wndijk, Vlisslngea Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden, Magazijn „BITTER" R.-K. Leesbibliotheken. No. 145. Zaterdag 9 December 1905. Eerste Jaargang. Yccren Bedstellen Matrassen p f 2.—, f2.50, f3.-. Ledikanten Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, De redevoering van onien Kamerafgevaardigde. FEUILLETON. De slang met de edelgesteenten. UIT DE PERS. Lange Vorststraat, Goes. Vóór U een Bed, Matrassen, Ledikant of Dekens aankoopt, informeer dan eerst naar onze prijzen. Wij zijn zeer voordeelig met deze artikelen en leveren gegarandeerd solide waar. f25, f30, f35, f40 en hooger. f4.50, f5.50 en f6.50. den „COBH^ l0OGRAMg en 4.~< '"ef" Goes. Geopend des Zondags van 12 tot 1 sur, n de Zusterschool. Prijs der boeken, van nimmer 1—1040: 1 cent per week en ler deelboven 104027, eent per week ■n per deel; Illustraties 5 cent per week ■n per deel. Catalogus: 8 cent per stuk. Middelburg. Van de St. Vincentiusvereeniging, ge- ipend Zondags 12—1 uur, behalve in de naand Augustus. Abonnement f 1 per jaar >f 21/2 cent per boek per week. Vlissingen. R. K. Volksbond, geopend Dinsdagavond ran 8—9 uur, verkrijgbaar gratis voor de eden. St. Vincentius-Vereenigtng, geopend Woensdag, van 12—1 uur, 3 cent per aoek, voor onvermogenden gratis verkrjjg- aaar. Beide Bibliotheken zijn geplaatst in het Vincentiusgebouw. Heinkenszand. Geopend Zondag, onmiddellijk na Ves- Ders of Lof. 's Heerenhoek. Gevestigd in de B.-K. Jongensschool, da- olijks geopend van li1/» t°t 121/a uur. rijs 1 of 2 cent per deel en per week. Hansweerd. Boeken verkrijgbaar aan de Pastorie, ïondags van 12 tot 121/2 uur, 2 cent per leel en per week. Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. -.95 Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Drukkers-Uitgevers: OOSTERBAAJi LE COINTRE, G O E S. Gisteren heeft jhr. mr. de Savornin Lob man, de Goesche afgevaardigde, in de Ka mer eene redevoering gehouden, waarin hij zijn standpunt tegenover de regeering uiteenzet en eenige opmerkingen maakt over het afgetreden kabinet. Wij hebben het officieele verslag nog niet ontvangen, maar naar de verslagen in de verschillende bladen te oordeelen, kunnen wij over die redevoering geen groo- te reden tot tevredenheid vinden. Wanneer die liberale bladen den Goe- sc-hen afgevaardigde zoo prijzen, mogen wij op zijn minst een gereserveerde hou ding aannemen. Wanneer wij de Handelingen" hebben ontvangen, kunnen wij ons oordeel beter uitspreken, tot zoolang schorten wij het op en laten bier volgen het verslag der rede, overgenomen uit „de Nederlander", het lijf orgaan van den heer Lohman. De heer de Savornin Lohman betoog de, dat niet te ontkennen valt, dat de antithese bestaat. Maar waar hij van oor deel is, dat de Christenen, die de meerder heid in den lande hebben, de leiding moe ten hebben, daar meent hij ook, dat niet moet geschieden met terzijdestelling van andersdenkenden. Intusschen, bestaat alzoo de antithese, zjj sluit samenwerking volstrekt niet uit, wanneer de liberalen hun politiek van onverdraagzaamheid laten vareneen poli tiek die in den jongsten strijd zoo duide lijk uitkwam in de felle aanvallen op de eonfessioneele school. Want dat samenwer king mogelijk was, hel bleek nog bij de be kende Aprilbeweging. Nu geloofde spr. wel, dat de vorige Minister-President de antithese wat scherp op den voorgrond heeft gebracht. Een staatsman als hjj in zulk een sterke positie, had het debat over de antithese veel meer kunnen ont wijken. Maar hij was te sterk