R S
I
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
Middelburg,
jche Koek
TELim.
Goes.
No. 89.
Dinsdag 1 Augustus 1905.
Eerste Jaargang.
Goes,
>EN, Goes.
$g Delft 19-
>otheekbank,
Verschijnt eiken flVAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
OOSTERBAAN LE COINTRE,
f 6.-
I„ 3.25
1.40
Len.
bierbrouwerij „De Gans'
'ransporten.
epareeren.
■g, Loskade.
Gevestigd 1807.
puike soorten,
JEN,
DA'S, etc., etc.
UW.
v. d. LEEUW.
FEUILLETON.
Hereenigd.
UIT DE PERS.
BUITENLAND.
prseke.
JER. Hocdekeuskerke.
IN, Womeldinge.
's Gravenpolder.
2ELE. Wilhelminadorp.
Kruiningen.
JIN, Vrouwepolder.
fFAU, Rilland,
kamperland.
1 Januari en 1 Juli) ver
kenszand.
/AN DEN DRIES.
Cohlen Syndicaat.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
G O E S. o—
Advertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
50
baaltje van 50 Kilo
n
- Vleeschmeel,
dbouwkalk.
iat,
flinke uitzoek is
I; voor onberispelijke
na je conditiën!
iGesteriliseerde Melk.
laatsen.
heer G. K. A. Nonhkbel.
RKSTRAAT.
IM.
i
prijs.
den heer RIVIÈRE.
Restaurant.
V Transactie.
Onder motto „het kritiekste" schrijft de
radicale redacteur van „de (groene) Am
sterdammer", met het oog op het bestaan
eener anti-liberale Eerste Kamer, dat de
liberalen in de gegeven omstandigheden
als eerste aller eischen op hun program
moeten zettengrondwetsherziening tot
vaststelling van de ontbindbaarheid der
Provinciale Staten.
En de heer De Koo voegt daarbijopdat
het stelsel van volksvertegenwoordiging in
zijn wezen en werking worde gezuiverd."
Wij zouden een ruil, een transactie,
willen voorstellen.
Wij van onzen kant geven die ontbind
baarheid der Provinciale Staten, waarvoor
wij dan in ruil ontvangen een gezuiverd
stelsel van volksvertegenwoordiging.
De heer De Koo noemt ons tegenwoordig
stelsel met ons onzuiver.
Geve men dan de zuivere evenredi
ge vertegenwoordiging, zoo komt
het ministerie-Kuyper met een meerderheid
van 50,000 kiezers uit de stembus en be
houden wij het Christelijk Kabinet, dan
geven wij gaarne den vrijzinnigen de ont
bindbaarheid der Provinciale Staten ca
deau.
Of de heeren hiervoor zullen te vin
den zijn?
Billijk anders ware het genoeg, zelfs
voor den radicalen heer De Koo.
Ook de „Middelburgsche Courant" zij
dit ter overweging gegeven; dat blad ver
keert nog in de naïeve meening, dat „ware
het kiesrecht behoorlijk geregeld, er zou
een verpletterende meerderheid tegen de
kerkelijken zijn verkregen."!!
Men moet een meer dan gewone brutali
teit bezitten om zulke dingen te durven
neerschrijven en de feiten totaal te ver
draaien.
Immers de .„kerkelijken" zijn juist in
minderheid gebleven, omdat het kiesrecht
niet behoorlijk geregeld is
Courtoisie.
Uit het bovenstaande heeft men kunnen
zien, dat het vrijzinnige Middelburgsche
40)
Toch ging ik niet terstond, maar bleef
staren in den gloed van 't haardvuur, dat
de plooien van haar rouwkleed al flik
kerend verlichtte, totdat de gedachte aan
Clavering en den plicht dien ik den vol
genden dag te vervullen had, mij als staal
het hart doorvlijmde en ik rugwaarts naar
de deur ging. Ik bleef echter op den drem
pel staan en keek nog eens achter mij
in 't vertrek. O, die grillig flikkerende,
blauw-gele vlammen I O, die vluchtig snelle
schaduwen aan den wand, en te midden
daarvan, die gebogen vrouwengestalte met
de saamgevouwen handen voor het doods
bleek gelaat! Dat geheele tafereel rees
mij opnieuw als een droomgezicht voor
den geest, eensklaps door somber duister
overschaduwd, toen ik mij langs de
schaars verlichte straten naar mijn eenza
me woning begaf.
