Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
No. 135.
Donderdag 16 November 1905.
Eerste Jaargang.
^ElniïËïöHr
Verschijnt eiken fl\AANDAG-, V/OENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
Geestelijk Brokkenwerk,
Het genootschap Je Roode Hand".
NIEUWE ZEEUWSCUE COUP
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
G O E S. o—
Advertenfiënvan 1—6 regels .60; iedere regel meer 10 ets.
Orootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Een Correspondent gevraagd te:
T h o 1 e n.
Oud-Vosmeer
Hans w eer d.
Hoedekenskerbe.
In het laatst verschenen nummer der
„Gele Boekjes", getiteld „Voortgaan", le
zen wij een hoofdstukje, dat zeker recht
heeft bekend te worden in ruimeren kring,
dan waarin de St. Willebrordus-vereeni-
ging met hare gele boekjes haar intree
heeft gemaakt.
Onder den titel van „Een geestelijk brok
kenwerk lezen wij op pag. 9 hoofdst. IV:
„Zoo ooit dan is hij de verkiezing van
Juni 1905 gebleken, hoe machtig de in
vloed is van het gedrukte woord, hoe
nadeelig de gevolgen zijn van slechte
lectuur. Vooral van geregeld lezen in ver
keerde couranten. Een menigte kiezers,
die volgens geloofsovertuiging tot do on
zen behoorden, waren politiek óf geheel
met verkeerde denkbeelden vervuld, óf uit
slaperige onverschilligheid in het geheel
niet wakker te krijgen. De eersten waren
lezers, abonné's van liberale, de
tweeden van neutrale bladende eer-
sien waren geestelijk vergiftigd, de twee
den verhongerd.
Dat mag zoo niet blijven. Nu moet men
ons wel verstaan bij wat wij gaan zeggen.
Onze bedoeling is volstrekt niet, een sy
steem van proselieten-makerij uiteen te
zetten en voor toepassing aan t.e prijzen,
integendeelwij zouden het zelven niet
wenschelijk vinden en voelden het in den
afgeloopen verkiezingsstrijd hoogst onaan
genaam, wanneer bij onze eenvoudige
menschen tal van geschriften der tegen
partij in huis werden gedragen. Neen, de
opvoeding tot hoogere beginselen, de vor
ming van een levensbeschouwing is niet
het doel van politieke actie, kan niet het
gevolg van stembusbeweging wezen.
Maar wat wij' verlangen is dit:
dat ieder, die in geloofszaken een vaste
i.
Het eerste voorval, waarop ik de aan
dacht wilde vestigen, had plaats te Lon
den. Er werd een bal gegeven in het huis
van een der hoogste personages van de
élite dier stad. De meeste leden van de
verschillende gezantschappen bij het Hof
van St. James waren hierop uitgenoodigd.
Daar ik, toen ter tijd eon post bekleedde
op het ministerie van Buitenlandsche Za
ken, werd mijne tegenwoordigheid even
eens verzocht.
Mijn voornaamste metgezel dien avond
was een jonge Russische atteché, graaf
Stroginskoff. Hij behoorde tot een der adel-
lijkste familiën van zijn vaderland en ge
noot, naar gezegd werd, zoowel 't ver
trouwen van zijn chef als van den Czaar.
Knap en vroolijk zijnde, had hij de toege
negenheid weten te winnen van Maud, het
eenige kind van den grooten staatsman,
den hertog van Hampshire, met wie hij
spoedig in het huwelijk zou treden.
Ongeveer twee uren bracht hij1 door
met 't wisselen van groeten met zijne
vrienden en 't ontvangen van geluk wen-
schen; en eens of tweemaal nam hij deel
aan een quadrille.
Toen, op mij toekomende, zei hij met zijn
licht vreemd accent:
overtuiging bezit, daarvan ook de gevol
gen inzie, wat het openbaar leven be
treft. Dat men niet in den godsdienst
rechts en in de politiek links zal staan,
dat men niet zijn geloof voor huis en
kerk beware, maar het als leider volge
ook naar vergadering en stembus.
Dat onze Katholieken leeren verstaan,
hoe het Katholicisme ook zijn licht laat
vallen op het terrein van het openbaar
leven en dat wij bij dat licht, en niet
bij allerlei dwaallichten en schijnglanzen
hebben te wandelen.
Er heerscht vaak grove onkunde onder
de Katholieken over de openbare zaak
en den plicht, dien wij daarin hebben te
verruilen. Hoe nu kunnen wij daaraan
iets veranderen
Hier is ook een werk van naastenlief
de, van barmhartigheid te verrichten, en
steeds is door de Kerk het voorlichten van
onkundigen, het raadgeven aan twijfelen
den, als hoogst verdienstelijk geprezen en
aanbevolen.