theoloog, te veel bekwaam schermmeester, die gaar ne prachtige lournooien leverde, die zoo vaak zijn bewonderd. Een andere vraag is, of een en ander, zoo veel drukte van liberale zijde behoef de uit te lokken. Want dit staat vast, dat 2.) Haar toon was zoo openhartig mogelijk en zij' keek mij aan zonder in 't minst verlegen te zijn. Zou ik mij dan toch nog vergissen? Neen, ik was vast overtuigd dat ik dit jonge meisje reeds eerder had gezien; zij moest een volleerde actrice zijn, die hier haar jol kwam vervullen. „U zegt, mejuffrouw Keele, dat u Ceylon goed kent", ,zcide majoor Strangways; „zijn de plantages van uw vader misschien dichtbij Candy?" „Twee mijl daar vandaan", hernam zij. „Dan kent u zeker wel de Morrissons uit Gelpoor?" „O ja, zeer goed", hernam zij lachende. „Kent u hen ook?" „Zij zijn familie van mij. Wat is dat alleraardigst". Weldra waren zij' in een levendig gesprek gewikkeld, en zag ik in, dat zij zich verder wol niet om mij zouden bekommeren. Na tafel begaf ik mij naar mijn kajuit. Ik stak mijn pijp op en tracht te alles nog eens goed na to gaan. Het jonge meisje, dat nog op 't laatste oogon- blik op de boot was gekomen, had stel lig een verleden waarover zij liefst niet wilde spreken. Dat was zoo zeker als iets; maar dat. ging mij dan toch niet aan. 't Kon ook zijn, dat haar onschuld het kabinet-Kuyper geen enkele richting heeft benadeeld, en een nalatenschap op sociaal gebied heeft nagelaten, die eerbied afdwingt. Wat nu aangaat het optreden van dit kabinet, spreker zou liever hebben gezien het aanblijven van het vorig ministerie, totdat een conflict tusschen Kamer en re geering, het kabinet tot aftreden had ge noopt. Want een regeering staat niet te genover de kiezers, maar tegenover de Kamers. Intusschen, wanneer men meent, dat een rechtsch kabinet, niet mogelijk was, dan, dat erkent spreker was de heer Goeman Borgesius de aangewezen kabinetsformateur. Hij'had met. het blanco- artikel allen onder een hoed gevangen. Maar waarom trad hij zelf niet in het kabinet 1 Om de mogelijkheid van verzoe ning? Maar dat was geen bezwaar Want, vroeger zelf aan de regeering zijnde, toon de hij zich volstrekt niet gevaarlijk en hielp de rechterzijde hem vaak uit 'de klem Onder deze omstandigheden zal spr een afwachtende houding tegenover dit kabinet aannemen Na het blanco-arlikel dat z i. alge meen kiesrecht beteekent bestreden te hebben, maakte spr over enkele punten nog opmerkingen, n 1. over de benoemin gen en belastingen. In het algemeen keurde hij af benoemin gen op grond van een partijsysteem, waar aan vorige en ook het laatste Ka binet schuldig stonden, waarhij nog kwam dat dit laatste Kabinet voor benoemingen een onverantwoordelijk advi seur raadpleegde, 'hetgeen verkeerd en ge vaarlijk was. Voor burgemeesters-benoe mingen bijv. komt het aan mannen tc be noemen, die tact bezitten, om alle rich tingen dn de gemeente tot elkander te brengen, mannen die hoven de partijen staan. Wat de belastingen aanging, het is on juist dat het vorig Ministerie protectio nistisch was. De tariefwet verschilde niet van Pierson's tarief. En zoolang de linker zijde tegen de tariefsherziening gekant blijft, is spreker niet gezind de Regeering tc steunen bij haar voorgenomen wijze van vaststelling der middelen. Resumeerende was spr. van oordeel dat nog niet was opgehelderd waarom 'de heer Borgesius huiten het Kabinet bleef; dat van een verzoeningsgezinde politiek nog weinig was gebleken en dat het nieuwe Ministerie, kunnende rekenen in critieke oogenblikken op den steun van Troelstra was gebleken, en dat men haar eerder moest beklagen dan veroordeelen. Eén ding was in elk geval duidelijk. Welke verkeerdheid zij in haar prille jeugd ook mocht begaan hebben, zij had nu toch weer haar positie heroverd; hare vrienden waren deftige lieden en zij zelf was op-en- top een dame. 