Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
Steunt de Katholieke Pers
No. 121.
Zaterdag 14 October 1905.
Eerste Jaargang
Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
5 G O E S. o—
Dit nummer bestaat uit twee Bladen.
Yoor eer en deugd.
Brieven nut Olland.
BUITENLAND,
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
■Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
—95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
Adverfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Het. behoeft wel geen betoog meer, dat
de pers een enorm machtig Wapen as.
Een wapen, dat gebruikt wordt voor
de goede en voor de slechte zaak.
Zong niet reeds dr. Schaepman:
„En sinds die ure staan en kampen
op onze aarde
Twee machten, beiden sterk in zelfbe
wuste waarde
Hun beider wapentuig is de onbe
dwongen pers".
De Katholieke pers is daar om het ge
loof te verdedigen, aanvallen op den gods
dienst af te slaan, om zorg Lte dragen,
dat de almachtige God ook in het Staats
bestuur worde erkend, te waarschuwen
voor verderfelijke stelsels en dwalingen
en die te bestrijden, kortom de geheele
Katholieke zaak in heel zijn omvang voor
te staan.
Is het dan niet een dure plicht voor
elk Katholiek die pers zooveel mogelijk
te steunen?
Die steun kan verleend worden op meer
dere wijzen: door abonnement, door ad-
vertentiën, door het inzenden van be
richten, door aanprijzing bij vrienden en
bekenden enz.
Het is toch boven twijfel, dat de invloed
der Katholieke pers eene zeer heil
zame is.
Zij vormt eene macht, die op de alge-
meene denkwijze der Katholieken grooten
invloed oefent ten goede.
Eene macht, zegt Lange, grooter dan
die der legers
Het overgroote deel der groote pers hier
te lande staat in dienst voor de vrijzinnige
idéé, die tegen het Katholicisme indruischt.
Ziet hoe in de liberale bladen, de
Kerk wordt bespot en de instellingen der
Katholieken in het belachelijke getrokken.
Het is daarom hoognoodig, dat tegen
over de liberale pers er eene Katholieke
sta, ddeikrachtdadigen steun opvordert, om
dat zjj den strijd heeft aangebonden tegen
den ongeloovigen tijdgeest, die door de
pers dood en verderf brengt op geestelijk
en zedelijk gebied.
Het ongeloof met de vrijmetselarij voor
aan zag eerder dan de kinderen des lichts
de groote macht der pers in, en maakte
zich van haar meester ter verspreiding
van verderfelijke theorieën.
Door die pers wordt getracht alle gods
dienstige uitingen in de maatschappij te
smoren, den Godsdienst en het priester
schap te lasteren en verachtelijk te
maken.
De Katholieken zijn verplicht hun eigen
pers jn staat te stellen tegen den radi
calen journaiistieken stroom te kunnen
oproeien.
Maar ook de Katholieken moeten hun
pers lezen en zonder hooge noodzake
lijkheid geen blad van liberale richting
in hun huis brengen.
Men waant zich al te gemakkelijk ge
vrijwaard tegen den invloed, dien de lec
tuur van liberale bladen op ons lang
zaam maar zeker maakt.
Het gif wordt langzaam toegediend, maar
het werkt bij velen op den duur doodend.
De niet-Katholieke professor Wüttke
schreef: „men zou mogen zeggen,
dat een ieder spreekt volgens
he t. blad, hetgeen hij gewoon is
te lezen".
En dit is waarheid.
Door het aanhoudend lezen van bladen
van liberale richting wordt bij velen min
stens lauwheid gekweekt ten opzichte van
geloof en zeden.
Bij1 het lezen van een liberaal blad put
men daaruit voor de dagelijksche conver
satie; wat zoo'n blad verkondigt wordt
maar zelden aan kritiek of tegenspraak
onderworpenin de gesprekken hoort men
de echo's der tonen, die in de courant
hebben geklonken.
Zóó vormt zich een openbare mee-
n i n g.
Dr. Huppert sp'rak op den Katholieken
dag te Krefeld in 1898:
„Wat doet een Katholiek, die de niet-
geloovige pers steunt? Hij betaalt met zijn
geld de aanvallen tegen zijne H. Kerk,
hij' betaalt met zijn geld de aanvallen te
gen het geloovig Christendom, hij betaalt
met zijn geld de vergiftiging van het volk".
En hij die de nie.t-geloovige pers steunt
heeft volgens bisschop v o n K e t1 e 1 e r
niet meer "t recht zich een trouw zoon der
Kerk te noemen, hij is veel meer een ver
rader van de heilige zaak der Katholieke
Kerk.
