BINNENLAND.
£XE -
ZTZrrn a,"C gading rd-
door die eenheid, die gelegen is in het
steunen op Gods Woord; dat is het, wat
ons vastheid geeft, voor het zedelijk en
maatschappelijk leven, wat ons doet voort
bouwen op de christelijke grondslagen
Deze opgewekte en dikwijls humoris
tische rede werd met groote aandacht
door een overvolle zaal aangehoord en
toegejuicht. Van de gelegenheid tot debat
maakte niemand gebruik. Na een wel
verdiend woord van dank van den voorz.,
sloot de heer Mulder deze vergadering
met dankzegging.
'tWas een schoone avond, een succes
voor de a.-r., gelijk gansch deze partijdag I
Alle kiesvereenigingen van Zuid-Beve
land, Tholen en Zierikzee waren tegen
woordig; bijna alle van Walcheren, en de
meeste uit Zeeuwsch Vlaanderen.
Interview van den heer Jhr Mr. A. F. De Savornin Lehman.
Een lid der redactie van „Het Centrum
had thans een onderhoud met het hamer
lid Jhr. Mr. de Savornin Lohman over den
politieken toestand in ons vaderland.
Wij later hier geregeld de vragen
den interviewer en de antwoorden van
den heer Lohman volgen.
Na eene korte herinnering aan de waar
deering, die wijlen Dr. Schaepman aan
Mr. Lohman toedroeg, vangt de ïntei-
viewer aldus aan:
Het spreekt vanzelf, dat ik zeer ver
langend was het oordeel van dezen staats
man over den tegenwoordigen toestand
te vernemen.
In het begin dezer week had ik net
voorrecht door den afgevaardigde van Goes
ontvangen te worden, en leidde de hte
Lohman, op mijn vraag dienaangaande, he
onderhoud in met een bespreking van den
naderenden strijd en de tegenstelling tus-
schen Rechter- en Linkerzijde
De uitslag der aanstaande verkiezingen
is natuurlijk niet vooruit te bepalen zei-
de hij, „al ware het slechts om het groote
aantal nieuwe kiezers. De toekomstiseen
raadsel. Maar de kracht van de Heehtei-
zijde ligt. m.i. voor een met gV»"g dee}
in de verdeeldheid der Linkerzijde. Toch
is de tegenpartij ook in werkelijkheid eei
Niet één in philosophischen zin, maar wel
om de volgende reden: Feitelijk bestaat
ons volk uit twee groote kringen, waarvan
de eene is gewend om te regeeren, de an
dere niet. De liberalen en die zich bij
hen voegen, waren tot dusver gewoon de
lakens uit te doelen en achtten denan
deren kring daarvan uitgesloten. Echter
heeft de Rechterzijde nu sinds eemge ja
ren de meerderheid, en de tegenpartij
tracht thans aan haar kring de ver oren
macht weer te verzekeren. Zij vindt het
vreemd, dat wij regeeren, vreemd en onna
tuurlijk. En in deze opvatting vormt zij
één geheel".
„En de rechterzijde?"
Onze eenheid is van een andere soort.
Wij vormen geen kring, die het regeeren
als het ware heeft gemonopoliseerd. Wij
vinden het daarom heel natuurlijk, dat
anderen zich ook doen gelden, ook posten
bezetten. Wij Vorderen niet alles voor ons-
zelven op. Maar wij zijn eensgezind op
i.hilosophisehe en theologische gronden,
zoodat wij positief kunnen optreden; ter
wijl de politiek der tegenpartij zich het
best laat omschrijven als »anh K."yP;™'
anisme", als strijd tegen den man, mw en
men den representant ziet van den kring,
die niet bestuurs-f a h i g wordt geacht en
dus van de ministerstafel moet verdreven
worden."
Maar men beroept zich toch op de
noodzakelijkheid, om de openbare school
te handhaven?"
