igen,
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
No. 78.
Zaterdag 24 Juni 1905.
Eersie Jaargang.
elft 19.
Jhr. Mr. 1.1. Pomps van Meerdervoort.
FEUILLETON,
e'
Verschijnt eiken fllAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Hereenigd.
UIT DE PERS.
ukkers
1-ZIE.R1KZEE.
s morgens
lir; 's middags
2730 Juni
|5 Juni 6 uur
Juni 4,30 u.
fST
LBURG.
vm. 4.40r,
JO; nm. 12.30,
5.f5.50,
p0. (Badhotel).
let) vm. 5.15,
f 12.35, 1.20,
1.5, 5.55, 7.5,
ran Vlissingen
pllen op Zon-
«ST
jSWEERT.
op den Spoor
bn tram.)
answeert 5.46,
llsoorden 7.48*
geen goede-
kLISSINGEN.
I u. vm., 2.15,
pere 8.30 vm.,
lissingen 11.
Middelburg en
lELDE.
prtijd. Dagel.
B3 en 6,10c)
bn 6,40.
4,45.
'6,10c)f)
luten na het
rke n. Neuzen
Neuzen ten
In wachten,
is, Borsselen
14 September.
sdekenskerke.
ïldinge.
npolder.
ilhelminadorp.
?en.
wepolder.
land.
d.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
jlbonnementsprijs: per 3 maanden—.95
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
o G O E S. <y-
Adverfentiënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regeis.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Die ilch met 1 Juli op dit blad abon-
neeren ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
ZIERIKZEE.
Bij de herstemming op 28 Juni a. s.
bevelen wij ten dringendst aan
Kuyper-haat.
De van Dag tot Dag-schrijver in het libe
rale „Handelsblad", de aandoenlijke heer
Boissevain doet den laatsten tijd niets
liever dan aanhoudend schetteren tegen
Kuyper en zijn „régime".
Hij wil geen „priesterheerschappij, geen
kerkdwang" in ons vrije land! enz. enz.
Hij geeft den raad „om te beletten, dat
ons land te gronde ga", vooral de candi-
daten der linkerzijde te kiezen, onverschil
lig, of zij zijn sociaal-democraat.
Het berucht geworden „draaien" van
„het Handelsblad" is bekend.
Nu neemt. Boissevain wederom „een
draai".
De man, die indertijd Kuyper zoo zeer
prees om het bedwingen der staking in
oproerige dagen; de man, die het voor
orde en gezag opnam en die zelf de socia
listen vaak in het vaarwater zit, hij be
veelt nu de mannen der revolutie aan!
Kuyper er uit! blijft de leus der vrij
zinnigen.
Eenmaal het was in 1903 schreef
het „Handelsblad"„Twee beletselen vin
den de revolutionairen in ons landHet
geloof aan God... en 'svolks dankbare
trouw aan Oranje. Ook die trouw moet
ondermijnd. En daartoe wordt elk middel
aangegrepen. Onze dierbare Koningin
wordt gehoond door bet blad van
Troelstra".
En nu is het zóóver gekomen, dat het
blad Troelstra's geestverwanten aanbeveelt
tegenover de mannen, die in „het geloof
aan God" de gewisse leidstar ook voor ons
publieke leven, den hechten waarborg
241
Niet, dat ik in dezen tijd vol treurige
herinnering op iemand een blaam wil wer
pen, en wel allerminst op mijn oom en
weldoener, maar van den dag, dat hij
ons beiden, nu twaalf jaren geleden, voor
de eerste maal aan zijn borst drukte en
mot vaderlijke genegenheid op ons neer
ziende, zeide„die met den blonden krulle-
kop behaagt mij 't meest; zij zal mijne
erfgename zijn", van dien dag heeft men
mij verwend, verafgood of bedorven men
noemde mij kleine en oomslieveling en
vleide en vertroetelde mij zoolang en zoo
overdreven, dat 't mij verwondert, dal er
in mijn gemoed nog iets zachts en vrouwe
lijks is overgebleven. En toch was ik
mij van don aanvang volkomen bewust, dat
alleen een gril van 't lot mij zoozeer be
voorrechtte boven mijne nicht, omdat
schoonheid, verdienste noch meerdere ont
wikkeling mij dat voorrecht konden ver
schaft hebben, daar Eleonore in dit alles
minstens mijns gelijke was".
