Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche No. 114. Donderdag 28 September 1905. Eerste Jaargang. FEÜTLLET ON. Verschijnt eiken flVAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Drukkers-liitjevers: OOSTERBAAN LE COINTRE, o G O E S. o— Hereenigd. UIT DE PERS. NIEUWE ZEEUWSCHE COURANT Ren en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Jtbonnementspriis; per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 —.05 jldvertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regeis. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. V Bevooroordeeld. Het laatste nummer der „Goesche Courant" komt ons in een erg eenzijdig gesteld stukje de mededeeling doen, dat in dien de arbeider onder dit ministerie lan ger op lotsverbetering moet wachten, dit de schnld is van ja, van wie anders zou 'I kunnen zijn dan van de clericalen. En wel omdat die eerst „zooveel milli- oenen" genomen hebben uit de schatkist voor het bijzonder onderwijs. Bijzonder onderwijs, 'tis de nachtmerrie der „Goesche"; alleen op 'thooren van den naam bevangt dit onbevooroordeeld 1 blad een walgingsgevoel. Men moet van een soort libera lisme zijn, dat niets dan de naam er mede gemeen heeft, om niet in te zien of niet te willen inzien, dat door de wet op het lager onderwijs van Kuypor aan een grove onrechtvaardigheid een einde werd gemaakt. Daarmee zijn het zelfs vele liberalen eens. Het ligt toch in de lijn van het ware liberalisme, dat de persoonlijke vrijheid predikt, om iedereen naar zijn persoonlijke meening het recht te geven zijn kinderen onderwijs te laten genieten, zooals hij het zelf verkiest en allerminst gedwongen te worden zijn kinderen te moeten zenden juist naar de neutrale, godsdienstlooze school. En dil ware zonder de onderwijs-novelle niel wel doenlijk, wijl hel neutraal onder wijs een oneerlijke concurrentie voerde te gen het bijzonder. l)e grondwettelijke vrijheid van onder wijs was zonder Kuypers wet een sinecure. Door de nieuwe subsidieering is nu die schreeuwende onrechtvaardigheid getem perd. En juist de werkman zal nu in staat gesteld worden om zijn kinderen godsdien stig onderwijs te doen ontvangen. Wat. voor hem een zegen is. Bij aanblijving van hel vorig ministerie zou voor hem een tweede groot voordeel geweest zijn de sociale wetgeving, waar voor hel geld kon gevonden worden door 60i Als door een geheime macht aangetrok- ken en door den koortsachtigen drang van het oogenblik voortgestuwd, trad ik al na der en nader tot het doosbed, totdat ik eindelijk mij er vlak naast bevond. O, God, hoe stil, hoe kil lag dat lijk daar! Hoe akelig gaven mij die koude lippen en slrakke oogleden een sprakeloos ant woord op mijn vruchteloos vragenden blik. Eer zouden de steenen spreken, dan dat dit marmer-bleek gelaat ooit weer zou opleven ten antwoord Met een zonderling gevoel, stond ik nog een poos te staren, toen op eens.... Hoe? Wat zag ik daar nauw merkbaar voor den dag komen, ter plaatse waar haar linkerschouder legen de peluw lag aan gedrukt? Een couvert? Een brief? Ja, ja; ik ha 1 niet misgezien 1 Hall' duizelig door de plotselinge ver rassing en door de hoop, die bij deze ontdekking mijn hart bestormde, bukte ik mij met opgewonden haastigheid voorover en bracht den brief te voorschijn. Het couvert was gesloten, maar zonder adres. Het zegel haastig verbrekende, doorliep ik vluchtig den inhoud. Gerechte hemel! «ie regels waren geschreven door Hanna Zelve; een enkele blik op het schrift was de Tariefwet. Hij zou dan iets meer belasting te be talen gehad hebben, maar ook zou door meerderen bloei van nijverheid en industrie zijn loon hooger geworden zijn. Hij zou dus door de Tariefwet eerder voordeel dan schade ondervonden hebben, en daarbij ook de lotsverbeteringen ge kregen hebben uil de sociale wetgeving. Twee vliegen in één klap. En als men nu de liberalen die vóór de verkiezingen den arbeiders gouden ber gen voorspiegelden durft verwijten, dat. zij de werklieden gedupeerd hebben, dan weten zij niets beters te doen dan de schuld te schuiven op den rug derclericalen. Wel makkelijk, maar onwaar. De arbeider is de dupe geworden alleen door