RS ;ingen, Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. /UW', No. 85 Zaterdag 22 Juli 1905. Eerste Jaargang. ie Delft 19- per pond, cf. per pond. Zulf 6 ct. p. ons. Middelburg. Verschijnt eiken flVAANDAG-. WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. OOSTERBAAN LE COINTRE, FEUILLETON. Hereenigd. BUITENLAND. •sel<o. ER, Hocdekenskerke. I, Wemeldinge. s Gravenpolder. ELE, Wilhelminadorp. Kruiningen. T, Vrouwepolder. AU; Rilland, ■mperland. tAMDlENST. Walsoorden v.m. 4.41', 15, 5.10, 8.5. naar Hulst v.m. 6.20, .35, 6.30, 9.10. lLDIENST 1URG VLISSINGEN. en 10 u. vm., 2.15, naar Veere 8.30 vm., 0 nm. naar Vlissingsn 11. naar Middelburg en 15 nm. )0TDIENST -HANSWEERT. Ite Vlake op den Spoor Ken op den tram.) Ie 1 ij k s. |naar Hansweert 5.45, gar Walsoorden 7.48* [worden geen goede- CR-SCHELDE. If Spoortijd. Dagel. |im. 3,23 en 6,10c) 3,50 en 6,40. j>5a) en 4,45. 23 en 6,10c)f) minuten na het enskerke n. Neuzen en Neuzen ten binuten wachten. Breskens, Borsselen I met 14 September. '1 12.43 2.33 11.31 12.50 1.32 2.23 1.10 2.07 1.10 2 37 3.16 4.00 4.10 4.20 4.29 4.42 4.49 4.59 5. 4 5.15 5.24 5.32 5.40 5.48 5.56 6. 4 5.21 6.32 2.40 3.54 4.37 5.39 3.46 4.43 3.46 5.15 6.53 7.50 6.53 7.50 5.31 6.- 6.44 7.40 6.34 7.32 6.18 7.59 8.38 914 9.28 9.5f 8.10 8.19 8.32 8.39 8.49 8.54 9.03 910 10.8 9.22 - 9.35 9.44 10.28 9.53 10.39 MEIM ZEEUWSW MP Een en ander dit blad betreffende te zenden; wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. £t>Onnemenfspri|s: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 —.05 Drukkers-Uitgevers: G O E S. &dverfenfiënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. De coalitie tegenover een liberaal Kabinet. „De Tijd" bevat een wederantwoord aan „De Nederlander", betreffende de vraag of de coalitie al dan niet moet blijven voortbestaan. Het kan wel zijn zegt zij dat in het vervolg de drie groote groepen der rechterzijde, in sommige gevallen meer dan tot dusver een eigen taktiek, een eigen leiding zullen volgen. Men kan een gemeenschappelijk program opmaken, wan neer men te zamen beschikt over de lei ding van zaken en een working majo rity: niet, wanneer men te zamen eene minderheid vormt en dus voortdurend moet afwachten, wat komen gaat. Ook ligt er waarheid in hetgeen „De Neder lander" zegt omtrent de meerdere vrij heid, die men, te zamen in de oppositie verkeerende, verkrijgt bij het optreden voor eigen denkbeelden, welke niet die zijn der bondgenooten. Volkomen waar is, wat „De Ned." zei- de, dat men als regeeringspartij de cri- tiek somtijds moest overlaten aan de op positie. Doch in het vervolg zullen er geen ontwerpen van een bevriende regeering meer te critiseeren zijn. Men zal staan óf wel tegenover ontwerpen, gelegen bin nen de grenzen der neutrale zóne, waar omtrent ieders oordeel geheel vrij is: óf anders tegenover ontwerpen, waarin een of ander anti-christelijk beginsel, een of andere vijandige, liberalistische gedachte is belichaamd. In het laatste geval zal, met of zonder afspraak tusschen de onder scheiden groepen der rechterzijde, de na tuurlijke antithese zich doen gelden en zal de regeering, van welke dergelijk ontwerp uitgaat, vanzelf de geheele rechterzijde te genover zich vinden. Zou de houding, door zoodanige regeering tegenover de rechter helft van ons volk aangenomen, ooit van gevaarlijken en dreigenden aard worden, dan zou, evenzeer door der! natuurlijken drang der