ES. 111(111, Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Ei No. 70. Zaterdag 17 Juni 1905. Eerste Jaargang. i te GOES esteld voor KJN1 a.s. istriet ver kende wijze in verdient Kamer der Afdeelingen Candidaat issingen. nsse. g den Kiezers aal Bestuur: T, Voorzitter. IS, Secretaris. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, Drukkers-Uilgevers: OOSTERBAAN LE COINTRE, -o G O E S, t- Voor friezenveen. Drankwef-onzin. FEUILLETON, Hereenigd. !.-Kafch. Kiesvereeniging; „Goes". LAESSEN, V'oorz. i. d. VEN, vice-Voorz. jVlUDDE, Secr. I. REIT. Itieger. \n veen. SL. IER nng in het district n aan als iemand, nde wijze zal ver- tuur: Voorzitter. ce-Voorzitter. dP, Secretaris, gmeester. rAN STOETWEGEN, Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijsper 3 maanden —.95 Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Advertenfiënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels Of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Die zich met 1 Juli op dit blad abon- neeren ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. Vorige opgave f27.35 N. N. Heinkenszandf10. Totaal f37.35 Er is een ontdekking gedaan! De ontdekking van het bestaan van een liberalen Katholieken herber- g i e r l I Een man, die in het. vrijzinnig blad dezer plaats, zonder iets te bewijzen, kalmweg spreekt van „plagende drankwet", van de schade en last dier wet, enz. en die zoo en passant weer de eeuwige wig wil drij ven tusschen Roomschen en Protestanten. De onderteekening „1 i b e r a. a 1 K a t h o- 1 i e k" geeft blijk van totale onkunde van het liberalisme; bij een andere gelegen heid onlangs hebben we dal uitvoerig be toogd. Men kan niet spreken van zwarte sneeuwvlokken, zoomin als van een her bergier, die voorstander zou zijn der al- gemeene geheelonthouding en even weinig van een herbergier die zou zijn „liberaal Katholiek". En daarom kan het advies van den man om den liberaal te stemmen slechts den lezer een glimlach ontlokken. Van de drankwet zelve schijnt onze her bergier ook minder goed op de hoogte. Hij vergeet ten eerste dat die wet is geen politieke, maar een economische. En vooral ziet hij over het hoofd, let wel, lezers! dat juist de liberalen, op wie onze herbergier wil stemmen hem nog oen scherper wet zouden hebben bezorgd De liberale minister Modderman heeft de grondgedachte uitgesproken, dat vermindering van het aantal dranklocali- teiten met zich zou voeren vermindering van het misbruik maken van sterken drank. 21) „Zou het niet mogelijk zijn, mijnheer Raymond, dat gij de geheele zaak op haar beloop liet? Zou dat inderdaad niel moge lijk zijn Ik vraag niet om steun en ik be hoef dien ook niet; ik zou liever „De schuldige heeft niet het recht, zijn voordeel te doen met de edelmoedigheid van de onschuldige", viel ik haar onge duldig in de rede. „De persoon, die dit afschuwelijk feit pleegde, zal niet boven dien de ooizaak zijn, dat de eer en het geluk eener edele vrouw beide verloren gaan. En daarom, ik zal mijn uiterste best doen, miss Leavenworth". Toen ik eenige oogenblikken later mij op straat bevond, overmeesterde mij een gevoel als van deri reiziger, die in rade loosheid den voet heeft gezet op de smalle plank, welke een zeer hachelijken over tocht biedt over een afgrond van on peilbare diepte, en legde mij zeiven het volgende vraagstuk ter oplossing voor, dat zich uit de nevelen der onzekerheid allengs aan mijn geest kwam opdringen: Hoe zou het mij mogelijk zijn, met geen andere bewijzen dan de vaste overtuiging dat Eleonore onschuldig is, het hoofd te bieden aan de vooroordeelen van Gryce, don waren moordenaar van den heer Lea- Indien de liberale minister Borg e- s i u s zijn drankwet had moeten ver dedigen, indien het ontwerp-Borgesius wet zou geworden zijner zouden daarin nog minder voordeelen te vinden zijn geweest In een uitgave der maatschappij „Fu- tura" is duidelijk uiteengezet, dat de libe rale heer Goeman Borgesius in 1900 bij wijze van herziening voorstelde uitdruk kelijk te bepalen, dat