Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
Eersie Jaargang.
FEUsLLETOH
Verschijnt eiken MAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Hel toekomstig paradijs?
Hereenigd.
UIT DE PERS.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAK LE COINTRE,
G O E S. o—
Adverfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Wij verzoeken den lezers, die klachten
mochten hebben over ongeregelde post
bezorging, hiervan aanstonds melding
te maken bij onze directie.
Wanneer de sociaal-democraten met hei
lig vuur spreken over de door hun ge
dachte maatschappij, wordt deze voorge
steld op hoogdravenden toon als een lui
lekkerland, een paradijs, waarin de gulden
vrijheidzon haar gouden stralen schiet;
waarin bij eiken ochtend van een nieuwen
dag het, geluk aan de kimme gloort;
een eden,maar genoeg van al dien
woordenpraal.
Het ligt in den aard des menschen,
dat hij nieuwsgierig is naar paradijzen;
daarom rijst dan ook onmiddölijk de vraag
hoe ziet dat paradijs er dan wel uit?
Dat is echter een vraag, waarop de
socialisten het antwoord moeten schuldig
blijven.
In het Duitsche soc. hoofdorgaan kon
men onlangs lezen:
„De sociaal-democratie wijst alle vra
gen af over den inventaris van den toe
komststaat, niet omdat zij met een ant
woord verlegen is, maar omdat zij te veel
antwoorden kan geven, en wij zeer goed
weten, dat geen enkel met de toekomstige
werkelijkheid volkomen in overeenstem
ming wezen zal. Waarom zou men van ons
verlangen, de taktiek ter verkrijging van
den toekomststaat reeds vooruit vast te
stellen?"
En het jongste nummer van het partij
genootschappelijk blaadje voor Zeeland
brengt ons de volgende verklaring:
„De sociaal-democratie meent de ba
nen gevonden t.e hebben, waar
langs de ontwikkeling der
m a a t s c h a p p ij voortschrijdt;
doch zij koestert niet de utopistische
meening, naar een vooraf be
raamd plan aan de maatschap-
pel ij k e beweging deze banen
te kunnen voorschrijven".
Nu zijn er echter altijd nog menschen,
die niettegenstaande de prachtige beloften
der sociaal-democratie denken: beloven is
makkelijk, maar we zouden toch wel willen
55)
„Ik noem het geen nauwgezetheid om
eens anders geheimen te verraden," zeide
ik.
„Dat komt omdat gij niet Eleonore zijt."
ïk wist niet wat hierop te antwoorden
en vroeg daarom„Uw oom was dus niet
met uw engagement ingenomen?"
„Ingenomen? Heb ik u dan nimmer ge
zegd, dat hij mij nimmer zijn toestemming
zou geven om te trouwen met een En-
gelschman? 1-Iij heeft gezegd dat hij mij
liever naar het graf zag dragen."
„En gij hebt u daarbij neergelegd? Gij
zijt volstrekt niet in verzet gekomen, maar
hebt den wreeden, meedoogenloozen man
stil zijn zin gegeven?"
Zij had zich juist naar het andere einde
der kamer begeven om' nog eens het portret
te bezichtigen, dat reeds vroeger haar aan
dacht had getrokken, maar bij mijn laatste
woorden zag zij mij een lange poos van ter
zijde aan met een uitdrukking in haar
oogen, die mij zeer veelbeteekenend
scheen.
„Ik gehoorzaamde toen hij1 mij gebood,
zoo het dat is wat gij bedoelt,," zeide zij.
„En hebt. ge den heer Clavering bedankt,
nadat ge hem eerst uw woord hebt gege
ven?"
weten ongeveer hoe die toekomststaat er
zal uitzien, we willen de fundamenten, de
geledingen, de hoofdmuren, de verdiepin
gen kennen.
Het zou toch onverstandig zijn een
sprong te doen in 't duister.
Die menschen redeneeren verstandig.
