BINNENLAND. £XE - ZTZrrn a,"C gading rd- door die eenheid, die gelegen is in het steunen op Gods Woord; dat is het, wat ons vastheid geeft, voor het zedelijk en maatschappelijk leven, wat ons doet voort bouwen op de christelijke grondslagen Deze opgewekte en dikwijls humoris tische rede werd met groote aandacht door een overvolle zaal aangehoord en toegejuicht. Van de gelegenheid tot debat maakte niemand gebruik. Na een wel verdiend woord van dank van den voorz., sloot de heer Mulder deze vergadering met dankzegging. 'tWas een schoone avond, een succes voor de a.-r., gelijk gansch deze partijdag I Alle kiesvereenigingen van Zuid-Beve land, Tholen en Zierikzee waren tegen woordig; bijna alle van Walcheren, en de meeste uit Zeeuwsch Vlaanderen. Interview van den heer Jhr Mr. A. F. De Savornin Lehman. Een lid der redactie van „Het Centrum had thans een onderhoud met het hamer lid Jhr. Mr. de Savornin Lohman over den politieken toestand in ons vaderland. Wij later hier geregeld de vragen den interviewer en de antwoorden van den heer Lohman volgen. Na eene korte herinnering aan de waar deering, die wijlen Dr. Schaepman aan Mr. Lohman toedroeg, vangt de ïntei- viewer aldus aan: Het spreekt vanzelf, dat ik zeer ver langend was het oordeel van dezen staats man over den tegenwoordigen toestand te vernemen. In het begin dezer week had ik net voorrecht door den afgevaardigde van Goes ontvangen te worden, en leidde de hte Lohman, op mijn vraag dienaangaande, he onderhoud in met een bespreking van den naderenden strijd en de tegenstelling tus- schen Rechter- en Linkerzijde De uitslag der aanstaande verkiezingen is natuurlijk niet vooruit te bepalen zei- de hij, „al ware het slechts om het groote aantal nieuwe kiezers. De toekomstiseen raadsel. Maar de kracht van de Heehtei- zijde ligt. m.i. voor een met gV»"g dee} in de verdeeldheid der Linkerzijde. Toch is de tegenpartij ook in werkelijkheid eei Niet één in philosophischen zin, maar wel om de volgende reden: Feitelijk bestaat ons volk uit twee groote kringen, waarvan de eene is gewend om te regeeren, de an dere niet. De liberalen en die zich bij hen voegen, waren tot dusver gewoon de lakens uit te doelen en achtten denan deren kring daarvan uitgesloten. Echter heeft de Rechterzijde nu sinds eemge ja ren de meerderheid, en de tegenpartij tracht thans aan haar kring de ver oren macht weer te verzekeren. Zij vindt het vreemd, dat wij regeeren, vreemd en onna tuurlijk. En in deze opvatting vormt zij één geheel". „En de rechterzijde?" Onze eenheid is van een andere soort. Wij vormen geen kring, die het regeeren als het ware heeft gemonopoliseerd. Wij vinden het daarom heel natuurlijk, dat anderen zich ook doen gelden, ook posten bezetten. Wij Vorderen niet alles voor ons- zelven op. Maar wij zijn eensgezind op i.hilosophisehe en theologische gronden, zoodat wij positief kunnen optreden; ter wijl de politiek der tegenpartij zich het best laat omschrijven als »anh K."yP;™' anisme", als strijd tegen den man, mw en men den representant ziet van den kring, die niet bestuurs-f a h i g wordt geacht en dus van de ministerstafel moet verdreven worden." Maar men beroept zich toch op de noodzakelijkheid, om de openbare school te handhaven?" De verklaring daarvan is, geloof ik, niet ver te zoeken. De groote moeilijkheid voor de tegenpartij was natuurlijk een verkiezingsleus te vinden. En nu deed men een trouvaille in de leus: front vooi de openbare school 1 Het heet nu da di school aangevallen, bedreigd wordt. De strijd voor de school moet nu alles \er eenigen wat liberaal, wat vrijzinnig, wat intellectueel is. Maar... de liberalen zei- ven dwepen niet zoo heel erg meer met 't openbaar onderwijs, althans met met de openbare onderwijzers. Herhaaldelijk heb ik hen tegen deze laatsten hooien tul mineeren. Waarom dan thans die gloei ende liefde voor de openbare school! Ge herinnert u de verkiezing van Assen met waar? U bedoelt de overwinning van