De verklaring daarvan is, geloof ik,
niet ver te zoeken. De groote moeilijkheid
voor de tegenpartij was natuurlijk een
verkiezingsleus te vinden. En nu deed men
een trouvaille in de leus: front vooi de
openbare school 1 Het heet nu da di
school aangevallen, bedreigd wordt. De
strijd voor de school moet nu alles \er
eenigen wat liberaal, wat vrijzinnig, wat
intellectueel is. Maar... de liberalen zei-
ven dwepen niet zoo heel erg meer met
't openbaar onderwijs, althans met met de
openbare onderwijzers. Herhaaldelijk heb
ik hen tegen deze laatsten hooien tul
mineeren. Waarom dan thans die gloei
ende liefde voor de openbare school! Ge
herinnert u de verkiezing van Assen met
waar?
U bedoelt de overwinning van prof.
Treub op den oud-minister Pierson
Juist. Toen was men in de liberale
kringen woedend op de onderwijzers, die
den heer Pierson hadden laten vallen.
Maar men heeft ondervonden welk een
kracht zulk een corps bij de verkiezingen
ontwikkelen kan. Wat is nu het ge
val De liberalen hebben geen verkiezings
agenten buiten de openbare onderwijzers
e„ nu is het mijn indruk dat zij door
hun „front maken voor de openbar
school" zich weer van dit hulpcorps, dl
hun vroeger reeds zulke groote diens en
bewees, maar dat hun in den jongsten
tijd dreigde te ontsnappen, trachten te ver
zekeren. Het schijnt zelfs, dat in dieni zi
een wenk is gegeven aan de liberalepeirs,
want de campagne, welke die pers g
durende de laatste maanden heeft gevoerd,
is daarmee wonderwel in overeenstem
ming."
„Men beweert echter, dal door de
Rechterzijde gebroken wordt mot de paci
ficatie van 1889?"
Het tegendeel is waar. Er wordt voort
gegaan op den weg van '89. Ge kent het
"""rapport t Welnu, dat ging veel ver
der in zijn eischen dan de aanhangige
onderwijs-noveile, en ik heb nimmer ook
maar een liberaal gesproken, die dat rap
port in strijd achtte met de pacificatie
van 1889. Nu weet ik wel, dal een rap
port nog geen wetsontwerp is, maar men
had dan toch licht tegen den inhoud be
zwaren kunnen opperen, als nu gedaan
wordt. Van eemge botsing met de pacifi
catie werd toen echter niet gerept, ook
met wanneer het in de Eerste of Tweede
Kamer ter sprake kwam."
„En liet. verwijt van de schennis der
Grondwet?"
„Alweder een onware leuze. Hoe kun
nen zij, die voor de wet van 't ministerie-
Mackay stemden, van schennis der Con
stitutie spreken 1 De aanhangige novelle
beweegt zich geheel in de lijn van die
W6t' ioo„zelfs ziJ' die ,eS'en het ontwerp
van 1889 stemden, gaven hun adhaesie
aan de wef-Borgesius van 1901Een bewijs
Ie meer, dunkt mij, dat het grondwettig
bezwaar met zwaar wegen kan. Daar i.s
echter nog iets anders. Men spreekt aan
de overzijde in dit verband altijd over het
eerste lid van het. Grondwets-artikel, maar
eigenlijk moest meer worden gelet op het
derde lid. Omtrent dat derde lid, bepa
lende, dat overal voldoend openbaar la-
onderwijs zal worden gegeven, is inder
tijd (anno 1874) met betrekking tot de
Fnesche gemeenten Schraard en Wons
uitgemaakt, dat alleen een openbare school
moet zijn daar, waar ze begeerd wordt,
binds men dit aannam, geldt enkel de
vraag: of men het onderwijs heeft, dat de
bevolking wenscht. Alleen bleef de vraag
of de Staat het volk in die keuze der
behulpzaam mag z'jn. En dit is
in Jöö9 beslist."
ï-'i )7oeS llaar de verhouding der chris-
iJtorische of vrij-antirevolutionaire
partij tot de andere groepen Rechts.
„Ik voor mij acht de christelijk-histo
rischen nauw verbonden met. die andert
partijen", antwoordde de heer Lohman.
