ijn-Extract
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche
jagazijn JITTER"
FEUSLLETOHr3
UOES.
No. 103
Zaterdag 2 September 1905.
Eerste Jaargang.
BUITENLAND.
SE.
25 CENT
SCtiULTE Co.
|irij „Het Roods Kruis",
>elft H 2, Middelburg.
leereit Bedstellen
Matrassen
Ledikanten
TURK, phofograaf.
Verschijnt eiken fHAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
OOSTERBAAN k LE COINTRE,
31 AUGUSTUS.
DE VREDE.
Hereenigd.
UIT DE PERS»
Hoeden, zeer licht,
blijk passend naar het
ien. HEEREN-FIETS-
e n geheel nieuwe
voor Z.-B. der prima
lor Dames, Heeren en
pet. saiijn weervastziin.
pemend debiet van dit artikel
staat onze flacons flxijn-
prijs te verlagen en te
lAlle flacons zijn van maatver-
Irzien.
ijn-Essence is tachtig procent,
l' ii 83% sterk en korut, door
lie behandeling, in het gebruik
|iesten Azijn overeen. Teneinde
|ootst mogelijke zindelijkheid
|e kunnen zijn, gebruiken wi[
|nd nieuwe flesschen en ne-
len ledige flacons terug.
Ider kooper heeft het recht om
I-Extract gratis te doen onder-
I het Chemisch Laboratorium van
j. M. van Linschoten, Apotheker
pdige te Viissingen.
handel leveren we onze Azijn-
t in kruiken van 1 Kilo of in
Ren van 510 en 60 Kilo.
ange Vorststraat, Goes.
ór U een Bed, Matrassen,
|anf of Dekens aankoopt,
neer dan eerst naar onze
In. Wij zijn zeer voordeelig
deze artikelen en leveren
landeerd solide waar.
f30, f35, f40 en hooger.
f2.50, f3.-.
I, f5.50 en f6.50.
|d waar mijn geachte clientèle
soonlijk aan mijn atelier werk
jedienden te voorkomen.
meeste zorg worden afgewerkt
larom ik mij in vertrouwen bij
Aanbevelend,
7.53
9 31
12.43
5.21
6.53
8.49
10.32
2.33
6.82
7.60
7.16
10.31
11.31
2.10
5.31
7. 5
10. 3
12.50
3.54
6.-
7.53
10.51
1.32
4.37
6.44
8.50
11.50
2.23
5.39
7.40
7. 1
9. 4
1.10
3.46
6.34
819
10.51
2.07
4.43
7.32
7.20
1.10
3.46
618
8,58
11.20
2 37
5.15
7.59
9.40
12.50
3.16
6.53
8.38
1".21
1.21
4.00
7.50
914
1.30
4.10
8.-
10.37
1.39
4 20
8.10
9.28
1.47
4.29
8.19
1.58
4.42
8.32
-
2. 4
4.49
8.39
2.13
4.59
8.49
9.51
2.18
5. 4
8.54
2.28
5.15
9.03
- -
11.14
2.37
5.24
910
10.8
2.45
5.32
9.22
2.52
5.40
3.-
5.48
9.35
11.35
3. 7
9.44
10.28
11.44
3.16
9.53
10.39
IEÜWE ZEEUWSCHE COUP
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs; per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
o G O E S. o—
Adverfentlën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Op den dag van gisteren bereikte H.
M. onze geëerbiedigde Koningin haar vijf
en twintigste levensjaar.
Voor eiken vaderlandslievenden Neder
lander is die dag een der schoonste der
wederkeerende gedenkdagen.
Over geheel het land wapperden de vlag
gen, en hing een feestelijke stemming.
En dit is goed.
Het Nederlandsche volk, verre van eens
gezind op politiek en godsdienstig gebied,
blijft de woelingen ten spijt, één rondom
den troon onzer Oranjevorstin.