prof. Treub op den oud-minister Pierson Juist. Toen was men in de liberale kringen woedend op de onderwijzers, die den heer Pierson hadden laten vallen. Maar men heeft ondervonden welk een kracht zulk een corps bij de verkiezingen ontwikkelen kan. Wat is nu het ge val De liberalen hebben geen verkiezings agenten buiten de openbare onderwijzers e„ nu is het mijn indruk dat zij door hun „front maken voor de openbar school" zich weer van dit hulpcorps, dl hun vroeger reeds zulke groote diens en bewees, maar dat hun in den jongsten tijd dreigde te ontsnappen, trachten te ver zekeren. Het schijnt zelfs, dat in dieni zi een wenk is gegeven aan de liberalepeirs, want de campagne, welke die pers g durende de laatste maanden heeft gevoerd, is daarmee wonderwel in overeenstem ming." „Men beweert echter, dal door de Rechterzijde gebroken wordt mot de paci ficatie van 1889?" Het tegendeel is waar. Er wordt voort gegaan op den weg van '89. Ge kent het """rapport t Welnu, dat ging veel ver der in zijn eischen dan de aanhangige onderwijs-noveile, en ik heb nimmer ook maar een liberaal gesproken, die dat rap port in strijd achtte met de pacificatie van 1889. Nu weet ik wel, dal een rap port nog geen wetsontwerp is, maar men had dan toch licht tegen den inhoud be zwaren kunnen opperen, als nu gedaan wordt. Van eemge botsing met de pacifi catie werd toen echter niet gerept, ook met wanneer het in de Eerste of Tweede Kamer ter sprake kwam." „En liet. verwijt van de schennis der Grondwet?" „Alweder een onware leuze. Hoe kun nen zij, die voor de wet van 't ministerie- Mackay stemden, van schennis der Con stitutie spreken 1 De aanhangige novelle beweegt zich geheel in de lijn van die W6t' ioo„zelfs ziJ' die ,eS'en het ontwerp van 1889 stemden, gaven hun adhaesie aan de wef-Borgesius van 1901Een bewijs Ie meer, dunkt mij, dat het grondwettig bezwaar met zwaar wegen kan. Daar i.s echter nog iets anders. Men spreekt aan de overzijde in dit verband altijd over het eerste lid van het. Grondwets-artikel, maar eigenlijk moest meer worden gelet op het derde lid. Omtrent dat derde lid, bepa lende, dat overal voldoend openbaar la- onderwijs zal worden gegeven, is inder tijd (anno 1874) met betrekking tot de Fnesche gemeenten Schraard en Wons uitgemaakt, dat alleen een openbare school moet zijn daar, waar ze begeerd wordt, binds men dit aannam, geldt enkel de vraag: of men het onderwijs heeft, dat de bevolking wenscht. Alleen bleef de vraag of de Staat het volk in die keuze der behulpzaam mag z'jn. En dit is in Jöö9 beslist." ï-'i )7oeS llaar de verhouding der chris- iJtorische of vrij-antirevolutionaire partij tot de andere groepen Rechts. „Ik voor mij acht de christelijk-histo rischen nauw verbonden met. die andert partijen", antwoordde de heer Lohman. „Met de antirevolutionairen tezamen heb ben zij den weg gevonden, om, elkanders overtuiging eerbiedigend, gemeenschappe lijk te handelen. En zulks niet alleen door voorafgaande bespreking, maar ook door verstandig overleg bij de amendementen Van een blindelings volgen is noch bij de eene noch bij de andere groep sprake Gemeenschappelijk overleg vormt den delen" gemeenschaPPelP ban „En de triesclie christelijk-historischen?" „De Friesche christelijk-historischen ne men een ©enigszins afzonderlijke plaats in /ij leggen vooral den nadruk op het doen uitkomen van het christelijk element in de openbare instellingen, terwijl wij meer ons best, doen, om het christelijk element de gelegenheid te verzekeren, zich te ont wikkelen onder liet volk. Denk slechts aan de behandeling der wet op hel Hooger Onderwijs, toen zij met zooveel klem aan drongen op het herstel der theologische faculteit aan de openbare universiteiten terwijl de anderen tevreden waren, als zij' die christelijk onderwijs verlangen, dit krijgen kunnen. Bizonder talrijk is deze tractie niet, maar natuurlijk altijd nog groot genoeg om roet in 't eten Ie gooien. Ik meen echter te mogen zeggen dat dr