Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. R, Goes. No. 74. Dinsdag 21 Juni 1905. Eerste Jaargang. ►velen bij de indrang aan avtd lid* n heeft zich ven aan li, Goes, mge Delft 19. ekbank 100 7o. [tb Bierbrouwerij „De Gans' Repareeren. Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Drukkers-Uitgevers: OOSTERBAAN LE COINTREl o G O E 5. c— Jhr. Mr. J. J. Pompe van Meerdervoort. l)r. Kuyper als Kamerlid eti als Minister. FEUILLETON. Hereenigd. UIT DE PERS. lerseke |U IT ER. Hoedekenskerke. JMAN, Wemeldinge. IT, 's Gravenpolder. IWEELE, Wilhelminadorp. lLE, Kruinmgen. IRUIN, Vrouwepolder. JlOFFAU. Rilland. 5, Kamperland. 3HE KAAI G 151. 1 Juni en 1 December. I. RIJK. N. Kohlen Syndicaat. per baaltje van 50 Kilo M 50 Kilo f 6.— e )i 3.25 1.40 eel - Vleeschmeel, enz. andbouwkalk. [ALEN. n. ikaat, ir flinke uitzoek is, and; voor onberispelijke i vraje conditiën I "TJ STOOMTRAMD1ENST. 1st naar Walsoorden v.m. 4.4f 5, nm. 2.15, 5.10, 8.5. ilsoorden naar Hulst v.m. 6.20, 5, nm. 3.35, 6.30, 9.10. Een en ander dit blad betreffende te zehden: wat aangaat de Redactie a. d. Redafcteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijs: per 3 maanden —.95 Voor het buitenland verhoogd me!t de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Jm Advertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen; 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel: Die zich met t Juli op difbladabon- neeren ontvangen de tof dien datum verschijnende nummers gratis. ZIERIKZEE. Bi) de herstemming op 28 Juni a. s. bevelen wij ten dringendst aan Er is nu lang genoeg gelasterd, dat Dr. Kuyper als Minister zijn verleden als Ka merlid prijsgaf, en verzaakte. Als Kamerlid democraat, zou hij als Minister conservatief, ja, reactio nair zijn geworden Ja, van een volte face als in Dr. Kuyper beleefd is, bestond geen tweede voorbeeld. Wat is hiervan nu aan? Als Kamerlid heeft Dr. Kuyper op 4 Dec. 1900, bij het laatste begrootingsde- bat dat aan de stembus van 1901 voor afging, een uitvoerige rede gehouden, die zestien kolom in de „Handelingen" beslaat. In deze rede is in breede trekken des tijds door hem uiteengezet, hoe hij den politieken toestand van het oogenblik op vatte, en wat hij oordeelde dat, ten bate van hel land, als eisch van goed Regee- ringsbeleid moest worden gesteld. De vraag is dus: Stemt, het toen door Dr. Kuyper als Kamerlid gegeven program mot het Regeeringsprogram van 1901 overeen, óf is het er mee in onverzoenlijke!! strijd Of anders gezegd: Is in de door het Kabinet-Kuypsr ingediende wetsontwerpen het program van het Kamerlid Kuyper d.d. 4 December 1900, al dan niet be lichaamd en verwezenlijkt? Zij, die staande houden, dat Minister Kuyper zijn verleden als Kamerlid zou verloochend hebben, zijn verplicht te be wijzen, dat hier ernstige strijd bestaat; en dit artikel zal aantoonen, dat ze dit bewijs niet leveren kunnen. 25) „Wat zeggen de menschen, met wie gij gewoonlijk omgaat?" „Dat de sleutel tot deze geheimzinnige misdaad niet gezocht moet worden in de grove willekeur van het testament; maar hoe en op welke wijze dit verklaren zij ook niet te weten." Gryce begon plotseling zeer veel be langstelling te toonen in de kleine kasten aan den wand. „En heeft dit alles u nog niet tot na denken gebracht?" zeide hij. „Tot nadenken," gaf ik ten antwoord, „wat bedoelt ge daarmee? Ik heb waar lijk gedurende de drie laatste dagen niets anders gedaan als nadenken en „Natuurlijk, natuurlijk," hernam hij. „Het was niet mijne bedoeling u iets on aangenaams to zeggen. Ge hebt Claver- ling dus te zien gekregen?" „Ik heb hem gezien ja, maar meer ook met." „En hebt ge er in toegestemd om Har well te helpen bij 't voltooien van het Dock van den heer Leavenworth „VVeel gij daar dan iets van?" (]ein"J g'lmlachte even, zonder te antwoor- „Ja," zei ik. „Miss Leavenworth heeft In zijn redevoering van 4 December 1900 heeft het toenmalige lid voor Slie- drecht, wat de binnenlandsche aangele genheden aanbelangt, betoogd lo. dat het h 1 a n c o-artikel niet door hem kon worden aanvaard 2o. dat hij principieel gekant