Hier wachtte zij een oogenblik, terwijl
zij met een wanhopige poging, die aan
doenlijk was om te aanschouwen, het snik
ken trachtte te weerhouden; maar daarna
ging zij kalmer, met bewogen, bijna smee-
kende stem, voort.-. „Ik weet, dat ik vele
tegen revolutionaire verwording zien, en
die in de stakingsdagen dat lichtend ideaal
in een tastbaar feit hebben gerealiseerd.
Idem.
„Het Volk", dat nu en dan de liberalen
weet te kapittelen en af te takelen, had
dezer dagen de liberale oud-minister G o e-
m an Borgesius te pakken, en schreef
van hem:
„De heer Borgesius is de veldmaar
schalk, de heer der heirscharen, de Ovama
van de toekomstige vrijzinnige meerder
heid. Maar behalve den rang en de parel
oogjes heeft hij met den dapperen Ja-
pannees niets gemeen. De heer Borgesius
is, om het maar dadelijk te zeggen, een
politieke knoeier, hij vvien de slimmigheid
de plaats van het beginsel inneemt en
die door overmaat van berekening reeds
terwijl hij in de minderheid is, zijn positie
bederft voor den tijd dat hij minister
president zal zijn.
Het is niet uit bezorgdheid voor de po
litieke loopbaan van dezen liberaal in ver
val, dat wij dit constaleeren; noch uit be
zorgdheid voor het liberalisme in verval,
waarvan hij het levend zinnebeeld is. Wij
treuren niet, maar constateeren slechts,
en het is noodig dit te doen".
„Het Volk" vindt het dus noodig de
knoeierige politiek van Borgesius te con
stateeren.
Echter zonder de hulp der socialisten
kan de ex-minister niet weder achter de
groene tafel komen.
En toch wil het soc. orgaan dien „po-
litieken knoeier" helpen; het parool im
mers is gegevenstemt de liberalen, die
vóór algemeen kiesrecht zijn.
't Is alweer: liever een „politieke
knoeier" dan Kuyper!
De schoenmaker en de leest.
De „Goesche Courant", die met een
paar woorden de nieuwe Encycliek van
den H. Vader bespreekt, schrijft, dat Z. H.
den Paus er bij de Ilaliaansche Bisschop
pen op aandringt dat de katholieken aan
fouten heb, maar gij ziet nu toch ook, dat
daarvoor wel een kleine verontschuldiging
bestaat; aanmatiging, ijdelheid en zelf
zucht werden der jeugdige, zorgelooze erf
gename slechts aangerekend als zoovele
loffelijke eigenschappen van een fier ge
moed. „Ach ja", riep zij op een smarte-
lijken toon uit, „het geld alleen is ons
aller verderf geweest 1 en nu", ging zij
voort, terwijl zij haar stem tot een wee
moedig gefluister liet dalen, „thans, nu
da.t geld met al zijn nasleep van ellende
mijn deel en erfenis werd zou ik gaarne
alles geven voormaar neen, ik ben
zwak, ik viergeet mij' zelve. Doe of gij van al
wat ik gezegd heb, niets hebt gehoord,
mijnheer Raymond, of beschouw althans
mijne klachten als de gevoelsuitingen van
een ongelukkig meisje, dat beladen is met
een wicht van droevig wee en gebukt gaat
onder den last van jammer en ellende".
„Maar waarom zou ik uwe woorden
moeten vergeten", zeide ik. „Uwe woorden
getuigen van edele en piijzenswaardige
aandoeningen. De door u geërfde schatten
kunnen u niets anders dan ten zegen zijn,
wanneer gij ze aanvaardt met zulke waar
dige gevoelens, als waarvan gij zoo straks
hebt blijk gegeven".
