Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
No. 93
Donderdag 10 Augustus 1905.
Eerste Jaargang,
Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
BOERENLEENBANKEN.
FEUILLETON.
Hereenigd.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN A LE COlNTRE,
G O E S.
Adverfentlën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
ir.
Haar aard, werking en inrichting
Schoon en edel is het beginsel, waar
van de boerenleenbank uitgaat. Zij wordt
niet. opgericht uit zucht, tot winstbejag,
maar uit naastenliefde. Zij wil werken aan
de zedelijke en stoffelijke verbetering ha-
rer leden. De mensch leeft niet alleen
voor zichzelf, ook voor zijn medebroïder.
De mensehen moeten elkander voorthel
pen. Wij moeten 'één voor allen en allen
voor één zijn. Dat zijn haar grondstellin
gen. Met die grondstellingen voor oogen
aanvaardt zij haar loffelijke taakeen wel-
doenden invloed uit te oefenen «p de be
volking, waarvoor zij is opgericht.
Haar doel is tweeledigzij wil de spaar
zaamheid bevorderen en is daarom spaar
bank, zij wil crediet verschaffen aan de
landelijke bevolking, vandaar haar werk
zaamheid als leenbank, als voorschotbank.
Was de boerenleenbank enkel spaar
bank, zij zou vrij overtollig zijn, nu het
Rijk een welingerichte Postspaarbank ten
dienste der Nederlanders stelt. Wel is de
rente, die de Rijkspostspaarbank geeft,
eenigszins lager dan de rente der boeren
leenbank, wel zijn de formaliteiten bij het
beleggen en terugvragen van gelden op
de boerenleenbank veel eenvoudiger, om
dat binnen den kring, waarvoor de leen
bank werkt, de menschen elkander ken
nen, maar die kleine voordeelen zouden
de oprichting der boerenleenbank uitslui
tend als spaarbank niet vereischen.
Doch er is meer. De boerenleenbank is
namelijk ook voorschotbank in den ruim-
sten zin des woords. Zij helpt den op-
passenden man aan het noodige kapitaal
om zijn zaak uit te breiden, om zijn vee
stapel te verbeteren, om de noodige aan-
koopen met contant geld te kunnen doen.
In velerlei vorm verstrekt zij haar voor
schotten: onder borgtocht, onder hypo
theek, in prolongatie, in loopende reke
ning. Maar altijd onder den noodigen waar
borg en enkel aan haar leden. Doch als
leden neemt zij aan niet alleen den groot-,
44)
,,'tls waar, 'tis alles waar".
„En toch wilt gij, die nog jong en haar
vreemd zijt, die Marie Leavenworth in
geen ander licht hebt gezien als dat, waar
in haar behaagzieke natuur haar steeds
aan u wist voor te stellen, toch wilt gij
haar onschuld blijven bepleiten, ondanks
de houding, die Eleonore van den beginne
heeft aangenomen?"
„Ja, maar", hernam ik, al te ongezind
om zijne gevolgtrekkingen geheel tot de
mijne te maken. „Eleonore Leavenworth
kan falen, zoo goed als ieder ander. Wel
licht is ook zij door het maken van ver
keerde gevolgtrekkingen op een dwaal
spoor gebracht. Zij heeft nimmer gezegd
waarop haar vermoeden zich eigenlijk
grondde, en wij kunnen ook niet met zeker
heid beslissen, om welke reden zij zulk
een zonderlinge houding heeft aangeno
men en gehandhaafd. Voor zoover wij kun
nen nagaan, is 'teven goed aan te nemen,
dat Clavering de schuldige is, als dat JVIarie
het zou zijn, en misschien is dit met haar
wel juist eveneens".
„Ik moet zeggen, dat gij' u wel met alle
kracht aan de mogelijkheid van Clavering's
schuld blijft vasthouden".
Ik dacht een oogenblik over dat Beweren
maar ook den klein-landbouwer, niet
slechts den eigenaar, maar ook den pach
ter; ja, zij kan haar grenzen nog wijder
uitzetten: zij kan als leden toelaten niet
enkel dezulken, die den landbouwt als
hoofd-, maar ook hen, die dezen als neven-
bedrijf uitoefenen, zij kan in haar gunsten
laten deelen allen, die het leven der boe-
renbevïlking meeleven, zoodat, strikt ge
nomen, zelfs kleinhandelaars en ambachts
lieden niet uitgesloten zijn.
Maar het karakter der boerenleenbank
moet behouden blijven. Het moet in de
eerste plaats zijn ean bank van en voor
de boeren en daarom dient zij ook als
haar beheerders slechts aan te nemen man
nen, die tot het landbouwbedrijf in den
vollen zin des woords behooren.
