Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
No. 123.
FEUILLETON^
BUITENLAND.
Verschijnt eiken MAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Meer licht!
Hereenigd.
UIT DE PERS.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het ovarige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden —.95
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05
Drukkers-Uitjevers:
OOSTERBAAK LE COINTRE,
-o GOES, o—
Adverfenfiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Qrootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regeis.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Aanstonds na afloop der verkiezingen
wezen- we er op, da.t het in strijd is met
onze constitutie om een parlementair Ka
binet te vormen, dat moet steunen op
een minderheid in de Kamer.
Dr. Nolens, in de „Venl. Courant"
vraagt meer licht verspreid te zien over de
wijze van tot standkoming van het Kabinet
en of er pogingen aangewend zijn om te
vormen een Cabinet d'affaires, bestaande
uit leden der verschillende partijen.
11e schrijver, die zich mogelijk van den
domme houdt, zegt o. a„
„Ware het dan niet meer constitutio
neel geweest van een parlementair Ka
binet af te zien en pogingen aan te
wenden om tot een Cabinet d'affaires
te geraken?
Natuurlijk een Cabinet d'affaires be
staande uit leden van de verschillende
partijen.
Zijn die pogingen aangewend?
Beweerd zou, zelfs kunnen worden dat,
als de onmacht van links gebleken was,
de beurt was aan de rechterzijde, aan
de 48 en niet aan de 35.
Een feit is het dat het Kabinet geen
meerderheid in de Kamer achter zich
heeft, waarop het rekenen kan.
Dit nu is voor gewone practische za
ken geen beletsel. Het kan en zal dan
ook wel steun vinden van verschillende
zijden.
Maar zoodra een politiek ontwerp aan
de orde komt, moet deze omstandigheid
de positie van het Kabinet bovenmate
verzwakken.
Dit is nu gebleken bij de behandeling
van het adres van antwoord bij een zoo
critiek punt als het blanco-artikel.
Hoe dit zijhet Ministerie zal zich
er niet aan kunnen onttrekken over dit
punt nadere ophelderingen te geven, m.
a. w. zijn optreden staatsrechtelijk te
rechtvaardigen".
Van den eenen kant hadden bok wij
liever een Cabinet d'affaires zien optre
den, al moest dit o. i. niet noodzakelijk
bestaan uit leden der verschillende par
tijen, dan een in vrijzinnigen geest kleur
bekennend ministerie.
Daar staat echter tegenover, dat de af
zakking naar het radicalisme de oppositie
68)
„Gedachtig aan het feit, dat men bij
een dergelijk onderzoek licht wordt af
geleid Op dwaalwegen, deed ik nogmaals
de ronde in de bibliotheek en bemerkte
iets, wat zeer opvallend was. Op de ta
fel vond ik namelijk een pennenmes [en
op den grond naast den stoel lagen eenige
snippers hout verspreid, die, blijkbaar nog
niet lang geleden, van den rand der ta
fel waren gesneden. Hieruit was goed op
te maken, dat iemand met zenuwachtig
gestel daar kort te voren had gezeten
en in overspannen gepeins, zonder het
te weten, gekerfd had in den tafelrand.
Een kleinigheid, zult ge zeggenmaar wan
neer het de vraag geldt, wie der twee
jonge dames, de eene kalm en vastbera
den van karakter, de andere onrustig en
licht bewegelijk van gestel, zich op zeke
ren tijd op een bepaalde plaats bevond,
dan wordt die kleinigheid, dat luttel iets'
een zaak van zeer groote beteekenis. Nie
mand, die ook maar een uur met de twee
nichten in gezelschap is geweest, zal in
twijfel staan om te bepalen, welke hand
die snippers heeft gekerfd uit de schrijf-
irVan ^eer Leavenworth",
ti "ïn r no£ n'et aal1 het einde.
Ik heb zelf gehoord, hoe Eleonore haar
nicht van t plegen der misdaad beschul-
in sterkte zal doen groeien, en slechts
enkele oud-liberalen zijn noodig om bij
een stuk principieele wetgeving het Ka
binet te doen tuimelen.