Ruyper getoond heeft te willen doen wat' mogelijk is, om ook hun te gemoel te komen, zoodat ik reden heb aan te nemen dat men wel tot overeenstemming geraken' zal. Er is in het standpunt van deze rriesche fractie ook wel iets waars. Maai bij de uitvoering van hun wenschen zal men op dikwijls onoverkomelijke moeilijk heden stuiten. In elk geval hebben zij zeker meer te wachten van dr. Kuypei dan van de liberalen". Ik veroorloofde mij naar mr. Lobman'» gedachte over dr. Bronsveld te vragen De vrij-antirevolutionaire leider achlte diens positie zeer verzwakt door hel be kende geschrift van ds. Buijtendijk, dat Injj met warmte prees. „Het is des te meer te loven", zeide bij, omdat de heer Buijtendijk zich altijd heeft gekenmerkt door een groote vrijmoe digheid in het uitspreken van zijn oordeel zelfs tegenover Groen". "Ik veronderstel, dat u geen bezwaar il v i 1 v 0 n samengaan met de katholieken?" „Neen. Mij verstaan elkaar gaandeweg beter, juist, omdat over en weer de pun ten van verschil ruiterlijk worden uiteen gezet. En ook, omdat vele protestanten gaan inzien, dat het katholieke staatsrecht samenwerking met andersdenkenden toe laat. Dr. Nolens heeft daaromtrent nog onlangs zeer behartigenswaardige opmer kingen gemaakt. Ik wil bovendien wel ver klaren, dat de katholieke parlij zich, naar mijn meerimg, goed ontwikkelt. Ik zie in die partij verscheidene mannen, die zich met. ijver toeleggen op een serieuse bestu deering der maatschappelijke quaesties. En heel leerrijk is b.v. de wijze, waarop mi. Aalberse de sociaal-democraten in de kaart kijkt". Ik vroeg, of de heer Lohman punten van verdeeldheid of diepgaande tegenstel lingen aan de Rechterzijde bespeurde. „Elke groep Rechts bestaat uit twee deelen" luidde hel antwoord, „de conser vatieven en de minder conservatieven. Welnu, die zullen elkander loeren ver staan, mits niet over en weer met stelsels tegenover elkaar wordt opgetreden. De liberalen maken onderling van allerlei za ken een dwingend stelsel en kunnen daar door niet tol overeenstemming komen. De Christenen zijn èn conservatief èn demo cratisch, en het belijden van gemeenschap pelijke beginselen voerl tol hel vinden van het rechte pad. Als Christenen b.v. zien wij in alle menschen broeders mei één ader, één Heer. Dit moet lijden tot toe nadering, en tevens tot handhaving van het gezag. Ook in de groep, waartoe ik behoor, kan men evolutie in de denkbeel den op velerlei punten waarnemen. Maar daarvoor is natuurlijk tijd noodig; hel moet geleidelijk gaan, en niet doordat men, op gezag als 't ware, een bepaald stelsel heeft te accepteeren". „De gemeenschappelijke grondslag, waarop de christelijke parlijen slaan, acht u dus deugdelijk?" „Ja, deugdelijk en hecht. In katholieke bladen vind ik, wat de sociale aangele genheden betreft, in hoofdzaak hetzelfde als in onze organen. Het „Kalh. Sociaal M eekblad" lees ik meestal met bijzondere instemming. Hol beval uitnemende arti kelen. En met de le,er van een Cathrein en andere katholieke schrijvers kunnen wij veelal medegaan. De katholieken hebben bovendien hun organisatie op ons voor, en zij zullen daardoor grooter kracht kun nen ontwikkelen". M at de sociale wetgeving betreft, sprak de heer Lobman zich met nadruk uit vooi- de richting, waarin de door deze regee ring ingediende wetsontwerpen zich be wegen. Terloops werd daarbij nog even gerept van de bekende bezwaren des heeren Fabius. „Prof. Fabius gaat te veel uit van een stelsel, zonder rekening te houden met de voortdurende maatschappelijke ontwikke ling. Wij hebben nu met andere toestanden te doen dan vijftig jaren geleden. Wij moeten zoeken naar een regeling, waarin de nieuwe verschijnselen passen". Het anti-papisme ziet de heer Lohman gaandeweg van ons staatkundig erf ver dwijnen. „Niemand heefl daartoe zooveel bijge dragen", zeide hij, „als wijlen dr. Schaep man, die op politiek gebied altijd een zui ver standpunt innam". Ik wenschte gaarne hel oordeel van den Christ.