Op den verjaardag onzer jonge Sou-
vereine voelen we meer dan anders, dat
we zonen zijn van eenzelfde vaderland;
dat een hechte band Nederland en Oranje
samensnoert.
Door meer dan gewone edele daden wist
de aanminnige Vorstinne zich de achting
en de liefde te verzekeren van hare trouwe
onderdanen niet alleen, ook in het bui
tenland wordt onze lieftallige Koningin op
de handen gedragen.
Was Zij het niet, die in bange dagen
voor een stamverwant volk, met de fiere
leuze van Haar roemruchtig geslachtC e
sera m o i, N a s s a u I een gastvrijen
bodem zond naar Zuid-Afrika, om den
grijzen balling, staatspresident K rug er,
verblijf te bieden in ons vrije Nederland!
Hoe heeft Zij toen aller harten gevangen.
Haar, die staat boven de partijen; die
voor alles en in alles één is met Haar
volk, zij een nog lange en voorspoedige
regeering toegebeden.
Moge de laatste Oranjetelg ons nog lang
gespaard blijven!
Leve de Koningin I
De blijde boodschap van den vrede is
lot ons gekomen: de bloedige krijg tus-
schen Rusland en Japan is ten einde.
De ontzettende tooneelen in het verre
Oosten afgespeeld behooren tot het ver-
ledene en zullen niet vermeerderd wor
den met nieuwe slachtingen.
51)
„Neen", haastte ik mij op te merken,
„hij denkt niet dat gij er de hand in hadt.
Hij zegt, dat hij het meisje iets heeft zien
innemen, dat, naar hij veronderstelt, haar
dood moet hebben ten gevolge gehad en
nu vraagt hij slechts, van waar zij dat
iets kan hebben ontvangen".
„Hoe kan ik dat zeggen? Ik heb haar
niets gegeven en ik wist ook niet, dat zij
iets had".
Ik weet niet waarom, maar ik geloofde
haar en was daarom niet geneigd, langer
op dit onderwerp door te gaanvooral ook,
daar ik wenschte over te gaan tot het
nemen van die maatregelen, die voor het
oogenblik het meest dringend waren. Ik
gaf dus aan N. een wenk om niet verder
aan te dringen, waarop ik juffrouw Bel
den 'bij de hand vatte en beproefde haar
buiten de kamer te geleiden. Maar zij
wilde hier niets van weten en bleef naast
het ledikant zitten, met een uitdrukking
op het gezicht, als wilde hij zeggen: „Ik
verlaat haar nu niet weer, vraag mij daar
om niet; hier is mijn plaats en hier wil
ik blijven". Inmiddels bleef N„ die voor
de eerste maal onwillig scheen, ons bei
den scherp aanzien en was tot geen ver
trekken te bewegen, hoewel ik hem aan-
Moordadiger oorlog dan deze afgeloopen
kent de geschiedenis haast niet.
Toen Japan Rusland den oorlog aan
deed, was vrijwel het algemeen gevoelen,
dat het kleine Japan het op den duur
piet tegen den kolossus zou uithouden;
een gevoelen dat ongewijzigd stand hield
tot na de eerste Russische nederlagen.
Eerst de voor de Russen noodlottige
zeeslag bij Tsoesjima na den val van
Port-Arthur bracht aan het licht, dat de
kleine gele mensehen wel degelijk voor
bereid en goed uitgerust den strijd hadden
aangebonden; toen moest hunne over
macht worden erkend.
Even verrassend als de loop van dezen
moorddadigen oorlog, is ook zijn einde.
Niemand zou verwacht hebben, dat Rus
land door zelfoverschatting verblind, zijn
eischen in de vredesvoorwaarden zoodanig
zou hebben kunnen doen gelden, dat Japan
genoegen nam met kwijtschelding van oor
logsschatting.