Een definitief antwoord wordt hun ech
ter niet gegeven.
De socialisten willen het huis, waarin
tot nu toe wljj 'rustig wonen, verwoesten;
zij willen ons dwingen onze plaats te ne
men in een geheel nieuwe maatschappij,
en zouden wij dan niet het recht hebben
te vragen: Waarde heeren, pardon, prole
tariërs, hoe zal het er bij jullie uitzien?
Deze redeneering gelieft het soc. blaadje
uit dezen omtrek „een truc" te noemen.
Want, zegt het, luister naar K a u t s k y.
En deze zegt dan, dat de tegenstanders
der sociaal-democratie de socialistische
maatschappij beschouwen als een kapita
listische onderneming, als een soort naam-
looze vennootschap, die moet worden op
gericht en dat zij medewerking weigeren
zoolang ide rendabiliteit niet is aangetoond I
Zelfs al ware nu de opvatting der tegen
partij eene zoodanige, toch kunnen wij
niet inzien, dat dit den socialisten recht
zou geven inlichtingen omtrent de samen
stelling van den toekomststaat te weigeren.
Zeker, die moderne staat zou heel wat
ingewikkelder zijn dan een vennootschap,
maarook verlangen wij de kleinste
bijzonderheden niet. Wel eenige beslissen
de zekerheid voor „rendabiliteit".
Nu het Zeeuwsche blad K a u t s k y er
bij sleept, om het verbergen der lijnen
van het toekomstige huis te willen recht
vaardigen, oordeelen wij, dat hot een ko-
mischen indruk moet maken, dat dezelfde
Kautsky de sociaal-democratie noemde
„de eenige partij, welke idealen heeft,
grootsche doeleinden, welke over de tegen
woordige maatschappij heenwijzen". (Ein
Bliek in den Zukunftsstaat. Vorrede.)
Belichaam dan die „grootsche doel
einden
Ook de „Vorwarts" schijnt eenige wind
streken gedraaid.
Zij gaf hierop niet dadelijk antwoord,
maar bleef steeds staren op de schilderij.
„Mijn oom zou u antwoorden, dat ik
besloten had mij geheel aan zijnen wil te
onderwerpen," hernam zij met koele bit
terheid.
Deze teleurstelling was mij te groot;
ik barstte los in tranen.
„O, Mary!" riep ik uit. „O, Mary!" en
meteen zweeg ik verschrikt stil, daar ik
mij zelf betrapte haar bij den voornaam te
hebben genoemd.
Zij scheen dat echter niet bemerkt te
hebben.
„Hebt gij' eenige reden tot beklag?"
vroeg zij. „Is het niet mijn plicht om door
de wenschen en luimen mijns ooms gere
geerd te worden Heeft hij mij niet opge
voed en grootgebracht, met weldaden over
laden, ja mij gemaakt tot hetgeen ik hen
en gegeven wat ik bezit, tot zelfs de zucht
om rijk te zijn, die hij gewekt en gekweekt
heeft in mijn hart met iedere gift die hij
mij in het oor fluisterde, sinds den dag
dat ik oud genoeg was om "te beseffen
wat het zegt, rijk, zeer rijk te zijn? En
zal ik nu zooveel wijze zorg en welbegre
pen liefde den rug toekeeren, alleen omdat
een man, dien ik pas sedert een paar we
ken ken, mij1 in ruil voor dat alles dat
aanbiedt wat hij gelieft te stempelen met
den naam van liefde?"
„Maar," ving ik bedeesd aan, door den
bitteren toon waarop zij gesproken had
reeds innerlijk overtuigd, dat hare gedach-
In 1892 no. 275 schreef dat blad: „Wij
hebben niets te verbergen, en vrij- en ïier
laten wij onze vaan wapperen" en in 1893
no. 138 kon men in hetzelfde orgaan
lezen„In werkelijkheid is onze
partij de eenige, die haar doel
onverholen aan het volk toont
en to one n kan".