En ofschoon wij ons in het algemeen
met te veel 'illusies maken ten opzichte
der te volgen gedragslijn der vertegenwoor
digers van het oud-liberale regime
teekenen, als het optreden van V an Ka r-
nebeek tegen het blanco-artikel, zijn
toch aanwezig, die er op duiden, dat ten
minste niet alle oud-liberalen als sleep
dragers der vrijzinnigheid zullen fun-
geeren.
Intusschen vast mag wel staan, dat de
uitslag der verkiezingen den koers van
het ministerie niet rechtvaardigt.
Een ministerie, dat gebouwd is op
eene vrijzinnige minderheid, mag, al kan
het om redenen van opportuniteit nu en
dan steun vinden bij eene meerderheid,
niet zóó den vrijzinnigen koers stevenen.
En al hebben de christelijke partijen
en de oud-liberalen door de afwijzing
eener portefeuille niet de verantwoorde
lijkheid willen dragen van den door een
strijd met schijnleuzen geboren toestand
zij 'tdan ook de antirevolutionair uit
taktiek of beginsel, de katholiek vanwege
den roep van „verraad", die door de
Katholieke pers vrij algemeen weerklonk
een ministerie uit gematigde mannen
der linkerzijde, die bij den afgeloopen po-
litieken strijd niet op den voorgrond tra
den, zou zeer wel met de daad in
verzoenenden geest hebben kunnen werk
zaam zijn.
Een weigering van de mannen der rech
terzijde om een ministerszetel te aan
vaarden, vergoelijkt geenszins het op den
voorgrond schuiven van het radicalistisch
element en het Kabinet zal zich daarom
trent te rechtvaardigen hebben.
Ware zooals 'tons voorkomt aan
de linkerzijde hare impotentie gebleken
tot de vorming van een ministerie uit de
elementen, die het, naar den uitslag der
verkiezingen, moest bevatten zij had
het bestuur des lands moeten overlaten
aan de rechterzijde.
digd heeft. Een vrouw, als Eleonore ge
toond heeft te zijn, zal nooit een familie
lid beschuldigen van eemg misdrijf, ten
zij zij daarvoor de meest gegronde reden
hebbe. In de eerste plaats moet zij over
tuigd zijn geweest, da,t haar nicht in een
moeilijkheid was geraakt, waaruit niets
dan dp dood van haren oom haar redden
kon; ten tweede, dat haar karakter haar
er toe kon gebracht hebben, om zich zelve,
ten koste van wat dan ook, uit die moei
lijkheid te redden; eindelijk moet zij heb
ben kennis gedragen van een feit of eenige
omstandigheid, waardoor haar vermoeden
genoegzaam tot zekerheid werd gebracht.
En nu, mijn waarde, moet ik u meedeeleri,
dat dit in alle opzichten bij Eleonore Lea
venworth het geval was. Wat het karakter
haver nicht betreft, had zij ruimschoots
gelegenheid gehad, dat te leeren kennen
als hartstochtelijk, weeldelievend, veran
derlijk en onbetrouwbaar, daar 'ttoch niet,
zooals men dacht, Eleonore, maar Marie
was, die het bewuste huwelijk
had aangegaan. Wat betreft den moeilijken
toestand, waarin zij zich bevond, zoo moge
de eens door haar oom geuite bedreiging,
dat hij den naam harer nicht in zijn testa
ment in haar plaats zou stellen, wanneer
zij een huwelijk met X. niet opgaf, vol
doende zijn voor allen, die bekend zijn
met. het hartstochtelijk verlangen, waar
mee Marie het bezit van zoo groote schat
ten tegemoet zag. En om te eindigen met
de omstandigheden, die Eleonore vasten
Nog iets .anders. Na den afloop der
herstemmingen waren de leden deT Katho
lieke Kamerclub het niet volkomen eens
over de ,aan te nemen houding.