'k Had juisL het besluit genomen verder niet over die zaak te denken, toen ik luid op mijn deur hoorde tikken en tot mijn groote verbazing majoor Strangways binnen kwam. „Ik hoop, dat gij het mij niet kwalijk zult nemen dat ik u stoor, mijnheer", zeide hij'; „maar ik zon u gaarne over een be langrijke zaak willen spreken". „Met genoegen", hernam ik; „neem plaats". Hij ging op de sofa zitten en ik schoof hem mijne sigaren toe. „Ik hoop, dat niemand ons hier kan hooren?" zeide hij om zich heen ziende. „O, neen, niemand; wees daarvan ver zekerd". „Gjj moet weten", zeide hij, „dat ik in een zeer bijzonder geval verkeer; daarom moet ik, vóórdat ik u iets mededeel, u vooraf verzoeken mij te willen beloven, dat gij aan niemand zult vertellen, wat ik u thans ga toevertrouwen?" „0, zeker", hernam ik, „wanneer het althans niets is, dat mij kan rompromit- Leeren". „In het minst niet. Gij belooft het mij dus?" ..Ja", hernam ik. Adverlenflënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 règdféj^' Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Jk' m- en Tydeman, sprekers hulp niet behoeft. Daarom kan spr. zich een vrije critiek voorbehouden. V In ons vorig nummer deelden wij mede, hoe een 19-jarig meisje uit Tiel, door in te gaan op een advertentie in een der bladen, in een slecht huis terecht kwam, en waarschuwden tegen hot reflecteeren op zoodanige aanbiedingen. De „Goesche Courant" plaatste hetzelfde bericht met het opschrift„m e n zij toch voorzichtigl" Hoe hebben wij 'tnu? Dit liberale blad luidt op haar ma nier ook de alarmklok, maaront ziet zich niet in de kolommen barer adver tentie-rubriek precies dezelfde verlei delijke aanbiedingen op te ne men en bijgevolg mede te werken tot het verderf van onschuldigen. De verleider, zich hullende in lichtge waad Och, men ziet hot meer, dat liberale bladen, die zich zelt, o zoo gaarne, een „Christelijk" cachet willen geven, m roe rende hoofdartikelen met pakkende waar schuwingen de deugd prijzen cn de on deugd verafschuwen. Men behoeft echter slechts hunne adver tentiekolommen na te zien, om het huichel achtige van die aandoenlijke waarschuwin gen le begrijpen. Dergelijke bladen zijn meer dan gevaar lijk; ze oefenen een verderfelijken invloed uit op liet zedelijk leven. Een waarschuwing In hot „Ierseksch Volksblad" heeft reeds enkele malen een advertentie gestaan, waarbij een pakket boeken wordt aangebo den, getiteld: „zwarte Waarheid". In dit pakket wordt, volgens de ad vertentie „het treurige van het klooster leven" weergegeven en, zegt dezelfde an nonce, men huivert als men leest, welke gruwelen onder den naam Godsdienst kun nen plaats hebben. We behoeven onzen lezers wel zeker „Welnu, dan zal ik maar beginnen met u te zeggen, dat ik, zooais ik hier zit, ongeveer zes millioen gulden waard hen". Ik keek hem vol verbazing aan. „Ik bedoel niet, dat jk zelf zoo rijk hen", vervolgde hij, „maar dat ik die som bij mij draag". Ik keek hem aan en wachtte rustig af, dat Hij' verder zou .spïeken. „Ik zal u de geheele geschiedenis ver- lellen", zeide hij. „Het is volstrekt nood zakelijk, dat ik iemand heb in wien ik vertrouwen kan sttellen, want, men kan nooit weten wat er