iian Pen"
Donderdag 11 Januari 1906.
Tweede Jaargang.
CRANE,
te Vulpenhouder
ggelijk
SWAN PEN"
KATHOLIEK ORGAAN VOOR DE ZEEUWSCHE9 EILANDEN.
s f 6.30.
toezending
ngst van het
edrag.
o e s.
Oude Haven,
id-Beveland".
Het Bankschandaal in de Hoofdstad.
FEUILLETON
In den vreemde.
BUITENLAND:
ifgebeeld.
Ie minder deugde-
iten naast veel ge-
iel last, om alleen
maar te noemen,
dan gemak.
an Ie Cointre
moeiourg,
in in Schouwen en
erpand van Effecten
ijke voorwaarden.
straat C 19.
ien Effecten en ver-
Ie meest voordeelige
gelden a deposito
3Va °/o-
bankpapier en
he dienst.
im-Gouda-Amsterdam.
sschenliggende plaatsen,
in GOES
{morgen vroeg.
MSTERDAM
rgen 5 uur.
10TTERÜAM
o n d 8 uur.
terdam bij de Directie
B. VERSCHURE,
3 Goes bij den Agent
Abonnementsprijs per 3 maandenf 0.95
Afzonderlijke nummers a conlant0.05
Geïllustreerd Zondagsblad., alléén voor 'de
abonné's per 3 maanden0 'iT1/?
MAANDAG-
VERSCHIJHT
eiken
WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Advertentiën van 16 regels f 0.50iedere regel meer 10 Ct.
Eenzelfde advertentie 3 X geplaatst, wordt 2 X berekend.
Dienstaanbiedingen 5 regels voor 25 Ct. a contant.
Reclameberiohten 25 Ct. p. r. Bij abonnement speciale prijs.
Door de inhechtenisneming van de twee
directeuren der Hollandsche Hypotheek
bank is het vertrouwen der menschen in
banken en financieele instellingen weer
dieper geschokt, dan het reeds was.
In betrekkelijk korten tijd hebben knoeie
rijen plaats gehad aan de Noordbrabant-
sche bank, en bij instellingen te Haar
lem, Leeuwarden, Delft en Leiden.
Bij bet geval te Amsterdam zullen de
spaarduiten van velen betrokken zijn en
menigeen zal zich in 't vervolg wel twee
maal bedenken, alvorens zijn geld aan
finantieele ondernemingen toe te vertrou
wen en meer gaan gevoelen voor geld
belegging in Staatspapieren.
Onmiddelijk rijst de vraag: moeten com
missarissen der Hollandsche Hypotheek
bank het tekort niet dekken?
Een vraag, die ofschoon reeds door een
enkel blad beantwoord, niet zoo dadelijk
op te lossen is, omdat men eerst [dient
te weten, welke verplichtingen de statuten
aan de commissarissen oplegde.
Men kan daarover nog geen beslist oor
deel uitspreken.
Maar gesteld nu, dat die commissarissen
in gebreke gebleven zijn voldoende toe
zicht uit te oefenen een bedrag van
een paar millioen wordt immers niet in
een dag verdonkermaand dan zonden
wij hen zeker zedelijk verplicht achten de
geleden schade te vergoeden, aansprakelijk
als zij zijn voor het wanbeheer.
De menschen, die hun opgespaard geld
geruild hebben voor waardelooze pand
brieven, ze hadden hun vertrouwen ge
steld in de commissarissen met schoon
klinkende namen, de ornamenten der on
derneming, de honing dor instelling, waar
op de vliegen afkwamen.
Wel opmerkelijk is .het, ofschoon ver
klaarbaar, dat een mooie naam bijna tot
de onafscheidelijkheden van een commis
saris behoort, als kleurrijke vlag op de
lading.
En bij de Hollandsche Hypotheekbank
waren de commissarissen allemaal per
sonen van iioog aanzien; er was
een oud-minister, tegenwoordig Ka
merlid en voorzitter der commissie
voor de grondwet-herziening; er waren
Kamerleden, leden van Gedeputeerde Sta
ten, Commissarissen der Koningin en een
lid van den Hoogen Raad.
En als deze menschen het vertrouwen
8)
i „O neen! ach! hij is zoo veranderd,
mijn arme Ludwig! Hij, vroeger zoo goed,
zoo eenvoudig, zoo vroom, wat is er van
hem geworden? Het hof heeft hem be
dorven, gewetenlooze raadgevers storten
hem in het ongeluk. Hij overspant zijn
zenuwen, hij bederft zijn gestel, meer nog
zijn karakter 1 In onnatuurlijke opwinding
tracht hij- rust te zoeken, die hem meer
en meer ontvlucht. Het eenvoudige, goede
en schoone is hem niet genoeg. Hij zoekt
naar tiet ongewone, het onbegrijpelijke,
het ziekelijke".