„Met de antirevolutionairen tezamen heb
ben zij den weg gevonden, om, elkanders
overtuiging eerbiedigend, gemeenschappe
lijk te handelen. En zulks niet alleen door
voorafgaande bespreking, maar ook door
verstandig overleg bij de amendementen
Van een blindelings volgen is noch bij
de eene noch bij de andere groep sprake
Gemeenschappelijk overleg vormt den
delen" gemeenschaPPelP ban
„En de triesclie christelijk-historischen?"
„De Friesche christelijk-historischen ne
men een ©enigszins afzonderlijke plaats in
/ij leggen vooral den nadruk op het doen
uitkomen van het christelijk element in
de openbare instellingen, terwijl wij meer
ons best, doen, om het christelijk element
de gelegenheid te verzekeren, zich te ont
wikkelen onder liet volk. Denk slechts aan
de behandeling der wet op hel Hooger
Onderwijs, toen zij met zooveel klem aan
drongen op het herstel der theologische
faculteit aan de openbare universiteiten
terwijl de anderen tevreden waren, als zij'
die christelijk onderwijs verlangen, dit
krijgen kunnen. Bizonder talrijk is deze
tractie niet, maar natuurlijk altijd nog
groot genoeg om roet in 't eten Ie gooien.
Ik meen echter te mogen zeggen dat dr
Ruyper getoond heeft te willen doen wat'
mogelijk is, om ook hun te gemoel te
komen, zoodat ik reden heb aan te nemen
dat men wel tot overeenstemming geraken'
zal. Er is in het standpunt van deze
rriesche fractie ook wel iets waars. Maai
bij de uitvoering van hun wenschen zal
men op dikwijls onoverkomelijke moeilijk
heden stuiten. In elk geval hebben zij
zeker meer te wachten van dr. Kuypei
dan van de liberalen".
Ik veroorloofde mij naar mr. Lobman'»
gedachte over dr. Bronsveld te vragen
De vrij-antirevolutionaire leider achlte
diens positie zeer verzwakt door hel be
kende geschrift van ds. Buijtendijk, dat
Injj met warmte prees.
„Het is des te meer te loven", zeide
bij, omdat de heer Buijtendijk zich altijd
heeft gekenmerkt door een groote vrijmoe
digheid in het uitspreken van zijn oordeel
zelfs tegenover Groen".
"Ik veronderstel, dat u geen bezwaar
il v i 1 v 0 n samengaan met de
katholieken?"
„Neen. Mij verstaan elkaar gaandeweg
beter, juist, omdat over en weer de pun
ten van verschil ruiterlijk worden uiteen
gezet. En ook, omdat vele protestanten
gaan inzien, dat het katholieke staatsrecht
samenwerking met andersdenkenden toe
laat. Dr. Nolens heeft daaromtrent nog
onlangs zeer behartigenswaardige opmer
kingen gemaakt. Ik wil bovendien wel ver
klaren, dat de katholieke parlij zich, naar
mijn meerimg, goed ontwikkelt. Ik zie in
die partij verscheidene mannen, die zich
met. ijver toeleggen op een serieuse bestu
deering der maatschappelijke quaesties.
En heel leerrijk is b.v. de wijze, waarop
mi. Aalberse de sociaal-democraten in de
kaart kijkt".
Ik vroeg, of de heer Lohman punten
van verdeeldheid of diepgaande tegenstel
lingen aan de Rechterzijde bespeurde.
„Elke groep Rechts bestaat uit twee
deelen" luidde hel antwoord, „de conser
vatieven en de minder conservatieven.
Welnu, die zullen elkander loeren ver
staan, mits niet over en weer met stelsels
tegenover elkaar wordt opgetreden. De
liberalen maken onderling van allerlei za
ken een dwingend stelsel en kunnen daar
door niet tol overeenstemming komen. De
Christenen zijn èn conservatief èn demo
cratisch, en het belijden van gemeenschap
pelijke beginselen voerl tol hel vinden van
het rechte pad. Als Christenen b.v. zien
wij in alle menschen broeders mei één
ader, één Heer. Dit moet lijden tot toe
nadering, en tevens tot handhaving van
het gezag. Ook in de groep, waartoe ik
behoor, kan men evolutie in de denkbeel
den op velerlei punten waarnemen. Maar
daarvoor is natuurlijk tijd noodig; hel moet
geleidelijk gaan, en niet doordat men, op
gezag als 't ware, een bepaald stelsel heeft
te accepteeren".