De groote kardinaal Lavigerie sprak
het stichten of steunen van een goed blad
is even verdienstelijk als het bouwen
eener kerken mgr. dr. Scheicher
ging nog verder, waar hij betoogde, dat
het bouwen van kapellen en kerken, vro
me stichtingen zelfs, hoe voortreffelijk
ook, op den achtergrond treedt,
als het geldt een goede en groote pers
te maken.
Ook onze tegenwoordige paus Z. H. Pius
X ziet zoozeer de noodzakelijkheid van
de Katholieke bladen te steunen in, dat,
toen het blad te Venetië, waar hij toen
patriarch was, kwijnde, Z. H. getuigde:
„Als het noodig mocht zijn, zal ik
daarvoor mijn ring, mijn borstkruis, ja
zelfs mijn kardinaalskleeding prijsgeven".
In „de Tijd" van Woensdag 11 October
komt een artikel voor, waarin wij nader
worden ingelicht omtrent een onlangs op
gerichte Vereeniging, welke den hierbo
ven geplaatsten naam draagt. Ook onzen
lezers wenschen wij deze Vereeniging be
kend te maken. In langen tijd is er geen
vereeniging gesticht, welke zoozeer door
onze Katholieke bevolking verdient bevor
derd en verbreid te worden, als de ver
eeniging „Voor eer en deugd".
Wat toch is haar doel?
Haar doel is: met hulp der genade,
de kracht van den band, de steun yan
het voorbeeld èn den Katholieken jonge
ling voor zich zeiven te sterken, èn de
geheele jeugd te vrijwaren tegen den ver-
derfelijken invloed der steeds driester op
tredende onzedelijkheid.
Hoe trachten zij dit doel te bereiken?
Hare leden verplichten zich:
le. om zonder wettige reden geen on
zedige boeken of geschriften te koopen
of te lezen, en in twijfel het oordeel van
een vroom en kundig man in te winnen;
om geen hoeken te koopen in boek
winkels, waar slechte lectuur uitgestald
wordt; ook niet aan de boekenkasten
der stations, tenzij men stellig wete, dal
de boeken, tijdschriften, couranten, die
men daar koopt, op zedelijk gebied goed
zijn, of althans geen gevaar bieden voor
den jeugdigen lezer:
2e. om naar beste krachten te bestrij-
strijden het cireuleeïen van slechte gra
vuren, prenten, prentbriefkaarten of an
dere dingen die onder zedelijk opzicht on
geoorloofd of gevaarlijk zijn, en streng
de winkels te vermijden, waar zulke za
ken aan het raam uitgestald of opzettelijk
in den handel verkrijgbaar gesteld zijn;
3e. om alle huizen, gezelschappen, par
tijen te vermijden, die op punt van zeden
te slechter of verdachter faam bekend
staan, of waarvan men weet dat zij door
nachtelijke brasserijen tot ongeoorloofde
dingen voeren.
Lid der Vereeniging is ieder jongmensch
die uit de handen van een daartoe gemach
tigd priester het diploma ontvangt en de
akte van toewijding, met ernstig voorne
men de verplichtingen na te komen, eigen
handig onderteekent.
Wie zal ontkennen, dat ook in onze
omgeving de jeugd en de jongelingschap
aan de ernstigste gevaren is blootgesteld?
Wie za.1 durven beweren dat in onze om
geving de Vereeniging „Voor eer en
deugd" geen reden van bestaan heeft.
Als dan straks onze geestelijken ook
de Zeeuwsche Katholieke jongelingschap
zullen oproepen om plaats te nemen in
het leger dal den strijd zal aanbinden
voor eer en deugd, tegen de onzedelijk
heid, mogen dan velen aan dien oproep
gehoor geven.
Wij voor ons kunnen wel niet beter
eindigen dan met de woorden van Z. D. H.
den Bisschop van 's Hertogenbosch
„Moge de Hemel deze schoone en veel
belovende Vereeniging zegenen in ruime
'mate met zijn rijkste zegeningen! Moge
zij1 ingang vinden bij de jeugd in wijde
kringen! Mogen velen lust gevoelen om
fe ijveren in onbezweken moed, onver
moeibare kracht, en met verbazende snel
heid de leden der Vereeniging tot een
ontzaglijk getal doen stijgen".
J. T.
Meneer', ei je nog een klein pleksje
voer mien gepraot?
Ik daer in jou krante een stuksje
'eleze van éen, die z"n eigen G. v. L.
noemt; dat zulle zeker wel de begun-
letters van z'n naam weze, ogge? Die
meneer, die 'eit schoon glieke, dat 'n 'is
waerschoet tegen aol die gemaene boe
ken. Ik weet ik nie, 'oe dat 'tin ons
goeie Zeeland, en principaol op de boere-
durpen is; maer, 'ier in Olland, kiek, me
neer, dat 's vrêed, zó vêe as dat ze leze.
