.
Belastingkiezers zijn zij, die over het
laatste dienstjaar a 1 hun aanslagen in
de Rijksbelastingen hebben voldaan. Die
belastingen zijn: Personeele belasting,
Grondbelasting, Vermogensbelasting en
Bedrijfsbelasting. Deze aanslagen behoe
ven niet te loopen over een vol dienst
jaar; men moet eenvoudig de belasting
op tijd hebben betaald.
De rijwielbelasting telt niet mee.
Belastingkiezers behoeven zich niet aan,
to geven; zij worden ambtshalve op de
kiezerslijsten gebracht.
Alleen zij; die mede-eigenaren zijn van
onroerend goed, behoorende tot eene o n-
verdeelde nalatenschap, waar
voor in 1905 grondbelasting is betaald,
terwijl hun aandeel in die belasting f 1
bedraagt, behooren zich tusschen 1 e n
15 Februari aan te geven op een for
mulier dat vóór 15 Februari ingevuld en
onderteekend moet worden ingeleverd, met
het belastingbiljet.
Wie ver huisdenaar eenand ere
gemeente en in zijn vorige ge
meente belasting betaalde dient
zich eveneens aan te geven, met overleg
ging van het voldaan geteekende belasting
biljet.
Alle overige kiezers, d. w. z. de huur-,
loon-' spaarbank- en examenkiezers be-
hooren zich aan te geven tus
schen 1 en 15 Februari ter secre
tarie. Zij ontvangen een formulier, dat
onderteekend en ingevuld moet worden
ingeleverd.
Huurkiezers.
Huur kiezers zijn zij, die,op den 31sten
Januari sedert 1 Augustus van het vorige
jaar in een huis of een deel van een
huis hebben gewoond van de huurwaarde,
voor iedere gemeente bepaald. Men mag
in dien tijd ook éénmaal verhuisd zijn,
mits dan ieder der woningen den huur
prijs heeft door de wet vastgesteld.
Doch nu komt er nog iets bij.
Men kan ook kiezer worden, wanneer
het huis of het gedeelte van het Jiuis,
dat men bewoont, niet den geëischten
huurprijs heeft, doch wanneer men in zijn
woonplaats grond in huur heeft, en daar
mee het voor de gemeente geldende be
drag wordt verkregen. Natuurlijk moet men
dien grond minstens net zoo lang in huur
hebben als het huis.
Do bepalingen voor de huurkiezers gel
den ook voor de schippers; zij1 moeten
alleen den vastgestelden tijd een schip
in eigendom of huur hebben gehad van
24 M3 inhoud, of 2000 K.G. laadvermogen.
Loonkiezers.
Thans komen we aan de 1 o o n k i e
z e r s. Dat zijn zij, die van 1 Januari van
het voorgaande jaar tot 31 Januari van
het volgende achtereenvolgens bij niet
meer dan twee personen, ondernemingen,
openbare of bijzondere instellingen in
dienstbetrekking zijn geweest, of als inwo
nende zoon in het bedrijf of beroep der
ouders werkzaam zijn geweest, en als zoo
danig over dat jaar een inkomen hebben
genoten, dat óók voor iedere gemeente
in de wet is vastgesteld.
Het loon, in vaste dienstbetrekking door
de vrouw genoten, kan worden geteld
bij dat van den man, en evenzeer het
halve loon van minderjarige, inwonen
de kinderen. Wanneer dat alles bijéén het
door de wet geëischte bedrag haalt, kan
de man kiezer worden.
Men behoeft niet meer het juiste
bedrag van loon of inkomen op te ge
ven, doch kan volstaan met de verkla
ring, dat het loon het door de wet ge
vorderde bedrag bereikt.
Als loon wordt ook gerekend het p e n-
s i o e n of de lijfrente, dat door openbare
instellingen wordt verleend en ook dat,
door ondernemingen of bijzondere instel
lingen uitbetaald. Natuurlijk blijft het be
drag van het inkomen voor iedere ge
meente onveranderd.
Ongevallenrente wordt ook als
loon beschouwd.