ahti-clericalisme der liberalen, het, spook, dat hun steeds voor den geest zweeft en bevooroordeeld maakl. In het liberalisme van dat soort, het welk nog altijd pretendeert het eenige vas te bolwerk onzer staatsinstellingen te zijn, zijn reeds zooveel bressen geschoten, dat, het 't aanzien verkregen heeft van een net werk. En onder degenen, die dit in tegen stelling met prof. Holwerda niel wil len inzien, en tot groot vermaak der bui tenstaanders achter dat netwerk blijven dansen, behoort ook de „G oesche Co u- ran t". Grondwetherziening. De „Middelburgsche Courant- is van oordeel, dat de meerderheid in de Kamer zijn zou voor grondwetsherziening, om te komen tot hervorming van het kies stelsel. En ofschoon nleehts 42 leden er positief voor zijn, blijft het blad zijn bewe ring volhouden, hopend op steun van de overblijvende 58 leden. Wij meenen, dat dil een illusie is. De oud-liberalen zullen in de Tweede Kamer niet licht steun verleenen aan het tot standkomen van het blanco ai tikel 83. Dan hebben wij nog een anti-liberale Eerste Kamer, welke nog maar niel zoo spoedig om te zetten valt, als het vrijz.- voldoende om mij hiervan te overtuigen. Met het gevoel van iemand, die op eens een wonder ziet gebeuren, haastte ik mij naar het andere vertrek en zette mij neer lot ontcijfering van den inhoud. Zie hier wat ik in gebrekkig schrift met potlood vond geschreven op de eene zijde van een gewoon velletje schrijfpa pier „Ik ben een slecht meisje. Ik heb al deze dingen geweten, die ik had moeten vertellen, maar ik heb niet gedurfd, omdat hij zeide dat hij mij zou dooden als ik het deed; ik meen den grooten mooien gentleman niet den zwarten knevel dien ik uit de kamer van mijnheer Leavenworth zag komen met een sleutel in zijn hand, op den avond toen de heer Leavenworth is vermoord. Hij was zoo in de war, gaf mij geld en zeide, dat ik moest weggaan en hier heen gaan en alles geheim houden, maar ik kan het nu niet langer houden. Het is mij, of ik miss Eleonore altijd schrei end voor mij zie, mij vragend, of ik wil dat zij naar de gevangenis zal ge bracht worden. God weet, dat ik liever wil sterven. En dat is de waarheid en dit zijn mijn laatste woorden en ik bid om da vergiffenis van allen en ik hoop (lat niemand mij zal vloeken en dal zij miss Eleonore niet langer laslig vallen, maar hel. oog houden op den mooien gentleman met den zwarten knevel." dem. orgaan zou wenschen. Ook zijn twee derden der stemmen van de vereenigde Kamers noodig. Nu moet. men toch wel erg optimist zijn, om deze gegevens in aanmerking genomen, aan de waarschijnlijkheid van grondwets herziening te gelooven. Het blad schrijft nog: „Nu waren de kiezers, die deze 42 af gevaardigden kozen, ook wel bezield met het. idee om het bewind van dr. Kuyper. Ie doen eindigen, maar het overgroote deel daarvan had tevens het beginsel der grond wetsherziening voor oogen." Ons dunkt, dat het 't overgroote deel der kiezers te doen is geweest hoofdzakelijk den val van Kuyper te bewerken. Dal 't slechts te doen was om anti-clericale poli tiek te voeren, bewezen immers duidelijk (le sociaaldemocraten, die bij de herstem mingen ook diegenen stemden, die tegen grondwetsherziening zich uitspraken. En dit onder de voorstanders van grondwetsherziening de roode heeren niet alleen Neen, verreweg de groole meerderheid der kiezers heeft bij de stembus daaraan niet gedacht. Opgezweept als zij waren door schijn- leuzen en scheve voorstellingen, is o. i. reeds bij velen hunner de reactie niet uit gebleven en bekijken deze de zaken nu door meer helderen bril. En mochten nieuwe verkiezingen nood zakelijk worden, het Nederlandsche volk kon zich wel eens uitspreken op een wijze, die de „Middelburgsche" lang niet ver wacht. Faillissementen en do M i d- d e n s 1. a n d. Steeds ernstiger worden de tijden voor onzen middenstand. De concurrentie op alle mogelijk gebied verkleint de eertijds goed rendeerende zaak; en er komen in onze plaatsen veel te veel zaken in ver houding tot de bevolking. Ja reeds nu vindt men in sommige stra ten onzer steden zooveel winkels als er buizen zijn, terwijl het in de achterbuurten en buitenwijken krioelt