„O mevrouw, is dit vonnis niet te
-.streng?"
„Neen laat mij uitspreken. Die gedach
ten drukken mij zoozeer, dag en nacht,
t Is misschien beter als ik ze eens van
rmj afzet. Ja, het ziekelijke jaagt hij na.
De toekomstmuziek van Wagner trekt hem
aan, geeft hem verdooving, die bedwel
mende, ongezonde muziek. Den dag maakt
hij tot nacht, den nacht tot dag. De heer
lijke natuur, zooals de goede God ze
schiep, is hem niet voldoende, hij- maakt
'unstmatige boomen, bosschen en meren,
zelts een kunstmatige maan en sterren.
Is dat met ziekelijk?"
niet wekten en het geld deden toestroo-
men, wie moesten het dan doen?
Maar daartegenover hebben zij' eene ver
plichting tegenover het vertrouwen hun
geschonken, staat een zekere verantwoor
delijkheid.
En wanneer zij zich een tantieme (zoo-
veelst gedeelte der winst) laten opdringen,
moeten zij daar wat voor doen; was hun
plicht de directeuren te controleeren.
Wat de commissarissen der Holl. Hypo
theekbank betreft, hebben wij1 veronder-
stellenderwijs gesprok-en, haast ondenk
baar als het is, dat zulke hooge personen
nalatig zouden zijn geweest, maai- feit is
het, dat vele commissarissen hun functie
ais eerebaantje beschouwen, wat schro
melijke gevolgen kan hebben.
Dat de socialisten uit dit geval munt
zouden slaan om tegen „kapitalisten" en
de burgerlijke maatschappij te velde te
trekken, viel te begrijpen.
Kijk, preekt „het Volk", daar heb je
nu de burgerlijke moraal!
Maar dat brave blad vergeet, dat juist
zulke gevallen de sociaal-democratische
leerstellingen op zijn scherpst veroor-
deelen.
Immers een dier theorieën leert, dat
verhooging van het stoffelijk peil in zich
draagt zedelijke verbetering.
Welnu, men zal niet kunnen zeggen,
dat het stoffelijk peil der directeuren laag
was; en toch ook niet dat ze in gebreke
zijn gebleven het te verhoogen, al was
'tdan op vreemde wijze.
Toch schijnt de verhooging van het stof
felijk peil bij deze directeuren geen zede
lijke verbetering te hebben gebracht.
Laten de socialisten dus zwijgen.
Jets nieuws.
Op Scheveningen sprak dezer dagen de
heer J. Janse van Amsterdam over Chrjste-
lijke Democratie. De bekende soc.-dem. pro
pagandist L. M. Hermans debateerde. Be
halve de bekende historie van „godsdienst
is privaatzaak" voor de socialisten, verkon
digde hij o. m. deze nieuwe stelling„Om
helst men de leer van Jesus, dan wordt
men socialist."
Wij herinneren ons, hoe nog niet lang
geleden een zeker socialistisch weekblad
mededeelde, dat de socialistische arbeiders
de christelijke deugden: nederigheid, ge
hoorzaamheid, ootmoed, „vervloeken", ook
daarom merkt „De Tijd" waaraan wij
bovenstaand bericht ontleenen zeer
„Als Uwe Majesteit het zoo opneemt.
„Voor zich alleen laat hij zijn kasteelen
baden in schitterenden glans, voor zich
alleen laat hij' tooneelstukken opvoeren,
voor hem alleen laat hij zijn kostbare -palei
zen houwen. Hij trekt zich meer en meer in
de eenzaamheid terug, hij zoekt slechts
zichzelf en dit is niet goed. De mensch
is niet voor zichzelf geschapen; als hij-
zijn hoogere roeping miskent, dan wreekt
zich deze vroeg of laat op hem".
„Als Uwe Majesteit hem dit eens zeide?"
„Wanneer zie ik hem, wanneer? Hij
vlucht mij nog erger dan anderen. Hij
hoort mij niet meer toe; misschien wan
trouwt hij zijn eigen moeder. Ik weet,
er zijn menschen die het zich lot doel
hebben gemaakt, hem in iedereen een
spion, een moordenaar te doen zien. Zij
hebben er belang bij, dat hij zich hoe lan
ger hoe meer van zijn volk en zijn familie
vervreemdt. Wat kan ik doen tegen hen,
die in duister werken? Lang heb ik tegen
hen gestreden, lang heb ik getracht de
hooze geesten, die mij mijn laatslen zoon,
de trots van ons geslacht, de hoop van
zijn volk dreigden te ontrukken, door mijn
invloed te bestrijden. Niets is mij gelukt
dan dat ik hem steeds verder van mijt
verwijderde".