omstandigheden, een gemeen schappelijk strijdplan zeer spoedig tot stand zijn gebracht. Men overdrijve zoo vervolgt „De 36) „Jaik heb daar een vriend, die in het vak is, en die mij van tijd tot tijd een pleizier doet met het geven van inlichtin- g«n wanneer ik die noodig heb". „Maar hoe is dit geschied? Ge hebt geen tijd gehad om na den moord naar Londen te schrijven en van daar antwoord te ontvangen". „Ik heb niet noodig te schrijven. Het is voldoende dat ik den naam van den be trokken persoon sein om hem te doen hegrijpen, dat ik alles wensch te verno men wat hij met mogelijkheid omtrent dien persoon kan te weten komen". „Dus hebt ge in dit geval hem den naam van Clavering geseind?" „Ja, in cijferschrift". „En hebt ge reeds antwoord ont vangen „Ja, dezen morgen". „Ik zag met nieuwsgierigen blik naar den lessenaar. „Neen daar ligt het niet, zeide hij. Wanneer ge zoo goed wilt zijn in den borstzak van mijn jas te voelen, zult gij daar een brief vinden Ik had den brief reeds in handen vóór hij met den volzin ten einde was. „Neem mij mijne haast niet kwalijk", Tijd" de beteekenis van eene coalitie in formeelen zin nietOok zal men o. i. verstandig doen door niet in deze dagen van afwachting, waarin wij in volslagen onzekerheid verkeeren, omtrent de dingen, die komen gaan, vragen op te werpen, welker juiste beantwoording van thans on bekende omstandigheden afhankelijk kan zijn; of (nog erger) zich te binden door verklaringen en uitspraken, waarvan men later wellicht berouw zou gevoelen. De rechterzijde verkeert dezer dagen on der één opzicht in de gunstigste positie: zij kan namelijk spelen op zien komen, m. a. w. hare houding regelen naar ge beurtenissen en omstandigheden, voor welke niet zijzelve, maar anderen de ver antwoordelijkheid zullen te dragen hebben. Laat men de voordeelen dezer positie niet onbedacht prijs geven. Nog een ander punt wordt door „De Nederlander" te weinig in het oog ge houden. Het is de mogelijkheid van een terugkeer over vier jaar of vroeger van de partijen der coalitie in het bewind. Met die mogelijkheid moet, ook als men de verhouding voor de eerstkomende pe riode gaat bepalen, rekening worden ge houden. Fusie wordt door niemand be geerd; wij achten de vrees daarvoor dan ook vrij wel denkbeeldig. Meer reden zou er o. i. bestaan, om de gevolgen te vree zen eener politiek, welke ten strekking zou hebben, de parlementaire groepen, welke thans als regeeringspartij vier jaren, lang op vruchtbare wijze hebben samen gewerkt, van elkander te vervreemden en terzelfder tijd aan coalitie in formeeien zin en voeling houden dezer groepen een einde te maken. In het algemeen dunkt ons, dat de mo gelijkheid, dat de Christelijke coalitie over vier jaar of vroeger achter de groene ta fel plaats neemt, te veel wordt uit het oog verloren. Wij zijn van meening, dat die mogelijkheid zich binnen niet te lang tijdsverloop zal voordoen, wanneer de par tijen der Rechterzijde het volkomen eens blijven; wanneer geen enkel man uit hun zeide ik, „deze soort v,an zaken is nog geheel nieuw voor mij". „Haast is geen fout", zeide hij op eigen aardige wijze naar een oude schilderij aan den wand kijkende, als zij maar geen kwa de gevolgen heeft. Maar wees zoo goed wat ge daar hebt, hardop voor te lezen. Laat ons hooren, wat mijn vriend Brown ons te vertellen heeft van Henrv Ritchie Clavering van Portland Place, Londen". Ik hield den brief bij het licht