i. Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. ITER" No. 129. Woensdag 1 November 1905. Eerste Jaargang. FEUILLETON.- BUlfENLAND; 3RANE, ude Haven, in 52 per- leheel aan- met straat n een flink I. DEKKER, te zien. 58, rij „De Gans". m Effecten DRIKSE. itellen ten o. Verschijnf eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, OOSTERBAAN LE COINTRE, -o G O E S. «- Hereenigd. UIT DE PERS. in Schouwen en and van Effecten voorwaarden. Syndicaat. van 50 Kilo 50 sel, enz. enz. bouwkalk. ocht. itel de Kinderen at, Goes. Matrassen, S aankoopt, naar onze voordeelig en leveren waar. en hooger. '11 .43 5.21 6.53 .33 6.32 7.50 .34 2.40 5.31 !.50 3.54 6.- .32 4.37 6.44 '.23 5.39 7.40 .10 3.46 6.34 2.07 4.43 7.32 .10 3.46 618 .39 5.22 7.59 .16 6.53 8.38 .00 7.50 914 .10 8.- 20 8.10 9.28 .29 8.19 .42 8.32 49 8.39 .59 8.49 9.51 4 8.54 .15 9.03 .24 9.10 10.8 .32 9.22 .40 .48 9.35 .56 9.44 10.28 9.53 10.36 Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 —.05 Drukkers-Uitgevers ftdvertenfiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Allerzielen. Het- zal wel zijn symbolische beteeke- nis hebben, dat ons, Katholieken, met het sterven van alles in do natnur, een dag is uitgezocht, bestemd aan de nagedachte nis onzer dierbare dooden. De laatste vallende bladeren, die dwarre lend zich stervende ten gronde spreiden een doodskleed der natuur ze zijn ons een ieeken van het brooze des levens, ze wekken in ons gedachten van komen en van gaan. In het weemoedige van dit jaargetijde, in „hel. stemmende saizoen" houden wij in eere den dag aan do dooden gewijd. Op don Allerzielen dag richten wij' mot een daad van piëteit onze schreden naar de anders eenzame dreven in den cypïos- sengaarde; we knielen op de matte, klam me zerken en gebeden stij'gen op voor de rust der zielen onzer dierbaren. Of wèl de geloovigen vestigen hunne gedachten op de stille groeve en doen hunne gebeden ruischen in den tempel (lods. Een schoone gedenkdag is Allerzielen. Al zijn zij gestorven, wij weten, dal zij niet voor goed zijn heengegaan, onze dier barenwij weten, dat er een brug bestaat over de klove tusschen graf en eeuwig heid; dat de dooden verrijzen ten eeuwigen leven. En door de somberte van den weemoed diens dags, trekken mildere schaduwen, helderder lichtstrepen, omdat op Aller zielen meer glanst de zon der hope op wederzien. En of wij onze afgestorvenen herden ken op de stille kerkhofdreven, of in de mystieke schaduwen des Tabernakels, bij het droevige der scheiding kennen wij den Iroost van hel wederzien in do Hemel- sche dreven. Wijl weten, dal wij zijn geboren om Ie sterven, gekomen om te gaan; maar ook, dat met den dood niet alles ophoudt, dat de nirwana een begoocheling is, en dat wij zullen leven een leven hiernamaals. En meer dan elders hoort men op den doodenhof een stem ruischen als een 73) (Slot.) In het volgende oogenblik had ik duizen den willen geven, zoo ik mijne woorden had kunnen herroepen, want nu had ik de aandacht gevestigd op mij zelvcn, door een man te beschuldigen tegen wien ik niet het minste bewijs had in te brengen. Doch herroepen was nu onmogelijk. Ik over legde dus een geheelen nacht wat mij nu stond te doen en besloot den heer Ray mond voor mijn zonderling gedrag een bovennatuurlijke reden op te geven, waar door ik weer dezelfde voor hem werd als vroeger, zonder zijn vermoeden tegen den gehalen man geheel weg te nemen, en dus ook hierdoor mijn eigen veiligheid meer verzekerde. Verder