„OnmogelijkI" hernam zij; met haastig
gebaar, „zij kunnen mij nimmer tot zegen
strekken". Maar als schrikte zij van haar
eigen woorden, voegde zij er snel bij
„overmatige rijkdom brengt nimmer ge
luk". v
de politiek deelnemen in dien zin, dat
zij de christelijke beschaving en het stof
felijk welzijn van het volk bevorderen.
Maar aan de geestelijken wordt aan
geraden zich huilen de politiek te houden
en zich er mee te blijven bezighouden hen
tot Christus te brengen, die niet in hem
gelooven. Schoenmaker, blijf bij je leest!
zegt het blad.
De zaak echter is eenigszins anders.
De Paus staat slechts toe, dat i n b ij-
zondere gevallen voorioopig de Ka
tholieken van Italië deelnemen aan de
politiek.
En wat de „geestelijken" betreft zegt
de H. Vader, dat instellingen, die er op
berekend zijn de ware beschaving in Chris
tus te vernieuwen en te bevorderen, niet
kunnen worden gedacht onafhankelijk van
den raad en de leiding der kerkelijke over
heid nog veel minder in openlijken
tegenstand tegen de geestelijke autoriteit.
Maar de priester moet rijpelijk over
wegen eer hij deel uitmaakt van econo
mische en politieke vereenigingen en dat
alleen doen als dit vrij is van gevaar en
van groot. nut.
Den geestelijken wordt dus niet aan
geraden in het algemeen zich buiten de
politiek te houden.
Het. „schoenmaker blijf bij je leest
is volkomen toepasselijk op het v r ij z i n-
nig blad.
De strijd in Zierikgee.
De „Zierikzeesche Nieuwsbode" jam
mert wee en ach over de wijze van
strijden die in 't district Zierikzee tegen
den liberalen heer Patijn wordt gevoerd.
Ze scheldt een a.-r. woordvoerder liefe
lijk uit voor „onverlaat", enz., kortom, het
blaadje en zijn partij voelt zich heel wat
verheven hoven een minder eerlijke wijze
van strijdvoeren.
Het geval wil, dal men ons opzendt
volgend strooibiljet, dat door de liberalen
daar is verspreid:
„Rurgers! gedenkt den zwaren strijd.
Laat u niet. met een kluitje in 't riet
„En thans", ging zij voort, terwijl zij
plotseling een anderen toon aansloeg, „zou
ik u gaarne wenschen te spreken over een
onderwerp, dat u op dit oogenblik ter be
spreking minder gepast zal voorkomen,
maar dat ik niettemin juist nu noodig acht
te behandelen, zoo het plan, dat ik koester,
ooit tot uitvoering zal komen. Gelijk gij
weet, hield mijn oom zich tot op het
oogenblik van zijn dood bezig met het
schrijven van een hoek over de gewoonten
en vooroordeelen der Chineezen. Ik weet,
dat 't een zijner liefste wenschen was, dat
boek wanneer het gereed zou zijn geweest,
ter perse te leggen, en het is dus na
tuurlijk dat ik het mijne wil doen, om dien
wensch te vervullen. Maar hiertoe is niet
alleen voldoende, dat ik mij persoonlijk
met deze zaak bemoei daar ik Harwell,
dien ik er nu voor moet gebruiken, zijn
ontslag wil geven, maar ik moet ook
iemand weten te vinden, die de bekwaam
heid bezit om te zorgen, dat het boek ge
heel wordt afgewerkt. Nu heeft men mij
gezegd, da.t juist gij de man waart, om
deze zaak te volbrengen, en hoewel het
onbescheiden, ja, wellicht vrijpostig van
mij is, om zulk een grooten dienst te
vragen van iemand, die een week geleden
mij nog geheel vreemd was, zoudt gij mij
toch ten zeerste verplichten, wanneer gij
zoo goed wildet zijn het manuscript over
te lezen en mij te zeggen, wat gij noodig
acht, dat er verder gedaan zal worden".