XXIV.
Teleurgestelde verwachting.
loen ik Gryce zeide, dat ik slechts
wachtte op de vaststelling van een enkel
feit, om met vertrouwen de zaak in zijne
handen te stellen, zinspeelde ik op de
juistheid of valschheid van de veronder-
orgaan de kunst van verdraaien wel mach
tig is.
Hiervan nog een staaltje.
Het (blad beweert ijzig-kalm van het
ministerie-Kuyper: „Nimmer is een
kabinet met zooveel courtoisie
bejegend door de oppositie".
Kuyper door de vrijzinnigen met cour
toisie bejegend 't is waarlijk al te bar
Behalve de liberale hoogleeraar H o 1-
werda, die de handelwijze zijner broe
deren tegen Kuyper een „misselijk gedoe"
noemde, zullen toch vele vrijzinnigen om
dat zinnetje van de „Middelburgsche" in
hun baardje gelachen hebben.
Immers juist in het omgekeerde ligt de
waarheid.
Indien er ooit een strijd tegen een Kabi
net is gevoerd, waarin met zulken feilen
haat en oneerlijke middelen gestreden is,
'tis geweest in de verkiezingscampagne
tegen Kuyper.
Of herinnert men zich niet de onware
voorstelling der antithese, de scheiding in
„christenen" en „heidenen"?
Herinnert men zich niet de onware
voorstelling van het volkomen juiste feit,
dat de rechterzijde geweigerd heeft in te
gaan op een amendement van Röell,
strekkende om het godsdienstonderwijs in
de openbare school te bevorderen?
Dit amendement viel buiten het kader
van het ontwerp, en al zou 't op zich zelf
niet zoo erg zijn geweest het in behande
ling te nemen, daardoor zou men verplicht
zijn geworden andere met het ontwerp
weinig verband houdende voorstellen ook
in behandeling te nemen, waardoor men
zou zijn gekomen tot nuttelooze debatten
en mogelijk tot opzettelijke obstructie.
In woord en schrift en beeld werd Kuy
per afgebroken. Over de kleinste nietig
heid werd geschreven met een in venijn
gedoopte pen. Alles en nog wat moest
worden bij elkaar gesleept om den val van
het ministerie te bewerken.
Dit alles uitpure „courtoisie" I
Men weet echter nu van den schrijver
der vrijzinnig-demokratische firma V. D.,
dat liberale „courtoisie" en gewone hof
felijkheid twéé zijn.
stelling, dat Henry Clavering den vorigen
zomer zich als gast aan dezelfde bad
plaats had bevonden als Eleonore Leaven
worth.
Toen ik derhalve den volgenden morgen
in het Union-hotel te Rhet vreemde-
lingenboek ter hand nam, moest ik al
mijn wilskracht te hulp roepen, om mijn
overmatig ongeduld niet te doen blijken.
Ik bleef echter niet lang in onzekerheid.
Op een der eerste bladzijden vond ik den
naam, dien ik zocht, onder die van den
heer Leavenworth en zijne beide nichten.
VVelke ook overigens mijn gewaarwordin
gen mogen geweest zijn bij de ontdekking,
dat mijne vermoedens maar al te juist
waren, ik besefte dat ik nu in 't bezit
was van een sleutel, die mij den weg
zou openen tot oplossing van het vreese-
lijk raadsel, dat ik mij had voorgesteld
tot eiken prijs te zullen verklaren.
Ik snelde naar het telegraafkantoor en
seinde onmiddellijk om den persoon, dien
Gryce mij in geval van nood als hulp
had toegewezen. Zoodra ik had vernomen,
dat hij niet vóór drie uren 's middags
kon aankomen, begaf ik mij naar de wo
ning van den heer Monell, een onzer
cliënten, die zich sinds geruimen tijd met-
woon te Rhad gevestigd. Hoewel ik
het geluk had hem thuis te treffen, was
ik gedurende twee uren veroordeeld, om
volkomen kalm en op mijn gemak te schij
nen bij ons gesprek over allerlei onver-
Boerenbedrog.
