Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden No. 112. Zaterdag 23 September 1905. Eerste Jaargang. BUITENLAND» Verschijnt eiken /RAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Drukkers-Uitjevers OOSTERBAAN LE COINTRE, G O E S. o— UIT DE PERS. Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. •Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 -.05 Adverfentiënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. V Toenadering? „Bij de uitvoering der aangekondigde voornemens zal zooveel doenlijk rekening gehouden worden met de wenschen van alle groepen van Mijn Volk, zonder onder scheid van richting". Deze goede gedachte, in de Troonrede uitgedrukt, verdient voorzeker alle in stemming. Er zal echter wel een bijzondere beweeg reden voor bestaan hebben dit uitdrukke lijk te vermelden; het moet immers van zelf spreken, dat een regeering met de wenschen van alle groepen des volks, zonder onderscheid van richting, rekening houde. „Het Volk" meent de oorzaak hiervan te hebben ontdekt. Het blad zegt „Deze zinsnede zal uit den klerikalen hoek wel een stormpje uitlokken, want al wordt Kuyper niet van een misdadige woe ling beschuldigd, er wordt toch bedekt gezinspeeld op part ij regee ring". Men moet wel met een feilen Kuyper- haat bezield zijn om steeds uit het minste en geringste te trachten den oud-minister van binnenlandsche zaken te bezoedelen. Men kent echter „het Volk". De vorige regeering is een partij-regee ring geweest, in zooverre zij door haar bestuur de vroegere partijdigheid der libe ralen temperde. En dat is, dunkt ons, op zijn minst een partijdigheid van de goede soort. Maar zou de uitdrukkelijke vermelding van het zullen rekening houden met de wenschen van alle groepen des volks, zonder onderscheid van richting, zijn re den van bestaan niet kunnen vinden in de gevestigde overtuiging, dat onder vroe ger liberaal bewind het niet-denkend deel der natie eenigszins stiefmoederlijk beje gend werd? Zou misschien de geest van prof. Hol- werda, zijn uitwerking gehad hebben in de liberale ministers-harten Dit ligt meer voor de hand en het brokje Troonrede is er des te smakelijker om. Het officieuse liberale „Vaderland" komt ons dan ook in 't gelijk stellen door als oor deel uit te spreken, dat die uitdrukkelijke verzekering wijst op een streven naar waarlijk nationale politiek, dat ook bui ten de vrijzinnige groepen waar deering moet vinden en doet die welwil lende verzekering alzoo slaan op de p a r- tijen der rechterzijde. Een erkenning dus, waarvan het socia listisch hoofdorgaan degelijk acte mag Een weerhaan. Hetzelfde „Volk", dat boven de plank missloeg, heeft nog een bok geschoten, die allerminst onbekend mag blijven. Dat blad schreef twee beoordeelingen over de Troonrede. In de eerste, die nog al zoetsappig ge steld was, in vergelijking van den gewonen „toon", lezen wij „Het best het laatst: de belofte van grondwetsherziening brengt het algemeen kiesrecht iets nader bij. Wel wordt er een algemeene grondwetsherziening voor gespiegeld, en kan daardoor de zaak lang duriger en ingewikkelder worden, en het slagen moeilijker, en wel wordt geen alg. kiesrecht, maar slechts een blanco-artikel beloofd; maar de hoofdzaak is op het oogenbük, dat de regeering grondwetsher ziening op het stuk van kiesrecht nood zakelijk heeft verklaard. Dat is een con cessie aan de demokratie die niet licht meer ongedaan wordt gemaakt. Het is voor het overgroote deel do vrucht van den on- vermoeiden arbeid der sociaal-demo- kratie". De kiesrechtparagraaf wordt hier dus „het beste" genoemd uit de Troon rede. Even later echter geeft het blad nog een beschouwinkje ten beste en daarin valt te lezen: „En daarmee komen wij tot het blanco- artikel. De Koningin zal doen onderzoe ken of er nog meer in de Grondwet te wijzigen is. Dat beteekent een staatscom missie, allerlei nieuw: quaesties en een uitstel dat waarschijnlijk verder reikt dan het vierde jaar der regeering, dat de povere belofte was van Borgesius en de zijnen. Achter die commissie verdwijnt de verant woordelijkheid der regeering. Dat is een terugtreden op het voornaamste punt, en dat is wel de ernstigste grief