-hist, leider te vernemen over de corypheeën der linkerzijdede heeren Borgesius, Drucker, o. a. M ie van hen, vroeg ik, is eigenlijk leider? „Voorloopig zal de heer Goeman Bor gesius wel de aanvoerder blijven", kreeg ik tot bescheid. „Men weet wel niet wat hij wil en er is weinig vastheid in zijn optreden. Maar dil 'is vermoedelijk liet meest in overeenstemming mei de positie der Linkerzijde. M al den heer Drucker be treft, deze is ongetwijfeld een scherpzin nig en eerlijk Kamerlid, maar een leidend staatsman heefl hij zich tot dusver niet getoond, allerminst bij de stakingen. Meer vastheid van overtuiging dan bij Mr. Goe man Borgesius vindt men bij den lieer M'. H. de Beaufort". „Maar hij heeft slechts een klein deel der Linkerzijde naasl zich. M at zou er dus naar uwe meening geschieden, wanneer de liberalen en hunne bondgenoolen wederom de meerderheid veroverden?" De heer Lohman glimlachte. „Aan een beantwoording van die vraag durf ik mij niet wagen", zeide hij. „Zo is niet te beantwoorden; we zouden voor een chaos komen te staan. Dal wil ik echter wel verklaren, dat, nu van de overzijde de schoolstrijd wederom op den voorgrond is geplaatst, zulks zeker zou nawerken, indien de meerderheid voor ons verloren mocht gaan. M'ij zouden niet kunnen rusten, voor aleer wij in dien strijd hadden verworven wat ons recht is". „Maar zal de aanneming van de onder- wijsnovelle niet ten gevolge hebben, dat de Linkerzijde den schoolstrijd voortzet „Dat geloof ik niet. De onderwijs-quaes- tie zal dan voor langen lijd van de baan zijn, want men zal een ojilossing hebben verkregen, welke niemand onderdrukt. En daardoor zal ons land gevrijwaard worden van toestanden als Frankrijk ons te aan schouwen geeft. Onze geheele schoolstrijd beoogt niets anders dan de zegepraal van hel, beginsel, om op geestelijk gebied aan iedereen de meest volkomen vrijheid te verzekeren". „Zou daaitoe ook met de gematigde liberalen zijn samen te werken?" „Zulk een samenwerking is, voorloopig althans, niet mogelijk. Hun intransigente houding op onderwijs gebied bewijst het". Met betrekking tot het kiesrecht was de heer Lohman van oordeel, dat dit vraag stuk thans niet op den voorgrond moest worden gebracht, omdat daardoor goede maatregelen, die voor de deur staan, zou den verschoven worden. „Maar vinden die maatregelen in het Parlement-zelf geen vertraging?" ,,U bedoelt misschien den grooten om vang der debatten?" Ja, en de neiging, welke zich steeds meer openbaart, om interpellaties te hou den. Bestaat niet de vrees, dat op die wijze veel lijd zal verloren gaan?" „Ik geloof inderdaad, dat er op den duur belangrijke veranderingen zullen moeien komen in het reglement van orde. M'ij loopen gevaar al onzen tijd te verpraten. Nu is het waar, dat tegenwoordig de wel len zich meer dan vroeger met de maat schappelijke toestanden bemoeien en daar deze gecompliceerd zijn, worden ook de wetten gecompliceerd, zoodat zij tot veler lei opmerkingen aanleiding gaven. Maar dit is toch niet de voornaamste reden van de zich telkens openbarende breedsprakig heid. De groote fout schuilt hierin, dat men de openbare zittingen der Kamer be schouwt als een meeting van partijen, in plaats van als een lichaam tegenover de regeering. Verbetering zal hierin wellicht aan le brengen zijn door het afsnijden van de icplieken en het beperken van de uren voor interpellaties bestemd, gelijk in Engeland geschiedt". De gedachte aan de schaduwzijde van het parlementaire stelsel deed mij als laat ste vraag stellenhoe de heer Lohman over het Referendum oordeelde? „Als middel voor de Kroon om zich per soonlijk op de hoogte te stellen van de opinie des volks lijkt mij het Referendum zeer geschikt", luidde hel bescheid. „De kiezers missen Ihans veelal de gelegen heid om zich uit te spreken over hun eigen zaak". Met dit antwoord werd het interview besloten. CHRISTEN-DEMOCRATEN. Maandag j.l. werd te Amsterdam een vergadering gehouden der Christen-Demo