lelburg. Co, Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche in Zeeland ■Rijwielen, No. 49. Donderdag 27 April 1905. Eerste Jaargang. >E KRUI8" Delft H 2. NT T 11 FEUILLETON^ Zierikzee, l\ >E VALK, EGoes. O -4 O TO TO PI PI in, Lier MEI. Verschijnt eiken A1AANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. ÖOSTERBAAN LE COINTRE, o G O E S. Bij dit Nommer behoort een Bijvoegsel. Brieven van een Oud-Journalist. Hereenigd. n$ i aangesloten Antirev. ure, is toegankelijk lomsch Kath. worden Kamer, te spreken [mkelijk voor iedereen, der Tweede Kamer, Vamen [LEMAN, Secr. uit Middelburg des flelburg des namiddags p ileal f 1.500.000. Iioke, C. D. Reich Jr., Westerwottdt. Rohlinq, IK. z e en merken. Rijwielhersteller, OOP: Droge en aange- |artikelen, Zuivere Zeep en andere Kassabon. alle eischen voldoende en, probeer dan eens de den, en ik ben zeker dat BAT. dt door elke richting met iatst dus in de kamer een Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 -.05 Drukkers-Uitgevers: Adverfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Orootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. XI. De omstandigheden ik erken 't gaarne leiden er toeedoch t o u j o u r s p c r d r i x, altijd hetzelfde gerecht, tel kens verkiezingsartikelen, men kan van het goede oek te veel krijgen. Daarenboven zijn wij van den stembus dag ver geimreg af, dat de geachte redacteur van dit blad, naar mijne bescheiden mee ning, mij wel veroorloven kan, ter afwis seling een ander onderwerp te bespreken. Het heeft mijne aandacht getrokken, dat er in dit katholiek orgaan tot heden geen melding werd gemaakt van eene vergade ring of werkzaamheid van den Boerenbond in deze of geene gemeente, zelfs van Z. Beveland. Ik kan mij, geachte redacteur, natuur lijk op zoo'n verren afstand, uit onbe kendheid met de plaatselijke toestanden vergissen, als ik er de gevolgtrekking uit maak, dat voormelde hoogst nuttige en weldadige sociale instelling in uwe om geving niet genoeg gekend en gewaardeerd wordt En dit heeft mij bewogen, het nut der Boerenbonden in 'tlicht te stellen. De boeren klagen altijd, wordt gezegd. Dit klagen laat zich gereedelijk hierdoor verklaren, dat hunne verschillende land bouwgewassen of veldvruchten terzelfder- tijd verschillende weergesteldheid behoe ven, de eene soort regen, de andere droogte. Eene behoefte, waaraan de Schep per nu eenmaal gemeend heeft, niet tege moet te moeten komen. J) Er is een Boerenleenbank te Hein- kenszand, waarbij zich landbouwers van 'sHeerenhoek hebben aangesloten Red. 2) Hier is het de plaats om den lezer mede te deelen, dat de geheime politiedienaar Gryce niet, zooals gewoonlijk, een mager en tanig persoon was met vorschende oogen, die schijnen te willen doordringen tot in 't binnenste van uw ziel. Neen, de heer Gryce was een gezet en welgedaan man, wiens blikken u volstrekt niet door boorden, ja zelfs zelden op den persoon, met wien hij sprak, gericht waren. Zoo zij al ergens op rustten was het op een of ander voorwerp in de nabijheideen bank, een ornament, een inktkoker of een knoop van uw jas. Deze voorwerpen scheen hij in 't vertrouwen te nemen en ze deelge- nooten te maken zijner gevolgtrekkingen; maar u, al waart ge de toren van Trinity Church, scheen hij in 't geheel niet te zien. Op het bewuste oogenblik dan, was, gelijk ik heb gezegd, de aandacht des hee- ren Gryce geheel gewijd aan den deurknop. ,,'tZiet er treurig uit, herhaalde ik. Zijn blik verplaatste zich naar den ondersten knoop van zijn vest. „Laten wij gaan", zeide hij, „de kust is thans veilig". Met deze woorden ging hij mij voor, de trap op, doch toen wij bijna boven waren hield hij even stil en ging voort: Het is niet mijn gewoonte om veel te spreken omtrent de geheimen aan mijn vak verbonden, mijnheer