tegen deze troonrede". Hier wordt dus dezelfde kiesrechtpara graaf genoemd „de ernstigste grief tegen deze Troonrede. Vandaag ,,'t beste", morgen „de ernstig ste grief". Is er schriller tegenspraak denkbaar? Men ziet met welk soort ernst het soc. hoofdorgaan zijn lezers inlicht. De arbeiders zullen zoo langzamerhand toch wel tot de overtuiging komen, dat er maar op los wordt geschreven en dat zij deerlijk bedot worden. Nog eenige persstemmen over de Troon rede De „Maasbode" mist elke uitdrukking, waarin gerept wordt van do hoogere, de zedelijke belangen des volks, en consta teert, dat hetzelfde vitium, dat de samen stelling van het kabinet-De Meester aankleefde, ook deze rede tot haar last heeft. Het blad bespreekt de verschillende voorgestelde wetsontwerpen en legt vooral den nadruk op twee punten „Met het eerste bedoelen wij, dat met geen enkel woord, met geen enkele uit drukking of zinswending gerept wordt van de hoogere, van de zedelijke belangen des volks. „De zedelijke verheffing der landskinde ren door het voorstellen van maatrege len, die ook maar op een ietwat hooger beginsel of motief steunen, komt absoluut niet ter sprake. ,,'t Is alles poging tot, verhooging van stoffelijke welvaart, tot betere verzorging van economische belangen, maar van het beste en het hoogste wat er in de volksziel leeft en wat niet minder verzorging be hoeft, de rede zwijgt er geheel over, doet alsof die zedelijke belangen niet bestaan." Het tweede punt betreft de kiesrecht- paragraaf, waarin men het blanco-artikel kan terugvinden. Indien het ooit tot kies- rechtvoorstellen komt, hetgeen wij sterk betwijfelen, zegt „De Maasbode", dan is 't zeker dat het Kabinet daarmee zijn eigen graf heeft gedolven en dat zich te gauwer ontsluiten zal, naarmate door socialisti sche taktiek en vrijzinn.-dem. aandrang de spade voor het delven van het graf vroeger in de hand wordt genomen. Het blad besluit „Onzen indruk samenvattend, moeten wij zeggen, dat de rede over haar geheel genomen ons niet teleurgesteld heeft in onze verwachtingen, maar dit komt al leen daarvan, dat die verwachtingen zeer laag gestemd waren. „Dit lag ditmaal niet aan de personen. die voor deze rede verantwoordelijk zijn, daar ze allen achtenswaardige, sommigen onder hen bekwame menschen zijn, maar enkel en alleen aan het gewrouge.ne, het onnatuurlijke, het inconstitutioncele zou den wij willen zeggen, van hun positie. „De valsche leuze, die bij de stemming alleen maar mikte op Kuyper, is in al haar leegte en zinloosheid in deze Troon rede openbaar geworden." De „Residentiebode" wijst allereerst op de minder gelukkige taal en stijl van deze Troonr de, die inderdaad verre van fraai zijn. Met verschillende aanhal'ngen staaft het blad zijn ooredel. Over de regeling der kiesbevoegdheid schrijft het blad vermakelijk „Hiervoor aan de regeering, niet als orgaan der rechterzijde, maar als orgaan, dat van grappen houdt, een welgemeend compliment. De regeering heeft zich hier voorloopig netjes en handig uit een moei lijk parket gered. Waarom te verzwijgen, wat reeds zoo herhaaldelijk tijdens de ver kiezingen is gezegd en geschreven? Ar tikel 80 blanco is nu eenmaal een leugen, omdat er thans in de eerste vier jaren nooit een meerderheid in beide Kamers gezwegen nog van een meerderheid van 2/3, welke bij tweede lezing, volgens arti kel 195 der Grondwet, noodig is voor zal gevonden worden. Echter een leugen, waar wij de regeering geen verwijt van maken, want zij heeft die zelf niet verzonnen. Evenwel zij dankt haar ontstaan aan die leugen, en gaat dus onder de gevolgen daarvan gebukt. Nu kan men een leugen slechts op twge manieren goed maken. Of wel door haar te herroepen en zulks gaat in dit geval moeilijk of wel door een handigheid, door een nieuw jokkentje. Zoodanige handigheid of jokkentje is, ge- looven wij, het aangekondigd onderzoek „welke andere wijzigingen in de Grond wet nog moeten gebracht worden". Dus waarschijnlijk een Grondwetscommissie. Een Grondwetscommissie, die een rapport zal hebben uit te brengen over 'behoeften, over wenschen welke slechts door een zeer klein deel der natie gevoeld, gedeeld wor den. Een commissie voor een