De eeredames zwegen; zij wisten dat de
ongelukkige moeder waarheid sprak en dat
zij niet vermocht tegen den somberen engel
des waanzins, die ook reeds boven het
hoofd van dezen haar laatsten zoon scheen
juist op: De heeren zullen later nog eens
een debatavond aan hun interessanten
strijd wijden, dan moet Hermans meteen
zijne stelling maar eens bewijzen.
RUSLAND.
Graaf Witte heeft zich door e-enn jour
nalist laten interviewen over de Marok-
kaansche kwestie en over den toestand
in Rusland. Wij laten hier enkele ver
klaringen van hem volgen.
Gevraagd of hij verwikkelingen vreesde
wegens de Marokkaansche kwestie, ant
woordde Witte, dat hij1 overtuigd was, dat
alle beweringen als zou Keizer Wilhelm
voornemens zijn bij de Marokkaansche con
ferentie een aanvallende politiek te gaan
volgen, eiken grond misten, want onder
.de .in elk opzicht uitnemende regeering
van den keizer volgde Duitschland enkel
een vreedzame staatkunde.
Witte sprak toen over de bewogen tij
den in Rusland en zei, dat als talles,
wat de laatste jaren dagelijks in de bui-
tenlandsche pers over Russische aange
legenheden was geschreven, waar was,
Rusland al lang niet meer zou hebben
bestaan. Toch zou Rusland blijven be
staan. Want ondanks den ernst der crisis
zou het daaruit als herboren verrijzen.
De psychologische toestand van het groot
ste deel der Europeesche. samenleving ver
langde naar sensationeele nieuwigheden.
De correspondenten der buitenlandsche
bladen zonden uit Rusland zulke berich
ten, zonder ze te toetsen om maai- aan
de luim der mode te voldoen. Overigens,
voegde Witte er bij, kennen de regeerin
gen Rusland, in het bijzonder de regee
ring van het bevriende en verbonden
Frankrijk. Hij achtte zich verplicht te ver
klaren, dat de Fransche regeering zich
tegenover Rusland gedroeg met het zelfde
gevoel van vriendschap en welwillendheid
als te voren en dat dit gevoel wederkeerig
was.
Men herinnert zich mogelijk hoe een
afdeeling dragond.rs in de fabriek Pro-
wodnik te Riga door de arbeiders werd
overvallen en uitgemoord. De fabriek werd
toen door infanterie en artillerie omsin
geld en aan de arbeiders de eisch ge
steld de namen der moordenaars te noe
men. Volgens een door de censuur opge
houden, maar ten slotte toch verzonden
■telegram, leidde do weigering dor arbei
ders tot een vreeselijk bloedbad. Op een
gegeven oogenblik wenschlen de arbeiders
en de mede opgesloten vrouwen vrijgelaten
te worden om te gaan eten. De bevelheb
ber der troepen, kolonel Meydel, antwoord
de, dat als zij niet binnen vijf minuten
de namen der moordenaars noemden, hij
zou laten schieten
En het kwam zoover Het geschut wierp
eenige projectielen in de fabriek, waar
door meer dan honderd arbeiders gedood
te zweven.
De koningin bleef nog een poos in som
ber gepeins verzonken, toen hief zij eens
klaps haar hoofd op en wischte de
oogen af.
„Komt, mijne kinderen 1" sprak zij,
„waarom langer geklaagd? Wat mijn
zwakke krachten niet vermogen, dat kan
God. Hem heb ik mijn kinderen toever
trouwd. Mijd arme Otto en ook Ludwig 1
Hij zal alles ten beste schikken, zoo niet
hier beneden dan daar boven! Hij is ook
hun Vader! Dit bewustzijn geeft mij sterkte
en moed om de donkere toekomst in te
zien. Steek d-e lamp aan, Elisabeth, en
terwijl Walburga en ik ons werk voort
zetten, zult giji wel zoo vriendelijk zijn
ons uit een goed boek voor te lezen, of
misschien wel iets voor te spelen en te
zingen?"
Met een bezwaard gemoed, want de
woorden der koningin hadden in haar
trouwe harten weerklank gevonden, wilden
de hofdames gehoorzamen, toen Walburga
eensklaps uitriep
„Elisabeth, hoort ge niets?"
De koningin en de eeredame luisterden,
een straal va.n vreugde lichtte in beider
oogen.
