Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. 4 FEUILLETON. In den vreemde. Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, OOSTERBAAN LE C01NTRE, Grepen uit de Kamer. UIT DE PERS. BUITENLAND» BINNENLAND. Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. (Abonnementsprijs: per 3 maanden —.95 Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Drukkers-Uitgevers: G O E S. o— Advertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekent'. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regeis. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Zij die zich met I lanuari op dit blad ahonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Wat is daar verleden week in de Ka mer gepraat en geredetwistI De sluizen der welsprekendheid waren wagenwijd opengesteld, niet zoozeer om het landsbelang te dienen, maar eerder lom onzen goeden nationalen tijd te ver- I morsen. Dat bij de behandeling der verschillende ■begrootingen veel moet gesproken wor den veel te veel om in dit blad te kunnen weergeven spreekt van zelf, maar' ons dunkt, dat de heeren met hunne gedachten nog steeds te veel verwijlen j in het verledene, dat zij de goede dagen Ivan weleer nog te weinig uit het hoofd f kunnen bannen en daardoor bij de he- handeling van nieuwe dingen het tegen- woordige te veel uit het oog verliezen. M. a. w. bij de debatten is van beide zijden te veel op den voorgrond getreden i de geschiedenis van de laatste verkiezings- 1 campagne in zijn onfrische kleuren en j onwelriekende geuren. Men heeft daarvan in den verkiezing- I strijd zelve reeds genoeg kunnen genieten, om in de Kamer nog een naspelletje te moeten beleven. Van de ministers, die het woord voer den, leek ons mr. van Raalte niet het gelukkigst. Deze minister van justitie heeft het zich niet erg moeielijk gemaakt en dit had hij niet te doen door bijna uitsluitend de wetsontwerpen van zijn ambtsvoorganger over te nemen. En dan de chronische kwaal van vaag heid bij de verschillende ministers, die zoo den indruk wekt van den bekenden slag om den arm. De ministers van Landb., Handel en Nijverheid en die van Oorlog hebben zich aan dit euvel niet schuldig gemaakt en zijn rond voor den dag gekomen. I De eerste zal slecius goede sociale wet ten maken, als er geld is, wat zeer ver standig gedacht is, al zullen die wetten i) Hij stond alleen, met het hoofd in den nek, de handen in de zakken, welke hij wanhopig leeg vond en met de wereld vóór zich, ja, maar zonder eenig middel om er, hoe dan ook, door te komen, 't Was een moeilijk geval, zeer, zeer moeilijk! Ja, hij wist wel wat de meesten zouden doen in zijn toestand: terugkeeren, na tuurlijk! Oom en tante excuus vragen, dat valsche gezicht van André te zien lachen en hem te doen zeggen „Daar loopt al die blut op uit; met hangende pootjes terugkomen. Ik had het wel gedacht!" En dan zou oom weer die ellendige zaak op het tapijt brengen, hem een be- kentenis ontlokken van iets dat hij niet gedaan had. SchandeI Hij stelen! Een Wos ™n ergernis kleurde zijn wangen bij die gedachte, ja, hij was een wilde, ondeugende, ongezeglijke jongen; het jeug dige bloed bruiste iu schier ontembare (kracht door zijne aderen, zeker! 'twas gemakkelijk zoet en bedaard te zijn als die bleekneus van een student, wanneer men Z»?A anderen aard had, als men ,gemePig was en vóór zijn s oeds een zeer braaf gezicht trok vermoedelijk nog al op zich doen wach ten, de tweede kwam er, ten spijt der vrijzinnigen rond voor uit, dat de tijd voor ee?i Volksleger lang niet gekomen is. Vandaar de toorn links. Al mogen generaal Staal de eigenschap pen van parlementair spreker nog niet eigen zijn, hij weet wat hij wil; en dit is voor een minister van oorlog heel wat waard. De geschiedenis van minister Eland en. Kool en het amendement-van Gils-e ligt nog te versch in het geheugen, om niet te doen uitkomen, dat vooral een minister van oorlog met vastberadenheid zijn mee ning