Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
IS.
>ur$.
No. 67.
Donderdag 8 Juni 1905.
Eerste Jaargang.
Mr. C. Lucasse,
p. F. Fruijfier,
J. h. Blum,
FEUILLETON.
gen
r<r
iraaf.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
ihr mr. L F. de Savornin tollman,
Ihr. mr. 1.1. Pompe van Meerdervoort,
p. F- Fruijfier.
Hereenigd.
j
Iw5 8 e
«tg1®
.3 £3 S"
Isl'e»
is" 3 l
1^ O H
r
3 0
1 s?
5'
1 era
ê-o-s
3 N
21
cc
O
O
r >-i
go
cr
5* cl'
CD
'D
era
M.
»cr?
cc
-l
"•3
era
O
«s: <*-
«5
PT CD
CD 3
|herij,
Ververij
leren aan
natte was
voor uit-
verven van
lEERT.
Iden Spoor
■ram.)
Iveert 5.45,
prden 7.48*
;en goede-
|e cliëntèle
èlier werk-
nen.
i afgewerkt
touwen bij
Je.
Dagel.
In 6,10c)
1,40.
,45.
»c)f)
na het
t. Neuzen
uzen ten
achten.
Jorsselen
'p te ruber.
5.21
6 32
2.40
354
437
5.39
3.46
4.43
3.46
545
i 53
7.50
8.-
8.10
8.19
8.3!
8.39
8.49
8.54
9.03
910
9.22
6.53
7.50
5.31
6.-
6.44
7.40
6.34
7.32
618
7.59
8.38
914
9.28
9.55
10.8
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
—.05
o GOES.
aduerfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Orootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
De verkiezingsdagen naderen met ras-
sche schreden. Nogmaals herinneren wij,
dat de stemmingsdag valt op 16 Juni
a. s. en dat de herstemmingen plaats heb
ben op 28 Juni daaropvolgende.
Zij, die door zaken ot aangelegenbeden
van anderen aard die dagen afwezig zou
den zijn, zullen goed doen hun reis te
verzetten. Dit is dringend noodig. Het
geldt hier het algemeen christelijk belang.
Wij sporen de Katholieken van Zeeland
met allen mogelijken drang aan, ieder in
zijn district hun stem uit te brengen op:
aftredend lid voor GOES.
aftredend lid voor MIDDELBURG.
aftredend lid voor ZIERIKZEE.
aftredend lid voor HONTENISSE.
te OOSTBURG.
De Haagsche medewerker van de „Mid-
delburgsehe Courant", een blad, wat men
niet kan verdenken veel liefde voor can-
didaten derTechterzijde te bezitten, schrijft
het volgende over den heer F r u ij t i e r,
afgevaardigde van Hontenisse
„Op het sink tier bclastiug op
het „bebouwd" en „onbebouwd"
bleek bij zelfs een specialiteit te
zijn, maakte hij in bet debat met
den minister Harte lang geen
sleebt iignnr. En in de „suiker"
waren bij en de heer Hennequin
zóó „geconfijt", dat bet bij het
voor-verleden jaar hierover ge
voerde debat ten leste tien armen
minister van Finantiën voor de
oogeu begon te schemeren. l>e
beer Frnijtier deed toen denken
9.35
9.44 10.28
9.53 10.39
19)
„Het is hard voor een zwak meisje, dat
van der jeugd omgeven was door weelde
en teedere zorg en wie alles vreemd is,
wat haar niet met trouw en zachtheid
tegentreedt, om openlijk haar onschuld
te moeten bewijzen aan het bedrijven
eener zoo vreeselijke misdaad. Ik heb
innig medelijden met F.leonore". En met
een snelle beweging haar mantel over den
schouder slaande, zag zij voor de eerste
maal haar nicht aan.
Eleonore trad haar onmiddellijk tegen,
als om dat blijk van toenadering te be
antwoorden en ik gevoelde, dat dit oogen-
blik van onberekenbaar gewicht was voor
beiden. Maar hoewel ik hiervan geheel
doordrongen was, kon ik mij toch geen
voldoende rekenschap geven van de reden
waarom. En waarlijk, het was een oogen-
blik om niet licht te vergeten. Zelfs het
meest hardvochtige gemoed zou in bewe
ging zijn geraakt, bij het zien van die twee
vrouwelijke wezens, gelijk zij daar tegen
over elkander stonden, elk harer het toon
beeld van schoonheid en lieftalligheid.
Maar er lag in dit samentreffen nog iets
meer opgesloten. Hier waren de krachten
der menschelijke natuur in volle werking,
aan een „binnenvetje". Die zaak
kende hij op ziju duimpje".