Raymond, maar in deze zaak hangt er alles van af om bij En niet verder kijkende dan hun neus lang is, ik wil zeggen, slechts denkende aan hun oogst, hebben zij te lang over 't hoofd gezien, dat er in hun stand en maatschappelijke verhoudingen toestanden zijn, waarover zij veel meer en voort durend redenen tot klagen hebben. Toe standen, die te verbeteren zijn, wanneer zij de spreuk in praktijk brengen: Help u zeiven en God zal u helpen. Niet, dat de boer dit individueel, alleen staande of optredende vermag. Maar bedenkende, dat eendracht maakt macht, behoort hij daar toe samen te werken met zijn standge- nooten. Die toestanden en maatschappelijke ver houdingen, voor een groot deel eigenlijk misstanden en wanvez-houdingen, zijn van dien aard, dat m. i. geen klasse in onze maatschappij meer noodig heeft de ver maning van Paus Leo XIII: Vereenigt u, op te volgen dan de landbouwerstand. Eu voor zoover ik den gang van zaken in het vereenigingsleven heb kunnen nagaan, komt het mij voor, dat naast de werk mansklasse de boerenstand daarvan het spoedigst en de meeste vruchten zal binnenhalen. Ik zou haast durven zeggen gemakkelijker ook, met heel zvat minder haken en oogen dan de arbeidersklasse, omdat de boer onafhankelijker en dus zelfstandiger is, of beter gezegd, zijn kan. Ik kan mij niet voorstellen, dat een strook water zoo'n verschil kan veroor zaken met de belangen en nooden, mis standen en wanverhoudingen, zooals die elders, zoowel in ons land als andere landen, onder de landbouwersklasse be staan en worden gevoeld en betreurd. Wel zou ik kunnen aannemen, dat de onstentenis van een katholiek blad voor de Zeeuwsche eilanden oorzaak is geweest, dat de Boerenbond bij velen uwer katho lieke boeren onbekend was en onbemind. Anders zou het feit, dat deze maatschap pelijke instelling in ons land zoowel als het juiste punt van uitgang te beginnen. Wij hebben hier niet te doen met een ge wonen schurk, er is hier met groot over leg en met onmiskenbaar talent gehandeld, en het kan soms gebeuren, dat iemand, die volstrekt niet in het vak ervaren is, op een gedachte komt, die zelfs den meest geoefende zal ontsnappen. Indien in dit geval iets dergelijks mocht plaats hebben denk er dan aan, dat ik uw man ben. Vertel volstrekt niets aan dezen of genen, maar wendt u dadelijk tot mij. Want ik verzeker u, dat dit geen gewone zaak is, ja, ik zeg u, het is een zaak zooals ze weinig voorkomen. En nu, laten wij binnengaan. „Maar de dames?" „De dames zijn boven op haar kamer; ze zijn natuurlijk zeer ontsteld en bedroefd, maar houden zich naar ik vernomen heb, bijzonder goed en zijn tamelijk getroost onder de omstandigheden". Met deze woor den opende hij de deur en wenkte mij om binnen te gaan. Aanvankelijk kon ik weinig zien, maar allengs aan het duister gewennend, be merkte ik, dat wij in de bibliotheek waren. „Hier heeft men hem gevonden; in deze kamer en juist op deze plek", zeide hij, een stap vooruit tredende en de hand op het eene eind van een Iangé-met wasdoek overtrokken tafel leggende, die midden in de kamer stond. „Gij kunt u zelf over tuigen, dat de tafel vlak tegenover de deur staat", en daarbij ging hij naar een tamelijk nauwen doorgang, die uitkwam in de ka mer daarachter. „Daar de vermoorde gevonden is, zit tende in zijn stoel en dus met den rug naar den doorgang, moet de moordenaar in andere landen zoo breede uitbreiding heeft verkregen, wel de aandacht hebben getrokken en tot navolging gewekt; het feit osk, dat de leden der bestaande Boerenbonden zoo eenstemmig luide dezer noodzakelijkheid en profijten verkondigden. Ik vergeet niet, dat ons land eene Maat schappij van Landbouw met afdeelingen rijk is. Ik wil ook niet betwisten, dat die Maatschappij eenig goeds voor den boeren stand en den landbouw heeft uitgewerkt. Maar