alle na 1881 ver leende vergunningen met 1 Mei 1901, dus nog geen jaar later, zouden worden afgemaakt. Sedert de invoering der Drank wet, zoo betoogde hij, waren nog slechts 8000 vergunningen verdreven, en daar in 1900 haar aantal nog ruim 8000 van het wettelijke maximum verwijderd was, met de duizend buitengewone vergunnin gen waren het er 9151 zou het nog ■een kleine twintig jaar moeten duren, voordat het maximum zou zijn bereikt. Daarom stelde hij eerst voor, vast te houden aan de bedoeling der wet van 1881, hoewel die daarin niet eens on dubbelzinnig was neergeschreven, en ter stond met 1 Mei 1901 deze ruim 9000 vergunningen te executeeren. Later moet hem dat toch te machtig zijn voorgekomen, daar hij alleen het verbod van overdracht vanaf 1 Mei 1901 handhaafde, doch voor de stilzwijgende verlenging eenen termijn toestond tot 1 Mei 1906, waarmee hij be weerde al de tegen de oorspronkelijke be paling ingebrachte bezwaren, ontleend aan de billijkheid en de utiliteit, te hebben ondervangen. Maar overigens bekommerde hij er zich weinig om, of in 1901 of 1906 meer dan 9000 huisgezinnen hun broodwinning zou den verliezen. Het eenige, wat hij hun daarvoor in de plaats wist aan te bieden, was eene on beduidende schadevergoeding, die getrok ken moest worden uit de onzekere op brengst van een deel der vrijgekomen ver gunningen, welke in iedere gemeente bij opbod onder de vorige houders zouden worden verkocht. En zelfs dit uitzicht op schadevergoeding werd later door hem teruggenomen en, in plaats van verkoop venworth op-te sporen en eene onschul dige wees te zuiveren van de blaam, die haar, niet geheel zonder oorzaak aankli efde. XIV. De heer Gryce in zijn eigen woning. Dat de schuldige, voor wien Eleonore ge reed stond zich zelve op te offeren, iemand was voor wien zij vroeger genegenheid had gekoesterd, daaraan viel volgens mijne mee ning niet langer te twijfelen; niets minder toch dan liefde of het. gevoel van plicht, dat daaruit, ook al was 'l een verloren liefde, moest geboren worden, scheen mij machtig genoeg om zulk een wilsuiting te vooischijn te roepen. En hoe kwalijk het ook overigens te rijmen was met al mijne gevolgtrekkingen, zoo kwam mij toch telkens weer een naam voor den geest, en die naam behoorde aan een alledaag- schen secretaris met zijn vreemde opvlie gendheid en welbestudeerde zelfbeheer- sching. „Het is waar, indien niet door Eleo- nore's eigen gedrag op de geheele zaak een bijzonder licht ware gevallen, zou het nim mer in mij zijn opgekomen dezen man ook maar in 't minst te verdenken; de eigenaardigheid zijner houding bij het ver hoor was toch niet van genoeg beteekenis om op te wegen tegen de onwaarschijn lijkheid, dat iemand als hij, die, krachtons de betrekking waarin hij stond tot den bij opbod, een rangorde voorgesteld, waarnaar de afgemaakte vergunningen lot aan het maximum weer zouden worden uitgedeeld, nl. eerst aan hen, die zich wilden verbinden niet op Zondag noch tusschen tien uur 's avonds en zeven uur 's morgens te tappendan aan hen, die één van deze beide sluitingstijdperken wil den inachtnemen; daarna aan hen, die het bedrijf het langst hadden uitgeoefend, enz. En wat deed minister Kuyper in zijn voorstel, dat nu wet geworden is? Hij heeft, aile na 1881 verleende ver gunningen laten voortbestaan, totdat zij door den dood der houders komen te ver vallen. Zou zoo gunstig een bepaling zijn ver kregen, indien de liberale heer Borgesius een nieuwe Drankwet had moeten "ver dedigen Zie boven z ij n afmakingsvoor- stel! Minister Kuyper is nog verder gegaan. Niet alleen zullen deze vergunninghouders tot hun dood in het bezit blijven van hun zaak, maar indien zij eene weduwe achter laten, zal ook deze door hun dood niet broodeloos staan, maar nog haar leven lang de oude vergunning mogen voort zetten. Eene uitbreiding, waarover de liberale voorgangers van dien minister zelfs niet hadden gedacht. Een mooie raad dus de herbergiers en anderen aan te sporen een liberaal te stemmen I Wij nemen aan, dat er aan de drankwet gebreken kleven als aan elk menschelijk werk, wij voegen er tevens bij, dat de verdediging van een ontwerp-drankwet o. i. voor een minister een der meest lastige zaken is. Er is reeds veel drankwet-onzin gelucht terwiileder verkiezingen, maar zeker is het, dat de nieuwe drankwet is afge bleven van alle onrecht jegens de ver gunninghouders. 