en las als volgt: „Henry Ritchie Clavering, gentleman, oud 43 jaar, geboren te Herfords- hire, Engeland. Zijn vader was Charles Clavering, die gedurende korten tijd een rang bekleedde bij het leger. Moeder was Helena Ritchie, van Dumfrieshire, Schot land; deze is nog in leven. Zij woont bij H. R. C., Portland Place, Londen. H. R. C. is nog ongehuwd, heeft een lengte van 6 voet, is flink gebouwd en weegt ongeveer 160 pond. Donker uiter lijk en regelmatige gelaatstrekken; oogen donkerbruin, neus rechtlijnig. Hij wordt algemeen een aangenaam mensch ge noemd hij loopt rechtop en met snellen veerkrachtigen tred. Hij is in gezelschap pen zeer gezien, vooral bij de dames. Hij is niet karig in zijn uitgaven, doch ook niet royaalmen schat zijn inkomen op 5000 p. st. per jaar, en naar allen schijn is deze berekening niet overdre ven. Zijn bezitting bestaat uit een klein midden zal plaats nemen in het te vormen ministerie. Wij moeten onder een optre dend liberaal ministerie geen oppositie quand même, geen obstructie voeren; dat is rïiet noodig. Ook zonder dat zal het o. i. blijken, dat een liberaal bewind een vlinderleven zal duren. Ons allerhoogst belang is het, dat tegen het rationalisme de beginselen van het Christendom ingang vinden ook in het bestuur van den Staat en dit doel is o. i. niet spoediger te ver haasten dan door zonder fusie (vermen ging) gecoaliseerd te blijven. Troelstra en zijn „vrienden". De geweldige menner der socialistische karos, heeft veel last van de jonge on willige rossen, steigerende veulentjes, ge spannen voor zijn wagen. Troelstra, die zich niet in den hoek laat duwen, laat nu dapper zijn zwiepende zweep neerdalen op de ruggen van zijn „Gooische proletariërs," die op villa's wo nen en hij vergeet zijn Middelburgschen vriend Sannes ook niet. Hij klopt hun geducht den mantel uit, en dat alles omdat zij hebben durven op komen tegen de niet-naleving van het jongst congres-besluit. Om een kijkje te geven op de verwar ring in de socialistische partij en om den Middelburgschen vriend van Troelstra, zondebok Sannes, niet te vergeten en daar door te doen zien hoe onhartelijk Tr. over zijn vriend spreekt, drukken wij een klein stukje af van de laatste geschreven ont boezeming van den leider der socialisten „Zooals de geest in de partij t h a n s is, zegt Troelstra, begint hij sterk te ge lijken op dien in de anarchistische vak- vereenigingen, waar het bestuur, in plaats van het met vertrouwen bekleede uitvoe rend lichaam der organisatie te zijn, meer de zondebok is voor al wat den leden niet aanstaat en de wrijfpaal voor allerlei elementen, die als hun eigenlijke taak schijnen te beschouwen het ondermijnen van de autoriteit der verkozen leiding. Het is meer dan noodig, dat landgoed in Hertfordshire en eenige fondsen tot een onbekend bedrag". „Nadat het bovenstaande geschreven was, zendt een correspondent het vol gende, aangaande zijne geschiedenis- Ging in '46 van het huis zijns ooms naar Eton, van daar naar Oxford, waar hij een graad verkreeg. Studietijd goed. In 1855 stierf zijn oom en kwam zijn vader in 't bezit van het landgoed. Zijn vader stierf in '57 door een val van het paard of een dergelijk ongeluk. Zeer korten tijd daarna liet H. R. C. zijn moeder naar Londen komen, naar de bovengemelde woonplaats, waar zij tot op heden ver blijf hielden". „Was in 1860 veel op reis; gedeelte lijk samen metvan Munchenook in gezelschap