ik weet ook, dat zij voor 20 percent uit heeren bestaat, die de lakens uitdeelen. En niet ten onrechte meen ik, wordt gezegd, dat zij voor een niet onaanzienlijk deel, door tentoonstellingen als anderszins, parade maakt, waarbij die heeren-le4en dan in 't zonnige komen te staan. Ieder moet zijn eigen huis beredderen, en 'tis nu eenmaal een eisch van onzen tijd, dat de verschillende volksklassen voor eigen belangen opkomen en deze behar tigen en bevorderen. De Boerenstand be hoort dat ook te doen, wil hij niet in de sociale beweging van onzen tijd, achter gesteld, zoo niet geheel vergeten worden. Elders in ons land en ook, naar ik in uw courant las, aan gene zijde van uw Oosijer- Schelde, hebben de boeren dat begrepen en zich daartoe vereenigd in een Boeren bond. Zoo bijv. is de behoefte aan eene land- bouwwetgeving en eene Ministerie van Landbouw reeds lang gevoeld en dringt zij zich steeds sterker op. En elke boer, die een weinig nadenkt, zal met den socioloog B i e d e r 1 a c k in stemmen, dat daarnaast eene goede belas tingwetgeving, beperking van verpandbapr- heid van den eigendom, bescherming van den inlandschen graanbouw en veeteelt, enz., niet uitblijven mogen in 't belang van den landbouwerstand. Wie weet, hoe lang deze zaken nog een vrome wensch zullen blijven, indien de boeren niet zelf standig en in vereeniging, in Boerenbond, daar door zijn gekomen, om het schot te kunnen lossen en moet hij, laat ons zeggen hier, hebben stil gestaan". En de heer Gryce zette met fermen stap zijn voet op een bepaalde plaats van het karpet, ongeveer een el van den doorgang. „Maar..." waagde ik hier tegen in te brengen. „Er kan volstrekt geen sprake zijn van maar", verzekerde hij. „Wij hebben de gelegenheid met de uiterste nauw keurigheid opgenomen". En zonder ver dere uitweiding noodig te achten, keerde hij zich om en geleidde hij mij naar den doorgang. „Wijnkelder, kleerkast, gemak- en waschkamer, linnenkast", somde hij op, terwijl hij die gelegenheid één voor één aanwees en eindigde met „mijnheer Lea venworth's slaapvertrek", waarop hij de deur opende en ik het vertrek in al zijn sierlijkheden te aanschouwen kreeg. Mijnheer Leavensworth's slaapvertrek I Hier bevond zich dus dat iets, dat met bloed bevlekte iets, dat gisteren nog een levend wezen was. Ik naderde het bed en sloeg de hand aan de zware gordijnen, doch mijnheer Gryce was mij voor, deed ze open en toonde mij het op 't kussen rustend gelaat, dat er zoo kalm en na tuurlijk uitzag, dat ik onwillekeurig terug deinsde. „Zijn dood was te plotseling om de spieren van 't gelaat te doen vertrekken", zeide hij, het hoofd een weinig om draaiende, zoodat een bloedige wond te zien kwam aan den achterkant van den achterschedel. „Een kogel op deze plaats geraakt zendt iemand naar de andere we reld, zonder dat hij er veel van bemerkt. De dokter zal verzekeren, dat het schot daarvoor optreden? Daar is bij de Tweede Kamer een wets ontwerp ingediend tot instelling van Land bouwraden. Dat ontwerp is door verschil lende afdeelingen van den Boerenbond in studie genomen geweest. De bezwaren, die tegen verschillende bepalingen zijn opgeworpen en de ge- wenschte veranderingen zijn door het Cen traal Bestuur van de Boerenbonden per adres bij de Regeering en Kamer ter ken nis gebracht. Daar is beweerd, en ik acht het ook zeer mogelijk, dat die adressen de Regeering bewogen hebben, eenige wij zigingen in het ontwerp aan te brengen. Maar dit is zeker, dat de Kamer met die adressen rekening houden zal, want al is de politiek in den Boerenbond niet toegelaten, zijn leden leggen bij verkiezin gen een zwaar gewicht in de schaal. Heusch, ik begrijp dan ook niet, dat uwe landbouwers bij dat wetsontwerp lijdelijk toezien en over eene wettelijke instelling, waarbij hunne belangen, hun wel