Staat in een of ander bedrijf in den
regel het werk gedurende een gedeelte
van het jaar stil, dan wordt de tijd, waar
in niet gewerkt wordt, toch als diensttijd
beschouwd. Is men hoogstens twee maan
den ziek geweest, dan wordt, toch het loon
gerekend ontvangen te zijn.
Ook de kost en de inwoning wordt als
loon gerekend, naai- een daarvoor bij 'de
wet voor iedere gemeente vastgesteld be
drag. Wie op Zon- en Christelijke feest
dagen den kost echter niet geniet, behoeft
voor deze dagen niets af te trekken. Hij
wordt toch gerekend vollen kost en in
woning te genieten.
Aan loonkiezers, die op de lijst van
het vorige jaar reeds voorkomen, wordt
een blanco-aangiftebiljet toegezonden.
Spaarbankkiezers.
Zien we nu even naar de Spaar
bank- en Grootboek-kiezers.
Wie on 1 Februari a. s. sedert een jaar
f 100.nominaal op het Grootboek heeft
staan of f 50.in de spaarbank, zóó dat
het inderdaad zijn eigendom is, kan op
grond daarvan aanspraak maken op het
kiezerschap.
Hij moet tusschen 1 en 15 Februari zich
»p de secretarie aanmelden onder over
legging van een bewijs van de directie
van hetGrootboek ofhetbestuur
der Spaarbank, dat hij inderdaad se
dert een jaar- eigenaar is van de gevor
derde bedragen.
Het is niet meer noodig, dat men een
boekje hebbe van de Rijkspostspaar-
ba.nk; andere spaarbanken, zooals die
van het Nut tellen ook meedoch na
tuurlijk moeten de lichamen, waarvan deze
spaarbanken uitgaan, rechtspersoon
lijkheid hebben, en, zoo ze na 1 Mei
1900 zijn opgericht, moeten ze een waar
borgsom van f25000 bij de Nederland-
sche bank hebben gedeponeerd.
Examen-kiezers.
Ten slotte de Examen-kiezers. De
wet zegt, dat zij kiezer kunnen worden,
die „met goed gevolg hebben afgelegd een
examen, ingesteld door of krachtens de
wet of aangewezen bij- algemeenen maat
regel van bestuur en in verband
staande met de benoembaarheid tot
eenig ambt, de vervulling van eenige be
trekking of de uitoefening van eenig be
drijf of beroep".
Hieraan zij nog ééne opmerking toe
gevoegd
Wie stedelijke inkomstenbelasting be
taalt, moet niet meenen, dat hij daardoor
ambtshalve wordt gebracht op de kiezers
lijst.
-Immers stedelijke inkomstenbelasting is
geen Rijksbelasting.
AI wie dus wel stedelijke belasting be
taalt, en geen R ij k s belasting, moet om
op de kiezerslijst te komen, huurkiezer,
loonkiezer, spaarbankkiezer of examen-
kiezer worden.
Heeft men eenmaal het recht om a 1 s
zoodanig op de kiezerslijsL geplaatst
te worden zich door aangifte veroverd,
dan veroorzaakt de stedelijke inkomsten
belasting bovendien, dat men óók
wordt kiezer voor den gemeenteraad.
DU1TSCHLAND.
II e d u e 1-k w e s t i e. W-elke treurige be
grippen en opvattingen er zelfs in de hoog
ste Duitsche kringen nog heerschen om
trent „eer" en „©erezaken" blijkt duide
lijk uit hetgeen Maandag in den Duitschen
Rijksdag werd verkondigd door den ver
tegenwoordiger der regeering.
Voor ©enigen tijd had een zeker jong-
mensch Göbel, die als arts een familie
lid van den advocaat en luitenant der
landweer Feldhaus had verzorgd en met
zijn lastgever ruzie gekregen had, en lan
gen beleedigenden brief aan den advocaat
geschreven. Göbel werd daarvoor tot geld
boete veroordeeld. Maar nu kreeg Feld
haus van den militairen raad van eer de
kennisgeving, dat hij voor zijn stand geen
genoegzame voldoening had geëischt en
dat hij dus ontslag zou moeten vragen. Hij
had om zijn eer moeten duelleeren, maar
dat had de luitenant in strijd geacht met
zijn godsdienst en met de staatswetten.