Mr. J. A. Levy van Amsterdam, een
vrijzinnige en fel anti-elerieaal, sprak in
eene redevoering, onlangs te Middelburg
gehouden
„De heer De Savornin Loh-
m a n was als hoojleeraar verbonden
aan de vrije universiteit en doceerde
daar staatsrecht.
Hij is iemand van onberispelijken
levenswandel, van groot talent, een
sieraad van het parlement en een
sieraad voor de rechtswetenschap".
Een onverdacht getuigenis, waard om
onder de oogen. der kiezers te worden
gebracht.
Ook komt ons nog een verklaring onder
de oogen van den Haagschen medewerker
der „Middelburgsche Courant".
Deze schrijft van onzen Goeschen af
gevaardigde
„Iemand als de heer De Savor
nin Lohman behoort zonder twij
fel in de Kamer. Hij is „een geboren
volksvertegenwoordiger", om eens met
den heer Van Houten te spreken".
Dusdanige bekwaamheids-brevetten, uit
gereikt door een blad als de „Middelb.
Courant" en door den aartsvader van hot.
anti-clericalismeVan Houlen, dienen
aan de vergetelheid te worden ontrukt.
De kiezers kunnen er dus van overtuigd
zijn, wanneer zelfs van vrijzinnige zijde
zoo de loftrompet gestoken wordt over
een afgevaardigde der christelijke coali
tie, dat zij door hun stem uit te brengen
op Jhr mr. de Savornin Lohman,
een vertegenwoordiger bij uitnemendheid
in de Kamer zullen brengen.
De partijwef.
De vrijzinnigen hebben het ontwerp-
Lager Onderwijswet, dat alleen nog maar
wacht op de Koninklijke sanctie; de no
velle, waardoor ook onze bijzondere school
twee stroomen, wier diepte slechts kon
gegist worden naar de mate hunner sterkte
van gang en golfslag, waren hier in bot
sing. Eleonore was de eerste, die haar
kalmte genoegzaam herkreeg, om met een
voorname fierheid haar nicht toe te voe
gen „Er is nog iets helers dan mede
lijden en dat is rechtvaardigheid".
En terwijl zij zich omwendde om het
vertrek te verlaten, hernam zij: ,,Ik
wenschte u even te spreken in de receptie
kamer, mijnheer Raymond".
Maar Marie trad haastig naar voren en
hield haar met vasten greep terug.
„Neen", sprak zij vastbesloten, „het is
met mij, dat ge spreken zult; ik heb u
het een en ander te zeggen, Eleonore
Leavenworth". En terugtredende tot in het
midden der zaal, nam zij een wachtende
houding aan.
Ik sloeg een blik op Eleonore en begreep,
dat '.t onbehoorlijk zou zijn langer te blij
ven. Ik begaf mij met ontrust gemoed naar
de receptiezaal en bleef daar geruimen
tijd met haastige stappen op en neer loo-
pen, ten prooi aan duizend vreezen en
duizenden mogelijkheden bedenkende, om
ze echter even snel weer te verwerpen.
Wat was het geheim van deze familie?
Wat was de oorzaak van zulk een bittere
vijandschap tusschen twee wezens, die de
natuur als geschapen had tot onderlinge
liefde en vriendschap Het was mogelijk,
dat de breuk niet eerst onlangs ontstaan
was. Geen plotseling opflikkerende vlam
ruimer zal worden gesubsidieerd, ge
noemd „eene par tij wet van de
ergste soort".
Dat de liberalen, die er prat op gaan
voor het illustre, lichtende Vrijheid-beeld
de knie te buigen, eenparig op de mees',
heftige wijze tegen de onderwijs-novelle
zijn te keer gegaan, dat zij in de Kamer
daartegen obstructie hebben gevoerd, het
geeft den indruk, dat die Vrijheid-statue
uitsluitend haar lichtende stralen schoot
naar de zijde der liberalen zelf.
Immers door de bijzondere school voort
durend in hooge mate stiefmoederlijk te
behandelen, hebben zij, die vrijheid-voor
standers! de vrijheid hunner tegenpartij
geknecht, hebben zij de conscientie-vrij-
heid der ouders vooral der arme
die hunnen kinderen ook in de school
godsdienstige begrippen wilden zien inge
prent, met voeten getreden.
Leve de vrijheid!
Ons door hen genoemd „reactionair"
ministerie, dat geen flauw idee van „vrij
heid" bezit, zal ons nu toch de onderwijs
vrijheid brengen en nu wordt geschreeuwd
van „partijwet".
Dat is wonderlijk.
Wat is het geval?
In 1901 verklaarde de meerderheid van
ons Nedeilandsche volk een Christelijke
politiek te willen.