gebeuren zal, en mocht mij iets overkomen, voordat ik in Engeland kom, dan verzoek ik u in mijne plaats te handelen. Hebt. gij er tegen, dat ik de deur afsluit?" „Waarom?" vroeg ik. „Uit vrees, dat iemand onverwachts bin nen zal komen. Ik wil u iets toonen, dat niemand anders mag zien". Ik schooi den grendel op de 'deur en ging weer op mijne plaats zitten. „Wat doet gij nu?" riep ik uit, mee- nende dat hij krankzinnig was geworden. Hij had in een oogwenk zijn jas en zijn vest uitgetrokken en zijn overhemd los- knoopende, deed hij het open. „%ot gij dit?" vroeg hij. „Ja", hernam ik, toen hij zich naar liet Rent keerde; „wat is dat?" Hij droeg om zijn middel een eenigszins broeden goidel, omwon den met gewaste taf. Terwijl ik nog sprak, trok hij1 plotseling het wasdoek weg niet te zeggen, dat alles wat in die boe ken tegen kloosters, priesters, enz. voort komt, het grootste bedrog ter wereld is. We behoeven hun zeker ook niet meer mede te deelen, dat de titels en de on zinnige inhoud dier boeken slechts ge maakt zijn, eensdeels uit fanatieken gods diensthaat en anderszijds om, speculee- rend op den zucht naar sensatie-nieuws, den mensrhon eigen, hun te helpen de portemonnaie wat te ontlasten. Trouwens de tijden zijn voorbij, dat de onnoozelen zich allerlei fantastische en verschrikkelijke voorstollingen maakten van kloosters en jezuïeten. Nochtans worden er nog altijd uitgevers aangetroffen, die uit winstbejag medewer ken om do onwetenden op een dwaal spoor te voeren, en die lasterlijke aantij gingen tegen den Godsdienst en zijn be dienaren helpen verbreiden. Tegen die boeken en ook tegen het blad, waarin ze als advertentie prijken, waar schuwen wij. Ook tegen het blaadje. Want een courant welker uitgever uit pure geldzucht want. de man moet heter weten medewerkt om den on wetenden, door laster, vergif toe te die nen, mag door geen enkel Katholiek ge lezen worden. Hier zouden leden van de verecniging „voor eer en deugd" een vruchtbaar ter rein vinden, want het behoort o. i. wel degelijk tot hunne plichten om het le zen van dusdanige bladen na te laten en zooveel mogelijk te voorkomen. Men leze dus do boeken niet en late het blad links liggen. Geen obstructie. Men weet, hoe het ontwerp-arbeidscon- tract, dat de werklieden in veel verbeterde conditie bracht van vele zijden zelfs door den soc.-dem. Schaper met instem ming werd begroet. Het vermoeden was dus gewei tigd, dat het nieuwe ministerie het ontwerp niet zou intrekken. In zijn memorie van antwoord zegt dan en zag ik een rol die sprekend geleek op een slang. „In dezen gordel", zeide hij, „zijn de juweelen die de waarde hebben, waarvan ik u zoo even sprak. Ik breng zo over naar Engeland". „Dat is een gevaarlijke onderneming", riep ik onwillekeurig uit. „Zijn al die kost baarheden uw eigendom?" i „Mijn eigendom!" riep hij lachend uit. „Zeker niet. Hebt gij ooit. gehoord van Prins Sindhia?" „Ik heb natuurlijk wel over hem hooren spreken", hernam ik. i „Welnu, deze juweelen behooren hem toe. Zijn vader is onlangs overleden. Hij is een mijner beste vrienden. Hij is nu de Maharajah van Besselmir. Hij 'is op het oogenblik dn Londen en vandaag over vijf weken moot hij in het. Buckingham Paleis vóór den koning verschijnen om een bij zondere onderscheding te ontvangen. Bij die gelegenheid moet hij' deze juweelen dragen, de kroonjuweelen van zijn land, en hij heeft mij de opdracht gedaan ze aan hem te brengen, er tevens de bepaling aan verbindende, dat ik ze altijd bij mij moet dragen. Dat is natuurlijk een groote verantwoordelijkheid. Gij hebt misschien wel gezien hoe geagiteerd ik heden middag geweest ben. En waarlijk niet zonder re den. Veertien dagen geleden ontving ik de juweelen zij werden mij overhandigd door den dignitaris 'die dezen gordel op zettelijk voor mij had gemaakt. Jk had op Ceylon eenige belangrijke zaken af te ook de minister van. Justitie, dal hij ontwerp arbeidsovereenkomstJkMkemt. De vertegenwoordigers dep soc.