Wat hiervan do oorzaak zijn moge, als
zeker kan wel worden aangenomen, dat
behalve de Staatsman-wijsheid van den
Mikado en overwegingen van menschelijk-
heid, de finantieele quaestie bij de be
ëindiging een voorname rol heeft gespeeld.
Moge de oorlog Rusland schatten gelds
hebben gekost, zijn draagkracht is veel
grooter dan die van het kleine Japan, over
welk land men nu reeds verwonderd was,
dat het bij den uitputtenden krijg aan zijn
verplichtingen is kunnen blijven voldoen.
In elk geval: het overwinnende Japan
heeft toegegeven en dit strekt het land
tot eere.
Roosevelt, de president der Ver-
eenigde Staten heeft bij de beklinking van
den vrede le beau röle gespeeldzon
der hem ware er geen uitzicht op vrede
geweest en daarvoor verdient 'hij wellicht
meer dan den zich dien titel aanmatigen
den Czaar aller Russen, den onverganke-
lijken naam van vredeslichter.
Intusschen blijven de gevolgen van den
krijg voor Japan zeer gunstig.
Japan krijgt nu alles wat hem in 1895
door de Europeesche Mogendheden is ont
nomen; het neemt nu in de rij der groot
mogendheden eene zoo sterke positie in,
dat men het niet lichtelijk wagen zal zijn
plannen te dwarsboomen.
Het overbevolkte eilandenrijk heeft nu
een afzetgebied verkregen in streken, Waar
kostbare bronnen vloeien voor handel,
nijverheid en industrie.
De ontzaglijke Chineesche afzetmarkt
ligt voor het land der Rijzende Zon open
en in het rijke Korea zal het de wieken
spoorde om haast te maken, zeggende, dat
't weldra middag was en het telegram aan
Gryce nog moest verzonden worden.
„Ik Verlaat de kamer niet, voordat die
vrouw er eerst uit is gegaan", zeide hij
vastberaden, „en voordat gij mij belooft,
dat gij in mijn plaats haar in 'toog zult
houden, zal ik ook in geen geval dit huis
verlaten".
Zeer verwonderd over deze houding,
trad ik op hem toe en nam hem ter zijde.
Gij zijt waarlijk wat al te kwaadden
kend", fluisterde ik, „en mij dunkt, gij
spreekt ook wat al te barsch. Wij hebben
tot nu toe niets ontdekt, dat ons tot zulke
krasse maatregelen het recht zou geven
en bovendien, zij kan hier ook niets
kwaads uitvoeren, hoewel ik, als u dit
gerust kan stellen, wel wil beloven, dat
ik het oog op haar zal houden".
„Ik wensch niet dat het oog op haar
zal gehouden worden; zij moet naar be
neden gaan. Ik kan niet heengaan als zij
hier blijft".
„Gij slaat wel een weinig te hoogen
toon aan, zou ik zeggen".
„Dat weet ik niet, misschien is dat zoo.
Maar ik heb iets in mijn bezit, dat mijne
houding rechtvaardigt".
„Wat is dat, de brieft"
„Ja".
„Laat jiem mij zien", zeide ik, de hand
er naar uitstekende en op mijne beurt
opgewonden.
„Niet voordat die vrouw deze kamer
breed ontplooien.
Welke zullen de gevolgen zijn voor Rus
land? Zijn overwegende macht in het
Oosten is voor een groot deel gebroken,
en wanneer het nu zijn imperialistische
politiek laat varen om de ernstige aandacht
te wijden aan verbeteringen in zijn bin-
nenlandschen toestand; wanneer het Cza-
renrijk uit zijn avontuur .wijze lessen weet
te trekken tot noodige hervorming en tot
fnuiking der drukkende bureaucratie, zoo
kunnen de gevolgen heilzaam zijn.
Eén klip moet Rusland nog omzeilen.