Bij kabinetsorder werd hem met-eervol ont
slag uit den dienst verleend.
De Centrumsafgevaardigde Roeren in
terpelleerde over dat ergerlijk feit de re
geering, dn verband vooral met den direc-
ten dwang, die ambtelijk door den raad
van eer tot het duel wordt uitgeoefend.
De minister van Oorlog, generaal von
Einem antwoordde. l)e weerlegging was
natuurlijk slap, en kwam hoofdzakelijk
neer op een verklaring, die de minister
namens den Rijkskanselier deed. Daarin
werd gezegd, dat hel duel door de keizer
lijke kabinetsorder van 1 Januari 1697
krachtig was tegengegaanverdere verbe
teringen waren slechts te verwacht m door
een verandering van de wettelijke bepalin
gen over de vervolging van beleedigingen
en het, duel. Van de strafrecht-herziening
zal, zoo werd verklaard, de duel-kwestie
een gewichtig onderdeel uitmaken. Nu
volgde deze terecht sensatie-wekkend© uit
spraak: „In hoeverre een dergelijke ver
andering van de wetgeving -een verande
ring zal teweeg brengen in de tot dusver
heerschende opvattingen omtrent voldoe
ning van geschonken eer, moet worden
afgewacht. Zoolang echter het duel in
breede kringen -een erkend middel is tot
herstel van de geschonden eer, kan het
officierencorps in zijn rijen geen medelid
dulden, die niet bereid is, zoo noodig, met
de wapens in de hand voor zijn eer op
te treden."
Is het verwonderen, dat na zulk een
verklaring, waarin van de zijde der hoog
ste autoriteiten de duel-dwang bekrach
tigd en verdedigd werd, bijna alle partijen,
behalve de conservatieven, een krachtig
protest lieten hooren? Terecht stelt de
„Germania" hier de vraag, hoe de rijks
kanselier, na zulk een omverwerping van
hoven af van de goddelijke- en staatswet
ten, nog de revolutie van beneden af, die
de omverwerping van de staatsorde ten
doel heeft, met vrucht kan bestrijden. In
derdaad de ergerlijke uitspraak van den
rijkskanselier kan groote en zeer -ernstige
gevolgen hebben.
De „Köln. Volksztg." van Woensdagavond
zegt, da.t de beantwoording van de interpel
latie-Roeren een pijnlijken indruk maakte
op de groote meerderheid van de rijksdag
leden. „Geen wonder, zoo zegt het blad
o. a., de verklaring van den rijkskanselier
beteekent niets meer of minder dan de
officieele afkondiging van het grondprin-
ciep, dat voor tegenstanders van het duel,
dus voor alle Christenen, die de wet van
God ernstig opnemen, geen plaats is in
het officierencorps van het Duitsche le
ger."
Is het niet een revolutie m hooge sferen,
wanneer op zulke wijze een overtreding
van de goddelijke geboden en een schen
ding van de staatswetten door officieren
bevorderd wordt? Hoe wil de rijkskanse
lier, als hij zoo denkt, nog de revolutie
in de laagte bestrijden? De sociaal-demo
cratie behoeft slechts een variatie te ma
ken op de Bülow's verklaring en kan dan
zeggen: „Zoolang de revolutie in uitge
breide kringen nog als een middel tot her
stel van de geschonden rechten des volks
beschouwd wordt, kan de sociaal-demo
cratie het middel niet prijsgeven, om zoo
noodig met het wapen in de hand voor
hare oogmerken op te komen."
Bebel heeft trouwens niet nagelaten, da
delijk munt te slaan uit de woorden van
Bülow. Hij zeide dal die verklaring voor
hem en de zijnen een buitengewone vol
doening was. Want het was wel de eerste
maal in een parlement voorgekomen, dat
de hoogste ambtenaar van den staat een
plechtige verklaring aflegde, die niets meer
en niets minder behelsde dan dat zekere
klassen en hun leden het recht hebben,
de wet met voeten te treden.