Wij moeten zorgen, dat zij, die door ver
keerde lectuur zijn misleid of door neu
trale in een dommel geraakt, betere bla
den in handen krijgen.
Dat is het doel, maar nu de middelen?
Wanneer men over geld beschikt en dan
nog over een goed hart, kan men een
abonnement op een Katholiek blad voor
zulk een misleide betalen en het hem
thuis doen zenden. Of is men welspre
kend en heeft men talent om met men
schen om te gaan, dan kan men zoo'ri
Katholiek, die zijn geloof, evenals zijn
rozenkrans buiten do Kerk in zijn zak
steekt, dan kan men hem aanspreken en
opzoeken en overtuigen en overreden, zoo
dat hij zelf zijn liberaal of neutraal of
socialistisch of ander dagblad weigert en
een Katholiek geschrift er voor in de
plaats neemt.
En wie dat doet, mag zich zeker reke
nen tot de barmhartige Samaritanen, tot
degenen, die geestelijk gewonden en zwak
ken opbeuren en helpen. Maarer zijn
zoovelen, die van den barmhartigen Sa
maritaan alleen den goeden wil bezitten,
„Ik hen moe, ik ga naar huis".
„Ah!" antwoordde ik, „uw ster is van
avond niet opgekomen doelende op
het. feit. dat lady Mand niet aanwezig was.
U ziet er even betrokken uit als een on
weerswolk. Wat is er gaande?"
„0, niets, niets dat is te zeggen
niets van belang! Ik dacht, dat ik een
gelaat tusschen de menigte zag. Maar kom I
ik spreek onzin, het is onmogelijkGoe
den avond".
Met deze woorden vertrok hij en ik
wendde mij om, om mijn partner voor
den volgenden dans te zoeken. Vóór ik
haar gevonden had, kwam er een door
dringende kreet uit den corridor, dien de
graaf bij het verlaten van de balzaal was
binnengetreden.
Ik snelde op 't geluid in die richting,
door velen gevolgd, en vond op den vloer
uitgestrekt het. lijk van graaf Stroginskoff,
met een dolk in zijn hart.
Ik trok den dolk uit 'thart van den
doode. Om het hecht was een stuk grijs
papier gewikkeld, waarop eene roode hand
was afgebeeld en dat verder het volgende
opschrift droeg: „Zoo sterven alle verra
ders van de Roode Hand".
Na dit gelezen te hebben, wierp ik een
onderzoekenden blik op de aanwezigen.
Mijne oogen ontmoetten die van een klei
nen, mageren man, dien ik te voren nog
niet had opgemerkt. Een lichte scheelheid
gaf hem een schrikwekkend voorkomen;
maar er lag nog, behalve dit op zijn ge-
maar geen olie en wijn hebben, om in
de wonden te gieten, noch een ezel om
den beroofde er op te leggen, noch geld
om daarvan den herbergier-verpleger (een
thans onbekend ambt) te betalen.
En onder dezen, die 't minst kunnen,
zijn vaak degenen van den zuiversten wil.
Wat kunnen nu zij verrichten? Wellicht
kunnen wij1 ook hun goeden wil aan goede
middelen helpen, door han te wijzen op
wat als brokkenwerk reeds lang bekend
staat en de schoonste resultaten vertoont.
Men weet, wat wij' bedoelenluisterend
naar het bevel van den Zaligmaker, na
de wonderbare spijziging der duizenden
in de woestijn gegeven, heeft men den
arme trachten te helpen met wat in de
huizen der meer-gegoeden als waardeloos
wordt op zijde gezet.
En dit brokkenwerk is zeer goed gelukt,
het is een ware- weldaad voor velen ge
worden. Welnu, kan hetzelfde niet wor
den gedaan met de overgeschoten brok
ken van geestelijk voedsel, dat ons Katho
liek volk geniet? Hoe vaak hebben wij
het niet gezien, dat een werkman in zijn
schaftuur het eerste het beste bedrukte
brok papier, dat hij op straat vond, in
handen nam en met belangstelling begon
te lezen, en het deed ons vaak pijnlijk
aan, want die man was goed en het blad,
dat hij las, was niet goed. Als zulk een
goede lectuur had bezeten, hij zou niet
het eerste het beste gegrepen hebben, wat
hem voor de hand kwam. En in het
huis, op welke stoep hij zat, woonden
Katholieken en mopperde mevrouw over
den courantenrommel in de huiskamer,
en wist de meid niet, waar zij die bladen
laten moest.