Eenigen pleitten voor deelneming aan
een Cabinet d'affaires, anderen riedden
dit met de pers ten sterkste af.
Ook op dit stuk is het dienstig meer
licht .te ontstoken, om nog grootere een
stemmigheid onder de leden der R. K.
Kamerclub te verkrijgen.
Bij den kritieken toestand na de her
stemmingen zou men toch minstens van
onze Kamerclub hebben verwacht, dat zij
op eene vergadering hare leden hunne
meening omtrent de oplossing der crisis
hadde laten uiten.
Die heeft niet mogen zijn.
Een lid der R. K. Kamerclub, die on-
middelijk na, de herstemmingen een ver
gadering aanvroeg, kreeg tot bescheid, dat
in het reisseizoen de leden niet bij elkaar
te krijgen zijn!
Zouden onze Kamerleden, behalve in
't absenteïsme, waarvan zij wel eens fluis
terend beschuldigd worden, ook hierin
geen verbetering kunnen brengen
Dit ware bij de huidige politieke con
stellatie alleszins wenschelijk.
Eene Desolate Partij.
Onder dit opschrift schrijft Dr. F. J. N.
in „de Maasbode"
In de warreling der partijen, welke se
dert den nieuwen koers op politiek gebied
bestaat, is er wel geene, die meer mede
lijden verdient dan de vroeger zoo bloei
ende liberale, thans tot oud-liberale gede
gradeerde partij. 13e leden dier partij be
vinden zich op het oogenblik min .of meer
in de positie, die door het Fransche spreek
woord „entre l'enclume et le marteau"
(tusschen aambeeld en hamer) genoemd
wordt. Met do rechterzijde medegaan, ge
doogt de oude trots niet, met de socialisten
links in 't gelid gaan staan, is vernederend
en geeft te veel schijn van sleepdrager te
zijn. Toch zal die partij eenmaal moeten
kiezen, en gaan de leden een verschil
lenden weg op, dan dreigt haar afzonder
lijk bestaan ton einde te spoeden, en gaat
zij ten gronde aan verval van krachten.
grond hebben gegeven voor haar vermoe
den, zij hier herinnerd, dat Eleonore, voor
dat de sleutel in haar bezit werd gevon
den, eenige oogenblikken heeft doorge
bracht in de kamer harer nicht en dat ook
in den haard van die kamer later de
strooken half verbrand papier gevonden
werden".
„Ziedaar dus, waarde vriend, het be
knopt overzicht van 't rapport, dat binnen
een uur zal leiden tót de inhechtenisne
ming van Marie Leavenworth, als de moor
denares van haren oom en weldoener".
Er volgde oen oogenblik van doodsche
stilte, maar in het volgende oogenblik
klonk een hartverscheurende kreet met
geweld door het vertrek en tegelijk storm
de een menschelijk gedaante, ik weet niet
van waar, mij snel voorbij en riep, zich aan
de voeten van Gryce werpende, gillend
uit
„Het is gelogen! Marie Leavenworth is
zoo onschuldig als een pasgeboren kind.
Ik ben de moordenaar van den heer Lea
venworth 1 Ik! ik' ik!"
Het was Traeman Harwell.
XXXVII. Het Einde.
Nog nooit heb ik op iemands gelaat
zoo zegevierende uitdrukking waargeno
men, als die, waardoor nu het gezicht
van den geheimen politie-beambte verhel
derd werd.
