Donderdag 18 Januari 1900 Tweede Jaargang. BÜIT E N L A N D. VElUlLfjm, In den vreemde. No. 8. KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE^ EILANDEN. in UIT DE PERS, Zondagsbla <1. Yan Socialisten. f 0.95 0.05 voor de 03772 VERSCHIJNT eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Advertentiën van 1—6 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct. Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend. Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant. Reclameboriohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs. Maar door dat arbeidscontract zou de werkstaking niet zoo makkelijk kunnen worden uitgeroepen en dat mag in geen gevaldaarvoor moctvn voor de arbeiders meer gunstige bepalingen worden afge stemd. De heer Gorter erkende voorts nog, dat wanneer de socialisten eens een parlemen taire meerderheid van de helft plus 1 mochten verkrijgen, men niet direct aan het. ontwerpen van een social, toekomst staat zou kunnen gaan. Wat er dan zou gebeuren, kon men niet zeggen, maar aan gezien de socialisten dan de groote meer derheid der arbeiders achter zich hebben, zou men dan wel zien, wat te doen stond. Of dit oproer en revolutie beteekent, we ten wij niet, maar het heeft er veel van. Vooral wanneer wij lezen, wat „Het Volk" dezer dagen schreef over de op 22 Januari, den jaardag der Russische revo lutie, te Berlijn aangekondigde slraatbetoo- gingen, in verband met de waarschuwing der regeering, dat ordeverstoring met kracht zou worden tegengegaan „Zoo spreekt het geweten der bour geoisie en in de massa des volks groeit de afkeer en de haat. En toch, die kogel en die sabel zijn nog de sterksten. Het oplaaien van het verzet is niet te keeren, maar de staats macht der bourgeoisie dringt het weer terug in de banen der geleidelijkheid, tot de maat weer vol is en de veront waardiging bruist over den rand. Wij zijn de eeuw der sociale revolutie ingetreden. Maar we zijn nog niet in de dagen der rijpheid, nog niet in de dagen dat de vrucht voldragen het leven kan aanschouwen. Het zou roekeloos zijn de macht der tegenpartij te mis kennen, die de sterkste is voorloopig, als het op geweld aankomt. Beleid en inzicht in de werkelijke ver houdingen behouden hun recht ja maken er dubbel aanspraak op, in tijden die. de gemoederen sterk bewegen." De dagen zijn dus nog niet rijp, anders zou de sociaal-democratie ook revolutie en geweld als middel bezigen. Maar als zij de macht van de helft plus 1 in handen heeft en waarom reeds niet eerder, als zij een groot getal arbei ders achter zich voelt, dan zal de „vrucht voldragen" zijn en de fakkel van revolutie ontstoken worden. De vrijzinnigen, die nu zoo broederlijk met de socialisten optrekken, en die in hunne partij al meer en meer een hervor mingspartij willen zien, mogen dit wel be denken. De tijd ligt ver achter ons, toen een reis over zee een heale onderneming was, dank zij den grooten vooruitgang op het gebied van scheepsbouw. Alleen de meest vreesachtige menschen zien er heden nog tegen op om, althans in den zomer, naar Engeland over te steken. Het passagiers- verkeer met Engeland breidt zich dan ook hoe langer hoe meer uit. Die uitbreiding van vervoer is echter niet alleen toe te schrijven aan de verbete ring in het transport, de omstandigheid dat Engeland niet de minste b 1 nnnering in den weg legde om het land binnen te komen, bracht velen, die het in hun eigen land niet voor den wind wilde gaan, er toe om Engeland op te zoeken, om daar hun geluk te beproeven. Dat nu deze for tuinzoekers juist niet tot de