wilde ik toen niet gaan, en ik zou dat ook niet gedaan hebben' had ik niet gemerkt, dat de heer Raymond om de een of andere reden reeds tot achterdocht jegens Clavering geneigd was. Toen ik hiervan echter eenmaal zeker was, begon de wraakzucht met vernieuwde woe de in mij1 te ontvlammen en ik vroeg mij'-zelven af, of de schuld der misdaad niet geheel op dien man kon gewenteld Worden. Ik geloof niet, dat ik dit werkelijk zou beproefd hebbeii, wanneer ik toen niet engelen-zegegroet: „Vriend, die gij1 zoekt, die is hier niet!" Neen, die gij zoekt, gingen u voor naar zaliger 'Oord, 'dat wij allen 'hopen te bereiken; waar wij allen hopen saam le komen en waarvan niemand heengaat. Anti-pap isme. De liberale „Bredasche Courant" heeft gedurende de verkiezingscampagne tegen den heer Boogaardt. gebruik gemaakt van middeltjes beneden kritiek, om den can- didaat. der R. K. kiesvereeniging le be- bestrijden. Nu de heer Boogaardt gekozen is, komt het blad allerlei leelijks vertellen van priesters, die (bij1 de verkiezing een rol zonden hebben gespeeld en hun invloed hebben misbruikt om den candidaat der liberalen te doen vallen. Het vrijzinnig-democratisch orgaan te Middelburg neemt die beschuldiging mef graagte over en plaatst er nog eenig com mentaar bij. Men verwondert zich haast hierover. Het kon toch aan „de Middelburgsche" bekend zijn, dal haar Bredasche collega vóór de verkiezing beschuldigingen heeft verspreid, die zachtst genomen, praatjes bleken. Zoo bv. de bewering als zou de heer Boogaard! veel aandeelen hebben in „de Tijd" en daarom geprotegeerd worden, en als zou 'ter slechts om te doen zijn hem, die nota bene in Indië een groot salaris trekt, hier aan een baantje te helpen. Met deze wetenschap neemt men be lichtingen van een onbetrouwbaar blad als de „Bred. Courant", toch niel a priori aan. Rusland vrij I Onder dezen titel geeft „het Volk" eene beschouwing, die de vreugde uit drukt over de in 't Czarenrijk uitgebroken revolutie. In hoogdravende laai geschreven, zegt liet slot: „Eindelijk in vollen gang; dc arbei ders van alle landen zijn er bij anet een gesprek had afgeluisterd tusschen twee der dienstboden, waardoor ik vernam, dat Clavering des avonds van den moord in de woning was geweest en men hem het huis niet had zien verlaten. Dit bracht mijn plan Lot rijpheid. Wat zou ik toch met zulk een feit tot uitgangspunt, misschien niet kunnen uitwerken? De conige, die mij nog in den weg stond, was Hanna; zoolang zij in 't leven bleef, kon ik nim mer zeker zijn van den volgendon dag. Ik besloot haar uit den weg te ruimen en tegelijker lijd mijn haat te koelen aan Cla vering. Maar hoe kon dit tweeledig doel bereikt worden? Ik peinsde op middelen en kwam spoedig tol het besluit, dal mijne plannen niet anders konden verwezenlijkt worden, als door haar er loe te brengen, zich zelve van het leven te berooven. Nauwelijks was dit bij mij opgekomen, of ik haastte mij1 het in praktijk te brengen. Na de deur mijner kamer zorgvuldig geslo ten te hebben, schreef ik haar een brief in kapitale drukletters daar zij mij vroeger gezegd had geen geschreven schrift te kunnen lezen en rekende op hare onwetendheid, hare dwaze genegenheid voor mij en de haar aangeboren hijgeloo- vigheid, schreef ik haar, dat ik eiken nacht van haar droomde en ik bevreesd was, dat zij dit niet deed van mij; dat ik om die reden haar iets zond, dat wanneer zij het stipt volgens mijne aanwijzing ge bruikte (nl. dat zij eerst