tegenover de Kamer moet weten te verdedigen. Men heeft als leek goed praten, dat er op oorlog zooveel te bezuinigen valt, maar of in werkelijkheid onder de gegeven om standigheden dit geschieden kan, blijft de vraag. Al is door de liberalen dit mooie beeld den kiezers vóór de verkiezingen voor oogen getooverd, van bezuiniging zal niet veel komen. Wij voor ons zouden wenschen, dat door de totstandkoming van een hof van scheidsgerecht, dat alle quaesties onder ling beslissen zou, alle oorlogsuitgaven overtollig werden. Maar zoover is het nog lang niet. En wanneer het dus vaststaat, dat men een leger en vloot onderhouden moet, moeten die twee in staat zijn om aan hun doel te beantwoorden, moeten ze dus zooveel mogelijk goed zijn. En een goed leger en goede viool krijgt men niet voor een prikje. De belastingplannen van minister de Meester zijn bekend. 'tZijn de bekende 10 opcentendeze worden wel t ij d e 1 ij k geheven, maar nergens meer dan in be lastingzaken is het tijdelijke meer verwant aan het blijvende, vooral wanneer we, zooals het geval is, omtrent het finan- cieele beleid nog in 'tpikkeduister zitten. Ook wil deze minister enkele artikelen van het tarief wat zwaarder belasten; het tarief-Kuyper, waartegen zoo geageerd is, overnemen zou natuurlijk niet gaan' Het is dus waarschijnlijk, dat, bij leven en daarentegen achter hen om zoo veel leelijke streken uithaalde. Streken, die had hij niet en daarom was het zoo'n schande, dat men hem van diefstal nad durven beschuldigen. Al was zijn moeder een burgermeisje geweest en geen freule; in eer en deugd stond zij niet achter hij zijn tante, die van ge boorte gravin was, en zijn vader was toch ooms jongste broeder, ook een jon ker van Breugelen tot Meerwijk. Zijn ouders had hij jong verloren, maar hij wist dat hij hen niet tot schande mocht strekkenen dat zou hij stellig, wanneer 'twaar was heigeen zijn oom of liever André, die lago verklikker was schuld van alles hem durfde verwijten. Hij was nog jong, Adriaan van Breuge len, pas zeventien jaar; anders zou hij begrepen hebben, dat hij niet dommer kon handelen, dan hij nu deed. Sinds lang smaakte hem het genade brood, dat hij hij zijn rijken oom en tante op den huize Hood-VV oude at, bitter en wrang; hij wist dat zijn oom nooit zijn vader had kunnen vergeven dat hij be neden zijn stand was getrouwd, hij wist dat men zijn moeder een plaatsje ge weigerd had in het familiegraf der van Brengelens; hij wist dat zijn rijke bloed verwanten hem slechts met tegenzin duld den in hun naaste omgeving, maar hij wist ook dat hij in geestes- en zelfs lichaamsgaven verre zijn neef André en welzijn van het ministerie, ons een nieuwe tariefs-herziening te wachten staat, een herziening, die mogelijk zeer veel overeenkomst verloonen zal met het ontwerp van Kuyper. De vraag„vanwaar moeten de dub beltjes komen?" is niet de gemakkelijkst oplosbare voor dit ministerie. Christelijk socialisme??? Onze lezers weten, hoe de Socialisten het telkens weer voorstellen, dat Chris telijke arbeiders heel goed zich kunnen aansluiten hij De partij, zonder op te houden Christen te zijn. Het Socialistsch Weekblad voor Zeeland komt deze ,,waarheid"(?) weer eens be vestigen. Onze lezers kennen de uitspraak van Christus: „Leert van Mij dat ik zacht moedig en nederig van harte ben", - kennen ook het woord van den H. Paulus „Vermaan de dienstknechten gehoorzaam te zijn aan hunne meesters, in alles wel gevallig", en elders „gij dienstknechten, weest uwen heeren naar het vleesch, ge hoorzaam met vreeze en beven,als aan Christus"; verder nog de woorden van uen H Petrus: „Gij dienstknechten, weest uwen heeren in alle vreeze onder danig, niet alleen den goeden en beschei- denen, maar ook die hard voor u zijn". Nu vorderen wij volstrekt niet, dat de heeren socialisten deze uitspraken zullen onderschrijven: als men de Godheid van Christus loochent, is men zeer consequent als men zegt, dat dergelijke