beste elemen ten behoorden is licht te begrijpen. Heel dikwijls gebeurde het dan ook, dat zij pas in Engeland aangekomen, armlastig werden of met de politie in aanraking kwamen. En door den gestadigen stroom van Russische vluchtelingen werd in den laatsten tijd die toestand er niet beter op. Wie ooit Londen bezocht en een wan deling maakte door het East End, moet er zich over verbaasd hebben, dat hier zoo weinig Engelsch wordt gesproken. Het krioelt er letterlijk van vreemdelingen, meest Joden In verband nu met de steeds luider wordende klachten over werkeloosheid, werd er op gewezen, dat het juist de vreemdeling was die de schuld droeg van dien toestand, omdat door onderkruiping deze de loonen drukte en den britschen werkman belette op zijn eigen grond werk te vinden. En een onderzoek in Londen bracht intusschen aan het licht, dat niet tegenstaande het geboortecijfer daalde, het getal der armlastigen hoe langer hoe groo- ter werd. De rijen der werkeloozen groei den dus aan, meetings en optochten wer den georganiseerd en van verre kwamen de arbeidloozen dagen achtereen te voet, om, op die manier indruk makende, bij de Regeering gehoor te vinden. Is het nu te verwonderen, dat, waar van dien steeds erger wordenden toestand van werkeloos heid den vreemdeling grootendeels de schuld werd gegeven, dezen, bij het ingrij pen door de Regeering, het gelag moest betalen. Zoo kwam dan de vreemdelingen wet (aliens act) onder het ministerie-Bal- four tot stand. Welke zijn nu de bepalingen dezer op 1 Januari dezes jaars in werking getre den wet? Door die wet wordt bepaald, dat aan landverhuizers 't landen in Engeland kan worden belet, indien zij zijn „undesira bles", d. w. z. ongewenschte emigranten Onder een emigrant wordt verstaan een vreemdeling, 3de klas passagier (steerage passenger) die zich naar Engeland begeeft om daar te blijven. Er zijn vier clausulen, elk waarbij een vreemdeling het landen kan worden belet. a. Indien hij niet. kan aantoonen, dat hij in het bezit is of in het. bezit kan geraken van de middelen om zich en casu qiio zijn gezin behoorlijk te on derhouden. b. Indien hij is een krankzinnige of een idioot, of tengevolge van ecnige be smettelijke ziekte of gebrekkigheid gevaar- oplevert armlastig te worden. c. Indien hij in een land, waarmede En geland een uitleveringstractaat heeft ge sloten, eene veroordeeling ten zijnen laste heeft (politieke buitengesloten). d. Indien hij uit het land is gezet, on der de bepalingen dezer wet. De reeder is verantwoordelijk voor de „immigranten" aan boord zijner schepen en is verplicht, indien aan dezen het lan den wordt geweigerd, hen terug te voe ren naar de plaats van herkomst Gedu rende den tijd, dat de boot die hen in Engeland bracht, in de Engelsche haven stil ligt, is de reeder gehouden de „onge- wenschten" aan boord te houden en voor hun onderhoud te zorgen. In alle havens waar emigratie-schepen aankomen, zijn autoriteiten aangesteld, die de emigran ten aan een onderzoek onderwerpen wat betreft hunne gezondheid en maatschappe lijke positie. Onder een emigratie-schip wordt verstaan elk schip, dat twintig of meer derde klas-passagiers vervoert. Dus de maatschappij „Zeeland", die geen derde klas-passagiers vervoert, valt buiten deze wet, wat intusschen alleen beteekent, dat hare reizigers aan geen persoonlijk onder zoek worden blootgesteld. De wet blijft, zooals vanzelf spreekt, op iederen vreem deling van toepassing, en het dient daar om wel vermelding, dat iemand voldoet aan de bepaling sub a, indien hij in con tanten bezit 5 