stond te gen algemeen stemrecht 3o. dat hij het oogenblik niet gekomen achtte, om de kiesrechtquaestie vóór de sociale hervormingen te schuiven 4o. dat hij in de sociale hervormingen tweeërlei soort onderscheidde, t. w. de geestelijke en de materieelo; 5o. dat de geestelijke zich concentreer den in de onderwijsquaestie, en dat deze voorop moest gaan; Go. dat de materieele hervormingen in voering eischten van de arbeidersverze kering, ook voor de weduwen, met niet schriele, maai' milde Rijksbijdrage; 7o. dat de gelden hiervoor gevonden moesten worden door Tariefsverhooging; en 8o. dat deze Tariefsverhooging te vens den nationalen arbeid ten goede zou komen. Welnu, hiermede stemt het Regeerings program van 1901 volkomen overeen. Ka merlid en Minister spraken uit één mond. En alle de wetsontwerpen, die strekken moesten, om het werkplan van het Ka merlid te verpersoonlijken, liggen op de tafel van de Staten-Generaal, of wer den reeds wet. Het Kamerlid Kuyper was tegen het h 1 a r. c o-artikel. Het Kamerlid Kuyper verklaarde zich tegen Algemeen Stemrecht. Het Kamerlid Kuyper ontkende dat het kiesrecht aan de sociale hervormingen moest vooraf ga a n. Hij betwistte aan den heer Ker- dijk, dat voorafgaande regeling van het kiesrecht onmisbare voorwaarde was voor duurzame verbetering. Het Kamerlid Kuyper hield in December 190O staande, dat de sociale hervormin gen beide èn een geestelijke groep èn een materieele groep vormden, en dat de geestelijke groep het eerst aan mij verzocht haar dezen kleinen dienst niet te willen weigeren." „Zij is een hartelijk wezen 1" riep hij in een vlaag van opgewondenheid uit. Maar oogenblikkelijk zijn gewonen drogen toon weder aannemende, hervatte hij„Ge zult nu gelegenheid te over hebben, mijn heer Raymond, om twee dingen te weten te komen: vooreerst welke verhouding er bestaat tusschen de beide nichten en den heer Claverling „Bestaat er dan zulk een verhouding?" Ongetwijfeld. En ten tweede, wat de oorzaak van den minder vriendschappe- lijkeri omgang tusschen de nichten onder ling betreft." Ik bleef eenige oogenblikken nadenken over hetgeen mij daar werd voorgesteld. Een spion te zijn in het huis eener lief tallige schoonel Hoe zou ik dat overeen kunnen brengen met mijn eergevoel? „Zoudl ge niet iemand kunnen vinden, die voor deze taak beter berekend is," zeide ik eindelijk. „Ik moet u zeggen, dat de rol van verspieder mij alles behalve aangenaam is." Ik zag Gryce de wenkbrauwen ontevre den samentrekken. „Ik wil Harwell helpen bij zijne pogin gen om het manuscript van den heer Lea venworth gereed te maken voor de pers, hernam ik; „ik wil den heer Claverling de gelegenheid geven om met mij kennis te maken, en ik wil ook aandachtig luisteren, wanneer het miss Leavenworth zal beha- de orde was. Het Kamerlid Kuyper stond op onder wijsgebied' voor, juist ter bezwering van den schoolstrijd, gelijkstelling van alle rich tingen op schoolgebied, en bevordering van het technisch onder w ij s. Het Kamerlid Kuyper stelde de onder- wijs-quaestie voorop, maar eischte daarna even beslist de sociale hervormin gen van materieelen aard. Het Kamerlid Kuyper achtte dat het geld voor beide sociale hervormingen in de eerste plaats zou te vinden zijn uit Tariefsverhooging. Het Kamerlid Kuyper toonde in Decem ber 1900 aan, dat Tariefsverhooging d e positie van den arbeider niet slechter, maar beter maakt. Er is alzoo tusschen het program van het Kamerlid Kuyper en het Regeerings program van dit Kabinet op alle deze punten volmaakte overeenstem ming. Van afwijking is geen spoor te ontdekken. Het is alles één toon, één ge dachte, één uitwerking. En niet alleen dat het program van het Kabinet geheel klopt op wat Dr. Kuy per als Kamerlid voorstond, maar het is even beslist in de vereischte ontwerpen, bij de Staten-Generaal afgedaan of aan hangig, belichaamd. Zelfs komt de volgorde precjes met wat het Kamerlid Kuyper als wenschelrjk aan gaf, overeen. De Kiesrechtquaestie is verschoven tot na de sociale hervormingen. Eerst zijn de wetsontwerpen inzake de Schoolquaestie ingediend en afgehandeld. Het technisch