Die Christelijke politiek brengt mede,
dat aan ouders, die aan de bijzondere
christelijke school de voorkeur gaven
boven de godsdienstlooze openbare, ge
legenheid zou worden verschaft hun kin
deren te zenden naar de bijzondere school.
Nu zal men zeggen: „maar die gelegen
heid bestond al".
Zeker. Echter niet voor den minder be
deelden man, niet voor den arme.
Voor deze waren de kosten aan 't hij
zonder onderwijs verbonden te zwaar.
Noodwendig moest dus - 't. gaat im
mers om vrijheid, heeren liberalen
de bijzondere school goed worden gesub
sidieerd om zoodoende ook den arme de
zegeningen van christelijk onderwijs te
kunnen laten genieten.
kon aanleiding geven tot de uiting van
zoo heftige gemoedsaandoeningen als
waarvan ik een oogenblik te voren ge
tuige was geweest. Men moest verder
teruggaan in 't verleden dan den dag van
den moord, om den wortel te vinden van
een tweespalt, die zich zoo krachtig deed
gevoelen, dat ik er van onldaan was, hoe
wel geen enkel geluid door de gesloten
deuren - kon dringen.
Het gordijn in de gezelschapskamer werd
nu met haastige hand op zij geschoven en
ik hoorde Marie duidelijk op scherpen toon
zeggen: „Hetzelfde dak kan ons beiden
onmogelijk langer herbergen. Morgen moet
gij of ik een ander te huis zoeken".
Met hoogroode wangen en blijkbaar ge
heel opgewonden trad zij in 't portaal en
naderde de plek, waar ik nog altijd toefde.
Zoodra zij mij echter gewaar werd, nam
haar gelaat plotseling een geheel andere
uitdrukking aanhet scheen, alsof op eens
al haar trots was gebroken, en de handen
voor het gelaat houdende, als vreesde zij
dat haar blik den mijne zou ontmoeten,
spoedde zij zich haastig langs mij heen en
vervolgens den trap op. Ik was nog niet
geheel bekomen van de pijnlijke ervaring,
waarmede ik dit spannend tooneel had zien
eindigen, toen het gordijn opnieuw werd
weggeschoven en Eleonore de kamer,
waarin ik mij bevond, binnentrad. Bleek,
maar kalm en gelaten, en zonder de minste
blijken te toonen van het zoo even ge
houden gesprek, ging zij naast mij zitten,
Dit is de wil geweest der meerderheid
van het Nederlandsche. volk.
Wat spreekt men dan van partijwet 1
De openbare school blijft immers be
staan; dus houden de liberalen de be
voegdheid hunne kinderen daarheen te
zenden.
Neen, van partijwet was er sprake,
toen de liberalen ons hunne openbare
school opdrongen ©n aan leen groot gedeelte
van ons volk de gelegenheid ontnamen
gebruik te kunnen maken van het bij
zonder onderwijs.
En dat zulke partijdigheid te wachten
was van de menschen, die de vrijheid-
leuze in hun banier schrijven, het bewijst
de onoprechtheid van het devies; het be
wijst, dat de liberalen de vrijheid uit
sluitend voor zich opeischen en het moet
bij de komende stembus de kiezers tot
nadenken stemmen.
Een liberaal advies.
Toen de Tweede Kamer de Onderwijs-
novelle had aangenomen met 14 stemmen
meerderheid, kwam het „Handelsblad"
met een voorstel van volkspetitionnement.
Het blad wilde, dat er eene adresbe
weging op touw zou worden gezet, om
H. M. de Koningin te verzoeken hare
sanctie aan de novelle te weigeren.
Zelfs de „Middelb. Courant" vond dit
wel wat kras.
Verbeeld u ook, dat in allen ernst aan
H. M. de Koningin wordt gevraagd om
de Schoolwet niet te teekenen enkel en
alleen omdat deze kort voor de verkie
zingen is aangenomen en er kans bestaat
dat het ministerie niet zal aanblijven!
Dat is de liberale overmoed ten top
gevoerd.
Wanneer de droom van het „Handels
blad" zou zijn verwezenlijkt, zou de wer
king der Staatsmachine op zekere tijden
kunnen worden gestremd tot groot nadeel
des volks.
Er is echter meer.
De aanneming der Leerplichtwet
onder het vorig ministerie geschiedde door
louter toeval.
zoo geheel anders als bij mijn eerste
binnentreden, dat ik niet kon nalaten mij
hierover ten zeerste te verwonderen. Of
het bewust zijn, dat ten minste één onder
de menschen haar volkomen voor onschul
dig hield, haar bezield had met nieuwe
kracht, dan wel, of zij gedurende het
samenzijn met den doode zich sterker had
aangegord tot lijden en dulden, kan ik niet
uitmaken; ik weet alleen, dat zij mij voor
kwam als een herboren wezen, als eene
vrouw, die met verheven gelatenheid ge
voelde, dat zij in dp toekomst zou moeten
gebukt gaan onder den zwaren last van
schande en oneer, maar die vast besloten
was, om aan de wereld te toonen, dat
alleen !de omstandigheden/haar die schande
hadden opgelegd; dat, hoewel haar lot
'taldus wilde, haar ziel toch krachtig en
rein bleef.