van kruideniers XXXIV. Gryce neemt, de teugels in de h an d e n. Het was een half uur later. De trein, waarmede ik alle reden had mijn vriend Gryce le verwachten, was aan gekomen en ik stond voor de deur van juffrouw Belden's huisje, met nauw ver holen ongeduld de zich langzaam ver spreidende menigte gade te slaan, die te gelijk met 't. zich weer in beweging zetten van den trein, het station had verlaten, Zou hij er bij zijn? Was de inhoud van het telegram dringend genoeg geweest, om hem, ondanks zijn ziekte, hier te doen komen De door Hanna geschreven be kentenis, die ik gedrukt hield tegen mijn hart, scheen in haar hoorbaar kreunen weinig hoop te voorspellen en reeds open de zich voor mij het minder aangename vooruilzicht van een in ongeduldig wach ten te slijten namiddag, toen een groepje der van het station komende menigte een der zijstraten insloeg en ik kort daarop Gryce bemerkte, die niet op twee, maar met veel moeite op één kruk langs de hui zen kwam aangesukkeld. Het was merkwaardig, de uitdrukking van zijn gelaat gade le slaan, terwijl hij langzaam naderde. „Wel, wel", riep hij hijgend, toen wij elkaar bij het hek voor (1e deur ontmoet ten, ,,'tis wat fraais, dat moet ik zeggen. Hanna dood, niel en van alle kanten de en spekslagers. In Maastricht stad van ruim 30.000 zielen zijn ongeveer 400 spekslagers winkeltjes. Natuurlijk doet zoo'n „eerza me" spekslager er nog vele andere zaken bij soms is hij mandenmaker en spek slager, soms mandenmaker, touwslager en spekslager, soms mandenmaker, touwsla ger, kruidenier en spekslager, soms man denmaker, touwslager, kruidenier, herber gier (pardon caféhouder) en spekslager. En zoo zou men kunnen voortgaan. Maar genoeg. De te vele zaken, de overdreven concur rentie, ziedaar een eerste oorzaak der vele faillissementen. Waardoor de oorzaak te bestrijden? Op de allereerste plaats door coöperatie Vlekke z.g. heeft het. reeds voor ver schillende jaren terug geschreven, dat in dezen toestand niet eerder verbetering kan worden gebracht, vooraleer de midden stand is overgegaan tot coöperatie, geza- menlijken aankoop zijner goederen. Daar door kan hij zijn parasitair aanhangsel bestrijden, daardoor kan hij hel juiste be sef zijner roeping herkrijgen. Maar daaraan moet tevens verbonden zijnvakkennis onder den middenstand. Want als tweede, en niet minder voorna me oorzaak van de vele faillissementen onder.den.middenstand kan veilig genoemd worden de tmvaldpende vakkennis, de slor dige administratie bij het drijven van za ken. Van kennis van zaken het moge een harde waarheid zijn hebben vele han deldrijvende en industrieele middenstan ders niet het minste begrip. De staat van winsten en verliezen wordt nooit, opgemaakt. Zijn de goederen op, of aan het krimpen dan wordt, (gewoonlijk nog wel op de pof) bijgekocht, maar een staal van aanwezige goederen in winkel of magazijn wordt nooit opgemaakt. Heeft men geld, dan betaalt men den leverancier, heeft, men hel. niel, dan stelt men uit. En heeft het „spelletje" eens lang genoeg geduurd, dan heet het: een maal andermaal. Is de failliete boel dan verkocht en geregeld, dat is de failliet verklaarde reeds lang een andere zaak begonnen en daarin gaat het weer op dezelfde slordige wijze voorl. Zoo gebeurt beljs oms, dat de man drie vier vijfmaal in zijn leven failliet wordt ver klaard. Immers, failliet worden is geen schan de meer. Wat, geef ik er om failliet te worden poppen aan het dansen. Wat. denkt ge nu van Marie Leavenworth?" Het zou, vooral met het oog op deze laatste vraag, natuurlijk zijn geweest, wan neer ik het onderhoud, waartoe wij ons, nadat jk hem had binnengeleid, in juffrouw Belden's huiskamer neerzetten, ware be gonnen met. het voor den dag brengen van Hanna's bekentenis; dit was echter niet het geval. Of ik hem dezelfde dobberingen tusschen hoop en vrees wilde laten door maken, welke sinds mijn komst te R mijn deel waren geweest.; dan wel of ik zwak genoeg was, om toe te geven aan den lust, heni wegens zijn hardnekkige min achting mijner vermoedens tegen Henry Clavering, met het gewichtig stuk te over vallen, juist op het oogenblik, dat zijn eigen vermoeden