craten, onder leiding van den heer Staal man. Op die vergadering is de volgende beginselverklaring vastgesleld De Christen-demokraten belijden de opperhoogheid van God Almachtig ook in den Slaat en in zijn rec.hl en wenschen zich le onderwerpen aan Zijn volstrekl gezag en aan Zijn alles beheerschenden heiligen wil. Riohtsnoer voor hunne staatkundige ge dragslijn is alzoo niet alleen het verstand, de rede, het geweten, maar ook, en in de allereerste plaats, (lat wat God in Zijn Woord heeft geopenbaard als Zijn wil ook voor 't volksleven. Zij eerbiedigen de Overheid als Gods dienaresse en vragen rechtmatigen invloed van het volk, in al zijn rangen en standen, op de wetgeving des lands. Zij verwerpen de klasseheerschappij, zoowel die eener revolutionaire democratie als die eener revolutionaire aristocratie, en vragen van de Overheid gelijke bescher ming der rechten en vrijheden van alle Staatsburgers mei krachtigen steun voor het zwakke en hulpbehoevende, zoowel op geestelijk als op maatschappelijk terrein. Eenerzijds erkennende dat (le huidige economische grondslagen onzer samenle ving hebben geleid tot zeer ernstige criliek, achten zij anderzijds liet sociaal econo misch vraagstuk niet lot voldoende lijp heid gekomen en zich thans niet bevoegd in beginsel uitspraak te doen over wijziging van die grondslagen. In dit verband verklaren zij zich tegen iedere prediking van den klasseslrijd, en tegen klassebevoorreebting, verlangen knotting van de macht van een zondig ka- pitalisme en, waar mogelijk, wegneming van de maatschappelijke oorzaken eener wreede ongelijkheid, mede door verbetering der ontwikkelingsvoorwaarden voor de eco nomisch minder bedeelden. Overwegende intusschen hoe de ervaring heeft geleerd dat de algemeen Christelij ke belijdenis meer en meer wordt misbruikt om te dekken een onchristelijke politiek, zoo verlangen (le Christen-Demokraten van hunne candidaten volledige instemming mei hun program van actie en verklaren zij voorls in beginsel, bij voorkeur die staatkundige richting en candidaten le zullen steunen welke in de practise h e politiek het meest aan de eischen van dat program beantwoorden. M'oensdagavond vergaderde (1e nieuwe parlij, eveneens te Amsterdam, ten einde le beraadslagen over hel program van ac- lie. De vergadering werd ook bijgewoond door verschillende anti-revolutionairen en socialisten en was van het begin tol het eind zeer rumoerig, vooral omdat de in leider, de heer A. I'. Staalman, debat had verboden. Spreker besprak allereerst uitvoerig den uittocht van (ie nieuwe partij uit die der anti revolutionairen. Vooral was deze hier aan te wijten, dal door de laatsten geen haast wordt gemaakt met de uitbreiding van het kiesrecht. Verder verhaalde sjir. het gebeurde op de Deputaten-vergadering, waar het kies recht-voorstel der Heldersche kiesvereeni- ging werd verworpen, hetgeen de naaste aanleiding was voor hun uitlreden. Ten slotte werd een program van actie voorgesteld, waarop voorkomen lo. invoering van gezinshoofdenkies recht. 2o. Invoering van een arbeidscontract, waarin fekening wordt gehouden met de rechten der arbeiders. Naast contractueele verplichtingen van wederzijdsche partijen moeten beiden gewaarborgd zijn legen wil lekeur der overheid. 3o. Vrijmaking en verheffing van hoo ger, middelbaar en lager onderwijs waar noodig met voldoenden rijkssteun en onder deugdelijke waarborgen. 