pd. st. voor zichzelf, plus 2 pd. st. voor elkeen die met hem reist en afhankelijk van hem is. Het gevolg dezer wet is nu .reeds ge weest, dat bijvoorbeeld in Grimsby, waar jaarlijks een 30.000 emigranten aanko men, het getal in die paar weken met 70 pCt. is gedaald. In hoeverre de wet aan het beoogde doel zal beantwoorden, moet de toekomst leeren. Een ding staat intusschen vast, en hierop mag wel gewezen worden, Enge land, dat tot nu toe de vaan der vrijheid hoog hield, heeft den eersten stap gezet op den weg der „bescherming". Of het bij dezen eersten stap blijven zal? De alga- meene verkiezingen, welke op het oogen- blik in vollen gang zijn, zullen op deze vraag spoedig een antwoord geven. J. V. Middelburg, 15 Jan. 1906. Denkt er o m. Wij lezen in „de Rotterdammer" „Te laat". Dat zijn twee woorden, waaromtrent me nigeen in zijn leven weet mee te spreken. Toelichting daarbij is overbodig Het „te laat" komt echter ook voor op het gebied der politiek En daarvoor een oogenblik de aan dacht. Vele flinke anti-revolutionairen willen in de eerste helft van Februari volgaarne een plaats op de aanstaande nieuwe kie zerslijst veroveren. Dat kan natuurlijk op onderscheiden wijzen. Er zijn echter steeds menschen, die al leen kiezer kunnen worden als spaar- bankkiezer. Ze komen dan bij de besturen der kiesvereenigingen en zeggen, dat ze minstens 50 gulden op de spaarbank hebben geplaatst. Doch wat blijkt dan dikwerf? Dit, dat de 50 gulden er nog niet een jaar lang op staan. Aan dezulken, die spaarbankkiezer wen- schen te worden, daarom een goeden raad. Zorgt, dat ge vr 1 Februari uw 50 gulden op de spaarbank hebt, dan kunt ge in 1907 bij de Provinciale stembus mee met ons optrekken. Let wel vóór 1 Februari. Wie later zijn 50 gulden wegbrengt, kan op 1 Februari 1907 niet invullen, dat zijn geld een jaar lang op de spaarbank staat. Die blijft dan dus van de lijst af. Wil men alzoo in 1907 niet te klagen hebben, dan drage men thans in Januari zorg voor zijn kiesrecht. Voor toekomstige spaarbankkiezers is het in de eerste dagen van Februari reeds te laat. Onherroepelijk te laat. RUSLAND. De Petersburgsche correspondent van de Matin meldt, dat eergisteren aldaar een Abonnementsprijs per 3 maanden Afzonderlijke nummers a contant Geïllustreerd Zondagsblad, alléén abonné's per 3 maanden g^T* Wi| ontvangen vele aanvragen om hef „Zondagsblad" van niet ge- abonneerden. Wij moeien bemerken, dal hef „Zondagsblad" uitsluitend verkrijgbaar is voor de abonné's, van daar de zeer lage prijs De Directie. De sociaal-democraat dr. Gorter hield gisterenavond te Goes eene redevoering om tegenover de anarchie het socialisme te verdedigen. Onze lezers, die het verderfelijke der bei de stelsels kennen, kunnen slechts matig in die lezing belang stellen; echter wen- schen wij op een paar punten van het gesprokene in te gaan. Dr. Gorter heeft n.l. iets nieuws verteld Aan hem komt de eere der ontdekking toe, waarom de kapitalisten onder de so ciaal-democraten kalmpjes hun geld be houden. Wat zoudt ge willen zei hij dat Wibaut zijn geld weggaf Dat ware dwaas, wantdan zou het proletariaat met één persoon vermeerderen en dan zou er alweer een werkzoekende meer zijn! Prachtige redeneering! Maar laat Wibaut het anders doen; laat hij voor zichzelf zooveel overhouden, dat hij geen proletariër is en de rest weg geven aan de arbeiders, dan krijgen we juist het omgekeerde van hetgeen, waar voor dr. Gorter zoo bang is, n.l.ver mindering van het proletariaat; want Wi baut kan wel honderd arbeiders helpen. Verder constateerde de