onderwijs is in drie ont worpen aan de orde gesteld. Daarna zijn, nog breeder dan het Ka merlid Kuyper aangaf, de sociale hervor mingen van materieelen aard voorgedra gen Arbeidswet, Arbeidscontract, Onge vallen-verzekering voor Landbouw en Visscherij, Ziekte-verzekering en Invalidi teitsverzekering. Schriel niet, maar mild eischte hier bij het Kamerlid Kuyper aan Rijksbij drage, en als Minister hield hij woord. gen mij op de een of andere wijze haar vertrouwen te schenken. Maar een luister vink te spelen of andere, mijner onwaar dige, practijken te beginnen dat moet ik bij dezen bepaald en voor goed weigeren. Het is mijn taak zooveel mogelijk te weten te komen langs den openlijken weg, terwijl het aan u is ten opzichte van deze treurige zaak in allerlei hoeken en gaten te snuf felen en te speuren". „Dat wil met andere woorden zeggen, dat gij de hond zult zijn en ik de mol; ja ja, ik begrijp het, een gentleman blijft een gentleman". „En nu", hernam ik, „welk nieuws hebt ge omtrent Harrna?" „Niet het minst!" riep hij uit, de handen wanhopig in de hoogte stekende, en hier mede was ons gesprek voor dien dag ten einde. Ik kan niet zeggen, dat ik bijzonder verwonderd was, toen ik dien avond, na ongeveer een uur met Harwell aan 't werk te zijn geweest, bij het opgaan van de trap miss Leavenworth op mij vond wach ten: Et Wa|sj in, haar gedrag van den vorigen avond iets geweest, dat mij op een tweede onderhoud had voorbereidde wijze, waar op zij dat onderhoud begon was voor mij echter eene verrassing. „Mijnheer Ray mond", zeide zij, verlegen op den grond ziende. Ik zou u gaarne iets willen vra gen. Ik weet dat gij een goed hart hebt en mjj oprecht zult antwoorden zooals een broeder het zou doen", lispte zij, haar Alleen voor de Invaliditeitsverzekering, waarvoor het Kabinet-Pierson slechts 50 jaren lang twee millioen bood, d. i. saam 100 millioen, bood minister Kuyper 75 jaren lang zes millioen, d. i. samen 4 5 0 millioen; wat zeggen wil 3 50 millioen meer. Ook nam hij de weduwen met haar weezen op; wat het vorig Kabinet ge heel verwaarloosde. En als uitkomst om het geld te vinden, werd door het Kabinet-Kuyper verwezen naar de Tariefs-verhooging, juist zooals het Kamerlid Kuyper het aangaf. Er zijn ineer Kamerleden geweest, die een program gaven, en daarna minister werdenmaar er is geen tweede voorbeeld bekend van een gewezen Kamerlid, dat, straks minister geworden, zich zelf zoo volkomen gelijk is gebleven, en binnen korten tijd zoo volledige uitwerking van het als Kamerlid gegeven program bij de Staten-Generaal aanhangig maakte. Elke bewering van het tegendeel, even als elke aanklacht van verloochening van Dr. Kuypers verleden als Kamerlid, moet daarom, als door de feiten lijnrecht weer sproken, worden afgewezen als las ter. Schandelijke Pressie. Van wél ingelichte zijde wordt aan „de Tijd" geschreven, dat in het district Zie- rikzee katholieke neringdoenden van li berale zijde worden bedreigd met 1> o y - c o t, indien zij niet bij de herstemming thuis blijven. Men heeft hier wederom te doen met een staaltje van onvervalschte vrijzinnigheid. Aan de liberalen en aan hen alleen komt het toe, het land te re- geeren. En de Roomschen? Nu ja, die moesten, als het goed was, heelemaal niets te zeggen hebben. Vandaar, dat hun met dreigementen gelast wordt, den mond te houden, wanneer zij zich tegen het liberale régime willen verzetten en men denkt hen te kunnen bang maken. Wij sporen de katholieke kiezers in het district Zierikzee aan, zich niet kleinmoedig te oogen een seconde naar mij opslaande. „Ik weet, dat gij het erg vreemd zult vinden, maar gij wilt bedenken, niet waar, dat ik niemand heb om raad te vragen dan u; en ik moet mijn hart toch voor iemand uitstorten. 