Haar beheerders zijn in tweei groepen
te splitsen: vooreerst een raad van be
stuur, die met de leiding der zaken be
last is, en voorts een raad van toezicht,
die, zooals de naam aanduidt, controle
uitoefent op het beheer en de administratie
der bank en in gewichtige: zaken moet
gehoord worden. Alle betrekkingen in de
beide raden moeten zonder eenige bezoldi
ging vervuld worden, alles geschiedt uit
naastenliefde, ten bate der gemeenschap.
Een eisch is het ook, dat alle beheerders
hun taak met ernst opvatten, dat zij ge
trouw de vergaderingen bijwonen en in
den geest der leenbank volgens haar grond
stellingen werken.
Zij, die een functie in beide raden aan
vaarden, weten, dat hun taak eervol is,
maar van den anderen kant moeite en
opoffering eischt.
Gewoonlijk bestaan bestuur en raad van
toezicht uit do meest gegoede, bekwame
en degelijke landbouwers, leden van den
kring. Zij worden op de algemeene verga
deringen gekozen, treden periodiek af, doch
zijn herkiesbaar. De algemeene vergade
ring dient er voor te zorgen, dat de be
heerders binnen den kring der vereeniging
zooveel mogelijk verspreid wonen, opdat
zij alle leden voldoende zouden kennen en
elkander desgewenscht over eenig mede
lid kunnen inlichten. Met het oog daar
na. Was het werkelijk gegrond? Bestond
wellicht de mogelijkheid dat Harwell's ge
heel op verkeerden grondslag gevestigde
overtuiging omtrent dezen man op eeni-
gerlei wijze mijn beter oordeel beneveld
had?
„Gij kunt toch gelijk hebben", vervolgde
Gryce; „ik kan wellicht ook verkeerd zien.
De toekomst zou misschien de verdenking
tegen hem kunnen versterken, hoewel ik
dat zeer blijf betwijfelen. Hij is te stand
vastig gebleven voor iemand, die Weet
dat hij de echtgenoot is eener misdadige
vrouw".
„Behalve dat hij haar verlaten heeft",
„Er kan van geen „behalve" sprake zijn,
want hij heeft haar niet verlaten".
„Hoe bedoelt ge dat?"
„Ik bedoel, dat Clavering in plaats van
zich buitenslands te begeven, het voor
nemen daartoe slechts gehuicheld heeft.
Dat hij in plaats van zich op haar verzoek
in te schepen naar Europa, alleen van
plaats verwisseld is, en dat hij op dit
oogenblik niet slechts verblijf houdt in
een huis vlak tegenover het hare, maar
dag aan dag op de loer zit voor het ven
ster van dat huis, om op de hoogte te blij
ven welke personen haar deur in of uit
gaan".
Ik herinnerde mij de woorden, mij door
Clavering bij' 'tafscheid nemen op mijn
bureau toegevoegd, en zag mij genoodzaakt
daaraan nu een geheel gewijzigde beteeke-
nis te hechten.
op is het eveneens gewenscht, dat de kring,
waarvoor de leenbank is opgericht, niet te
groot zij. Leenbanken, die twee, drie, vier
gemeenten omvatten, zijn daarom niet ver
kieslijk.
Ten dienste van het bestuur en den
raad van toezicht wordt door de alge
meene vergadering een kassier-boekhouder
benoemd, die belast is met het innen en
uitgeven der gelden, de administratie en
de correspondentie. Alvorens zijn taak te
aanvaarden, stelt deze beambte persoon
lijken of zakelijken borgtocht ten genoegen
van de beheerders. De vergaderingen van
het bestuur en den raad van toezicht wor
den gewoonlijk te zijnen huize gehouden,
waar zich dan ook het kantoor der bank
bevindt en de brandkast der vereeniging
geplaatst is. Voor zijn moeite, mede ter
bestrijding van zijn uitgaven voor verwar
ming en verlichting van hét kantoor, ook
voor kamerhuur, ontvangt de kassier een
tegemoetkoming, die jaarlijks door de al
gemeene vergadering wordt vastgesteld en
stijgen kan, naarmate de werkzaamheden
vermeerderen, In Zeeuwsch-VIaanderen
loopen die bezoldigingen thans van f 50
tot f 150. In Zuid-Holland zijn er drukke
banken, welker kassiers met f250 tot f350
beloond worden. In elk geval is de kassier
de eenige functionnaris, die salaris ont
vangt. Tot kassiers benoemt men in den
regel gemeente-secretarissen, onderwijzers
of andere personen, van wie men veronder
stellen kan, dat zij in staat zijn admini
stratie en correspondentie op een rich-
tig? wijze te voeren.
Uit het bovenstaande kan men gemakke
lijk afleiden, dat de keuze van goede be
heerders en van een flink kassier voor de
bank van het grootste gewicht is. Zij zijn
hoofd en rechterhand van het lichaam
der boerenleenbank. Vaak hangt het wel
slagen der bank van hen af. Mocht men
in de eene of andere plaats geen personen
vinden, volkomen geschikt als beheerders
en kassier op te treden, men richte daar
geen boerenleenbank op.