den brief zelf hun heele hart. En waar wij ook stil ler leven onder zachter druk, en de felle .middelen ons niet met gelijke kracht worden opgedrongen, daar zien wij deze zon uit het Oosten rijzen over de straks bloedige velden, en in elk proletariërs- hart bloeit de strijdlust op. Vleesch van ons vleesch, bloed van ons bloed zijn ze, de Russische proletariërs die den strijd voeren voor hun vrijheid, en die, als ze den voozen kolos omverwerpen, zullen geslreden hebben voor de vrijheid en de beschaving van hel proletariaat van alle landen. Rusland vrij, Rusland pro letarisch vrijdat ïs een boodschap van vrijheid voor alle landen van Europa. En het vuur dezer revolutie spreidt vér naar het westen zijn weldadige warmte uit over de oude landen." Alzoo vervult groote vreugde het blad, hij de bloedige looneelen, die in Rusland worden afgespeeld en al den jammer, die ze na zich sleepen. En werden de arbeiders er nu nog door gebaat; maar, opgezweepte werktuigen in de hand van heerschzuchtige volksmen ners, zullen zij het gelag betalen. De historie is er, om dit te bewijzen. Intusschen, men moet wel verhard van ge moed wezen, om bij zooveel ellende, juich tonen te kunnen doen opgaan. Rusland „vrij"?? Moderne Pelgrimstochten. Onder dit opschrift schrijft Fr. E. van Kroonenburg over den pelgrimstocht naar het H. Land in „de Maasbode". „Onze reis van Marseille naar Constan- tinopel is waarlijk door God gezegend. Ons bezoek aan Athene was als altijd wonder gezicht der Akx-opolis, omschenen door een ideëel licht. Wij hebben het toover- achtig schouwspel mogen zien van Con- stantinopel bij zonsopgang, al moesten wij ter ooizake van den nevel een weinig wachten. Het weer is prachtig en zal ons zeer interessante uitstapjes veroorloven. In voorafgaand citaat worden ons gegeven de indrukken niet van een reisgezelschap van Lissone of Coolc, maar van een bede vaart. Het is woordelijk overgenomen uit: Le Pélerin 1 Oct. 1905 (Pélerinage de Jérusalem). Wanneer nu dat tijdschrift, officieel orgaan van het bestuur der bedevaart, aldus rekenschap aflegt van een derde ge zou verbranden, vervolgens het bijgaand poeder innemen en dan met hot ingeslo ten pakketje in de hand naar bed gaan) zijl ,ook mij in den droom zou zien. Het poeder was een doodelijk vergif en hel. pakketje bevatte, gelijk men reeds weet, oen verzonnen bekentenis, waarin Henry Clavering' valschelijk werd beschul digd. Na dat alles in een enveloppe te hebben gesloten, waarop ik volgens af spraak nevens het adres een kruisje plaat ste, verzond ik dien brief aan juffrouw Belden. Nu volgden de meest angstvolle dagen die ik heb doorleefd. Hoewel ik met opzet den brief niet had onderteekend, begreep ik dat de kans van ontdekking nochtans zeer groot waren. De minste afwijking van den haar door mij aangewezen weg, zou zonder twijfel noodlottig voor mij wor den. Wanneer zij1 liet ingesloten briefje opende, of argwaan zou koesteren om trent het poeder, juffrouw Belden in het vertrouwen nemen of verzuimen mijn brief te verbranden, zou alles voor mij verloren zijn. Ik kon mij van den afloop niet verge wissen noch daaromtrent iets vernemen, behalve door de dagbladen. Behoef ik nog te zeggen, dat ik op ieders gelaat trachtte te lezen of hem ook iets bekend was om trent mijn handelingen? Dat ik de tele grammen verslond en sidderde zoo vaak de bel overging? En toen ik een paar da gen later in de couranten las, dat mijn deelte der reis, dringt zich volgende vraag