Welnu, wanneer men deze laatste uit
spraak vergelijkt met hare vraag van on
langs: „Waarom zou men van ons ver
langen de taktiek ter verkrijging van den
toekomststaat reeds vooruit vast te stel
len", dan is er tegenspraak te bespeuren.
De socialisten-leider Lie b knecht
heeft uitdrukkelijk gezegd, (7 Febr. 1893)
dat de vraag naar den toekomststaat er-
een is, waarop slechts een dwaas ant
woord zal geven, er bijvoegende „wat den
toekomststaat betreft, dat is pure fanta-
z i e".
En verder: „nooit heeft de partij den
arbeiders van een toekomststaat gespro
ken, nooit dan alleen als van een utopie",
(hersenschim.)
Als zij, die een antwoord geven op de
vraag naar den toekomststaat dwazen
zijn, en als de sociaal democraten toch
een toekomststaat, een nieuwe maatschap
pij, of hoe men 't noemen wil wen
schen, dan moet dat nieuwe paradijs er
wel zonderling uilzien, wanneer het een
gedaante zou kunnen aannemen.
Maar dat kunnen hersenschimmen niet.
Sociaal-democratische stem
me n - j a c li t.
Bij ervaring weten we hoe na alloop
van elke verkiezing, die het sociaal-demo
cratisch stemmental omhoog brengt, de
heeren sociaal-democraten geuren en pron
ken met die cijfers en daaruit den voor
uitgang van het „alles-overwinnend" so
cialisme concludeeren. Wie echter zoo'n
verkiezingsstrijd meemaakt en de hun leer-
verloochende sociaal-democraten hoort
praten en bepraten, gaat met die boven
genoemde conclusie niet mee. Het wordt
in die dagen op een accoordje gegooid
met de „zuivere, hooge" beginselen, men
heeft stemmen noodig en er zijn helaas
ten en de mijne niet zoo hemelsbreed
verschilden, „wanneer gij in dien korten
tijd van twee weken dien man meer hebt
leeren liefhebben dan iets anders, meer
zelfs dan de schatten die de gimst van uw
oom voor u van zooveel gewicht doen
zijn
„Dan?" vulde zij vragend aan.
„Dan zou ik, in uwe plaats, mij
van den man uwer keuze verzekeren,
door met hem te trouwen, daarbij re
kenende op de groote genegenheid van uw
oom voor u, waardoor hij ten slotte toch
zal bewogen worden om u vergiffenis te
schenken."
Een zeer zonderlijke uitdrukking ver
toonde zich op het hooren van deze woor
den op haar gelaat.
„Zou het nog niet veel beter zijn," vroeg
zij, mijn armen om haar midden leggende,
terwijl zij het hoofd op mijn schouders liet
rusten, „zou het nog niet veel beter zijn
dat ik mij eerst de gunst mijns ooms ver
zekerde, voordat ik een zoo gewaagd stuk
ondernam
Eenigszins verbaasd door de wijze,
waarop zij dit zeide, zag ik haar aan. Haar
gelaat straalde van een beminnelijken en
vriendelijken lach.
„Gij hebt den heer Clavering dus niet
bedankt, mijn lieveling?" vroeg ik.
„Ik heb hem weggezonden," fluisterde
zij.
„Toch niet zonder hem eenige hoop te
geven
nog tal van onmondige kiezers, die zich
door holle woorden en krakende zinnen
laten begoochelen.
Ten spijt van Pannekoek, van dei-
Go e s, Gorter c. s. maken de kamer
zetels-jagers er druk gebruik van. Ja, me
nigmaal wordt zoo lief gepraat en zoo met
de beginselen gesold, dat zelfs de liberale
groot-kapitalist vol vertrouwen hun zijn
steun geeft.
Dat niet enkel van Kol c. s. hiervan
het monopolie hebben, bewijst een artikel
van Bernstein in de Augustus-aflevering
der „Sozialistische Monatshefte".