„De gemeenschappelijke grondslag,
waarop de christelijke parlijen slaan, acht
u dus deugdelijk?"
„Ja, deugdelijk en hecht. In katholieke
bladen vind ik, wat de sociale aangele
genheden betreft, in hoofdzaak hetzelfde
als in onze organen. Het „Kalh. Sociaal
M eekblad" lees ik meestal met bijzondere
instemming. Hol beval uitnemende arti
kelen. En met de le,er van een Cathrein
en andere katholieke schrijvers kunnen wij
veelal medegaan. De katholieken hebben
bovendien hun organisatie op ons voor,
en zij zullen daardoor grooter kracht kun
nen ontwikkelen".
M at de sociale wetgeving betreft, sprak
de heer Lobman zich met nadruk uit vooi-
de richting, waarin de door deze regee
ring ingediende wetsontwerpen zich be
wegen.
Terloops werd daarbij nog even gerept
van de bekende bezwaren des heeren
Fabius.
„Prof. Fabius gaat te veel uit van een
stelsel, zonder rekening te houden met de
voortdurende maatschappelijke ontwikke
ling. Wij hebben nu met andere toestanden
te doen dan vijftig jaren geleden. Wij
moeten zoeken naar een regeling, waarin
de nieuwe verschijnselen passen".
Het anti-papisme ziet de heer Lohman
gaandeweg van ons staatkundig erf ver
dwijnen.
„Niemand heefl daartoe zooveel bijge
dragen", zeide hij, „als wijlen dr. Schaep
man, die op politiek gebied altijd een zui
ver standpunt innam".
Ik wenschte gaarne hel oordeel van
den Christ.-hist, leider te vernemen over
de corypheeën der linkerzijdede heeren
Borgesius, Drucker, o. a. M ie van hen,
vroeg ik, is eigenlijk leider?
„Voorloopig zal de heer Goeman Bor
gesius wel de aanvoerder blijven", kreeg
ik tot bescheid. „Men weet wel niet wat
hij wil en er is weinig vastheid in zijn
optreden. Maar dil 'is vermoedelijk liet
meest in overeenstemming mei de positie
der Linkerzijde. M al den heer Drucker be
treft, deze is ongetwijfeld een scherpzin
nig en eerlijk Kamerlid, maar een leidend
staatsman heefl hij zich tot dusver niet
getoond, allerminst bij de stakingen. Meer
vastheid van overtuiging dan bij Mr. Goe
man Borgesius vindt men bij den lieer M'.
H. de Beaufort".
„Maar hij heeft slechts een klein deel
der Linkerzijde naasl zich. M at zou er dus
naar uwe meening geschieden, wanneer de
liberalen en hunne bondgenoolen wederom
de meerderheid veroverden?"
De heer Lohman glimlachte.
„Aan een beantwoording van die vraag
durf ik mij niet wagen", zeide hij. „Zo is
niet te beantwoorden; we zouden voor een
chaos komen te staan. Dal wil ik echter
wel verklaren, dat, nu van de overzijde de
schoolstrijd wederom op den voorgrond is
geplaatst, zulks zeker zou nawerken, indien
de meerderheid voor ons verloren mocht
gaan. M'ij zouden niet kunnen rusten, voor
aleer wij in dien strijd hadden verworven
wat ons recht is".