uitspraken goddelijk gezag missen; maar wet vra gen wij1: kan met die uitspraken wor den overeengebracht wat dat Weekblad beweert Er zijn menschelijke eigenschappen, deugden en ondeugden, die allen zullen bewonderen o£ afkeuren, ma,ar er zijn er evenzeer, die eenerzijds worden aan geprezen, anderzijds verfoeid. Gehoorzaamheid, tot slaafs heid toe, eerbied, die onderdanig heid wordt, ootmoed en nede righeid, die het gevoel van eigen waarde dooden, vergt het kapitaal van de arbeiders, heet het hun schoonste deugden. overtrof. De twee knapen konden slecht met el kander overweg; Adriaan was wild, on deugend, driftig, maar- hij had een hart van goud, hij was rond en oprecht; An dré, daarentegen was listig en geslepen; de twee karakters konden onmogelijk met elkander overeen komen. De zoon des huizes bleef in alle opzichten de meer dere van zijn kameraad, die door zijn onnadenkelijkheid dikwijls zijn neef de overwinning gemakkelijk maakte. André wist altijd de schuld op Adriaan te schuiven, en Adriaan was dan gewoon lijk niet geheel onschuldig, zoodat het den andere niet vejl moeite kostte zich zelf vrij te pleiten en tien anderen straf en berispingen te bezorgen. Nu gold het echter een zeer ernstige zaak, een bankbiljet van f 25 was op ge heimzinnige wijze verdwenen. Niemand kon het weggenomen hebben uit het boek, waarin de baron het gelegd had, toen hij haastig de kamer veriaten moest, dan Adriaan, want hij was de eenige, die de beweging gezien had, ten minste dit be weerde André en Adriaan ontkende dit ten stelligste. Hevige tooneelen waren er uit ont staan; Adriaan had eerst niet willen ant woorden en daarna bezwoer hij zijn on schuld met duizend eeden. 't hielp niet, oom en tante hielden vol, hij had het gedaan en bevalen hem zijn kamer niet De arbeiders daarentegen ver vloeken die deugden Q die slechts voor hen gelden, die slechts als zoodanig opgeld doon, om 'hen beter (e kunnen knechten. Is het nu toch nog waar, "I al iemand die het goddelijk gezag aanneemt' waar mede bovenvermelde voorschriften gege ven zijn, dat een katholiek b.v. ook socialist kan zijn? Als katholiek moet hij nederig, gehoorzaam, onderdanig, ootmoe dig zijn of het trachten te worden: maar de socialisten „vervloeken die deugden". Dai men dit nu eens goed ont'houdel x) Wij spatieeren. Niet meegevallen. Het samentrelfen van ons „verzoe- nings"-ministerie met de woordvoerders der politieke partijen in de Tweede Ka mer is niet meegevallen. Nu was 'teen heele zaak om te spre ken, staande voor denzelfden zetel, waar voor ür. Kuyper verleden jaar om dezen tijd stond en zijn magistrale rede uitsprak. Maar toch, zelfs de vrienden vinden dat het dun was, wat minister De Meester zeide En dan zal het wel waar zijn. Zoo oordeelt de „Nieuwe Crt." „Van het algemeene deel der discussie maakt hij met een voorgelezen redevoe ring, die niet hoog vliegt en niet diep gaat, maar doet denken aan de wijze waarop een gewoon ontwikkeld man u in een gesprek zijn denkbeelden zou mede- deelen over politieke verhoudingen, die hem niet bovenmatig interesseeren, liefst zoo beknopt mogetijk zich af". Ons dunkt: het had van links niet har- tiger gezegd kunnen worden. „Gewone ontwikkelde menschen", wien de politieke verhoudingen „niet hoven- matig interesseeren". M. a. w.voor een staatsman eerste klas hebben we nu gekregenBoven staat het. „In naam van de vrijheid (moest) Kuy per er uit". Nu, hij is er uit. En nu zitten wij, zou mr. Kolkman zeggen, met de menschen. (N. D. Crt.) •laten, vóór hij tot bekentenis kwam. Dat was* hem te veel! En zonder te denken, dat hij juist daardoor- zijn schuld bewees, klauterde hij 's nachts uit zijn raam in den grooten kastanjeboom. V zich afzakken, snelde het park d' liep tot aan den morgen door heit. en en bosch, begunstigd door de heldere maan. Nou v hij de Duit he grenzen reeds over; i het, zij zouden hein zoe ken, 'tk i hem niet schelen. Vinden zou den zij hem niet licht