Het leger keert nu jn het vaderland
terug; geruchten liepen reeds van demo
ralisatie. Wanneer nu die mannen in het
op het oogenblik toch reeds zoo oproe
rige rijk zijn weergekeerd en verhalen
hebben gedaan over doorgestane ellende,
getrotseerde vermoeienissen en gevaren;
over den drang op bevelhebbers uitge
oefend om te blijven bezetten, wat niet
te behouden bleek, om hopelooze aanvallen
te doen.... zoo is 't te voorzien, dat die hon
derdduizenden repatrieerende krijgers de
rijen der ontevredenen en revolutionairen
schrikbarend zullen vermeerderen.
Wanneer wanbestuur en ongerechtig
heden in Rusland niet. spoedig haar einde
naderen, is het niet onwaarschijnlijk ,dat
de bloedige oorlogsfakkel wordt pverge-
plant op eigen gebied om het smeulende
vuur in eigen ingewand aan te wakkeren
en p.an te blazen tot een gruwelijken
broederkrijg.
Moge dit verhoed worden.
In het geweldige hoek der wereldge
schiedenis is een bloedige bladzijde om
gekeerd; dat er weinige meer in vermeld
worden 1
Absoluut onwaar.
De laster-campagne schijnt nog niet ge
ëindigd, nu het Ministerie-Kuyper is af
getreden.
De „Vaderlander", het orgaan van de
groep-Borgesius c. s., geeft daarvan hen
merkwaardig staaltje, dat geheel past in
het stelletje van verkiezingsmiddelen,
waarmede de Roodhuizens vele kiezers
misleid hebben.
Het blad komt toch met de enormiteit,
dal, het nieuwe Ministerie ,,'s Lands finan
ciën duchtig in de war" vond en dat
er „vele millioenen noodig zullen zijn om
den boedel der firma Kuyper en Co. te
redden".
Indien hier gelezen werd „de firma Pier-
heeft verlaten".
Daar ik bemerkte dat hij onverbiddelijk
was keerde ik terug naar juffrouw Belden.
„Ik moet u nogmaals dringend verzoe
ken, mij te volgen", zeide ik. Dit sterf
geval heeft plaats gehad onder buiten
gewone omstandigheden; wij zullen dus
genoodzaakt zijn het gerecht hiervan in
kennis te stellen. Daarom raad ik u deze
kamer te verlaten".
Het gerecht kan m'ij niet schelen, de
rechter is een buurman van mijals hij
komt. kan hij mij hier vinden waken hij
'tlijk van die arme goede Hanna".
„Maar gij dient te hegrijpen", hernam ik,
dat gij', daar gij de eenige zijt aan wie
het verblijf van dat meisje hier in huis
is bekend geweest, reden zoudt geven tot
kwade vermoedens, door langer dan noo
dig is in deze kamer te willen blijven".
„Alsof mijne verwaarloozing van het lijk,
het beste bewijs ware voor mijne trouwe
zorg voor de levende".
„Het zal u nooit als verwaarloozing wor
den aangerekend, dat gij mij op mijn drin
gend verzoek naar beneden volgt. Gij kunt
met hier te blijven meer kwaad dan goed
doen. Wees dus verstandig en voldoe aan
mijn verzoek, of ik zal genoodzaakt zijn,
u onder de hoede van dien persoon hier
achter te laten en zelf heen gaan om de
autoriteiten te waarschuwen".
Dit laatste argument scheen te helpen;
want terwijl zij een blik vol afschuw op
N. sloeg, stond zij op en zeideGij hebt
son, Borgesius en Co." zouden we tegen
deze voorstelling geen bezwaar hebben.
's Lands financiën verkeeren stellig piet
in rooskleurigen toestand. Is dit aan het
afgetreden Kabinet te wijten? Volstrekt
niet..
En wel om deze eenvoudige reden, dat
onder dat Ministerie slechts één wet in
het „Staatsblad" is verschenen, die geld
zal kosten: de schoolwet-Kuyper; doch de
meerdere uitgaven, welke die wet vor
dert, zullen eerst op de begrooting voor
1907 voorkomen.