FRANKRIJK.
Woensdag is door hel Congres te Ver
sailles tot President der Republiek geko
zen de heer Fallières, die 449 stemmen
op zich vereenigde tegen 371 op Doumer,
terwijl 28 stemmen op verschillende per
sonen werden uitgebracht. Bij den nit-
slag werd Fallières langdurig toegejuicht
en Doumer met gejouw begroet.
De President heeft Fallières tot Presi
dent van de Republiek verkozen verklaard,
voor den tijd van 7 jaar, aanvangende
met den datum, waarop het gezag van
den tegenwoordjgen President een einde
neemt.
Fallières, de uitverkorene van de radi
caal-socialisten, der socialisten en van de
linkerzijde, de man, die in 1896 het mi
nisterie Bourgeois-Doumer bestreed, juist
omdat, 't dreigde te linksch te worden, Fal
lières, die van rechts naar links overging,
is geboren te Né a Mézin, in Lot-et-Ga-
ronne, den 6en Nov. 1841. Hij komt dus
evenals Loubet uit het. Zuiden des lands.
Zijn vader was griffier van het kanton
gerecht, maar zijn grootvader was boer en
in de opgaande lijn treft men verder een
heele rij van voorvaderen, die boeren wa
ren. Het boerenhuis, waar zijn grootvader
gewoond heeft, houdt Fallières nog al
tijd in groote eer Daar pleegt hij, in den
familiekring, zijn vacanties door te bren
gen Ook 's winters placht Fallières dik
wijls naar zijn geboorteland te gaan van
Vrijdag lot Maandag over Sedert 7 Augus
tus 1882 was hij bij tusschenpoozen beur
telings Minister van Binnenlandsche Za
ken, van Onderwijs en van Justitie Zelfs
is hij Minister-president geweest, tevens
ad interim Minister van Buitenlandscho
Zaken, doch die eer duurde slechts kort:
drie wekenHet kabinet-Fallières bleef
slechts van 29 Januari tot 17 Februari
1883 in het zadel in die dagen van strijd
tegen de royalistische pretendenten en trad
af wegens het verwerpen door den Senaat
van een daarop betrekking hebbende wet.
Toen Carnot President werd, droeg deze
Fallières wederom op een kabinet te vor
men, maar deze mocht niet slagen, doch
trad wel als Minister van Justitie in het
kabinet-Tirard op. In het jaar 1891 ver
klaarde Fallières zich nog een tegenstan
der van de scheiding van Kerk en Staat
doch die tijd ligt reeds ver achter ons en
achter Fallières.
Als voorzitter van den Senaat toonde
hij soliede hoedanigheden van voorzichtig
heid en slimheid. Gewoonlijk zit hij zoo
wat ineengedrongen in zijnen zetel, maar,
bij het minste onweer rijst hij op, en dan
verschijnt heel het. zwaar bovenlijf. Het
hoofd, omlijst door een overvloedigen grij
zen haarbos en den grijzen krulbaard,
komt krachtvol uit boven het zwart kleed.
De ontsluiting der taberna
kels zal niet plaats hebben. De
„Univers" bevat het volgende bericht:
„Een officieuze mededeeling, gepubli
ceerd na de gehouden zitting van den mi
nisterraad, verklaart dat in de redactie
van de circulaire betreffende het opmaken
van den inventaris der kerkgoederen, een
vergissing is begaan. Men verzekert, dat
de Regeering zal trachten, wat den inven
taris der tabernakels, betreft, alles.te ver
hinderen wat zou kunnen beschouwd wor
den als een aanslag op het. godsdienstig
gevoel der katholieken." De Regeering, het
„bloc" zwicht dus (want die „vergissing"
is natuurlijk slechts een voorwendsel) voor
het krachtig en eendrachtig optreden der
bisschoppen, die aan hun geestelijkheid de
bekende instructies gaven. Mogen de ka
tholieken van Frankrijk uit dit ééne feit
een les trekken voor hun verdere hou
ding tegenover de kerkvervolgers.