„Hm! hm!" zeide hij, dat had ik niet
verwacht; ik zal niet zeggen, dat ik 'tniet
Hoe zal de keuze dan wel zijn? Wij ge-
looven, dat een zeer klein deel zich naar
rechts zal wenden, doch de groote massa
de linkerzijde wel zal kiezen. En zulks
minder uit groote sympathie als wel uit
afkeer van de Christelijke idéé, welke de
rechterzijde bezielt. Daarbij, het kost al
tijd moeite zijne dwaling te moeten beken
nen en zijne inzichten prijs te geven, om
dat zij1 niet deugdelijk blijken. Het libera
lisme ontwikkelt zich logisch en moet daar
door noodzakelijk ten slotte niet bij het
socialisme maar bij de anarchie aanlan
den. En dit willen of kunnen ook de oud
liberalen niet begrijpen, hoe duidelijk die
loop van zaken zich laat vooruitzien. De
geschiedenis van onzen tijd wijst daarheen,
dat eenmaal gekozen zal moeten worden
tusschen anarchie of Katholicisme. Zouden
de oud-liberalen zoodanig weifelen, tot. zij
slechts hebben te kiezen tusschen het voor
uitzicht óp de guillotine óf het kruis?
RUSLAND.
De correspondent van de Times te Pe
tersburg zendt het volgende, eenigszins
geheimzinnige telegram
Ik kan met de meeste stelligheid verze
keren dat zeer belangrijke gebeurtenissen
voor de deur staan, die, zonder de mogend
heden die er vooral bij betrokken zijn,
bepaald te binden, niettemin den weg zul
len banen tot staatkundige combinatiën,
waardoor de wereldvrede verzekerd zai
worden. Ik heb geen vrijheid den aard
van die gebeurtennissen te onthullen, maar
ik mag zeggen dat Rusland, Engeland,
Frankrijk en Duitschland geen van alle
reden tot klagen zullen hebben
Bij gelegenheid van de overbrenging van
het stoffelijk overschot van den vermoor
den prins Troebetskoj was het geheele
Snamenskajaplein te Petersburg opgevuld
met menschen, die geen plaats op 't station
hadden kunnen vinden. Onverwachts viel
er een revolverschot, waarop de menigte
door kozakken en politie aangevallen en
uit elkander gedreven werd.
Nadat de trein met hel lijk weg was,
trok de menigte met roode vlaggen naar
het Newsky Prospekt, maar werd door
politie en soldaten uit elkander gedreven.
Men schoolde weder samen, stiet, bij de
hoogeschool aangekomen, op patroeljee-
rende politiedienaren en cavalerie, die met
steenen werden gegooid. De politie trad
weder op en verstrooide het gedeelte der
gehoopt had. Ik ben waarlijk blij, te ver
nemen, dat miss Leavenworth onschuldig
is, maar voor alle zekerheid moet ik in
gelicht worden omtrent zekere bijzonder
heden. Sta op, mijnheer Harwell, en ver
klaar u nader. Wanneer gij werkelijk de
moordenaar zij t van den heer Leaven
worth ,hoe koint. het dan, dat de schijn
van allen het minst tegen u is?"
Maar in de koortsig flikkerende oogen,
die de aan zijn voeten kruipende gestalte
naar hem opsloeg, was slechts vertwijfe
ling en angst te lezen, maar niet de min
ste kans op eene nadere verklaring. „Leun
op mij", zeide ik, den ellendige, die ver-
geefsche pogingen deed tot spreken, op
de been helpende.
Hij wendde zijn ontdaan gelaat tot mij
en zeide met een blik vol akelige wan
hoop „Red haar Marie men wil
een rapport wegzenden verhinder
hetred haar
„Ja", klonk eensklaps een andere stem,
„zoo onder u allen een man is, die God
vreest en de deugd der vrouwen weet te
eeren, laat hem zorgen, dat dit rapport
zijn bestemming niet bereikt". En Henry
Clavering, waardiger dan ooit, maar hoogst
opgewonden, trad het vertrek binnen door
een deur aan onze rechterzijde.
Maar zoodra had de op zijn knieën
knikkende moordenaar den binnenko
mende niet in 't oog gekregen, of hij vloog
op hem los met een vaart, die zelfs Cla-
vering's herculische gestalte te "stérk zou
menigte, dat niet in het universiteitsge
bouw had kunnen vluchten.
DUITSCHLAND.