„Maar zal de aanneming van de onder-
wijsnovelle niet ten gevolge hebben, dat de
Linkerzijde den schoolstrijd voortzet
„Dat geloof ik niet. De onderwijs-quaes-
tie zal dan voor langen lijd van de baan
zijn, want men zal een ojilossing hebben
verkregen, welke niemand onderdrukt. En
daardoor zal ons land gevrijwaard worden
van toestanden als Frankrijk ons te aan
schouwen geeft. Onze geheele schoolstrijd
beoogt niets anders dan de zegepraal van
hel, beginsel, om op geestelijk gebied aan
iedereen de meest volkomen vrijheid te
verzekeren".
„Zou daaitoe ook met de gematigde
liberalen zijn samen te werken?"
„Zulk een samenwerking is, voorloopig
althans, niet mogelijk. Hun intransigente
houding op onderwijs gebied bewijst het".
Met betrekking tot het kiesrecht was de
heer Lohman van oordeel, dat dit vraag
stuk thans niet op den voorgrond moest
worden gebracht, omdat daardoor goede
maatregelen, die voor de deur staan, zou
den verschoven worden.
„Maar vinden die maatregelen in het
Parlement-zelf geen vertraging?"
,,U bedoelt misschien den grooten om
vang der debatten?"
Ja, en de neiging, welke zich steeds
meer openbaart, om interpellaties te hou
den. Bestaat niet de vrees, dat op die wijze
veel lijd zal verloren gaan?"
„Ik geloof inderdaad, dat er op den duur
belangrijke veranderingen zullen moeien
komen in het reglement van orde. M'ij
loopen gevaar al onzen tijd te verpraten.
Nu is het waar, dat tegenwoordig de wel
len zich meer dan vroeger met de maat
schappelijke toestanden bemoeien en daar
deze gecompliceerd zijn, worden ook de
wetten gecompliceerd, zoodat zij tot veler
lei opmerkingen aanleiding gaven. Maar dit
is toch niet de voornaamste reden van de
zich telkens openbarende breedsprakig
heid. De groote fout schuilt hierin, dat men
de openbare zittingen der Kamer be
schouwt als een meeting van partijen, in
plaats van als een lichaam tegenover de
regeering. Verbetering zal hierin wellicht
aan le brengen zijn door het afsnijden
van de icplieken en het beperken van de
uren voor interpellaties bestemd, gelijk in
Engeland geschiedt".
De gedachte aan de schaduwzijde van
het parlementaire stelsel deed mij als laat
ste vraag stellenhoe de heer Lohman
over het Referendum oordeelde?
„Als middel voor de Kroon om zich per
soonlijk op de hoogte te stellen van de
opinie des volks lijkt mij het Referendum
zeer geschikt", luidde hel bescheid. „De
kiezers missen Ihans veelal de gelegen
heid om zich uit te spreken over hun
eigen zaak".
Met dit antwoord werd het interview
besloten.
CHRISTEN-DEMOCRATEN.
Maandag j.l. werd te Amsterdam een
vergadering gehouden der Christen-Demo
craten, onder leiding van den heer Staal
man. Op die vergadering is de volgende
beginselverklaring vastgesleld
De Christen-demokraten belijden de
opperhoogheid van God Almachtig ook in
den Slaat en in zijn rec.hl en wenschen
zich le onderwerpen aan Zijn volstrekl
gezag en aan Zijn alles beheerschenden
heiligen wil.
Riohtsnoer voor hunne staatkundige ge
dragslijn is alzoo niet alleen het verstand,
de rede, het geweten, maar ook, en in
de allereerste plaats, (lat wat God in Zijn
Woord heeft geopenbaard als Zijn wil ook
voor 't volksleven.
Zij eerbiedigen de Overheid als Gods
dienaresse en vragen rechtmatigen invloed
van het volk, in al zijn rangen en standen,
op de wetgeving des lands.
Zij verwerpen de klasseheerschappij,
zoowel die eener revolutionaire democratie
als die eener revolutionaire aristocratie,
en vragen van de Overheid gelijke bescher
ming der rechten en vrijheden van alle
Staatsburgers mei krachtigen steun voor
het zwakke en hulpbehoevende, zoowel op
geestelijk als op maatschappelijk terrein.