op: Was het reisplan door het bestuur op gemaakt zooals het wenschelijk is voor een bedevaart? Als enkele personen zich vereenigen om de H. Plaatsen te bezoeken, kunnen zij hun reis niet inrichtingen naar welge vallen. De booten hebben hun vaste aan legplaatsen. Hier echter was de boot ge heel ter beschikking van het bestuur. Hier echter werd gewenscht talrijke deelneming, ook van personen, voor wie klassieke herinneringen totaal waardeloos zijn. Hier werd gestreefd naar een zoo groot mogelijke beperking der onkosten. Dus lag het, dunkt me, voor de hand, de reis direct van Marseille naar het H. Land en zoo ook terug te maken. Nu echter werden besteed 12 dagen aan de reis over Constantinopel naar St. Jean d'Acre, en nogmaals 11 dagen aan de terugreis over Egypte naar Marseille. Van de 39 dagen, die de pelgrimsreis zou duren, werden zoodoende 23 in beslag genomen voor de reis, en dingen die bij zaak moesten zijn. Waar nu de reis heen en terug direct in 2 maal 6 dagen kan geschieden, had men door het vermijden van dien omweg of wel het verblijf op de H. plaatsen kunnen rekken, of wel den prijs resp. met 100, 80 en 60 gulden kun nen verminderen. In beide gevallen zou daarenboven de g e h e e 1 e reis een echte pelgrims tocht zijn gebleken. Nu echter kan men bij het eerste en derde gedeelte der reis den pelgrim niet zoo gemakkelijk herken nen. Dat er bij dien omweg aan boord met vurigheid gebeden werd voor de H. Kerk, dat men langs de schismatieke kloos ters van den Athos voer en er ook een bezocht, dat er te Constontinopel een H. Mis in den Griekschen ritus werd bijge woond, zal toch wel niet zijn, wat de H. Vaders op het oog hadden, als zij het be zoek en vooral het rustig, niet gejaagd bezoek der H. Plaatsen zoo zeer aanprezen. Bidden kan men thuis of in de Kerk allicht beter dan aan boord. Het bezoeken der kerken van Oosterschen Ritus, zooals de Pélerinages de Penitence dat plegen te doen, wordt door de Oosterlingen zelf nuchterder opgevat dan een of andere tirade zou doen denken. Zij zien er een zuiver Fransche attentie in, en hebben na tuurlijk geen reden aan de Franschen de gelegenheid te benemen om hun milddadig heid te toonen, evenmin als de pastoor van Latijnschen Ritus er iets tegen zou hebben, wanneer zijn kerk in die belang stelling der pelgrims mocht deelen. opzet gelukt was, of althans uit de berich ten kon opmaken dat Hanna niet meer on der de levenden behoorde, behoef ik nog te zeggen, dat eerst toen mijn angst het grootst, de onzekerheid het ondragelijkst was? Maar waartoe zou ik hiervan nog spre ken? Nog geen halven dag was na het lezen van dit bericht in de bladen ver- loopen, of ik ontving de uitnoodiging van den heer Gryce enDe muren dezer gevangenis, deze bekentenis moge u liet verdere verhalen: ik gevoel geen kracht meer tot spreken of handelen. XXXIX. 1) e gevolgen van een zware misdaad. „Zijt gij voorbereid op het hooren van een goed nieuws, Eleonore?" vroeg ik op getogen, terwijl ik, met zeer weinig plicht pleging naar ik vrees, haar kamer kwam binnenstormen. „Wilt gij een tijding hoo ren, die uw wangen haar blos, uw oogen hun stralen van vreugde zal hergeven, en 't leven u opnieuw zoet en vol hoop zal smaken? O, zeg mij, gevoelt gij kracht, om mij'aan te hooren?" vroeg ik nogmaals, terwijl ik haastig nadertrad, ziende, dat zij te sterk wérd aangedaan. „Ik weet niet", sprak zij' zacht, „ik vrees, dat wat gij goed nieuws noemt, voor mij geen blijde tijding zal zijn. Geen