Grondwets herziening, waarvan de noodzakcdijkhcid door de Meerderheid in den lande niet erkend wordt. Een zoodanige commissie is in onze oogen niet veel anders dan een kapstok, waaraan in dit geval de pa rademantel, door Liberale Unie en Vrij- zinnig-Democratischen Bond op 21 Januari te Amsterdam in elkaar genaaid, voor ge- ruimen tijd kan worden opgehangen. „Dat zij zich echter van dien kapstok bedient, nog eens, wij nemen het der re geering heusch niet kwalijk, doch bren gen haar veeleer hulde voor dien handi- gen zet." De „Gelderlander" 'zegt over de sociale wetgeving, die van dit Kabinet te wach ten is Pijnlijk doet ons de verklaring aan, dat de pensioneering van oude en invalide werklieden eerst zal worden voorgesteld, wanneer de vereischte geldmiddelen zul len beschikbaar zijn. Gegeven den finan- cieelen nood, de ongeneigdheid van 'dit kabinet tot tariefsherziening, alsmede de eischen, die andere hervormingen zullen stellen, moeten we wel vreezen, dat voor den Nederlandschen arbeider de „pensio neering der ouden van dagen" voorloopig naar een onbereikbaar verschiet is ver schoven. Van de portefeuille-wisseling schijnt do oude werkman de eerste dupe te zullen zijn. De anti-revolutionaire „Standaard" stelt deze Troonrede tegenover de vorige. Liet de laatste in geen enkel opzicht twijfel over, deze tweede zegt niets. Alleen dit: er worden maatregelen voor bereidt..., Ja, dat moest er ook nog bij komen, dat de heeren niets deden I Dat is ook trouwens de vraag niet. Het nieuwe ministerie had tegenover het plan van het afgetreden Kabinet zijn eigen plan moeten mededeelen, gelijk ook in de Troonrede van 17 Sept. 1901 geschiedde. Er is geen plan, de heeren tasten in het duister.... en ze bereiden maatregelen voor. Ten opzichte van de sociale wetgeving maakt de Troonrede waarlijk ook geen schitterend figuur. "Ze 'pronkt met de vee- ren van het vorige Kabinet. Over het blanco-artikel laat het anti- rev. orgaan zich als volgt uit: Wat 'n heerlijke kapstok! Hebben 'de sociaal democraten en de vrijzinnig-demo craten zich daarvoor nu in Juni uitge sloofd hebben dan de socialistische betoo- gers in de grijze Bisschopsstad voor niets gejubeld over den val van het Christelijk ministerie? Werkelijk, door die toevoe ging wordt alles weer blanco. Het is trouwens op alle hoofdpunten blanco. Blanco de financieelo politiek van het ministerie. Blanco, wat het doen zal ten opzichte van de sociale wetgeving. Blanco zelfs tegenover het blanco-ar tikel. Op papier. In de jongste verkiezings-campagne heeft Mr. Rink, de nieuwe Minister van Binnen landsche Zaken, toen hij voor de kiezers nu en dan het woord voerde, natuurlijk ook „zijn" voorstelling gegeven van de werkzaamheid van het Kabinet-Kuyper. Het heette dan, dat er wel veel was ingediend, maar dat stond slechts, en dan wachtte de spreker even om het effect van wal hij met veel nadruk ging zeggen te verhoogen op papier. Een onzer lezers, die zich daaraan nog al ergerde, verhaalde ons dit indertijd en deed de vraag, of Minister Rink zijn wets ontwerpen nu niet op papier zou in dienen Dit schrijven kwam ons in de .gedachte bij het lezen van de sluitingsrede, die Zaterdag door Minister Rink werd uitge sproken. Den man, die zich dus smalend over den arbeid van zijn tegenstander had uit gelaten, nu, namens If. M. de Koningin de zitting te zien sluiten met een lange rede, waarin een beteekenisvolle reeks wetsontwerpen als de vrucht van het laat ste jaar der vorige periode moest worden afgelezen. Zou, zoo kwam de vraag bij ons op, Minister Rink onder het lezen van die rede niet eens aan de verkiezingsdagen in Arnhem hebben teruggedacht, toen hij met zijn „op papier" een succes zocht te be jagen, waar aan hij zoo groote behoefte scheen te hebben. En als de Minister Zaterdag aan de ver- kiezings-meetings gedacht heeft, zal het dunkt ons niet met onvermengde vreugd zijn geweest. (Stand.) Tendentieus betoog. In de rede, waarmede deze week de Utrechtsche hoogleeraar B a 1 j o n het rec toraat aan zijn opvolger prof. We n t over droeg, komt o. m. de volgende passage voor „Bij zooveel, wat ons volk verdeelt, moet het zich hiervan overtuigd houden, dat