Zij drukken in geen geval de begrooting
voor 1906.
Doch wat wel die begrooting drukt en
wat de begrooting voor het loopende jaar
verre van kloppend zal maken, het zijn
de klimmende uitgaven, welke de wetten
van de firma Pierson, Borgesius en Co.
vragen: de Militiewet, de Woningwet, de
Militaire bevorderings- en Pensioenwetten,
de Kinderwetten, enz.
Het afgetreden Kabinet was er op be
dacht, door verhooging van den accijns
op het gedistilleerd en door het heffen
van opcenten op de vermogens- en bedrijfs
belasting, het tekort, dat de uilvoering van
die wetten in uitzicht stelde, te dekken.
Doch de partijen Links maakten zoo'n mis
baar over die financieele voorstellen, dat
zelfs mannen van Rechts onder den in
druk ervan zijn geraakt, zoodat van die
voorstellen niets kwam.
Is 'tnu niet de onbillijkheid ten top
gedreven om met de „Zutphensche"
te spreken den weinig gunstigen toe
stand van 's Lands financiën aan het Mi
nisterie-Kuyper te wijten?
Onbillijkheid neen, het is niet anders
dan absolute onwaarheid. (Stand.)
DE VREDE.
Witte seinde den 29en uit Portsmouth
aan den Tsaar:
Ik heb de eer, Uw Keizerlijke Majesteit
te melden, dat Japan Uw eischen betref
fende de vredesvoorwaarden heeft aange
nomen, en de vrede dus gesloten zal wor
den, dank z-ij uw wijze en vaste beslis
singen, en geheel overeenkomstig met de
aanwijzingen Uwer Majesteit. Rusland
blijft in het verre oosten de groote mo
gendheid, die het tot dusver was, (?Red.)
en zal dat altijd blijven. Wij hebben, als
Russen, aan het ten uitvoer leggen Uwer
bevelen al onze oplettendheid -en toewij-
ding besteed. Wij smeeken Uwe Majesteit,
mij in uw macht". Daarna legde zij zwij
gend haar zakdoek over het gelaat der
doode en verliet het vertrek. Een oogen
blik later had ik den brief, waarvan N.
gesproken had, in mijne handen.
„Ik heb dezen alleen kunnen vinden,
zeide hij. Ik ontdekte hem in den zak
van de japon, die juffrouw Belden gisteren
avond aan had. De andere moet ook hier
of (laar liggen, maar ik heb nog geen
tijd gehad om er naar te zoeken. Ik denk
echter dat ge 'thier mee zult kunnen
doen".
Zonder er bepaald op te letten, hoe
veelbeteekend jde door hem geuite woor
den (waren, opende ik den brief. Het was
de kleinste der twee, die ik haar den
vorigen dag haastig onder haar sjaal had
zien verbergenhij was van den volgenden
inhoud
„Allerliefste Vriendin
„Ik hen in groote verlegenheid. Gij,
die mij zoo genegen zijt, moet weten
waarom. Ik kan geen verdere verklarin
gen geven, ik heb slechts ééne bede:
vernietig ^ogenblikkelijk wat gij in uw
bezit hebt, zonder dralen. De toestem
ming der andere heeft er niets mee te
maken. (Wanneer gij weigert ben ik ver
loren. Doe dus wat ik u vraag en red
Eene die u liefheeft".
Het adres was gericht aan juffrouw Bel
den; do brief was ongeteokend en zonder
ons genadiglijk vergiffenis te schenken,
dat wij niet méér konden doen.
De Tsaar heeft aan Roosevelt geseind:
Aanvaard mijn gelukwensch en mijn op
rechten dank voor uw persoonlijke krach
tige pogingen waardoor de vredesonder
handelingen tot een goed einde gebracht
zijn. Mijn land zal dankbaar erkennen,
welk een groot aandeel gij genomen hebt
in de vredesconferentie te Portsmouth.