De schroomvalligheid, waarmede zij-deze
sturen met hun schoone beloften, gedenk
de laatste vier jaren, zij deden niets dan
twist en tweedracht stoken onder ons
anders zoo rustig Nederlaudsch volk, wat
zal het worden als men Pompe kiest
groot gevaar voor revolutie en dat is
niets anders dan ellende voor ieder
Nederlander
Neemt een voorbeeld aan Rusland.
Laat u niet verleiden, denkt goed door
en stemt met ons eendrachtig
Mr. R. J. H. PATIJN.
Zeer vele kiezers".
Nu wilden we vragenIs dit een eer
lijke manier van strijden of is het gruwe
lijk kiezersbedrog?
De vraag stellen is haar beantwoorden.
De verkiezing van Pompevan Meer
dervoort een groot gevaar voor revo
lutie
Kan het. bespot lelijker?
De heer Pompe is toch a n t i-revolu-
tionair 1
Dat voorbeeld nemen aan Rusland is
ook eenig!
Juist den vrijzinnigen moet het
worden toegeschaid: Neemt een voorbeeld
aan Ruslanden aan de menschen, uwe
rasgenooten want verschillende loten
zijt gij van eenen stam de socialisten
in Rusland.
Neemt, een voorbeeld aan de socialisten
hier te lande, die gij niet meer missen
kunt, huiten wier hulpe gij machteloos
zijt, de socialisten, uwe bondgenooten, die
den moord op den Russischen grootvorst
Sergius verheerlijkten
Wanneer de strijd der liberalen in Zie
rikzee door zulke strooibiljetten wordt ge
voerd, mist de „Z. Nieuwsbode" het recht
de tegenpartij te beschuldigen.
Het land voor of tegen de re
geering?
Als grondtoon klinkt in de liberale
bladen een onverholen blijdschap over de
teleurstelling der Christelijke coalitie. Heel
gerust is men echter niet, evenmin als wij,
woorden uitte, bewees mij, dal zij werke
lijk meende wat zij zeide, en het trof mij
ten zeerste dat-haar verzoek zoo wonder
lijk de vervulling mijner geheimste wen
schen in de hand werkte; want ik had
er reeds sinds geruimen tijd over nage
dacht, hoe ik het zou aanleggen om tot
deze woning vrijer toegang te verkrijgen,
zonder in een of ander opzicht de be
woners ervan of mij zeiven in opspraak te
brengen. Ik wist toen nog niet, wat ik eerst
later heb vernomen, namelijk dat Grvce de
persoon was geweest, die mij voor dit
werk bij haar had aanbevolen. Hoezeer
ik echter ook met. haar voorstel was inge
nomen, zoo gevoelde ik mij toch verplicht
om mijne onbevoegdheid voor een taak,
die zoo geheel buiten mijn vak lag, in
't licht te stellen, en er bij haar op aan
te dringen, dat zij iemand zou kiezen, die
met zulke zaken beter op de hoogte was
dan ik; maar Marie was door niets van
haar voornemen af te brengen.
„Harwell bezit aanteekeningen en ge
gevens in overvloed", drong zij aan, „en
kan u in alle mogelijke opzichten inlich
ting verstrekken. Gij zult er heusch niet de
minste moeite mee hebben".
„Maar kan de heer Harwell zelf niet
alles verrichten, wat er nog gedaan moet
worden Hij schijnt mij toe een wakker
en ijverig jongmensch te zijn".
„Hij meent, dat hij het wel kan", zeide
zij ontkennend met het. hoofd schuddende,
„maar ik weet, dat oom hem, wat «Je eigen-
over het resultaat van de herstemmingen
op 28 Juni en dus wordt over het algemeen
een gepaste reserve in acht genomen.
Toch galmt de stem van hen, die victorie
blazen, het luidstede spraakvoerende me
nigte draagt ze verder en de valsche voor
stelling, alsof het Nederlandsche kiezers
volk in zijn meerderheid aan het Mini-
sterie-Kuyper den rug zou hebben toege
keerd, breekt zich baan.