Hoe groot ook de bevoegdheid van de
beheerders der bank moge wezen, toch
„Men heeft mij aan 't hotel Hoffman
toch verzekerd", hernam ik, „dat hij naar
Europa was vertrokken en ik heb den man
gesproken die hem naar de stoomboot,
heeft gereden".
„Ja, juist".
„En is hij dan daarna weer naar de stad
teruggekeerd
„Ja, in een ander rijtuig en naar een
nieuwe woning".
„En gij houdt vol, dat Clavering geheel
buiten alle verdenking valt?" vroeg ik.
„Dat juist niet," was 't antwoord, „ik
beweer alleen dat er niets, zelfs schijnbaar,
hem aanwijst ais den persoon, die den
heer Leavenworth zou vermoord hebben."
Ik begon met. langzame schreden het
vertrek op en neer te loopen; voor een ge
ruime poos bewaarden wij beiden het stil
zwijgen. Het slaan der ouderwetsche klok
wekte mij echter uit mijn gepeins, mij
herinnerende, dat het uur reeds zeer ver
gevorderd was. Ik wendde mij dus tot
Gryce, met de vraag, wat hij voorstelde,
dat nu gedaan zou worden.
„Er is maar één ding dat ons nu te
doen overblijft," gaf hij ten antwoord.
„Om, op grond van de tot nu ter mij
ner kennis genomen feiten, miss Leaven
worth te doen arresteeren."
Daar ik mij reeds eenigszins op deze
mededeeling had voorbereid, hield ik mij
kalm genoeg, om geen uitroep van schrik
en verbazing te slaken. Ik kon het toch
niet over mij verkrijgen, om eene laatste
missen zij het recht geheel eigenmachtig
te werk te gaan. Zij zijn wel degelijk ge
bonden aan de voorschriften der alge
meene vergadering, waaraan zij jaarlijks
rekening en verantwoording behooren af
te leggen. De algemeene vergadering stelt
de Statuten en het Huishoudelijk Regle
ment der bank vast. In deze Reglementen
wordt o. m. aangegeven, wat het maxi
mum-passief der bank mag zijn, d. w. i.
welk totaal bedrag de beheerders der bank
hoogstens mogen opnemen en uitleenen.
Bij de Zeeuwsch-Vlaamsche bankjes be
draagt dit algemeen f 1000 per lid, zoo
dat, wanneer de bank 50 leden telt, er
hoogstens f 50.000 in voorschot mag gege
ven worden. Dan bevat het, Huishoude
lijk Reglement beperkende bepalingen om
trent de hoegrootheid der voorschotten on
der borgtocht en hypotheek, omtrent hét
maximum-crediet in loopende rekening,
omtrent de vereischte overwaarde bij be
leening in prolongatie enz. Zoo bepaalt
het H. R. van de boerenleenbank, waar
aan schrijver dezes verbonden is, dat het
bestuuf zonder den raad van toezicht aan
één persoon hoogsten f 500 onder persoon
lijken borgtocht en dan voor niet langer
dan één jaar mag uitleenen en met toe
stemming van den bedoelden raad hoog
stens f 3000 voor uiterlijk tien jaren. Zoo
ook dat het bestuur in overleg met den
raad van toezicht mag verstrekken hoog
stens f5000 in loopende rekening, hoog
stens f 10.000 in prolongatie, hoogstens
f 20.000 onder hypotheek, enz.
Uit deze cijfers kan men afleiden, dat
niet alleen de minder bemiddelden door
de bank met kleine sommen kunnen ge
holpen worden, maar dat ook gegoede le
den, die in tijdelijk geldgebrek verkeeren,
hetzij door met de bank in loopende reke
ning te komen, hetzij door hun geldswaar
dige papieren te beleenen, gemakkelijk en
goedkoop bij de bank terecht kunnen ko
men.
Wat heeft nu het bestuur te doen, indien
het een aanvrage om een voorschot ont
vangt? Dan dient het zich in de eerste
plaats af te vragenIs de aanvrager cre-
poging tot bestrijding van zijn besluit on
beproefd te laten.
„Maar," zeide ik daarom, „ik zie niet
in, dat gij voldoende bewijs tegen haar
hebt, om zulk een daad te rechtvaardigen.
Gij hebt zelf als uw gevoelen te kennen
gegeven, dat het aanwezig zijn van beweeg
redenen niet voldoende is, zelfs al ware
eth feit bewezen, dat de verdachte per
soon op het tijdstip van den moord in
de woning dos vermoorden aanwezig was;
en welk sterker bewijs dan dat, kunt gij
aanvoeren tegen miss Leavenworth?"