van de familie Van der Vort, van New-York; de reis strekte zich uit tot Caïro. Ging in 1875 alleen naar Amerika, doch keerde na verloop van drie maanden terug, wegens ziekte zijner moeder. Omtrent zijne verrichtingen daar is niets met zekerheid bekend". „Van de bedienden werd vernomen, dat hij van jongs af ieders gunsteling was en dat hij in den laatsten tijd som ber en stil was geworden. Tijdens zijn laatste verblijf alhier, liet hij ijverig hoo ren naar mogelijk aangekomen brieven, vooral uit den vreemde. Hij verzond per post zelden anders dan nieuwsbladen. Eens schreef hij naar Munchen. De be dienden hebben in de pruHemand een deze misstand ophoud e. Het dient uit te zijn met de onhebbelijkheid, die ik hij het laatste congres vooral hij de jongeren opmerkte, om de voormannen voornamelijk te beschouwen als ohjekten, waaraan zij hunne lompheden kunnen kwijtraken en hunne zelfoverschatting kunnen demonstreeren. Het is een onge hoord feit, teekenend voor den geest in zekere kringen, dat de jongste edi tie der Sannesen niet voelt, hoe krenkend, hoe vernederend de vraag is, die hij onlangs in 't blad stelde aan den hoofdredakteur. Het is wel eigenaardig, dat zulke, van elk fijn gevoel, van de meest elemenlaire beschaving gespeende grofhe den, niet door een arbeider, doch door een gestudeerd man, die een opvoeding heeft genoten, wordt bedreven. Sociaal- demokratie en vlegelachtigheid, waarde heer, zijn nog geene synoniemen en wij, uit zoogenaamd „beschaafde" kringen tot de arbeiders gekomen, hebben het peil van hun onderling verkeer niet te verlagen, doch zoo mogelijk te verhoogen. En boven dien hebt ge zóóveel vertrouwen in de daartoe aangewezen organen der partij leiding te stellen, dat gij 't gerust aan hen kunt overlaten, den partijredakteur zoo noodig over de regeling en waarneming zijner funktie in verzuim te stellen. Voor dergelijke dingen heeft de Partij juist zoo iets als een Partijbestuur aangesteld; wacht dus met uw partij-leidertje spelen, totdat gij misschien ook eenmaal in dat lichaam wordt benoemd. Zoolang dit niet het geval is, moet gij .uwe talenten waarvan ik op het Kongres-met genoegen heb kennis genomen- op andere wijze besteden." .u-v Hot voorwerp dezer hardhandige mas sage, de man, eertijds door Simson Troel stra als „steigerend jong veulentje" beti teld, en aan wien nu door den Zweep- klapper geleerd wordt, dat er onderscheid is tusschen „sociaal-democratie" en „vle gelachtigheid", zal papa Troelstra met zijn lessen wel naar den kelder wenschen. Wanneer dan ook Troelstra, zooals hij verscheurde enveloppe gevonden met den naam Amy Belden er op, doch zon der verder adres. Hij heeft briefwisseling met twee personen in New-York en ver scheidene in Boston; hunne namen zijn onbekend, doch verondersteld wordt, dat 't bankiers zijn. Hij schafte verscheidene nieuwe meubelen aan, en liet een ge deelte van het huis in gereedheid bren gen tot logies eener dame; doch dit gedeelte werd later afgesloten. Hij is nu twee maanden geleden op reis gegaan naar Amerika, waar hij volgens inge wonnen berichten zich opgehouden heeft in het zuidelijke gedeelte. Hij heeft twee malen getelegrafeerd naar Portland Pla ce. Zijn vrienden en kennissen hooren zeer weinig van hem. In de laatste da gen werden brieven van hem ontvan gen uit New-York. Met de laatste mail is een brief aangekomen, die op de post gedaan was te F—, N.