De Fransche katholieke bladen bevatten
geheele kolommen met uittreksels van ge
schreven of uitgesproken protesten door
de hoogw. bisschoppen of door de geeste
lijkheid der verschillende diocesen bene
vens voorschriften van verschillende kerk
voogden, betreffende de houding door de
geestelijkheid aan te nemen tegenover de
agenten der Regeering bij het opmaken van
den inventaris der kerkgoederen. Sommige
bisschoppen bevelen hun geestelijkheid ook
te weigeren zelve tot de opening der taber
nakels over te gaan, terwijl wéér anderen
p. a. de bisschop van Augoulême
toestaan, dat, in geval van uiterste nood
zakelijkheid, de pastoor, hekleed met de
kerkelijke gewaden, de heilige vaten aan
de vervolgers toonen zal.
Bij het debat na eene rede, te Hilver
sum door dr. van den Brink gehouden,
merkte een der aanwezigen o a. op, dat,
waar dr. van den Brink zoo'n scherpe
critiek geleverd had op de bezittende
klasse, die haar geld verkregen zou hebben
door het uitbuiten der arbeiders, hij gaarne
zou willen weten, hoe deze stelling rijmde
met het feit, dat een der voormannen der
S. D. A. P., de heer van Kol zelfziovele
Indische mijnaandeelen liezit; deze toch
leveren, naar de socialisten gewoonlijk
beweren, zulke hooge winsten op door het
uitzuigen der inlanders.
Dr. van den Brink antwoordde, dat hem
niet hekend was, dat de heer van Kol
dergelijke bezittingen heeft. Hij zal den
heer van Kol hierover schriftelijk interpel-
leeren en het resultaat publiceeren in de
Hilversumsche Ct.
In de St Ct." wordt ter kennis van
belanghebbenden gebracht, dat de schut
tingen door de groote schutsluizen van
het kanaal door Zuid-Beveland te Hansweert
en te Wemeldinge in verband met uit te
voeren werkzaamheden, te beginnen met
17 Januari 1906, tot nadere aankondiging,
niet altijd geregeld zullen kunnen plaats
hebben.
Troelstra meldt aa.n „Het Volk", dat hij
wegens de weigering van het Partijbestuur
om aan zijn verzoek tot schriftelijke over
legging der punten van besehuldiging in
zake „onvaste leiding" door Gorter c. s.
te voldoen, zijn ontslag als vertegenwoor
diger der Kamerfraklie in het Partijbe
stuur hij de secretarissen der Kamerfraktie
en van het Partijbestuur heeft ingediend.
De Stct. no. 14 bevat de statuten van
den Christelijken Boerenbond in Z -Vlaan
deren, westelijk deel, te Oostburg De bond
heeft ten doel, door nauwe aaneensluiting
en samenwerking van alle door hem er
kende afdeelingen, een degelijken en wel
varenden boerenstand te vormen in chris
telijken geest.
Verder bevat dezelfde Stct. een gewij
zigd artikel van de statuten der „Ver-
ceniging voor burgemeesters., secretarissen
en ontvangers van gemeenten", te Goes.
De heer W. H. Bogaardt, R. K lid van
de Tweede Kamer, is uit Indië te Am
sterdam aangekomen en zal zich binnen
eenige maanden te Breda metterwoon ves
tigen.
GOES. In de Vrijdag 26 Jan. a. s. in
de Soeieteitszaal te houden openbare ver
gadering der Vereen, voor Alg. Wetensch.
Belangen zal optreden Mejuffr. Marie Jun-
gius van 's Gravenhage, directrice van het
Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid, met
het onderwerp: Ontstaan en werking v,an
het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid,
verduidelijkt door lichtbeelden.
Naar wij vernemen is een afgevaar
digde van de Bergen op Zoomsche Han-
dels-Reizigers-Vereeniging op audiëntie ge
weest bij de directie van de Maatschappij