4o. Opheffing en bejierking van Zon- dagsarbeid en waar dit onmogelijk is de zorg voor een wekelijkschen rustdag oo. Opheffing van het verbod van on- vnderRl "'T u' VaderschaP> dat alle adellijke plichten aan den verwekker van hel buitenechtelijk kind worden ojigelegd 6o Bestrijding van de drankzucht, van onzedelijke literatuur en illustraties 'o Afschaffing der Staatsloterij met 8o. Vermindering der militaire uitga ven met invoering van practische legerher- •ormingen en handhaving van een gezonde ijgstucht en bescherming van den mili- q gu" onrecht der overheid, .to. Hervormingen der vermogensbelas- ng met rationeele progressie; verhooging de successierechten; enkel verhooging Ier, af £n™errechl voor weelde-artike geslacht Va" den accÜns °P het lOo. Voor Indië: bestrijding van opium- en alcoholgebruik: afschaffing vaTTn koehehandel; vaststelling van de rechtspo sitie der ïnlandsche christenen Ho. Verplichte verzekering der arbei ders tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom op het zestigste jaar. De bijdrage der ar beiders, zoo die noodig is, zal daarbij zeer klein moeten zijn. HET SOCIALISTEN CONGRES heeft gedurende de Paaschdagen te 's Gra "eer H6 Cak.8^ 0nder leidi"g van den Naar aanleiding van het jaarverslag ZlT partijgenooten verschillende klachten geuit en aanmerkingen gemaakt op het partijbestuur. b gemaakt Mr. Troelstra beantwoordde deze met de opmerking, dat wie niet mee wil, maar liever heen moet gaan. Daartegenover waarschuwde de heer Schaper tegen een „Russische Cadaver discipline". Git het tlnantieel verslag bleek, dat de partij een schuld heeft van ruim f 8000 tegen over ruin, f3000 - inkomsten. Ue Utrechtsehe quaestie Utrecht II wenscht zich niet te onderwerpen aan bet besluit om Oudegeest te candideeren nam heel wat tijd in beslag en werd be ëindigd met roijeering dier afdeelin» De rede van mr. Troelstra was natuur lijk gericht allereerst tegen het Ministerie uat de arbeiders verdrukt hliPl SOcia!ifen zul'e" den klassenstrijd blijven prediken en probeeren invloed te krijgen op de kerkelijke arbeiders. „Wij zullen de kerkelijke arbeiders, de duiven, die door Kuyper worden gemolken onder zijn schijnheilige klauwen vandaan halen en ze tot valken maken, die hem en zijn partij de valsche oogen uitpikken (luid applaus). Niet wij zijn bet, die de arbei ders lijmen, de andere partijen zijn het him de 't-fbrUiken' v lijm de arbeiders met langer vasthoudt vliegen ze allen naar ons toe. (Applaus k de liberalen kregen er van langs. Volgens den heer Troelstra kunnen alleen de socialisten ons volk verder brengen Bij L)» verkiezingen moet het socialisme niet achterbaks gehouden worden. Over de ver MrZMend F** "end ^^eld en De heer T0r?e!irde t6g8n Mr' Troelstra. heer Trne] T de z0 de van den üeer troelstra en meende, wij kunnen on dien'wE Z8lfS °P ,l<1" duivel Ktera'""n, in dien w,j er maar sociaal-democratische mo tieven voor hebben. der°t u1SCTe 6indigde met het aannemen der volgende motie: „Het congres, overwegende dat de ar beidersklasse voor haar maatschappelijk belang den politieke,, strijd vast en daarbij eendrachtig moet strijden overwegende dat daaróm, tegenover de antithese der Christelijke partijen door de van kapitaal en arbeu, moet woiden gesteld overwegende echter dat het blanco-arti kel geen voldoende waarde biedt voor de rSarL S"indheitI d6r Candïdaten' bij de herstemmingen alleen die can vóór do ZUlle'-' SteUnen' die zich verklaren Dhr Tl1,86""? a'gemee» kiesrecht. j lak werJ bij acclamatie tot Hoofd redacteur van „bet Molk" herkozen nadat Mr Troelstra en Mr. Mendels geweigerd ;'ddfil1 ,tefnov'e'' ken de candidatuur voor hoofdredacteur te aanvaarden Dhr. Sannes uit Middelburg werd gekozen w de commissie voor beslechting van ge schillen tusschen de redactie van het partij, orgaan en inzenders. fi H6SCm eJrming en Export. No 6 der blaadjes van de Tariefver- dTrT g, "I gewijd aan ''et betoog, dat rationeel toegepaste bescherming en stelling hMd 3an hfnd gaan e" d*t Te duur m t Z°U óndust™eie bescherming duur maken en daardoor den export be- fic°tié Jiten' behoudens enkele gevallen, een Het betoog vangt aan met de bewe ring, dat de vrijhandelaars zonder nader bewijs aannemen, dat de prijs van een artikel altijd wordt verhoogd door de hef- nng van een invoerrecht. Die verhooging nu wordt, voorde meeste industneele artikelen juist door vele voor standers van invoerrechten betwist De groote protectionisten als Fr. List en h!

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 6