-Y." „Zijne zaken worden hier waargeno men doordie op het landgoed door van t BROWN. „Uw vriend is een juweel riep ik uit; hij zegt mij precies, wat ik wenschte te weten". En mijn notitieboek te voorschijn halende, maakte ik aanteekening van die punten in den brief, die mij het meest getroffen hadden. „Met de hulp van hetgeen ik daar ben te weten gekomen", hernam ik lévendig, in zijn artikel laat doorschemeren, den brui aan de politiek zou geven, zou dit voor vele „vrienden" een opluchting zijn. RUSLAND. Er loopen weer kwade geruchten over de houding der te Kroonstad liggende oor logsschepen. De officieren hebben de be manningen niet langer in bedwang en die op de Minin en de Katharina II moeten openlijk gehoorzaamheid hebben gewei gerd. De kanonnen der forten zijn op de schepen gericht. Ook liep te Petersburg het gerucht, dat er op den Opperprocureur der Heilige Sy node, Pobjedonostsef, een moordaanslag was gepleegd. Dit gerucht wordt bevestigd door het volgend bericht in de Roeskoje Slowo „Toen de opperprocureur op het station alhier aankwam uit Tsarskoje Selo, trad een jong mensch op hem toe en beproefde een revolverschot op hem af te vuren. Een met Pobjedonostsef aangekomen reiziger gelukte het echter dit te verhinderen en leverde den man over aan de politie, die hem de geladen revolver afnam. Slechts aan de tegenwoordigheid van geest van dezen reiziger, wiens naam onbekend bleef, dankte de opperprocureur zijn red ding. Deze reed na den aanslag naar het gebouw der Synode en keerde later zon der eenig geleide naar Tsarskoje Selo terug". Dicht bij Elizabetpol heeft een bende revolutionairen liet gewapend geleide van een afdeeling ballingen op weg naar Si berië aangevallen. Er zijn 96 ballingen bevrijd onder welke een aantal leden van een revolutionaire vereeniging. Kozakken trachten de bevrijde gevangenen weer op te sporen. OORLOG. Een medewerker van de Associated Press heeft met Witte gesproken. Deze ontkende (gelijk vanzelf spreekt) dat Rusland bereid zou zijn, vrede to slui ten tot eiken prijs. Ik heb, zoo zeide hij, van den Keizer nauwkeurige voorschrif ten meegekregen, en zal mij daaraan hou den. De Keizer verlangt naar vrede, maar ik vrees zeer, dat Japan's eisehen van dien aard zullen zijn, dat wij niet tot een schikking zullen kunnen komen. „zal ik het geheimzinnige omtrent Henry Clavering binnen een week doen opkla ren; let op, wat ik u zeg". „En wanneer", vroeg Gryce, zal 'tmij vergund zijn een handje mee te helpen?" „Zoodra ik mij geheel overtuigd heb, dat ik op het rechte spoor ben". „En wat zal er noodig zijn, om u tot. die overtuiging te brengen?" „Niet veel; wanneer slechts een zeker punt is opgehelderd „Wacht een oogenblik; wie weet of ik niet in staat ben, om u daartoe verdere moeite te sparen?" En naar den lesse naar in den hoek ziende, vroeg Gryce mij op veelbeteekenenden toon, of ik hem de stukjes verbrand papier wilde bren gen, die in de bewuste lade lageu. Ik voldeed haastig aan zijn verzoek en bracht vier beschadigde reepjes papier te voorschijn welke ik naast hem op de tafel legde. „Een tweede vrucht van Fobbs snuffelen in de steenkolen op den eersten dag van 'tverhoor", zeide Gryce kort af; gij dacht dat de sleutel het eenige was dat gevonden werd; gij hebt u vergist. Bij een tweede nazoeking zijn deze stukjes papier voor den dag gehaald, en zij zijn belangrijker dan men wel zou denken". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1