„De zilveren klokken van 's konings
paarden!" zeide Elisabeth na een poos.
„Ja! Zijn Majesteit komt!"
Het harmonisch getingel der klokjes
klonk nu duidelijk door de zuivere, stille
luchtj hoe ver ook verwijderd, men kon
werden. Nu ontstond er een vreesclijke
paniekhet volk trachtte te vluchten, maar
werd door de soldaten met geweerschoten
teruggedreven, waarbij zeer talrijke doo
iden vielen. Drie moordenaars werden ein
delijk uitgeleverd.
De vrouwen liet Meydel toen vrij, na
onderzocht te hebben, of zij geen wapens
droegen. En nadat nog een veertig gedele
geerden waren uitgeleverd, die op s'Taff©
van den strop vóór Donderdagochtend 10
uur de namen der moordenaars hadden te
noemen en daarioe in hechtenis werden
gehouden, liet men ook de rest vrjj.
Van de slachling door de oproerlingen
onder de ongelukkige dragonders aange
richt worden weer ijselijke dingen verteld.
De mannen werden in hun slaap over
vallen, gestoken en daarbij groote stuk
ken vleesch uit het gansche 1'chaa.m ge
sneden door hun moordenaars!
Een correspondent schrijft uit Eydtkühnen,
waarheen de vluchtelingen uil Rusland
stioomen: „Men wees mij; een baron uit
Koerland aan, eigenaar van verscheidene
kasteelen en uitgestrekte domeinen, die
juist aankwam met een valies op den
rug, en 300 roebel in den zak. De boe
ren verbrandden al zijn eigendommen..
Een ander, een Pool, redde zich met
een valies alleen, maar het bevat een
enorme waarde aan edelgesteenten. Hij
gaat, evenals ik, morgen naar Berlijn, om
er zijn kostbaar valies te gelde te maken.
Zoo loopen er talloozen hier en in de
grenssteden, de astrakan-muts op het som
bere hoold, onrustig omtrent de toekomst,
en onzeker omtrent den duur van hun
gedwongen ballingschap.
DUITSCHLAND.
Dat er in Duitschland werkelijk groot
gebrek aan vleesch heerscht, blijkt dui
delijk uit de enorme vraag aan de plaat
selijke abattoirs te Essen naar vleesch
van minder qualiteit, d. w. z. vleesch, dat
door de veeartsenijkundige inspecteurs is
afgekeurd en nu gekookt wordt voordat
het aan het publiek wordt aangeboden.
Op de dagen, voor den verkoop be
stemd, stroomt een menigte volk samen,
velen van ver afgelegen dorpen. Reeds
om twee uur in den morgen wachten
vrouwen bij de kraampjes, die door het
stadsbestuur zijn opgericht, en om vijf
uur zijn de straten vol vrouwen en zelfs
mannen.
De uitreiking van kaartjes, die den hou
ders recht geven op een bepaalde hoe
veelheid, heeft plaats om zes uur; dan
volgt een verbitterd gevecht om ze machtig
te worden. Ofschoon het vleesch in kleine
porties gesneden wordt, zóó dat het onder
zoo veel mogelijk personen kan verdeeld
worden, moeten velen toch met leege han
den heengaan. Gelijksoortige toestanden
heerschen in andere industrieele steden.
BELGIË.
Te Souvret, bij Charleroi in België, zou
een jongeling begraven worden, bij' een
zich niet vergissen.
De koningin vouwde de handen en sloeg
de handen ten hemel.
„Zulk een verrassing! O mijn God, zou
't mogelijk zijn
Toen bewolkte haar voorhoofd zich weer
en zij zuchtte:
„Ik verheug mij te vroeg. Hij zal naar
Neu-Schwanstein rijden".
„Maar daar is geen behoorlijke slaap
plaats" meende een der dames.
„Och, wat" deert hem dat? De nacht is
voor hem niet om te slapen 1"
„O zie, de lichten, zij komen den berg
opl" juichte Elisabeth. „Zijn Majesteit
komt hier!"
„Heer, ik dank U!" riep de koningin
uit. „Gij hebt mijn gebed verhoord. Ik
dank U voor den grooten troost".
„Als het maar een troost zal blijken",
zuchtte stil gravin Walburga.
Als een vurige slang kronkelde de ko
ninklijke wagen den slotberg op; het ros
sige licht der fakkels, door de voorrijders
gedragen, wierpen een schitterenden gloed
over de rotsen en struiken en op de ver
guldsels der galakoets.
De vlugge paarden schenen het nauwe
lijks te voelen dat zij den berg opreden,
zoo flink en krachtig was nog hun stap.