Om dit te keeren en om eens te doen
zien over welke macht het liberalisme van
alle gading in werkelijkheid beschikt onder
de kiezers, hebben wij ons aan het rekenen
gezet, en de uitkomst deelen we hier mede.
Er hebben op 16 Juni in 94 districten
stemmingen plaats gehad, die overal zijn
gevoerd over de vraagvóór of tegen
de regeering, vóór of tegen hare al-
gemeene beginselen. In de zes overige
districten was men reeds vooraf zoozeer
algemeen vóór de regeering, dat er niet
geslemd behoefde te worden; doch men
mag aannemen, dat de kiezers er desver-
langd in even grooten getale als elders
zouden zijn opgekomen om hun getuigenis
aan de stembus te bezegelen. Na aftrek
van de vermoedelijke wegblijvers een
1000-tal in elk dier 6 districten en dus
met bijtelling van de overtuigde voorstan
ders der Regeering komen wij tot de be
vinding, dat er in het geheel 616.670 kie
zers hebben gestemd.
Telt men nu de stemmen van vóór- en
tegenstanders der Regeering bij elkaar dan
is het resultaat 332.763 voorstanders en
283.907 tegenstanders.
In een rond cijfer heeft derhalve de Re
geering een meerderheid van 50,000
kiezers op de 616,000 achter zich.
Nu tarten wij de geheele liberale pers,
met de „Nieuwe Rott. Crt.", die het boud-
ste spreekt, aan het. hoofd, om
lo. deze cijfers te weerleggen, als zij
kan, of hunne beteekenis te verzwakken,
als zij durft;
2o. om ons een verklaring te geven,
van den bluf der liberale concentratie in
't gezicht van de 65.743 stemmen, die de
sociaal-democraten alleen hebben uitge
bracht en waarmede ze nog kunnen doen,
wat ze willen;
3o. waar de liberale concentratie, die op
zichzelve met haar kiezersvolk tegenover
de regeeringscoalilie staat als 2 tot 3, den
zedelijken moed vandaan zal halen om als
Regeeringspartij op te treden;
4o. wat zij eventueel als meerderheid zal
uitvoeren met het groote bestanddeel, ver
tegenwoordigd door die 65,743 sociaal-de
mocraten.
lijke samenstelling van het werk betreft,
nooit iets heeft toevertrouwd en ik wensch
vooral in deze geheel te handelen in zijn
geest".
„Maar misschien zal Harwell het zeer
onaangenaam vinden, dat een vreemdeling
zich eensklaps komt bemoeien met zijn
werk?"
;,Dat komt volstrekt (liet in aanmerking",
zeide zij, mij met de grootste verbazing
aanziende. „Harwell wordt door mij voor
zijn werk betaald en hij heeft hierin vol
strekt geen stem. Maar bovendien, hij zal
zich tegen deze schikking in 't minste niet
verzetten; ik heb hem er over gesproken
en hij heeft gezegd, dat hij er volgaarne ge
noegen mee nam".
„Welnu da,n", hernam ik, „ik beloof u,
da.t ik de zaak in ernstige overweging
zal nemen. In ieder geval kan ik beginnen
met. het. handschrift eens te zien en u' daar-
na mijn oordeel te zeggen over den toe
stand, waarin ik het. gevonden heb".
„O, dank u", zeide zij met aller aange
naamste slem. „Ik ben u ten zeerste ver
plicht en ik weetviiiet wanneer ik u naar
waarde mijn dankbaarheid zal toonen.
Maar gij wilt misschien wel met Harwell
persoonlijk spreken", ging zij op fluiste
renden t(Don, voort, „hij is Sn de bibliotheek
hebt. ge er iets tegen daar heen te gaan?"
Met geweld de onaangename gewaar
wording die mij bij het noemen van dit
vertrek overviel onderdrukkende, gaf ik
een onkennend antwoord.