Eenerzijds erkennende dat (le huidige
economische grondslagen onzer samenle
ving hebben geleid tot zeer ernstige criliek,
achten zij anderzijds liet sociaal econo
misch vraagstuk niet lot voldoende lijp
heid gekomen en zich thans niet bevoegd
in beginsel uitspraak te doen over wijziging
van die grondslagen.
In dit verband verklaren zij zich tegen
iedere prediking van den klasseslrijd, en
tegen klassebevoorreebting, verlangen
knotting van de macht van een zondig ka-
pitalisme en, waar mogelijk, wegneming
van de maatschappelijke oorzaken eener
wreede ongelijkheid, mede door verbetering
der ontwikkelingsvoorwaarden voor de eco
nomisch minder bedeelden.
Overwegende intusschen hoe de ervaring
heeft geleerd dat de algemeen Christelij
ke belijdenis meer en meer wordt misbruikt
om te dekken een onchristelijke politiek,
zoo verlangen (le Christen-Demokraten van
hunne candidaten volledige instemming
mei hun program van actie en verklaren
zij voorls in beginsel, bij voorkeur die
staatkundige richting en candidaten le
zullen steunen welke in de practise h e
politiek het meest aan de eischen van
dat program beantwoorden.
M'oensdagavond vergaderde (1e nieuwe
parlij, eveneens te Amsterdam, ten einde
le beraadslagen over hel program van ac-
lie. De vergadering werd ook bijgewoond
door verschillende anti-revolutionairen en
socialisten en was van het begin tol het
eind zeer rumoerig, vooral omdat de in
leider, de heer A. I'. Staalman, debat had
verboden.
Spreker besprak allereerst uitvoerig den
uittocht van (ie nieuwe partij uit die der
anti revolutionairen. Vooral was deze hier
aan te wijten, dal door de laatsten geen
haast wordt gemaakt met de uitbreiding
van het kiesrecht.
Verder verhaalde sjir. het gebeurde op
de Deputaten-vergadering, waar het kies
recht-voorstel der Heldersche kiesvereeni-
ging werd verworpen, hetgeen de naaste
aanleiding was voor hun uitlreden.
Ten slotte werd een program van actie
voorgesteld, waarop voorkomen
lo. invoering van gezinshoofdenkies
recht.
2o. Invoering van een arbeidscontract,
waarin fekening wordt gehouden met de
rechten der arbeiders. Naast contractueele
verplichtingen van wederzijdsche partijen
moeten beiden gewaarborgd zijn legen wil
lekeur der overheid.
3o. Vrijmaking en verheffing van hoo
ger, middelbaar en lager onderwijs waar
noodig met voldoenden rijkssteun en onder
deugdelijke waarborgen.
4o. Opheffing en bejierking van Zon-
dagsarbeid en waar dit onmogelijk is de
zorg voor een wekelijkschen rustdag
oo. Opheffing van het verbod van on-
vnderRl "'T u' VaderschaP> dat alle
adellijke plichten aan den verwekker van
hel buitenechtelijk kind worden ojigelegd
6o Bestrijding van de drankzucht, van
onzedelijke literatuur en illustraties
'o Afschaffing der Staatsloterij met
8o. Vermindering der militaire uitga
ven met invoering van practische legerher-
•ormingen en handhaving van een gezonde
ijgstucht en bescherming van den mili-
q gu" onrecht der overheid,
.to. Hervormingen der vermogensbelas-
ng met rationeele progressie; verhooging
de successierechten; enkel verhooging
Ier, af £n™errechl voor weelde-artike
geslacht Va" den accÜns °P het
lOo. Voor Indië: bestrijding van opium-
en alcoholgebruik: afschaffing vaTTn
koehehandel; vaststelling van de rechtspo
sitie der ïnlandsche christenen
Ho. Verplichte verzekering der arbei
ders tegen ziekte, invaliditeit en ouderdom
op het zestigste jaar. De bijdrage der ar
beiders, zoo die noodig is, zal daarbij zeer
klein moeten zijn.