In Duitschland wordt in de laatste tij
den druk gesproken over den vooruit
gang, die het' Katholicisme er maakt, voor
al in de hoofdstad. Voor een 150 jaren
kende men daar ternauwernood eenige
Katholieke families; nu maken de Katho
lieken een tiende deel van de bevolking
uit: te Berlijn alleen behooren hun 46
kerken toe.
De vergelijking, die men zoo dikwijls
tusschen Frankrijk en Duitschland maakt,
zou dus ook op dit punt in het nadeel
van de -oudste dochter van de Kerk uit
vallen.
BELGIË.
De Petit Bleu van Zondag bevat het
eerste der beloofde artikelen van Eugène
Baie over de vraag of Nederland en België
geen bondsgenoten moeten worden De
schrijver is van oordeel, dat het voor de
beide landen een levensbelang is, tot een
heid van gedragslijn te komen op econo
misch gebied, om samen krachtig het hoofd
te kunnen bieden aan de handelspolitiek
der groote mogendheden, die meer en meer
ten eigen bate de vrije werking der wetten
van waarde en mededinging verhinderen
en voorts deze economische politiek te be
schermen door een gemeenschappelijk stel
sel van landsverdediging, althans op twee
plaatsen, Limburg en de Schelde. Ëugène
Baie wijst er op, hoe van ouds in de meest
verlichte geesten aan beide zijden van de
grens het verlangen naar een bondgenoot
schap levendig is geweest.
Het tijdsgewricht is gunstig voor een
toenadering nu de Belgen, na het onaf-
hankelijkheidsfeest, getroffen zijn door de
grootmoedigheid, waarmede de Neder-
lnndsche pers hulde heeft gebracht aan
het feestvierende België. Het scheen
schrijft Baie dat onze vroegere land-
genooten eindelijk te voorschijn waren ge
komen uit de nevelige terughoudendheid,
waarin zij zich sedert de onvermijdelijke
scheiding hadden gehuld.
Maar al dat verlangen naar toenadering
leidt tot niets, als wij niet gaan zinnen
op practische middelen om die denkbeelden
uit te voeren. De eenige groep van man
nen, die met kans op welslagen de voor
bereiding van een bondgenootschap op zich
kunnen nemen, dat zijn de leden der volks
vertegenwoordiging. De heer Baie nu heeft
de verzekering ontvangen van verscheidene
Nederlandsche Kamerleden, dat zij wel te
zijn geweest, zoo niet Gryce op hetzelfde
oogenblik tusschen beiden ware gekomen.
„Hé wat!" riep hij: uit, en terwijl hij
den secretaris ondanks zijn rheumatiek
met de eene hand terughield, haalde hij
met de andere een document uit den zak,
dat hij Clavering voorhield. „Het is nog
niet verzonden", zeide hij„gij kunt ge
rust zijn. En gij", vervolgde hij, zich tot
Harwell wendende, „houd u bedaard
of
Voor hij geëindigd had, was de rade-
looze reeds met een ruk aan zijn greep
ontkomen. „Laat mij mijn wraak koelen
op hem, die, ten spijt, van alles wat ik
gedaan heb voor Marie Leavenworth, haar
openlijk zijn vrouw durft noemenLaat
mijHier bleef hij plotseling steken,
terwijl zijn sidderend lichaam scheen ver
steend tot een beeld va,n graniet, en (te
arm, dien hij naar zijn vijand had uitge
strekt stokstijf in dezelfde houding bleef.
„Luister!" zeide hij1, over Clavering's
schouder heen ziende, „daar is zij'! Ik
hoor haar! Ik voél dat zij nadert. Zij is
op de trap. Zij' is bij de deur. Zij
zijn verdere woorden verloren zich in een
lang gerekten wanhoopskreet, de deur ging
open en Marie Leavenworth stond voor
ons.
Het w<$s een oogenblik om iemand de
haren te berge doen rijzen.
„Ha,!" riep Traeman Harwell uit, „zie
haar aan! Ze is koud als steen! Niet
één blik, niet een onkelen blik voor mij,