en terugkeere", dat nooit 1 Hij dacht er nu aan dat hij gisteren door de drukte geen middageten nad ge had, dat hij niets op zak had, dan een paar Hollandsche dubbeltjes en dat er in heel Duitschland niemand was, die zich om hem bekommerde. ,,'tls jammer,;waAHijk jammer!" dacht hij en streek over zijn leege maag, „dat een mensch eten en slapen moet om door de wereld te komen. Slapen is minder; als men niet kieskeurig is kan men altijcL onder dak komen, maar voor eten daar hoort geldtoe én met mijn twee dub beltjes eii zeven centen kom ik niet ver". Hij had grooten honger; in de verte zag hij een dorpje; de torenklok luidde juist voor de eerste Mis. Daar viel hem een goede gedachte in hij wilde zijn nieuw leven met God be ginnen, hij zou naar de kerk gaan, hij RUSLAND. Het lijkt een eindelooze «risls, die Rus land doormaakt. Nauwelijks is hel liier of daar weer beter gesteld of er komen nieuws onrustbarende tijdingen vantejders, van de Oostzee-provincies of uit'Niet hart van Azië. De Times verneemt uit PetersburgDo algemeene indruk is, dat alle Oostzee- provinciën in opstand zijn. De afkondi ging van de republiek wordt elk oogen- blik verwacht. De uilzending van oorlogs schepen acht men doelloos, omdat de be manning onbetrouwbaar is. Sologoeb, do officier van den staf, die tot. gouverneur van die provinciën benoemd is, was tot dusverre geheel onbekend. FRANKRIJK. 't Tooneel speelt te Parijs op den hoek van de „rue Taitbout" en de „rus' de Pro vence". Te midden van het woelige en drukke straatleven heeft zich daar een menigte samengedromd, aandachtig-stil luisterend naar twee zangers. Op de me lancholieke en zachte wijs van de „Paim- polaise" herhalen zij het refrein „Puisque l'on ne vent plus, en France, °ayer ces modestes cures, 1 Qui vont apporter l'espérance Aux coeurs les plus désahusés, L'argent qu'il faudra, On le trouvera5 Car, malgré les bourreaux de l'ame, Nous ne laisserons pas tomber Les grandes tours de Notre-Dame Ni du village le clocher!" (Nu men in Frankrijk niet meer de be scheiden pastoors betalen wil, die de hoop brengen in de meest ontmoedigende har ten, zullen we toch het noodige geld weten te vinden; want ten spijt der zielebeulen zullen wij noch de trotsche torens der Nolre Dame, noch het dorpstorentje laten vallen.) Het publiek applaudisseert en men ont rukt elkander het liedje, dat op ruime schaal verspreid wordt. Het heet „la Se paration" (de scheiding). T we ede Ka mer. Blijkens de me.- morie van antwoord omtrent de begrooting voor financien gevoelt de Minister er veel voor, aan de gemeentelijke autoriteiten inzage te verleenen van de kohieren, doch acht hij het niet gemakkelijk om, met voorbehoud overigens van het beginsel der zou onzën lieven Heer en- zijn zafli ouders om raad vragen. ,,/^ook kunnen niet willen", _mouipèU de hij en balde de vuist van' drift bij (Ir herinnering aan 'tgeen gisteren voor gevallen was' „dat ik mij daar ginds laat behandelen als dief!" Hij begaf zich naar het dorp en trad in de eenvoudige kerkhet toeval wilde dat er geen mijdienaar was*, dé oude koeter liep naar achteren en vroeg een jongen of hij de plaats van den afwezige kon i nemen; deze antwoordde dat hij het nooit gedaan had. Toen bood Adriaan zich zelf aan; vroeger toen hij nog hij zijn moeder iu Brabant woonde, had hij dik wijls het voorrecht gehad aan het al taai- te dienen. Eenige oogenblikken later verscheen de prie&ter, voorafgegaan door den jongen vluchteling, voor het altaar; de geeste lijke hoorde dadelijk aan Adriaan's uit spraak van het Latijn, dat hij geen Duit- scher was, maar tevens vielen heni zijn ingetogen handeling en beschaafde stem op. Zoodra de H. Mis geëindigd was en de pastoor zijn dankzeggingen gedaan had, keek hij naar den jongen om, m&'ar Adriaan stond i'n de sacristie letterlijk staande te slapen. De vermoeienis en de honger hadden hem geheel uitgeput. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1