El, el, el, 'tis soms zó erg. Aolemaele zitte
ze mer mie 'n boek of 'n krante voer
d'r neuze. En aol die raorige boeken, dae
kriege ze 't van in d'r kopze worre d'r
somstemet kèrsdol van. Ik kenne d'r wel
een stik of drie, viere, die gek 'eworre bin
van 't lezen. Dat zul je noe wel niet
van goeie boeken, zooas bievoorbeeld de
Katholieke Illestraosie, of andere goeie
Romsche boeken. IVeê, dat krieg je van
die raorige boeken, romans no:me ze ze.
Dat bin boeken, daer eigenllik niks van
an is; dan verzinne ze mer glad uut d'r
eigen 'teen of 'tander, en dat schrieve
ze dan op. Deur den bank is 'teen ver-
kêeringe van één jongen en twee misjes, of
twee jongens en één misje, en dan prom-
beere ze mekaore dood te steken of ze
sprienge in de dulve om d'r eigenzelvers
te verdrienken, of ze gae mie een aore
meid drusse, of aoltemet nog veel ge-
meender diengen. En zukke boaken doeë
veel kwaed. En daerom moste de men-
schen nooit geen boeken nemen uut ,,'t
Nut", maer uut een Romsche biebelotheek
(ik gelöve nie, dat dat leste woord 'eele-
gansch goed 'eschrev© is).
Mèr, meneer van de krante, 'tzou nog
veel beter weze, asse mer glad nie lees-
den; wel 'n bitje in je krante en in den
almanak en in d'r kerkboek, mer voorst
voor de rest geen nieuws. In de stad
kunne ze wel wat meer motte leze, mèr
'n boeremensch mot zo veel nie leze.
'k Weet nog wel van vroeger. As dan
de koeie 'emolke waere en de verkens
en kolvers en perden waere besteld, en
de beestepeeën waere 'esneeje voor 'sno
chens, dan kwamme de baes en de knechts
in 'uus. Dan gienge ze zitte rondom den
'erd, en ze namme d'r pupe uut d'r pupe
kot, en stopten die goed, en langden dan
mie de vierlepel een kooltje om an te
pupen, en dan begoste ze mie mekaore
te praoten. En dan praoten ze mie mekaore
over 'twerk of over 'tbeestiaal of over
den ouwen tied. Den eenen 'ad 'n vertel-
lienksje van vroeger tied, toen d'r een
pastoor dood'emaele wier au de wieken
van een meulen, en 'oe dat aol die meule-
nèrs die op die meule 'eweund onge-
lokkig 'eworre waere. Een ander gieng ver
tellen over 'tjaer 38, of soms ók uut
den tied van de Fransche. En de baes
of een van de jongers vertelde 'n smoesje,
dat 'n 'ehad a mie 'n veldwachter toen
ie net een strop 'ezet k, of toen ie op de
sneeë was gae jaege in 'n lank wit 'emde.
En twint dat dan de baes mie de knechts
onder de schouwe zatte te praoten en te
röoken, gienge de vrommensche eerst de
huus nae bedde bestelle. Als de huus een
stuute 'egete 'adde, dan moste ze bi d'r
moeder komrne leze, d'r aevendgebede, en
dan krege ze van vaoder 'n kruusje en
dan gienge ze nae bédde. De vrouwe en
de meid moste effentjes den tasfel opkel-
(ven en dan gienge ze kousens stoppe of
zóo. As dan de meid mooi ztenge kon,
dan zong ze somstemet een liedje, van
de drie ruitertjes, of van de twee keuninks-
kinderen of een oud Driekoningenl.edje.
Of soms vertelde de vrouwe van den ou
wen tied, toen een pond beuter drie stuu-
:vers koste, en een zak terve drie gulden,
of van dat diere jaer, toen voer 'teerst
de ziekte in de pataoten kwam.
En zoo gieng den aevend gauw vorbie,
en ze 'adde 'eel wat meer leute mie 't
praote as dat ze zouden mie 'tboeken-
lezen. Zie je, meneer, de boerenmenschen
motte mer nie te veel leze; laete ze mer
die oude vertellienksjes doeë, en die ouwe
liedjes ziengen. Hè, 'kwouw da 'kaol die
vertellienksjes en liedjes 'is kondae binne
vreed mooie onder. Mer ik kenne ze nie, en
de boeremenschen vergeten ze, geloof ik,
al langer 'oe meer. 'tls zonde van die
mooie vertellienksjes 1
Pier de Zeeuw.