'Zoudl gij denken, mijn heer Raymond, dat iemand iets slechts kan doen, en toch later een goed mensch mensch worden?" „Zeker kon hij dat, was mijn antwoord, wanneer hij maar oprecht berouw toont over hetgeen hij gedaan heeft. Veronderstel echter, dat het niet alleen iets verkeerds is, maar bepaald een zeer slechte daad; zou dan de herinnering aan dat misdadig oogenblik de ziel zoo zeer en zoo blijvend verontrusten, dat zij nim mer aan die wroeging kan ontkomen?" „Dat hangt af van den aard dier slechte daad", zeide ik, „en van "de gevolgen, die zij heeft gehad voor anderen. Wanneer iemand door zijne handelingen zijn naaste een onheelbare wonde heeft geslagen, is het naar mijne meening nauwelijks on mogelijk dat hij later ooit volkomen geluk kig kan zijn; hoewel de last van een ongelukkig leven, nooit zoo zwaar mag drukken, dat men daardoor de plichten vergeet van het heden". „Maar zou het om goed en deugdzaam te leven, noodig zijn, dat men het eens bedreven kwaad trachtte ongedaan te ma ken? Zou iemand rustig den rechten weg kunnen vervolgen, zonder eerst openlijk te hebben bekend, dat hij eens een groot toonen en elkander bij te staan. Publiciteit is in gevallen, als het hier geldt, het beste wapen. Ook kunnen de Katholieken elkan der onderling tegen geldelijke schade ver zekeren voor iederen liberaal, die de klan dizie opzegt, drie katholieke klanten in de plaats. Zóó behoort het! De zweep. De zweep, of we moesten eigenlijk lie ver zeggen de karrewats, van Troel stra werkt dat het een aard heeft, We hebben het voorspeld. Niet pas in de Kamer, maar reeds bij de stembus zou die karrewats klakken en striemen met ongemeen succes. Telegraphisch en per post haast men zich aan Troelstra's oproeping gevolg te geven, en put in woordenkeus, om toch maar een antwoord te zenden, dat gevallen kan. Niet ieder bijt even grif in het uitge hangen aas, maar toch rekt men zich uit, om zoover te gaan als het even kan. Troelstra is hij deze herstemming voor heel de phalanx Links de orkestmeester. Hij beheerscht den toestand. Natuurlijk grieft dit Links diep, en juichen alleen de vrijzinnig-democraten van harte. Maar men is nu eenmaal door den wind gegaan, en haalt niet zonder spijt en weer zin zijn eigen vlag neer. En de sociaal-democraat zal bij dien stand van zaken, genadig zijn. Hij deelt tweeërlei brevet uit. Wie heel goed antwoordt krijgt de aan beveling van de federatie. Wie maar zóó zóó antwoordt, krijgt de sociaal-democralische stemmen door, over lating aan de kiezers". En wie zelfs da,t brevet niet krijgt,, die krijgt toch de stemmen in de bus, die geheim is. (Stand.) Stemme n-g e b e d e 1. Het centraal comité van anti-revolutio naire kiesvereenigingen heeft geadviseerd voor de districten Amsterdam III, Leeu warden en Zaandam aan den liberaal de voorkeur te geven boven den sociaal-de mocraat. Niet in elk dezer districten houden de betrokken a.-r. kiesvereenigingen zich aan dit advies. Maar van belang is het nu op te mer ken, wat in verband hiermede door de onrecht heeft gepleegd?" „Ja, tenzij hij door zijne bekentenis het een of andere kwaad zou kunnen her stellen". Dit laatste antwoord scheen haar pijnlijk aan te doen. Zij ging een paar schreden terug en bleef een geruime poos in pein zende houding voor mij staan, terwijl de zachte glans van het ganglicht haar deed gelijken op een beeld van antieke schoon heid. Maar toen zij, na zich langzaam aan haar gemijmer te hebben onttrokken, mij met groote waardigheid voorging naar de conversatie-zaal, liet zij dit onderwerp niet slechts geheel rusten, maar trachtte zelfs in het verder onderhoud te doen vergeten, wat eerst door ons besproken was. Zij slaagde hierin echter, wat mij betrof, niet daarvoor stelde ik een te levendig belang in het toekomstig lot van hare nicht. Bij het afgaan van de stoep ontmoette ik Thomas, die, in gedachten verzonken, tegen de deur der stalpoort leunde. Met beide handen greep ik deze gelegenheid aan om den bottelier eenige vragen te doen betreffende een zeker punt, dat mij sedert het verhoor voortdurend was bijgebleven, namelijk, wie eigenlijk de heer Robbins was, die op den avond van den moord zich had laten aandienen bij Eleonore. Het mocht mij echter niet gelukken iets van eenig belang uit hem te krijgen. Hij herinnerde zich wel, dat er iemand van dien naam geweest was, maar kon overi gens geen nadere beschrijving geven van

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1