lol. een voldoenden graad van overtuiging gerijpt was, weet ik niet. met zekerheid te zeggen. Het. zij genoeg, dat ik niet voor het einde van mijn ver slag, niet voordat ik zijn oog zag tintelen bij de mededeeling van het. vinden va,n den door Marie geschreven brief in den zak van juffrouw Belden's japon; niet voor ik hem na uitdrukkingen als „kolossaal" en „sinds de zaak van Lafarge is zoo iets nog niet voorgekomen", gereed zag, om op al (leze gegevens de stelling te bouwen, die zijn systeem van onderzoek en berekening met den schoonsten uitslag bekroonde, er toe overging hem den brief te overhandigen, dien ik gevonden had op het lijk van Hanna. zoo verklaarde ons onlangs een Nijmeegsch bakker, alle groote heeren zijn failliet geweest, faillietslaan is .^deftig. Treurige deftigheid 1 Maar om "terug te keejen tot de Vak kennis. Vakkennis voor den middenstand dat is (1e ziel, het levensbeginsel, eener zaak en zonder dat kan geen verstandige handel gedreven worden. 'Zonder dat is het slechtswindhandel. Men zegt wel eens,, het geld is de ziel der negotie, de ziel van den handel, maar deze regel gaat in alle opzichten niet op. Want wij 'vragen u in* gemoede: Wat, is uwe zaak met al het geld wanneer gij tittel noch jota van het vak verstaat, wan neer gij volstrekt niets weet van waren kennis? Verbeeldt u, een gezeten burger of rijk heer zal beginnen met een manüfacturen- of kruidenierszaak, maar nooit heeft, hij stukken doek of koffieboonen in handen gehad. Wat zal daarvan het gevolg zijn? Hij zal geheel moeten vertrouwen op zijn „kundig" personeel. Maar laat de zaak maar eens aan anderen over! Zullen die anderen uw zaak zoo behartigen? Hebt maar geen nood. Die anderen zullen in de meeste gevallen eerst voor zichzelven en dan voor den baas zorgenwant de mensch is van nature egoïstisch of hoort men 't. niet zeer vaak zeggen: Zij dragen 'ter bij X of Z van voren in en van achteren uit? „En wat wordt die onkundige „zaak man" nog dikwijls op andere manier bedro gen. Bij aankoop van winkelgoederen wordt hem vaak hei grootste bocht in handen geduwd, rommel van de eerste soort, koffie of thee bij 't proeven waarvan de eerste de beste thee- of koffietante in hei lige verontwaardiging zou geraken 1 En heeft ook deze zaak, die met geld begonnen was, enkele jaren geduurd, dan is er alles open mijnheer wordt tot groote verwondering der buitenstaanden failliet verklaard. „Huisgezin". Intrekken maar! In volmaakt, denzelfden geest als wij. schreven, driestart „de Standaard" De Ministers zijn thans bezig met het intrekken van de wetsontwerpen, door hun voorgangers bij de Tweede Kamer aanhan gig gemaakt. Niet. alleen de Vaccinewet en Staatsloter rijwet, maar ook de sociale wetten wor den de een na de ander ingetrokken. Arbeidswet, O uderdomspei sioneering, Nooit zal ik vergeten hoe zijn gelaal. eensklaps van uitdrukking veranderde toen hij den hem toegereikten brief aannam. „Hemelsche goedheid", riep hij uit., „wat is dat?" „De bekentenis van een stervende", ant woordde ik, „van Hanna, het. kamer meisje. Ik vond die bij haar in bed, toen ik een half uur geleden haar voor de tweede maal nog eens ging zien". Na het blad papier opengevouwen te hebben, zag hij het. in met een ongeloo- vigen glimlach, die echter spoedig plaats maakte voor een uitdrukking van de groot ste verbazing, vooral toen hij opstond en, het beurtelings in beide handen nemende, telkens nauwkeurig bekeek. „Een merkwaardig st.uk van overtui ging", zeide ik met een zeker gevoel van triumf, „het aanzien der zaak wordt er geheel door veranderd". „Zoudt ge denken?" antwoordde hij scberp, en terwijl ik hem met de grootste verwondering stond aan te staren, daar zijn gedrag zoo geheel anders was als ik verwacht had, zag hij1 mij aan en zeide: Gij zegt, dat .giij dat in haar bed vondtf waar vondt ge het in haar bed?" „Onder haar lichaam", hernam ik. „Ik zag een punt van 't couvert even uitsteken bij haar schouders en trok het er toen tus schen uit." „Was het opengevouwen, toen gij het zaagt?" vroeg hij, iets naderbij komende. „Neen, 'twas dichtgevouwen en beslo-

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1