In het jongste Zondagsblad van „het
Volk" vinden we volgende rijmelarij
Waarde vrienden liberalen
En gij dito clericalen,
Goeie, beste, knappe heeren,
Wilt. nu eindelijk eens leeren,
Dat hoe vaak u 't ook verdroot
Wij uitsluitend stemmen rood!
Als men weet, dat de socialisten bij
de herstemmingen niet uitsluitend rood,
maar juist op de „vrienden liberalen" heb
ben gestemd, wordt de plaatsing van het
stukje alleen verklaard, wanneer die wordt
toegeschreven aan vergissing, wijl het als
„sarcasme" bedoeld moet zijn.
Zoo niet, dan is 't boerenbedrog.
M o e i 1 ij k
Men klaagt aan do overzij, dat de op
lossing der crisis uiterst moeilijk is.
Niemand die het ontkent, maar ligt hier
in een verontschuldiging voor haar langen;
duur?
Stellig niet.
Staatslieden, die welbewust en opzette
lijk zulk een crisis in het leven riepen,
en vooruit gewaarschuwd zijn, dat de op
lossing zoo bijna onmogelijk wezen zou,
hadden, eer ze hun actie ondernamen, dit
moeten voorzien, en er op moeten rekenen.
Zij zijn thans verantwoordelijk niet al
leen voor de crisis, maar evenzeer voor
het zoo bij uitstek moeilijk karakter, dat
deze crisis draagt.
Van verontschuldiging is geen sprake.
T u Tas voulu, D andin!
(Stand.)
Theorie en p rac tijk.
In „het Volk" van 23 Juli staat met
groote letters:
Aan „Het Volk" kunnen twee
loopers(sters) geplaatst wor
den, die soliede borgen kunnen
a a n w ij z e n.
Aanbevelingin persoon G e 1-
derschekade 117".
't Zou nu wel eens aardig zijn, de snor
kende frases uit de oude nummers van
„Het Volk" op le snorren, waarin de heer
P. L. Tak heftig te velde trok tegen het
staangeld, in Ministers Loeff's ar
beidscontract.
Dat een patroon op die wijze mogelijke
schade, hem door een arbeider toege-
schillige zaken, terwijl mijn hart nog beef
de van de ontdekking, die ik zooeven had
gedaan en mijn hoofd geheel vervuld was
met de plannen, die ik begonnen was ten
uitvoer te brengen.
Ik kwam juist het perron op, toen de
trein voor het station stilhield. Er was
voor Rslechts één passagier, een
forsch gebouwde jonge man, wiens voor
komen zoo geheel verschilde van wat ik
mij 'van N. had voorgesteld, dat ik be
greep, dat hij onmogelijk de persoon kon
zijn, dien ik verwachtte. Ik wilde reeds
teleurgesteld het perron verlaten, toen hij
bij mij kwam en mij een kaartje overhan
digde, waarop ik niets gedrukt vond als
dit: Zelfs toen kon ik nog niet ge-
looven, dat de listigste en behendigste van
Gryce's agenten voor mij stond, maar te
gelijker tijd zag ik hem in de oogen waar
door alle twijfel verdween en ik met
groote voldoening zijn groet beantwoordde
en hem toevoegde:
„Gij zijt een man van de klok; dat
mag ik".
„Zeer aangenaam, meneer", zeide hij,
met een vluggen korten hoofdknik.
„Promptheid is een te goedkoope deugd
om niet beoefend te worden door een man,
die gaarne in zijn vak vooruit wil komen.
Maar wat zijn uwe orders? De trein naar
New-York zal over tien minuten hier zijn;
gij hebt dus geen tijd te verliezen".
„De trein naar New-YorkWat hebben
bracht, zou kunnen verhalen, 'twas
schandelijk, ergerlijk, en weet ik, wat al
meer.