de wetenschap een band is, die velen ver- eenigt. Wij kennen geen Christelijke en niet Christelijke, Calvinistische en Roomsch-Katholieke wetenschap, maar slechts wetenschap, en de hoogleeraren moeten hun onderwijs zoo inrichten, dat jongelieden van allerlei geledingen en klas sen van ons volk hier vinden wat zij zoe ken, en voorbereid worden voor hunne toekomstige, maatschappelijke positie. Hier moeten zij elkander leeren achten en waardeeren, ruimte van blik ontvangen en tegen alle bekrompenheid worden gewaar schuwd." In deze woorden ligt een tendenz. Waar de hoogleeraar in negatieven zin spreekt van „Calvinistische en Roomsch- Katholieke wetenschap", is het vrij duide lijk, dat hij heeft willen te kennen geven, geen heil te verwachten van een Calvi nistische of katholieke hoogeschool. De Hooger Onderwijswet heeft blijkbaar zijn rede beïnvloed. Maar onhoudbaar achten wij do voorstel ling, alsof wederzijdsche achting en ruimte van blik alleen verkregen zou kunnen wor den aan een universiteit, die buiten een positief-christelijke belijdenis staat. Wij denken er niet aan, steenen te wer pen naar onze openbare inrichtingen voor hooger onderwijs. Maar wij moeten toch even verzet aan- teekenen tegen de voorstelling, alsof bui ten haar de wetenschap noch de onbe krompenheid zouden te vinden zijn. Juist in zulk een voorstelling lijkt ons de breedheid van inzicht ver te zoeken. En wanneer zij iets bewijst, dan is dit iels zeker niet in het voordeel van het betoog, door prof. B a 1 j o n gehouden. (Centr.) Duidelijk? Wij gaven een uitgebreid pers-overzicht over de Troonrede. De aandachtige lêzsr zal hiér en daar nog al eens tegenspraak in de verschil lende beoordeelingen hebben aangetroffen en met ons. de meening van de „Middel- burgsche Courant" in twijfel trekken", wélk orgaan beweerde: „De redeis, behalve in de financieele paragrafen, duidelijk en veelzeggend". Ai, beste collega, vergelijk s". v. p. de volgende uitspraken Men kan niet zeggen, dat de Troon rede het veelbesproken, doch de kie zers niet veel bewogen hebbende pro gram van Liberale Unie en Vrij.-Dem. Bond heeft „overgenomen". - (,',Nie*we Courant") Nu toonen de in deze Troonrede aan gekondigde voornemens onmiskenbare sporen 'van verwantschap met het Am- sterdamsche program v („Het Vaderland") Een werkprogram voor vier jareh lag immers ook ten grondslag aan het com promis van 21 Januari, dat kennelijk de leidende gedachte is geweest van deze Troonrede. („Land en Volk-") Met name is uit deze Troonrede fiog niet. met zekerheid te zien, of de uit voering der in te dienen voorstelleft aan de eischen, in hef concen.tratiqpro- gram der unionisten en vrijzinnig-demo craten geformuleerd, zal beantwoorden. („Utrechtsch Dagblad-") - Aldustwee concentratie-bladen lezen uit de rede, dat de politiek der komende periode zal gebaseerd zijn op het be faamde program van actie; een oud-libe raal orgaan weet niet, of het zulks uit de rede lezen moet, een andere oud- liberale krant meent datzelfde te moeten betwijfelen. Waar dergelijke averechtsche aanduidin gen worden gelezen in dit. regeeringsstuk^ en dat nog wel over de algemeene richting van het regeeringsbcleid, zouden we de „Middelburgsche Courant" wel vragen wil len, of „duidelijk" niet een overdreven qualificatie in deze moet geacht worden. En dan zou het vrijz.-dem. orgaan óns misschien een dienst willen bewijzen en met haar duidelijk inzicht in de Troon rede eens verklaren willen, welke opvat ting nu wel de juiste is. (Msb.) RUSLAND. Ofschoon de waarde van hetgeen in Ba koe vernield is bijna 300 millioen gulden bedraagt, is dit verlies niets in vergelijking met de indirecte schade, die er de eerst volgende maanden nog te wachten staat. Een vloot van meer dan 15C0 stoomboo- ten ligt stil in het tijdvak, dat zij om zoo te zeggen het meeste te doen heeft. De groote nijverheidsinrichtingen in Moskou, Wladimir, Nisjni-Novgorod kunnen niet doorwerken wegens gebrek aan brandstof. De Wolga-reederijen hebben den minister van financiën meegedeeld, dat zij hun sche pen onmogelijk voor het stoken van steen kool kunnen inrichten.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1