RUSLAND.
Een correspondent te Petersburg sein
de aan de Times dat de onverwachte uit
breiding van de werkstakingen en de jong
ste ongeregeldheden te Moskou daar een
paniek teweeggebracht hadden, zoodat
heele gezinnen dé oude hoofdstad ont
vluchtten. De treinen uit Moskou komen
stampvol tei Petersburg aan, en keeren
ledig terug.
FRANKRIJK.
De „Petit Saint Polois" publiceert de
volgende nota van den inspecteur
op het lager, onderwijs in het
arrondissement Saint Pol aan de onder
wijzers gericht
Vertrouwelijk
Om mij te richten naar de absolute
instructies van den prefect, verzoek ik
u van het witten der schoollokalen, dat
gedurende de vacanties plaats moet heb
ben, wel gebruik te willen maken, pm
in het geheim alle godsdienstige voorstel
lingen, die zich nog in de lokalen konf-
den bevinden, te doen verdwijnen.
Gij zult. mij wel den juisten datum wil
len aanwijzen, opdat ik het hoogere ad
ministratie-personeel er mede in kennis
stel.
Voor eenigen tijd heeft de burgemeester e
van Loupian, een echte Combes in den
dop, een beslissing genomen, waardoor
het dragen van priesterkleeren en ieder
godsdienstig embleem op zijn grondgebied
verboden werd.
Daar zijn beslissing voor de rechtbank
betwist wei'd, stoorde de pastoor van Lou
pian zich niet aan het voorschrift en bleef
zijn priesterkleederen dragen. Reeds heeft
hij: zes processen-verbaal. Maar de pastoor
laat zich daardoor niet afschrikken én
blijft zijn recht en plicht handhaven.
Het burgervadertje wil zeker graag af
gevaardigde of minister worden 1
DUITSCHLAND.
De tweede zoon van keizer Wilhelm,
prins Ei tel Friedrich, is, zooals een de
pêche uit Glucksberg meldt, verloofd met
hertogin Sophie van Oldenburg, een doch
ter uit het eerste huwelijk van den groot
hertog van Oldenburg met prinses Elisa
beth van Pruisen.
De prins is 23 jaar, do hertogin 26
jaar.
Kardinaal Fischer, aartsbisschop van
Keulen, heeft Maandag op een vergadering
van Katholieke vereenigingen een toast
uilgesproken op den keizer.
Hij zeide o. a,., dat'de geest van BaT-
barossa onder de opvolgers van het huis-
Hohenzollern weer herleefd was. Herin
nerend aan het woord van Paus Leo XIII
over de vrijheid, die de Katholieken in
het keizerrijk, genieten, zeide hij, dat iede
re politiek, die de grootheid en de macht
van Duitsehland beoogt, door do Duitsche
Katholieken moet worden gesteund. Zij
moeten naar een machtig rijk verlangen.
Het „Berliner Tageblatt" bevatte on
langs een vermakelijke onthulling over de
handelingen van het veemgericht, dat ge
durende den partijdag te Jena binnens
kamers over.de zuiverheid-in-de-leer van
sommige partijgenooten moest oordeelen.
Beschuldigd was Eisner, redacteur van
de „Vorwarts", ter zake van een artikel
dat als onsocialistisch en onwetenschap
pelijk gebrandmerkt werd.
De driemaal socialistisch gezeefde man
nen Strobel, Mehring en Kautsky lieten
het artikel in Eisner's tegenwoordigheid
voorlezen en waren eenparig van mee
ning dat zulk een artikel tegen de socia
listische leerindruisehte en onwetenschap
pelijk was. Er werd reeds gemompeld dat
het noodig was, Eisner uit de partij te
s too ten.
Eisner voerde tot zijn verdediging niets
anders aan dan dat hij ongelukkig, de
aanhalingsteekens vergeten had en dat het
artikel ontleend was aanKautsky's toe
lichting van het Erfurtsche program.
Er volgde een doodelijke stilte. Kauts
ky sprak geen woord, Mehring ging een
luchtje scheppen, en het veemgericht hief
pardoes zijne zittingen op. Zoo kwam het
dat Eisner niet uit de partij geworpen
werd.
ITALIË.
Woensdag heeft de nieuwe ambassadeur
van Spanje, markies Tovar, zijn geloofs
brieven aan Z. H. den Paus overhandigd.
De nieuwe ambassadeur hield een rede,
waarin hij de Katholieke tradities en de
onwankelbare 'trouw van het Spaansche
volk en het koninklijk huis aan de Kerk en
haar opperhoofd in het licht stelde.