tijding kan goed zijn, als Na het gezegde kan de slotsom zijn, dat op het reisprogram van den besproken pelgrimstocht evenveel valt af te dingen ais ingeval voor een bedevaart naar Kevelaar uitstapjes naar Berg-en Dal, Velp en Dieren in het program werden opgenomen. RUSLAND. Uiterst gespannen is de toestand in Petersburg en in de andere groote ste den van het Russische Rijk. Maar met enkele uitzonderingen zoo als in Odessa waar de Kozakken op de menigte vuurden is er nog weinig ge vochten in de straten. Het Russische volk heeft een reuzen- betooging op louw gezet, die strekken moet om aan de regeering duidelijk té maken, dat de toestand zoo als die tot nog toe bestond, niet langer kan voortduren. Het is een lang ingehouden, maar ein delijk geuile kreet van smart en wanhoop het is een kreet, die uiting geeft aan het. Vurig verlangen naar recht en wet. „Het is een staking van een geheel volk", zegt de „Manch. Guardian", „te gen de regeering gericht; en het is moei lijk in te zien hoe zelfs een brutaal op tredende dictator die kan onderdrukken, of een handig en taclvol staatsman die kan doen eindigen". Zondagmiddag had te Petersburg een bijeenkomst plaats van de stedelijke Doe- ma. De zaal was stampvol en de-toegangen werden bezet gehouden door tal van po- litie-beambten. Voor de Doema verschenen dertig gede legeerden der arbeiders, die de volgende voorstellen kwamen brengen lo. de arbeiders eischen de toekenning der algemeen als hun verlangen bekende rechten en- vrijheden; 2o. de stad zal gedurende den tijd, dat de staking duurt, voor de voeding der arbeiders zorg dragen 3o. de arbeiders verlangen, ofschoon zij de verwoesting der waterleiding niet wen- schen, de onmiddellijke verwijdering van de troepen, die de waterleidirigs-werken bewaken; geschiedt dit niet, dan zal de waterleiding vernield worden; 4o. de stad zal voortaan niel meer de kosten dragen voor de staatspolitie en voor de kozakken, die gebruikt worden tegen de burgerij; 5o. de stad zal voor de persoonlijke zekerheid der gedelegeerden uit de burgerij waken, daar de gouverneur-generaal mo gelijkerwijze tot hun arrestatie zal over gaan^ „Wat?" vroeg ik, haar hand met zulk een blijden glimlach in de mijne nemende, dat zij1 alleen hierdoor had moeten gerost gesteld worden. „Spreek maar vrij uit en wees niet bevreesd". Maar juist de vrees verlamde haar tong en deed haaf hart beven. De last, die zoo lang en zoo wreed haar boezem had be drukt, was ten slotte één geworden met haar wezen. Maar toen ik haar de tijding mededeelde, met alle kieschheid en warmte aantoonde, dat haar argwaan tegen Marie van allen grond was ontbloot en zeide, dat niet haar nicht, maar Trueman Harwell de mis daad had gepleegd, waren haar eerste woorden een dringende bede, om haar terstond in Marie's tegenwoordigheid te brengen. „Breng mij tot haar!" smeekte zij, „o, breng mij tot haar! Ik kan niet meer leven, noch ademen, wanneer ik niet eerst haar vergiffenis heb gevraagd en verkregen 1 O, onrechtvaardige die ik was, om haar zoo te verdenken!" De opgewonden toestand, waarin zij ver keerde in aanmerking nemende, achtte ik het 't verstandigst, aan haar verlangen te voldoen. Ik nam dus een rijtuig en reed met haar naar de woning harer nicht. „Marie zal mij' afwijzen", klaagde zij, terwijl wij pijlsnel langs de drukke stra ten voortrolden; „zij zal mij zelfs niet met een enkelen blik verwaardigen en heeft

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1