16 JUNI. Vandaag is het de dag, waarop de ver- overledene, bij den moord niet het minste belang kon; hebben,de misdaad zou hebben bedreven. Wanneer toch de liefde hier in 't spel was geweest, kon zelfs het zonder lingste waarschijnlijk worden. James Har well, de nederige schrijver bij een koopman in ruste en James Harwell, bezield door het vuur der liefde voor Eleonore Leaven worth, waren twee geheel verschillende personen, en door ook hem onder het getal te rekenen van hen, die met eenigen grond onder verdenking konden vallen, ge loofde ik te handelen naar den eisch eener behoorlijke inachtneming van al wat in deze kon geteld worden tot de mogelijk heden. Maar welk een breede kloof gaapte er niet tusschen bloote verdenking en het dadelijk bewijs van de juistheid daarvan! Het was geheel iets anders, om de moge lijkheid der schuld van James Harwell als waarschijnlijk aan te nemen, dan om vol doende bewijzen tegen hem in te brengen. Nog voordat ik bepaald besloten had deze taak te aanvaarden, gevoelde ik reeds werktuigelijk, hoe ik voor de uitvoering daarvan terugbeefdede gedachte, hoe treurig zijn toestand kon worden, ingeval hij onschuldig was, maakte zich steeds van mij meester en deed mijn wantrouwen in hem genoegzaam ongegrond, zoo niet geheel en al onrechtvaardig schijnen. In dien ik mij sterker tot hem had aange trokken gevoeld, zou ik zeker niet zoo kiezing van leden der Tweede Kamer der Staten-Generaal plaats heeft. Wanneer dit blad onze lezers bereikt, zal het beslist zijn, of de meerderheid der kiezers zich heeft uitgesproken voor het behoud onzer Christelijke regeering. Al zien wij den uitslag met vertrouwen tegemoet, toch is niet met eenige zekerheid te zeggen, met het oog op het groot aantal nieuwe kiezers, aan welke zijde de victorie zal vallen. Iedereen zal zeker zeer veel belang stel len den uitslag zoo spoedig mogelijk te vernemen. Wij hebben maatregelen getroffen, waar door ons dezen nacht, zooveel mogelijk (het telegraafkantoor blijft tot middernacht geopend) de uitslag over het geheele land zal worden geseind, met het stemmenaan- ta,l van iederen candidaat. Zaterdagmorgen zal die uitslag per bulle tin ieder onzer lezers worden bekend gemaakt. De candidaat der vrijzinnigen in het di strict Goes hield gisterenavond alhier een rede. Het gedeelte voor de pauze was geheel gewijd aan de bespreking van een onder werp gelegen buiten het- eigenlijke poli tieke veld, aan de behandeling of liever bestrijding der ingediende Tariefwet. In het tweede gedeelte deed o. a. met voorlezing van veel uitknipsels (de can didaat heeft daar een bijzondere voorliefde voor) de „oude plunje" van Kuyper en Lohmm opgeld, terwijl de oude kleeren der vrijzinnigen natuurlijk in de kast bleven. Meer vermeldenswaard was echter het optreden van den heer F ukken, café houder. Deze heer beweerde, dat het niet aangaat, zooals dr. Hoffmann in zijn laatste rede alhier deed, de menschen aan te sporen hun stem uit te brengen op Lohman, omdat deze te Rome een krans met kaartje aan het grafmonument van dr. S c h a e p m a n z. g. had gehangen. Hij meende dat de R. K. kiesvereeniging verkeerd had gehandeld en slechts per- dadelijk bereid zijn geweest aan zijn on schuld te twijfelen. Eleonore moest toch tot eiken prijs gered worden. Indien eenmaal de verdenking voor goed op haar mocht vallen, konden de gevolgen wellicht niet te berekenen zijn; misschien zou men ten laatste over gaan tot hare arrestatie, en wanneer dat eenmaal geschied was, zou het hoogst lijk, ja, onmogelijk zijn, haar ooit weer voldoende van deze smet te zuiveren. De beschuldiging van een gewoon secretaris zou daarentegen