Maar nu is Tak zélf werkgever. Hij heeft
nu krantenloopers noodig. Maar die soci
aal-democratische krantenloopers zijn blijk
baar niet erg zuiver in de leer van het
eigendomsrecht. Want nu is Tak als werk
gever niet eens met een paar gulden staan
geld tevreden, neen, nu eischt hij van
de arme stakkers nog solide borgen.
Of blijven v. Kol en Wibaut altijd borg?
(K. S. W.)
Jan Rap verdedigd.
De lib. „N. Rott. Ct." schrijft:
„Het Volk" is in zijn wiek geschoten
door onze veroordeeling van het optreden
van Jan Rap voor het zoogenaamde speel
hol in de Vondelstraat te Amsterdam. Dit
is natuurlijk alleen hieruit te verklaren,
dat het zich vereenzelvigt met Jan Rap,
waartoe het blad natuurlijk vrijheid heeft,
maar wat niet in onze bedoeling lag. Wel
zegt het uit ons stukje: Jan Rap als
ze denmeester (2de blad 27 Juli) „te
proeven den eigengerechtigden bourgeois,
die als zedemeester over zich en zijn
klassegenooten alleen eigen soort duldt,
maar zelf zich het recht toeeigent, om de
arbeidende klasse uit de hoogte van eigen
voortreffelijkheid te beoordeelen en te ver-
oordeelen", maar dit getuigt bij „Het Volk"
alleen van een bedorven smaak. Ten eerste
wordt hier on der Jan Rap de „arbeidende
klasse" gerangschikt, wat weer voor reke
ning van „Het Volk" komt wij wilden
er eenvoudig de herriemakende menigte
voor het perceel Vondelstraat 67 onder
hebben begrepen maar uit blinde liefde
voor Jan Rap geeft het blad een valsche
interpretatie van wat wij schreven. Ons
stukje was gericht juist tegen het „eigen
gerechtigd optreden" in het algemeen, on
verschillig van wie, meenende, dat het
tegen elk beschaafd rechtsbegrip indruischt
en in een welgeordende samenleving niet
kan worden gedeeld. Anders zeiden wij niet
en anders bedoelden wij niet.
„Het Volk" daarentegen is van oordeel,
dat de arbeiders als wij „Het Volk"
zouden mogen gelooven, zouden het dus
„arbeiders" geweest zijn, van wie de rel
letjes uitgaan de arbeiders volkomen
recht hebben op het uiten (gelijk zij dat
in de Vondelstraat deden) van hun ver
ontwaardiging over de manier, waarop
rijke vreemdelingen hun „geld" besteden,
omdat zij zeer goed weten, dat dat geld,
het zweet, de ellende en de uitbuiting ver
tegenwoordigt van hun lotgenooten.
Allerminst vreemd klinkt die beschou-
wij daarmee te maken?"
„Ik dacht soms dat u er mee terug
zoudt willen gaan. Meneer Brown" hier
gaf hij mij een veel heteekenenden wenk
„meneer Brown zendt gewoonlijk zijn reis-
tasch al vooruit naar huis, als hij mij
ziet aankomen. Maar dat. is uw zaak; mij
is 't natuurlijk hetzelfde".
„Ik wenschte datgene te doen, wat in
de gegeven omstandigheden het wijste is".
„Dan raad ik u zoo spoedig mogelijk
naar huis terug te keeren", zeide hij, ter
wijl hij op de eigen bijzondere wijze met Üe
oogen knipte.
„Wanneer ik u hier alleen laat, dan is
het alleen onder dien verstande, dat ge
vóór ieder ander mij in kennis stelt met
'tgeen uwe onderzoekingen hebben opge
leverd, dat ge voorloopig uitsluitend in
mijn dienst zijt en dat stilzwijgen ons
parool is, totdat ik u vrijheid geef om
te spreken".
Ik begrijp u volkomen, meneer. Wan
neer ik werk voor Brown en Co., dan
werk ik voor niemand anders, en wanneer
ik werk voor Smith en Co., dan werk ik
ook voor niemand anders".
„Welnu dan", zeide ik, hem een me
morandum overreikende, dat ik had op
gemaakt alvorens mij van de woning van
onzen vriend naar het station te begeven,
„hier zijn uwe instructiën".