Ook daarin wordt bij verkiezingen als
hoofddoel der sociaal-democraten ge
noemd een zoo groot mogelijk getal stem
men te verkrijgen. Ja zelfs wordt als tak
tiek geoorloofd verklaard „zijn socialistisch
program te verbergen en te verloochenen".
De katholieke „Soziale Polit. Korr."
voegt er zeer terecht aan toe
„Nu weet men met hoeveel recht de
sociaal-democraten trotseh kunnen zijn op
hun drie millioen stemmen, die zij in
Duitschland naar eigen bekentenis krijgen
door verloochening hunner beginselen en
bedotting der kiezers." (K. S. W.)
Schriftelijk contract.
Omtrent het schriftelijk contract, dat vol
gens de bepalingen der gewijzigde onder
wijswet tusschen schoolbesturen en onder
wijzers moet gesloten worden, schrijft de
zeereerw. heer J. H. Wijnen in de „Tijd"
het volgende:
„Mij werd nog de volgende moeilijkheid
voorgesteld: Mogen de kloosterlingen, die
belofte van armoede gedaan hebben, be
sproken contract teekenen en de jaarwedde
persoonlijk aannemen? Ongetwijfeld, ja
zelfs kunnen zij die beheeren en daarover-
beschikken, ze aan het klooster schen
ken of tot andere doeleinden gebruiken
doch dan eerst overleg plegen met
de overheid.
Dat geldt niet voor andere landen, maar
is iets heel speciaals voor Nederland en
België.
Een decreet van Napoleon I (18 Febr.
1809 in Nederland ook gepubliceerd 22
Juni 1810) bepaalde, dat de hospitaalzus-
ters goederen konden bezitten enz. onder
Willem I vroeg de Nederl. regeering in
Rome aan, dat dit recht tot alle kloosters
in Nederland en België zou uitgestrekt
worden.
Den len December 1820 antwoordde de
H. Congregatie der Penitentiariedat aan
alle religieuzen in Nederland en België
„O, mijn beste Moeder de Gans," riep
zij lachend uit, „gij zijt een ware waar
zegster. Gij stelt bijna evenveel belang
in de zaak, als waart ge Clavering in
persoon."
„Maar zeg mij.drong ik aan.
„Hij zal wachten," zeide zij, terwijl plot
seling haar ernst terugkeerde.
Den volgenden dag verraste ik haar met
een uitgewerkt plan voor de geheime brief
wisseling tusschen haar en Clavering. Zij
zou vreemde namen aannemen, en wel
Mary den mijnen, daar die minder arg
waan zou wekken, als een geheel vreem
den naam, terwijl Clavering zich Le Roy
Robbins zou noemen. Ilet. plan beviel haar
al dadelijk en werd dan ook terstond aan
genomen, met een kleine bijvoeging: dat
namelijk haar brieven op het enveloppe
zouden voorzien zijn van een geheim tee-
ken, teneinde ze van de mijne te onder
scheiden.
En hiermede had ik den noodlottigen
stap gedaan, die mij in al deze moeilijkhe
den heeft gebracht. Met het leenen van
mijn naam aan dit jonge meisje, om die
naar goedvinden te gebruiken scheen ik
mijn beter oordeel geheel het zwijgen te
hebben opgelegd. Van dien dag was ik
haar dienende, plannen smedende slavin.
Nu eens schreef ik de brieven over, welke
zij mij bracht en schreef den door ons
aangenomen, naam o(p ihet couvert; dan
weer zat ik te peinzen op allerlei midde
len, die ik voor haar ontving, haar te
door Z. H. den Paus was toegestaan goe
deren te verkrijgen, te bezitten en le
besturen.
Den 31en Juli 1878 werd dat privilegie
nogmaals goedgekeurd door Paus Leo XIII.
Liberaal en socialist.