spreker, en dit moest hij wel doen om de waarde van den politieken strijd der sociaal-democraten, die hij tegen de anarchisten uitspeelde, te doen uitkomen, dat de socialisten ook iedere kleine verbetering aanvaarden. Ja, dat beweren de roode heeren altijd, maar de praktijk logenstraft immer hun woorden. Of moeten we er nog aan herinneren, dat de socialisten in Duitschland de ge- heele arbeidswetgeving heb ben afgestemd, van welke zij zeiven getuigden, dat ze verbeteringen inhield. We hebben het lijstje al eens afgedrukt. En in ons eigen landwat een beweging is er door de socialisten op touw gezet tegen het ontwerp-arbeidsconlract, dat het soc. Kamerlid Schaper lang niet kwaad vond. 10) „Och, moeder! 't Is toch beter te op recht dan niet oprecht genoeg", meende Gretel, die bepaald een bizonder zwak voor Adriaan scheen te hebben. „Hoor eens, Gretel", zeide de moeder, „er zal voor Adriaan een zware wijs op gaan, nog dezen avond in Neu-Schwa.n- stein te komen, 't Beste is, dat hij1 den postwagen ziet te treffen, die van Ober.au komt; maar dan moet hij zich haasten. Natuurlijk dient hij zicli eerst te verklee- den. Ga dus gauw naar het veld 0111 hem te roepen". „Ja, moeder, ik ga al!"- riep Gretel. Verhit en hijgend kwam het meisje aan den akker, waar Adriaan vlijtig de land bouwers hielphet was zwaar werk, maar hij deed het graag. Het was hem een genot te weten, dat hij zich nuttig maakte en zijn kost en kleeding eenigmate verdiende. Gretel bracht haar vader de boodschap over, en deze was niet minder verbaasd dan zijn vrouw. „Is 't Zijn Majesteit, die hem ontbiedt?" vroeg de oude Budemanu, maar hierop wist Gretel niet te antwoorden; zij had alleen maar gehoord dat de vreemde knaap, die op de hoeve woonde, te Neu- Schwanstein moest komen. „Nu, Adriaan!" riep de oude boer, „je fortuin is gemaakt, de koning roept je op zijn kasteel, zeker om nog meer nut van den goeden raad te trekken, die je laatst zoo vriendelijk waart hem te geven. Laat nu die schoven maar liggen, en gehoor zaam het bevel van Zijne Majesteit". „Ik heb er weinig lust in", antwoordde de jongen, nadat hij' nu ook van Gretel had gehoord wat men van hem verlangde „Zeg maar, dat ik er niet meer ben „Neen", zeide Budemann op beslisten toon, „dat nietals de koning beveelt, moet men gehoorzamen". „Maar hij is mijn koning niet", weer streefde Adriaan. „Zoolang gij in zijn i'ijk vertoeft, zijt gij zijn onderdaan, en hem dus ook ge hoorzaamheid verplicht". „Ja, maar wie weet -wat hij van mij verlangt, of hij me niet opsluit". Gretel zag hem bezorgd aan, maar durf de uit vrees, voor haar vader niets zeggen. „Dwaasheid! De koning roept u en gij moet gaan. Maar gij moet u haasten, want Neu-Schwanstein is heel ver van hier!" „In 's hemelsnaam dan", verklaarde Adriaan eindelijk, „als het moet, dan moet het! De koning zal mij toch niet een kopje kleiner maken". „Foei, wat een onderstelling!" zei Bude mann afkeurend. „Nu ja, van zoo'n halven gek is alles te verwachten", dacht Adriaan, maar- wachtte zich wel het hardop te zeggen. „Kom, ik heb al zooveel avonturen ge- bad; dat zal ook wel losloopenl" Heerlijk verheft zich het kasleel Neu- Schwanstein op zijn sleenen grondslagen, hoog boven het groene dalhet scheen als uit de rots gegroeid, het ideaal van den middeleeuwschen ridderburcht; geheel en al naar de plannen van zijn vorste- lijken bouwheer uitgevoerd, was het be stemd alle Duitsche koningssloten verre te overtreffen door pracht, rijkdom en zinnebeeldige inrichting en versiering. De vierde verdieping wordt bijna ge heel ingenomen door de reusachtige zan gerszaal deze zaal vereenigt alles in zich, wat de weelderige fantaisie des konings zich rijk en poëtisch wist te denken. Groote schilderijen en allegorische voor stellingen versieren de wanden der zaal, waarin het licht van drie kanten valt, uit hooge ramen, welke uitzicht geven op het woeste berglandschap. 