Hij las het memorandum aandachtig
over, ging vervolgens de wachtkamer bin-
wing uit den mond van den leider van
„Het Volk". Maar er is toch nota van te
nemen. Niet in het dobbelen, dus ligt.
voor hen het criterium, maar in den aard
van het geld, dat verdobbeld wordt. Zie
zoo, wij zijn weer waar wij moeten wezen.
Als nu morgen de diamantbewerkers maar
niet gaan te hoop loopen, om de sluiting
te eischen van de fabrieken, waarin zij
tengevolge van den bloeienden staat
van het bedrijf tegenwoordig zulke hoo-
ge Ioonen verdienen, waarover heel Am
sterdam zich verheugt, behalve natuurlijk
Het Volk, want, volgens zijne redenee
ring vertegenwoordigt elke diamant het.
zweet en bloed van den arbeider, en is het
geld, dat er aan verdiend wordt, zijn bloed
geld. Het komt uit de zakken der kapita
listen en die hebben het hem ontmergeld.
Men kan de redeneering op een regenachti-
gen Zondagmiddag uitbreiden zoover men
maar gelieft. Het is een nuttig tijdverdrijf.
O, dat we den heilstaat niet zullen mo-;
gen beleven, waarin het geld een overbo
dige luxe wezen en ieder diamanten in zijn
hemd of in 'tkapsel dragen zal!"
Men kan bespeuren aan de liefelijkheden,
die liberalen en socialisten elkander tegen
woordig toevoegen, dat de verkiezingen
achter den rug zijn!
Voor dien tijd alles koek en ei om elkan
der niet te verbitteren in hun gezamen-
lijken strijd tegen Kuyper.
Nu deze echter gevallen is neemt de
wederkeerige kloppartij weder een aan
vang.
OORLOG.
Volgens een telegram uil New-York heeft
de Japanner Sato in een interview gezegd,
dat Japan bereid zou zijn een wapenstil
stand te sluiten, wanneer de geloofsbrie
ven der gevolmachtigden zouden zijn on-
zocht. Met het aanvangen der onderhande
lingen zou er wel een wapenstilstand wor
den gesloten, zooals dat gebruikelijk was.
Op de vraag, welke bevoegdheid nu 'pre
cies aan de Japansche gevolmachtigden
was toegekend, antwoordde Sato, dat Ko-
moera en zijn collega's gemachtigd waren
om elk voorstel le verwerpen, en dat zij
eveneens hun regeering konden binden.
Elk stuk dat zij zouden teekenen, moest
echter door den Keizer worden bekracht-
tigd.
Het Petersburgsch telegraafagentschap
bericht, dat de Tsaar, op een telegram,
waarin de geestelijkheid uit een district in
het gouvernement Orenburg, namens de
nen en 'wierp het in de kachel, terwijl
hij mij fluisterend toevoegde:
„Het is maar ingeval mij iets zou over
komen; ik kon soms een aanval van be
roerte krijgen of zoo iets".
„Maar
„O, maak n niet bezorgd, ik heb een
uitstekend geheugen. Bij mij behoeft nie
mand van papier en pen gebruik te ma
ken". En met een gullen, hartigen lach,
die geheel paste bij zijn persoonlijkheid,
voegde hij er bij„U zult waarschijnlijk
binnen een paar dagen van mij hooren".
Juist kwam de trein naar New-York bin
nen stoomen, tóen ik hem met korten
veerkrachtigen stap om den hoek der
straat zag verdwijnen.
De door mij aan N. gegeven instructiën
waren de volgende:
1. Te weten te komen, op welken dag
en in wiens gezelschap de beide dames
Leavenworth het vorig jaar te R waren
aangekomen, waarmede zij zich daar
hoofdzakelijk hadden beziggehouden, en
door wie zij op hare wandelingen verge
zeld werden. Hierbij den datum van hun
vertrek en alle bijzonderheden, die ver
der omtrent hen en hare gewoonten aldaar
konden uitgevorscht worden.
2. Hetzelfde omtrent den heer Henry
Clavering, die gelijktijdig met en waar
schijnlijk als vriend van de beide jonge
dames, op de badplaats vertoefd had.
(Wordt vervolgd.)
v