-dem. ar- beider s-partij dn de Kamer, die in hoog^ mate de droevige bedrevenheid bezitten om te stemmen tegen wetten in het be lang der arbeiders, hebben, bij monde van hun leider Troelstra, verklaard, dat zij ge zamenlijk ook weer tegen dit ontwerp zullen stemmen. Dit was sf|j te voorzien. Maar, wdWheer nu do'rechterzijde bij de behandeling er van eens obstructie wil de voeren zooals de vrijzinnigen dat zoo prachtig gedaan hebben hij de be handeling der lager-onderwijswct, van welke een tegenwoordig minister nota bene durfde verklaren, dat zij was „een partij- wet van de ergste soort" wanneer nu die rechterzijde bij wijze van taktiek, waarom het helaas bij zoovelen te doen is, met de socialisten ging tegenstem- in e n, dan was het ministerie ad patres- (dood). Maar hiervan kan geen sprake zijn, om dat de rechterzijde het bedoelde ontwerp acht in het wezenlijk belang der werklie den te zijn; wijl die veel gesmade rechter zijde noch de arbeiders, noch het landsbe lang zal opofferen aan den val van een kabinet van andere gezindte. Waaruit valt af te leiden, dat de rechter- zijnde geen oppositie „quand même", geen tegenwerking door dik en dun zal voeren maar, naar hare beginselen, medewerken in het belang van land en volk. Mochten de vrijzinnigen dit voortaan eveneens doen. De socialisten en de rechter lijke m acht. De aanhef van een artikel in „Het Volk" over „Klasse-justitie" luidt als volgt: Als wij van klasse-justitie spreken, dan krijgen we nogal eens een standje van '«SrY' den overkant. Wat, zeggen ze dan, dat is een miskenning van de rechterlijke macht, die één en al onpartijdigheid is. Voor den rechter bestaat geen arm of rijk, geen kapi- list of socialist hij ziet slechts do daad doen en hoopte nog met deze boot. itiede te kunnen gaan,"teneinde bijtijds in Engeland aan te komen. Ik dacht niet, dat iemand ter wereld zou weten, dat ik zulk een. A - grooten schat, bij mij droeg, maar giste- ren ontving ik een zonderlinge mededee- ling. Een inboorling uit Besselmir was mij' gevolgd van uil. het paleis van den Maharajah, ifUsteravond wierp hij een briefje in* cijferschrift geschréven, in mijn hand. Daarin werd mij medegedeeld, dat een alom beruchte dievenbende wist, -dat ik met de juweelen op reis was' naar Engeland cn besloten had ze mij tc ont nemen. Men had reeds een samenzwe ring tegen mij gesmeed, daarom waar schuwde hij mij op mijne hoede te zijn. Ik ging zoo spoedig mogelijk aan boord en bleef dicht, hij de loopplank staan, el- ken passagier met groote belangstelling gade slaande. Ik vernam van een dor hofmeesters, dat er behalve mij, zelf in Colombo geen nieuwe passagiers op de boot waren gekomen, en jk voélde mij reeds zeer gerustgesteld, toen dat kleine stoombootje nog op het laatste oogenblik door het water schoot. Nu gaf'ik ajle hoop op. Gij kunt u dus voorstelfen, hoe verliehl'-ik mij gevoelde bij het. zien, dat de nieuwe passagier een jong meisje was, en nog wel een jonge dame wier intiemsle vrienden mijne bloedverwanten zijn". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1