's Avonds echter wordt de ruimte ver licht door een menigte kaarsen, die op groote kroonluchters en candelabres staan's konings zetel verheft zich aan het eene uiteinde der zaal en daar tegen over de zoogenaamde zangers-warande door porphyren zuilen gedragen, en een boschlandschap voorstellend, waarin alle dieren en vogels van het woud rondom een grooten eik gegroepeerd zijn. Boven de zaal strekt zich een in veler lei kleuren en goud schitterende' zolde ring uit, eveneens door rijk gesneden zui len gesteund, waarlusschen de zitplaatsen der toehoorders aan weerszijden der gale rij loopen; de kostbaarste zijdestoffen be dekken deze zitplaatsen, waarop nog nooit iemand gerust heeft, want de ontzagwek kende ruimte is en blijft leeg. De warande, voor zangwedstrijden be stemd, wordt slechts in den geest des konings bevolkt door kunstenaars, die om strijd hun zoetste liederen ten gehoore brengen. Het is stil in de zaal, doodsch en som ber, niettegenstaande de achthonderdvijf tig kaarsen ontstoken zijn en een ver blindend licht het goud en de kleuren doet fonkelen en trillen in duizenderlei glans. Daar trad de koning binnenhij droeg zijn gewone zwarte kleeding en was ge heel alleen en onvergezeld, maar zijn oogen staarden droomend voor zich uit, totdat hij eensklaps, als uit een diepe ge dachte opgeschrikt, tot de werkelijkheid terugkeerde. Glimlachend zag hij rond, als volgde hem een groote stoet, hoog zich naar rechts met echte, vorstelijke waardigheid en zette zich toen in een majestueuze houding, die zonderling, zelfs belachelijk afstak bij zijn eenvoudige klee ding, op den troon neer. Inderdaad zag hij thans voor zijn ver beelding de prachtige zaal bevolkt door ridders en edelvrouwen; hij verlustigde, er zich in hoe hun S"hit.ternnde kleeding tot haar recht kwam in deze omgeving en hoe ook deze zaal nu eerst door hun aanwezigheid in volle heerlijkheid en luister voor zijn oogen prijkte. De hoogsten onder hen bleven om den troon geschaard, hij wenkte ze nader te komen en hun zetels in te nemen; hij lachte vriendelijk de dames toe, die blo zend over 's konings gunst de oogen zedig nedersloegen en zich eerbiedig bogen. Dit alles trok zijn geestes-oog voorbij hij zag alles even duidelijk en helder als ware het. tastbare werkelijkheid; toen hief hij zich op en een glans van .vreugde straalde van zijn gelaat. De intocht der zangers begonmet hun harpen, luiten en lieren in do hand, bo gen zij zich eerbiedig voor 's konings troon. Het. was een lange rij; daar waren grijze minnestreelen, oude en jeugdige troubadours, mannen, die hun leven had den toegewijd aan de kunst, jongelingen, die hun eerste liederen begonnen te tok kelen, en voor allen had de koning een vriendelijken blik en een goed woord. Zij nemen plaats in de zangerswarande en de wedstrijd begint, de insti-umenten begeleiden de liederen, schoone zoete lie deren vol ernst en waardigheid, die alles verheerlijkten wat er goeds en schoons in de wereld is, die den lof bezingen van mannenmoed en vrouwenmin, van huwelijkstrouw en christenliefde; nu eens schettert het krijgslied vurig en stout, dan weer klinkt, zoet en liefelijk het Tod der

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1906 | | pagina 1