veel minder opzien ver wekken. Een en ander deed mij eindelijk besluiten, den volgenden dag, zoo vroeg mogelijk, een bezoek af te leggen bij den heer Gryce. Niet zonder een zwaar hoofd over den afloop van dit bezoek, begaf ik mij den volgenden morgen reeds vroeg op weg, be zield met het vaste voornemen, dat ik mij door teleurstellingen niet ontmoedigen, noch door tegenwerpingen zou laten af schrikken. Mijn taak was, Eleonore Lea- vfenworth te redden, en om hierin te sla gen, was het niet alleen noodig, dat ik onder alles goedsmoeds bleef, maar ook vooral volkomen meester van mij zeiven. Het ergste dat ik vreesde was, dat de zaken reeds tot een crisis zouden zijn gekomen, voordat ik recht kon verkrijgen, of in de gelegenheid was gesteld om voor haar tusschenheide te treden. De omstan digheid, dat de begrafenis van den heer soonlijke belangen behartigd door bij de candidaatstelling voor den gemeenteraad de gelegenheid te laten voorbijgaan de liberalen van het kussen 'te duwen 1 Ook was hij van oordeel, dat de R. K. caféhouders hun stem moeten uitbrengen op den liberaal! Dat zijn nu wel allemaal beweringen als ieder andere, maar ze hadden jammer genoeg geen tittel of jota met „debat" uit te staan. Integendeel! Voor zijn laatste bewering verwijzen wij den heer Fukken naar ons hoofdartikel; hij zal dan mogelijk zien, dat hij door het uitbrengen van zijn stem op den libe raal zich zelve niet gebaat heeft. Ook zijn wij zoo vrij hem het recht te ontzeggen zich liberaal-Katholiek te noe men. Dit is onbestaanbaar en verraadt de gebruikelijke onkunde in zake het liberale stelsel. Dat de heer Lohman een krans met kaartje aan het graf van den grooten Schaepman liet brengen, gold bij dr. Hoff mann geen motief; 'twas het bloote noemen van een feit, dat hij waard keurde mede te deelen, als zijnde de hulde van den eenen grooten man aan den andere, ook al waren zij van verschillend gods dienstige richting. Dr. Schaepman heeft op politiek ter rein indertijd van zeer velen zijner geloofs- genooten weinig medewerking ondervon den, maar, 't zij den heer Fukken gezegd, allen huldigden hem als man van huiten- gewone gaven en talenten. Wat betreft des heeren Fukken's oordeel over de houding der R. K. kiesvereeniging, daarover een oordeel te durven uitspre ken na een lezing van dhr. Van Oven, bij wijze van debat, het slaat als een tang op een varken, het bewijst gebrek aan onderscheidsvérmogen tusschen de begrip pen van het passende en het niet te pas komende. Bezwaren dienaangaande behooren uit sluitend thuis op de vergaderingen der R. K. kiesvereeniging, waar zij gaarne worden aangehoord en besproken. Het is een kwaad, dat tinnegieters op politiek gebied verdeeldheid trachten te Leavenworth juist op dien dag was vast gesteld, gaf mij echter in dit opzicht eeni gen moed voor de toekomst; ik meende toch Gryce genoegzaam te kennen, om te mogen veronderstellen, dat hij tot den afloop van die plechtigheid zou wachten, alvorens tot de uiterste maatregelen over te gaan. Ik geloof niet, dat ik mij toen nog een bepaalde voorstelling had gevormd om trent de woning van een beambte der ge heime politie, maar toen ik voor het nette, uit drie verdiepingen bestaande huis stond, dat mij als de woonplaats van den heer Gryce was aangewezen, kon ik mij niet ontveinzen, dat er in het uiterlijk van de slechts half geopende blinden en de zich daar achter bevindende helder witte gor dijntjes, een waas van overeenstemming lag met hem, die daarachter zijn tenten had opgeslagen. Een bleekkleurig jongmensch, met sluik rood haar, dat hem als geplakte franje over de ooren hing, opende op mijn haas tig hellen langzaam de deur, en beant woordde daarna mijn vraag of de heer Gryce thuis was, met een soort van ge brom, dat even goed ja als neen kon beduiden. „Mijn naam is Raymond; ik zou mijn. heer gaarne dadelijk willen spreken", zeide ik. Na mijn persoon met een enkelen blik van het hoofd tot de voeten f<? hebben

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1