Op het slotplein der Leeuwenbron
een nabootsing van den Leeuwenhof in
het Alhambra stonden de bedienden
van het koninklijke paleis geschaard om
mijnongeluk omgekomen. De ouders, die
tot. het Leger des Heils behooren, wilden
hem volgens hun godsdienstige overtui
ging ter aarde doen bestellen. Maar de
socialisten verstonden dit zoo niet en wil
den zich van het lijk meest r maken. Op
het oogenblik dat do heilsoldaten hun lie
deren begonnen te zingen, drongen de
socialisten vooruit om hun de lijkkist af
te nemen. Er werden slagen uitgedeeld,
gevloekt en getierd, en zelfs sloeg men
op de doodkist. Ten slotte had de be
grafenis burgerlijk plaats. De zaak is bij
den officier van justitie aangegeven.
Wat een hervormers toch die socia
listen 1
Ze zouden zelfs den dood willen her-
ITALIE.
Met ongewone spanning wordt volgens
den corr. van „het Centrum" te Home
in doorgaans welingelichte kringen uitge
zien naar de pauselijke beslissing, welke
gedragslijn de Fransche Katholieken ten
opzichte der nieuwe wet op de scheiding
van Kerk en Staat hebben te volgen. Aan
stellige beweringen, dat de uitspraak zus
of zoo luiden zal, ontbreekt het natuurlijk
niet. Doch met zekerheid kan niemand
zeggen, hoe 's Pausen beslissing zal uit
vallen. Meer licht zou misschien wel te
verkrijgen zijn bij de afzonderlijke voor
dit brandende vraagstuk ingestelde Com -
missie van Kardinalen, en die eenige ma
len per week beraadslaagt. Maar de leden
dier Commissie staan onder ambtsgeheim
en bewaren het diepste stilzwijgen, zoo
lang de Paus-zelf het oogenblik tot spre
ken niet gekomen acht.
Alleen weet men buitenaf, dat het Va-
ticaan dag in dag uit overleg pleegt met
de invloedrijkste Katholieken in Frank
rijk, zoowel hooge geestelijken als eminen
te ieeken, en dat trouwe weerspiege
ling der bij onze Fransche geloofsgenooten
steeds heerschende oneenigheid van
dien kant de meest uiteenloopende ad
viezen worden ingediend.
De Italia ansche v r ij m e t s e 1 a-
r ijIn een circulaire, door het Italiaan-
sche Gr.O.gericht tot de verschillende
vrijmetselaarsloges wordt, naar de „Köln.
Volkszeitung" uit Rome verneemt, open
lijk de strijd gepredikt tegen de katholieke
Kerk, de kloosterlingen en de seculiere
geestelijken; ook wordt erin gewaarschuwd
tegen een verzoening van den Staat met
de Kerk en wordt de conservatieve partij
erin bestreden.
WEST-IN DIË
Een circulaire van gouverneur
Idenburg. Naar „Onze West" meldt,
heeft de gouverneur aan de hoofden van de
onderscheidene departementen, de volgende
circulaire gericht
„Mag iu het algemeen van ieder ambte
naar een eerbare levenswandel verwacht
worden, in het bijzonder klemt deze eisch
hun meester te ontvangen.
De koning stapte uit, groelte vluchtig,
maar niet onvriendelijk de hofhouding en
besteeg de trap, welke naar de eerste
verdieping voerde.
Boven aan de trap wachtte hem de
koningin-moeder, omringd door haar hof-
danies op. Hij hoog zich voor de grijze
vrouw en drukte haar hand aan zijn lip
pen, toen bood hij haar den arm en leidde
haar naar haar vertrekken terug; op een
wenk der vorstin hieven de hofdames
achter.
Toen zij in het helder verlichte zaaltje
kwamen, wierp de koningin een bezorgden
blik op haar zoon; deze blik scheen haar
echter gerust te stellen, want zij glimlachte
vriendelijk.
Inderdaad zag de koning er heden vrij
goed uit; zijn oogen waren minder mat
dan anders en op zijn wangen lag een
irisscher kleur, ook de trek om zijn mond
was niet zoo vermoeid als anders.
De koningin zeide het hem, maar hij
maakte dadelijk een beweging van on
geduld.
„Moeder, laat mijn gezondheid er bui
ten", zeide hij' afwijzend; „ik verlangde-
er naar u te zien".
„O, mijn kind, sinds hoe lang wenschte
ik dit ook!"
„Morgen komt Pilaty de schilder op Neu-
Schwanstein. Ik moet hem spreken, deze
avond behoort aan ui"
„Gij weet hoe dankbaar ik elk krui-