Deze overvloed en dat gebrek behoeven
elkaar slechts te vinden om beide be
vredigd te worden. Practisch gezegd: uit
gelezen goede bladen en brochures moe
ten niet als waardeloos worden ter zijde
gelegd, maar worden bestemd om nog ver
der nut te stichten. In zeer veel geval
len zal daartoe niets behoeven te geschie
den, dan dat men iemand aanbiedt, dat
hij eiken morgen hel Katholieke blad
laat zoo'n uitdrukking van wreedheid, als
ik elders slechts in het hongerig oog van
een wolf had gezien. Ik wendde mij om,
om eene vraag te beantwoorden. Toen ik
weer in zijne richting keek, was hij ver
dwenen.
De zaak verscheen nimmer in de bladen.
De gezanten hadden, ongetwijfeld om ge
gronde redenen, besloten haar geheim te
houden.
II.
Een jaar later had ik ontslag genomen
uit mijne betrekking aan 't ministerie van
Buitenlandsche Zaken en bracht thans
mijn tijd door in de drukke stad St. Pe
tersburg.
Nadat ik op zekeren avond bij een
vriend gedineerd had nog al flink,
want de wijn was goed besloot ik naar
huis te wandelen en geen rijtuig te ne
men. Toen ik aan de deur van mijne
woning kwam, maakte ik deze voorzich
tig open om de overige huisgenooten niet
te storen, want het was reeds laat. De
huishoudster had vergeten een lamp te
laten branden in het portaal; doch, 'thuis
goed kennende, ging ik de trappen op
naar mijne kamer op de eerste verdieping.
Hier was 'teveneens donker. Terwijl ik
in mijn zak naar lucifers zocht, ontstelde
ik, toen ik in de kamer een ruwe stem
hoorde spreken.
In 'tRussisch hoorde ik zeggen: „Ik wil
geen halve maatregelen genomen hebben
van den vorigen avond mag komen halen.
Velen zullen het als een kostbaar geschenk
aanvaarden, een geschenk, dat bij: gere
geld lezen steeds grooter van waarde
wordt.
Soms ook zal men goed doen, zulk een
aanbod niet te geven, om geen weerstand
te wekken, doch ware het goed, de uit
gelezen dag- of weekbladen Wij denken
b.v. aan het „Kath. Soc. Weekblad" en
aan sommige heeren werkgevers per
post toe te zenden. Steeds evenwel aan
Katholieken, niet aan anderen, tenzij op
uitdrukkelijk verzoek.
Het is maar een denkbeeld, dat wij
hier neerleggen, een zaadkorrel, waarvan
we zelf niet weten, of daaruit een plant
met bloemen en vruchten ooit kan op
groeien. Maar de ervaring, in den verkie
zingsstrijd opgedaan, dwingt om midde
len te zoeken tegen een kwaad, dat. be
staat, liet kwaad der onkunde. Onkunde
onder onze geloofsgenooten, omtrent ge
wichtige vraagstukken van openhaar leven.
Er zijn zeker nog vele andere middelen
vereenigingen b.v. ter bevordering van het
lezen der It. K. Pers, zooals er ten onzent,
naar wij meenen, alleen nog maar in
Limburg eene bestaat. Verder een meer
welwillende houding van som
mige aanzienlijke en invloed-
r ij k c Katholieken, die meenen,
dat de Katholieke pers Katho
liek is om hun 't recht te geven
tot kritiek en nog eens kritiek
en niets dan afkeurende kri
tiek. Want ook zonder dat aller
lei toekomstdroomen werkelijkheid zul
len worden, ook zonder dat de Katho
lieke pers met de groote liberale bladen
in uiterlijkheden wedijveren gaat, is er
nn reeds reden genoeg, om haar te waar-
deeren, en kan zij meer dan voldoende
nut stichten: wanneer ook deze zaaiers
van het Woord der Waarheid maar een
akker vinden van welwillend gehoor.
De antirevolutionairen beschikken ook niet
over een „Nieuwe Rotterdammer" of een
„Handelsblad", en toch heeft de „Stan
daard" de machtige partij gevormd en ge-
Generaal Gribanoff heeft den dood ver
diend en de veiligheid van ons genoot
schap eischt, dat hij sterve".
Ik hoorde toen niets meer. Ik moest
't verkeerde huis zijn binnengegaan. Kon
ik 't maar ongehinderd weer verlaten
Mijn leven was anders in gevaar. Ik ging
naar de deur, maar ongelukkig stiet ik
tegen een lamp, die met een slag op den
grond viel. In een oogenblik was ik om
ringd door een aantal mannen, waarvan
er verscheidene revolvers in hunne hand
hadden.