„Zeg mij thans, waar ik sta", zeide zij
na een korte poos zwijgens, mij aanziende
met een blik vol edelen moed en fiere
gelatenheid; „laat mij zonder aarzelen met
het ergste bekend worden, want ik vrees,
dat ik mijn eigen toestand nog niet geheel
juist heb ingezien".
Verheugd haar zoo te hooïen spreken,
haastte ik mij aan haar verlangen te vol
doen. Ik begon met haar het geheele geval
voor te stellen, zooals het zich vertoonde
aan ©en geheel onbevooroordeeld persoon
ik toonde haar de gronden waarop zij ver
dacht werd in het helderste licht en deed
vooral die punten viifkomen welke meer
Door een val van zijn paard, had een
der leden van de rechterzijde het. been
gebroken, waardoor hij niet ter stemming
kon aanwezig zijn.
Met één stem meerderheid ging de wet
er door.
Hadde dat ongelukkig toeval niet plaats
gehad, de rechterzijde zoude meer kans
gehad hebben op een overwinning dan
de linkerzijde nu.
Dat was ook vlak voor de verkiezingen 1
En toch hebben wij 't niet in ons hoofd
gekregen aan H. M. de Koningin te vragen
de Leerplichtwet niet te teekenen.
En is die wet niet door Kuyper inge
trokken.
Toch durven de vrijzinnigen te dreigen
met intrekking der Lager Onderwijswet,
als ze 't 'bij de stembus mochten winnen!
Intusschen goed, dat, we het weten.
We kunnen er nu voor zorgen, dat ze
het met vlag en wimpel afleggen.
Het groote liberale blad „de Nieuwe
Rotterdammer" is bezig den laat-
sten tijd kolommen vol te schrijven van
liberale voortreffelijkheid en wendt een
grooten moed voor bij de a. s. stembus.
Het socialistische hoofdorgaan „H e t
Volk" neemt het blad in de maling en
beweert, dat het liberalisme zou opbloeien
niet uit eigen kracht en eigen vertrouwen.
De kracht van het liberalisme is alleen
gelegen in bestrijding der tegenpartij.
Dit. is het treurig leven van het liberale
anti-clericalisme.
En dan noodigt men de menschen uit
om op liberale heeren te stemmen!
Dezer dagen circuleerde in de bladen
het volgend bericht
„Zekere heer H. in Schoonhoven had 2
kinderen, die de openbare school bezoch
ten. Verschillende van zijn anti-revoluti
onaire klanten dreigden bij hem weg te
blijven indien hij hen niet op de bijzondere
school deed. Vreezende hen te zullen ver
liezen voldeed hij er aan. Toen nu even-
in het bijzonder tegen haar getuigden; ik
trachtte haar duidelijk te maken, hoeveel
er afhing van den weg, dien zij nü zou
inslaan en eindigde met de dringende bede,
om mij geheel en in alles te vertrouwen.
„Ik meende dat gij reeds voldaan
waart", zeide zij, mij angstig aanziende.
„Dat ben ik ook; maar ik ben niet
iedereen en wenschte dat de geheele we
reld de zaken inzag, even als ik het doe".
„Ik vrees dat dit nimmer zal kunnen
geschieden", zeide zij droevig. De plek,
waarheen de vinger van het kwaad ver
moeden eenmaal gewezen heeft, wordt
nooit weer uit het oog verloren. Mijn
naam is voor altijd geschandvlekt".
„En gij zoudt. hierin willen berusten,
terwijl ©en enkel woord
„Ik geloof dat al mijn woorden slechts
een ijdele klank zouden zijn", hernam zij.
Ik keek mistroostig uit 't venster, en
't was mij, alsof ik opnieuw met pijnlijk
gevoel het gelaat van Flobbs zag loeren
tusschen de gordijnen aan de overzijde der
straat.
„Wanneer de zaken er zoo duister uit
zien, als gij mij hebt voorgesteld", ging
zij voort, „is het nauwelijks aan te nemen,
dat de heer Gryce nog de minste waarde
zal hechten aan eene nadere verklaring
van mijne zijde".
„Het zou den heer Gryce ten hoogste
aangenaam zijn van u te mogen vernemen,
op welke wijze de sleutel in uw bezit is
gekomen, al was het slechts dat gij hem