Naar de Morning Post uit Portsmouth
verneemt, hebben de Japanners ambtelijk
bekend gemaakt, dat de verdeeling van
Sachalin langs den 50en breedtegraad zal
geschieden (het eiland wordt dan zoo wat
midden-door gesneden). De afbakening zal
in het vredesverdrag omschreven worden.
Nog wordt officieel verzekerd, slat Japan
geen geld ontvangen zal, behalve het zui
vere bedrag van de onkosten der verple
ging van de krijgsgevangenen.
Het publiek te Tokio is nog onbekend
met de bijzonderheden van het vredesver
drag, maar velen zijn overtuigd, dat Japan
aanmerkelijk toegegeven heeft. Er worden
reeds afkeurende oordeelvellingen gehoord,
de radicalen zeggen dat een wijziging in
het kabinet onvermijdelijk is. Zeker is het
dat de vredesvoorwaarden niet in den
smaak van de pers en van het publiek
zullen vallen, ais ze niet beter uitvallen
dan men denkt. Natuurlijk heerscht onder
het volk een gevoel van verlichting, maar
er wordt niet openlijk feest gevierd.
RUSLAND.
In een bijeenkomst van 300 Peters-
burgsche intellectuels, te Terijoki, in Fin
land, gehouden, heeft een van de sprekers
de boerenonlusten in de provincies Sara-
tof en Samara beschreven. Hij zeide dat
zich tienduizenden gewapend hadden en
dat er tegen het najaar een ontzaglijke
en vastberaden beweging zou beginnen.
De vergadering besloot den strijd tegen
het bestaande régime voort te zetten. Er
zijn dadelijk kozakken en infanteristen
naar Terijoki gezonden.
In het aan Warschau grenzende district
Novo Minsk is een beweging gaande om
de daar gevangen zittende dieven te lyn
chen. Zaterdag besloten de inwoners van
de gemeente Mionrovna om die lieden om
't leven te brengen. Er 'werden er dan ook
elf vermoord door het gepeupel en vijftig
gewond. De rest slaagde er in een bood
schap naar Warschau om hulp te zenden,
vanwaar spoedig een troep schelmen op
rukte en dorpen in brand begon te steken.
In antwoord hierop liepen de boeren weer
te wapen om zich zelf te verdedigen. De
datum, het postmerk was van New-York.
Het (schrift was mij echter zeer goed be
kend het was de hand van Marie Lea
venworth.
„Een noodlottige brief 1 zeide N. op dro
gen toon. En een noodlottig stuk van over
tuiging voor haar die hem schreef, en de
vrouw die hem ontving".
„Ja wel een vreeselijk overtuigingsbe-
wijs!" hernam ik. „Zelfs al wist ik toe
vallig niet, dat de inhoud van den brief
op geheel iets anders betrekking heeft als
gij vermoedt. Er wordt hier gezinspeeld
op zekere papieren, die juffrouw Belden
in ,haar bezit heeft, op niets anders".
„Zijt gij daar zeker van?"
„Volkomen zeker; maar wij spreken
hierover nader. Het is nu tijd, dat gij het
telegram verzendt en te gelijk den rechter
gaat waarschuwen".
„Zeer goed, meneer", was 't antwoord.
En hiermede ging voor 't oogenblik ieder
zijns weegs.
Toen ik de huiskamer binnen kwam
vond ik juffrouw Belden in wanhoop heen
en weer ioopen en allerlei verwarde ge
zegden uiten. Zij vroeg zich zelve al
schreiend (wat de buren er wel van zou
den zeggen; wat dominé van haar zou
dénken, wat Clara zeker een juffrouw
van hare kennis nu wel doen zou,
en dat zij wenschte gestorven te zijn,
voordat zij zich met deze ellendige zaak
moeid had, (Wordt vervolgd.)