De opgewondenheid der mannen was
niet minder dan de mijne; doch deze ver
minderde snel, toen zij bemerkten, dat
ik alleen was. Ik werd de kamer binnenge
leid en gedwongen tusschen hen te gaan
zitten. Het gezelschap bestond uit veer
tien leden, waarvan twee vrouwen. Aan
het hoofd van een lange tafel en onder
een ijzeren, karmozijn geschilderde hand,
nam de grootste en vermoedelijk de chef
of president van 't genootschap plaats.
Dit individu sprak 'teerst.
„Ik behoef er u niet aan te herinneren,
broeders en zusters, over wien wij: spra
ken, toen wij onderbroken werden, 'tls
nutteloos te vragen of onze onverwachte
bezoeker onze belangrijke besprekingen
heeft gehoord, 'tls voldoende voor ons,
te weten dat. hij' ze kon gehoord hebben.
Dat hij voor eeuwig stilzwijgt over het
onderwerp is een gebiedende noodzake
lijkheid en ik beken, dat ik slechts eenen
voed: ook wanneer wij een reusachtig
Katholiek dagblad bezitten, zal men excu
ses genoeg weten te vinden om het niet
te lezen en aan liberale persproducten
de voorkeur te geven.
Men benutte wat er is en men zal er- f.
varen, dat ook daarmee nog veel goeds
is te verrichten, wat tot nog, t.oe onge
daan bleef".
Zulke nuttige Wenken en goedkoope mid
delen (wel te verstaan „goedkoop", om
dat zij onder ieders bereik liggen) biedt
dat gele hoekje, we zouden bijna zeggen,
bij1 tientallen aan jammer dat die boek
jes niet meer verspreid, meer gelezen
worden. Waarlijk de prijs levert geen be
zwaar.
Alleen bovenstaand stukje werd aange
haald hij wijze van voorbeeldmaar moge
dat voorbeeld trekken en wel zóó, dat
op het program van eiken Katholiek ook
dit artikel een plaatsje vinde„Uitgele
zen couranten, brochures en al wat de
Katholieke pers biedt mag niet. meer ver
zeilen naar de snippermand, maar zal
voortaan aan andere Katholieken gegeven
worden. VI.
Bij 10 exemplaren is de prijs 3 cent
per exemplaar, bij minder, 5 cent. Ver
krijgbaar bij den Hoofd-agent, J. A. Vos,
Maastricht en bij bijna alle R. K. Boek
handelaren.
Onderkruipers gevraagd.
Aan het hoofdorgaan der "Duitsche
sociaal-democraten, doet zich het eigen-
aardige geval voor, dat de redacteuren
het werk hebben gestaakt.
Het Partijbestuur heeft zijnerzijds deze'
staking aanvaard, d. w. z. de stakers kun
nen vertrekken en de ledige plaatsen zul
len. met andere mannen worden- aange
vuld, juist zooals bij de „kapitalisten".
En nu doet zich het eigenaardige geval
voor, dat, met goedkeuring der leiders
van de sociaal-democratie a,an de redactie
van een socialistisch blad „onderkruipers"
zullen noodig zijn..
weg weet om dit stilzwijgen te verbreken".
Een koude rilling liep liflf do^r-yc le
den, toen ik den meedoo^enloozelt nihilist
deze woorden hoorde uitspreken, dié ik
slechts als mijn doodvonnis kon beschou
wen. Mijn tong kleefde aan mijn gehemelte-,
zoodat. ik geen woord kon uiten. Ik keek
de tafel rond, hopende...ojp ,'teene of an
dere gelaat een blik vail medelijden te.
zienmaar helaasik vond er geen.
Ten laatste was ik in staat eenige woor
den te stamelen. Ik verklaarde, dat ik
geheel toevallig was binnengekomen, dat
ik weinig of niets had gehoord, en dat ik
reeds vergeten had, hetgeen ik hpordé.
Bovendien had ik machtige vrienden,
die er voor zorgen zouden, dat niemand,
die mij eenig leed deed, zijn straf zp-u
ontgaan. Ze deden 't besté er zich voor
te wachten I
„Ongetwijfeld", zei de president, geen
acht slaande op de bedreiging,, ,,'tis hard
voor u, dat ge een zoo geringe misstap
zoo duur moet betalen. Maar als ge be-,
schouwt de oneindig groote belangen die"
op 't spel staan moet ge erkennen, dat wij
slechts de uiterste slappen kunnen doen
om een absoluut stilzwijgen te ver
zekeren".
De man was een volmaakte tijger! Ik
was bijna aan wanhoop ten prooi, toen
een onverwachte advocaat te mijnen gun
ste tusschen heiden kwam. Dit was de
jongste der twee aanwezige vrouwen.
Toen do woorden van hare lippen kwa-