In Amsterdam II is voor da Provinci
ale Staten herstemming tusschen de hee
ren Douwes (a.-r.) en Mendels (soc.-d.1).
De lib. kiesvereeniging „Vooruitgang",
die volstrekt niet als „rood" bekend staat,
besloot met algemeene gtemmen deft laat
ste te steunen. De vereeniging beschouwde
dezen strijd als een „voortzetting van de
Juni-verkiezingen."
Nu bedenke men, dat het Kabinet-Kuy-
per van de baan is, en dat in de Staten
van Noord-Holland van een rechtsche
meerderheid zelfs van verre geen sprake
is. De linkerzijde is er volkomen opper
machtig.
Toch wordt de socialist verkozen boven
den antirevolutionair, de republikein bo
ven den vriend van het vorstenhuis.
Do leuzen, waarmee dit in Juni werd
goedgepraat, zijn nu volkomen non-actief.
Moet dan voortaan de verwording der
liberale partij met volle kracht .doorgaan
in het teeken „voortzetting der Juni-ver-
kiezingen"?
Het teeken zou zeker niet "onjuist ge
kozen zijn, en in overeenstemming met
de verwording die toen aan het licht (rad.
Maar zoo blijkt dan ook, hoe die ver
kiezingen. demoraliseerend hebben ge
werkt, en tevens, welke -ernst er zit in de
gezindheid van verbroedering tusschen
rechts en links, waarvan de liberale ör-
ganen thans nu en dan zoo verlokkend
gewagen. „(Ned.)
- 4
St. Jozeph-gesticht te Deren-
te r.
Onder dit opschrift schrijft de Deventer
correspondent van de „Nieuwe Courant"
aan zijn blad:
„In het „Volk" van 6 September komt
uit Deventer een mededeeling, en wel. zeer
uitvoerig voor, waarin wordt gesproken
over, op z'n zachtst genomen, minder
liefderijke behandeling door de liefdezus
ters van het St. Jozeph-gesticht van kleine
patiënten, kinderen uit de proletariërs
wereld. Daarin wordt a. a. gerept van
een kind van vier jaar, lijdende aan een
klieroogziekte, dat in een kelder zou zijn
gestopt en geslagen en zoo erbarmelijk
huilde, dat de buren er aan te pas kwa
men en zich de zaak zouden hebben aan
doen toekomen zonder eenige kans van
ontdekken. Gewoonlijk was Hanna de per
soon die wij voor het over en weer bren
gen der brieven gebruikten, daar Mary
het niet geraden achtte om zelf te dikwijls
bij mij aan huis te komen. Aan Hanna
gaf ik namelijk die brieven ter bezorging
over, die ik geen kans zag op eenige ande
re wijze verzonden te krijgen en daar zij
zeer teruggetrokken van aard was en ook
niet kon lezen, kon ik tamelijk wel ge
rust zijn, dat de aan miss Amy Belden
geadresseerde brieven zonder fout in goe
de handen zouden komen. Zoover ik weet
is dat ook altijd het geval geweest; ik heb
althans nooit vernomen, dat door het ge
bruik van dat meisje als tusschenpersoon
eenige moeilijkheid is gerezen.
Er zou echter spoedig een verandering
plaats hebben. Clavering, die zijn moeder
in ziekelijken toestand in Engeland had
achtergelaten, ontving onverwacht het be
richt dat zij ernstig ziek lag en dat zijn
onmiddelijke overkomst dringend ge-
wenscht was.
Hij maakte zich terstond gereed om aan
de oproeping gevolg te geven, maar zijn
liefde, gepaard met de vrees, dat een meis
je dat zoo algemeen bewonderd werd als
Mary, gedurende zijn afwezigheid al licht
door een ander zou kunnen worden ge
wonnen, deed hem besluiten tot het schrij
ven van een brief, waarin hij haar met
zijn vrees bekendmaakte en haar voorstel
de om vóór zijn vertrek een huwelijk aan