„Vergeef mij," viel hij in, „ik had duide
lijker moeten zijn en in plaats van miss
Leavenworth moeten zeggenEleonore
Leavenworth."
„Eleonore En gij stemt ten volle in met
het algemeen gevoelen, dat juist zij, of
schoon op haar eenige verdenking rust,
het veiligst kan worden vrijgepleit van
alle schuld?"
„En toch is zij de eenige, op wie tot
nu de verdenking der groote menigte ge
vallen is."
Ik kon dit niet tegenspreken.
„Het publiek," ging Gryce op hoogst
ernstigen toon voort, „begint ons reeds
openlijk te beschuldigen voor lauwheid in
deze zaak. Er moet iets gedaan worden,
al was 'took maar als voorloopige maat
regel. Eleonore hieft zich de verdenking
der justitie door eigen schuld op den hals
gehaald en zij moet de gevolgen daar
van zelf dragen. Het spijt mij zeer voor
dietwaardig? Dat béteekent niet, dat hij
bemiddeld behoort te zijn, maar wel oppas
send en eerlijk. Een speler of dronkaard,
hoe rijk hij ook wezen moge, wordt door
de boerenleenbank nimmer credietwaardig
geacht. De tweede vraag, die het bestuur
zich stelt, is deze: Is de persoonlijke of
zakelijke borgtocht voldoende? En de der
de vraag, zeker niet de minst beduidende,
luidtZal het geld voor een goed doel aan
gewend worden? Zal de aanvrager er naar
alle waarschijnlijkheid mee vooruitgaan,
m. a. w. staan zijn vooruitzichten goed
Is de aanvrage door het bestuur toege
staan en zoo noodig door den raad van
toezicht bekrachtigd, dan wordt met den
aanvrager onderhandeld op welke wijze
hij Let gemakkelijkst rente en. aflossing
zal kunnen betalen. Want zonder verplich
ting tot geregelde afkorting mag de bank
geen gelden voorschieten. Bedoeling im
mers isde menschen in hun eigen belang
vrij te maken van schulden, ze zachtjes
aan eigenaars te doen worden. Slechts in
geval van misgewas, ziekt?, ongelukken,
laat de bank barmhartigheid voor recht
gelden. Dan geeft zij uitstel van betaling
aan den schuldenaar. Zij kan betere tijden
afwachten, gemakkelijker dan een particu
lier, die gelden voorschiet en van zijn
renten leven moet. Als regel geldt dan
ook bij de boerenleenbank, dan niet on-
machtigen, maar slechts onwilligen ver
volgd worden.
Uit het voorgaande blijkt, dat de bank
zoover mogelijk gaat in haar toegeeflijk
heid ten opzichte van den gewilligen en
onmachtigen schuldenaar. Van den ande
ren kant mag zij evenwel ook haar eigen
bestaan niet in gevaar brengen. Waartoe
dienen de waarborgen, die zij eischt?
Waartoe de beperkende bepalingen van
haar Reglementen Eenvoudig om te voor
komen, dat de geldelijke belangen harer
leden geschaad worden, om te bewerken,
dat dezen gerust kunnen wezen. Men moet
niet vergeten: er bestaat voor de leden
der leenbank een onbeperkte en hoofde
lijke aansprakelijkheid. De leden moeten
gezamenlijk met geheel hun vermogen in-
haarzij heeft een edel en trouw karakter
maar gerechtigheid is gerechtigheid en hoe
wel ik overtuigd ben van haar onschuld,
zal ik tot hare gevangenneming moeten
overgaan tenzij
„Maar ik kan mij onmogelijk met. deze
gedachte vereenigen," riep ik uit. „Door
zulk een maatregel zou zeker onherstel
baar onrecht gepleegd worden aan haar,
wier eenige fout is, dat zij zich verkeer
delijk opoffert voor een nicht die deze op
offering geheel onwaardig is. Wanneer
mocht blijken dat Marie de
„Tenzij er tusschen nu en morgen-och
tend iets mocht gebeuren," vervolgde Gry
ce, even alsof ik niets gezegd had.
„Morgen-ochtend
„Ja.
„Wilt ge mij nog niet één dag uitstel
geven?' 'vroeg ik wanhopig, na een ver-
geefsche poging om mij in de werkelijkheid
te verplaatsen, met aanneming van het feit,
dat alles wat ik tot nu beproefd had, ijdel
en van geen waarde zou blijken.
„Een dag uitstel," zeide Gryce, „om
wat te doen?"
Dat was 't juist, wat ik, helaas, zelf
niet wist.
„Om Clavering op te zoeken en hem
te dwingen tot bekentenis," zeide ik, mij
aan een stroohalm vastklemmende.
„En daardoor de geheelo zaak in de war
te helpen," hernam de detectief. „Neen,
mijnheer Raymond, de teerling is nu ge
worpen. Eleonore is bekend met het eene