HET SOCIALISTEN CONGRES
heeft gedurende de Paaschdagen te 's Gra
"eer H6 Cak.8^ 0nder leidi"g van den
Naar aanleiding van het jaarverslag
ZlT partijgenooten verschillende
klachten geuit en aanmerkingen gemaakt
op het partijbestuur. b gemaakt
Mr. Troelstra beantwoordde deze met de
opmerking, dat wie niet mee wil, maar
liever heen moet gaan. Daartegenover
waarschuwde de heer Schaper tegen een
„Russische Cadaver discipline".
Git het tlnantieel verslag bleek, dat de
partij een schuld heeft van ruim f 8000
tegen over ruin, f3000 - inkomsten.
Ue Utrechtsehe quaestie Utrecht II
wenscht zich niet te onderwerpen aan bet
besluit om Oudegeest te candideeren
nam heel wat tijd in beslag en werd be
ëindigd met roijeering dier afdeelin»
De rede van mr. Troelstra was natuur
lijk gericht allereerst tegen het Ministerie
uat de arbeiders verdrukt
hliPl SOcia!ifen zul'e" den klassenstrijd
blijven prediken en probeeren invloed te
krijgen op de kerkelijke arbeiders.
„Wij zullen de kerkelijke arbeiders, de
duiven, die door Kuyper worden gemolken
onder zijn schijnheilige klauwen vandaan
halen en ze tot valken maken, die hem en
zijn partij de valsche oogen uitpikken (luid
applaus). Niet wij zijn bet, die de arbei
ders lijmen, de andere partijen zijn het
him de 't-fbrUiken' v
lijm de arbeiders met langer vasthoudt
vliegen ze allen naar ons toe. (Applaus
k de liberalen kregen er van langs.
Volgens den heer Troelstra kunnen alleen
de socialisten ons volk verder brengen Bij
L)» verkiezingen moet het socialisme niet
achterbaks gehouden worden. Over de ver
MrZMend F** "end ^^eld en
De heer T0r?e!irde t6g8n Mr' Troelstra.
heer Trne] T de z0 de van den
üeer troelstra en meende, wij kunnen on
dien'wE Z8lfS °P ,l<1" duivel Ktera'""n, in
dien w,j er maar sociaal-democratische mo
tieven voor hebben.
der°t u1SCTe 6indigde met het aannemen
der volgende motie:
„Het congres, overwegende dat de ar
beidersklasse voor haar maatschappelijk
belang den politieke,, strijd vast en daarbij
eendrachtig moet strijden
overwegende dat daaróm, tegenover de
antithese der Christelijke partijen door de
van kapitaal en arbeu, moet woiden gesteld
overwegende echter dat het blanco-arti
kel geen voldoende waarde biedt voor de
rSarL S"indheitI d6r Candïdaten'
bij de herstemmingen alleen die can
vóór do ZUlle'-' SteUnen' die zich verklaren
Dhr Tl1,86""? a'gemee» kiesrecht.
j lak werJ bij acclamatie tot Hoofd
redacteur van „bet Molk" herkozen nadat
Mr Troelstra en Mr. Mendels geweigerd
;'ddfil1 ,tefnov'e'' ken de candidatuur voor
hoofdredacteur te aanvaarden
Dhr. Sannes uit Middelburg werd gekozen
w de commissie voor beslechting van ge
schillen tusschen de redactie van het partij,
orgaan en inzenders.
fi H6SCm eJrming en Export. No
6 der blaadjes van de Tariefver-
dTrT g, "I gewijd aan ''et betoog,
dat rationeel toegepaste bescherming en
stelling hMd 3an hfnd gaan e" d*t Te
duur m t Z°U óndust™eie bescherming
duur maken en daardoor den export be-
fic°tié Jiten' behoudens enkele gevallen, een
Het betoog vangt aan met de bewe
ring, dat de vrijhandelaars zonder nader
bewijs aannemen, dat de prijs van een
artikel altijd wordt verhoogd door de hef-
nng van een invoerrecht.
Die verhooging nu wordt, voorde meeste
industneele artikelen juist door vele voor
standers van invoerrechten betwist De
groote protectionisten als Fr. List en h!