en wee voor zoo'n voornaam deel zijn betrokken, niet een woord willen meespreken. Maar wellicht zijn zij daarvoor niet of niet ge- noegzamen getale vereenigd en weten dien tengevolge van het heele wetsontwerp geen hoef of baf. En daarom voeg ik hier aanstonds bij, dat een Boerenbond voor zijn leden ook een leerschool is in vele dingen, zijn be drijf zoowel als zijn standsbelangen ra kende, waar zij ook elkander kunnen voor lichten. Ook een boer is nooit te oud om te leeren. Denk eens aan het pacht- contract en de wijze, waarop dat in ons Burg. Wetboek is geregeld. Hoeveel jaren lang reeds wordt algemeen erkend, dat die regeling hoogst gebrekkig is, dat zij niet kan beletten, dat de boer-pachter het slachtoffer wordt van de ergelijke mis bruiken en grove knevelarijen, wordt uit gebuit door rentmeesters, zaakwaarnemers en hoe de tusschenpersonen verder heeten onmogelijk door den persoon zelf kan zijn gelost. Het is een moord met voorbe dachten rade". Geheel ontdaan, wendde ik mij haastig om, toen mijne aandacht werd getrokken door een deur in den zijmuur achter mij, die uitgang gaf naar de gang. Dit bleek de eenige uitgang te zijn, waardoor men de kamer kon verlaten, behalve de door gang door welken wij waren binnenge komen; ik dacht er dus over na of de moordenaar hier langs gegaan was om zich vervolgens naar de bibliotheek te be geven. Doch de heer Gryce, die klaar blijkelijk mijn kijken naar de deur had opgemerkt, gaf mij, hoewel zijn oogen op den kandelaar gericht waren, haastig te kennen, als in antwoord op de vragende uitdrukking op mijn gelaat: „Van binnen gesloten gevonden; hijkan daar door zijn gekomen, maar 'tis ook mogelijk van niet; dat is voor alsnog niet uit te maken". Daar ik nu bemerkte, dat het bed nog onbeslapen was, maakt ik hem hierop op merkzaam, er bijvoegende, dat de ver moordde zich dien nacht niet ter ruste had begeven. „Neen, het drama moet tien uur geleden afgespeeld zijntijd genoeg voor den moor denaar om den toestand goed te overzien en alle kansen te berekenen". De moordenaar? Wien verdenkt gij? fluisterde ik. „Iedereen en niemand", zeide hij, ter wijl hij met ingespannen aandacht op den ring aan mijn linkerhand staarde. En tevens deed hij het gordijn weer dicht en ging mij voor om de kamer te ver laten. mogen I 2) Dat die misbruiken en misstanden ook in uwe provincie bestaan, ik ben het gaan vermoeden na kennismaking met het boekje „Het Pachtcontract" van uw mede provinciaal, notaris van Dalsum, het welk, zooals ik u onlangs schreef, een vriend mij ter lezing heeft gegeven. Ik zou dat merkwaardig boekje in handen van alle landbouwers wensch en te zien. Niet alleen van pachtboeren, maar ook van bóeren-eigenaars, wier zonen, willen zij een eigen huishouden opzetten, allicht evenveel belang hebben bij eene verbeterde regeling van het pachtcontract. 3) Welnu al die jaren, ondanks het luide klagen van dezen en het stille zuchten van genen, is die verbetering tot heden een vrome wensch gebleven. Ik kan mij niet herin neren, of de Maatschappij van Landbouw daarvoor ooit een vinger heeft vervoerd. De Christelijke Boerenbonden met hunne afdeelingen hebben er zich nu voor ge spannen, zoodat die wensch binnen een niet te lang tijdsverloop wel werkelijkheid worden zal. Trouwens onze kranige en zeer werkzame Minister van Justitie, L o e f f, heeft daarvoor zijn woord gege ven, en bij minis terieël leven en welzijn zal hij zijn woord wis en zeker inlossen. Hiervoor spreekt zijn bijna vierjarige ministerieële loopbaan borgEdoch, ik 2) Het zal wel niet de bedoeling zijn van den Oud-Journalist, al die tusschen personen over één kam te scheeren'. Ons althans zijn rentmeesters bekend, die voor den pachter inderdaad een steun en hulp, bemiddelaar en voorspreker zijn bij hunne eigenaren. Evenals wij eigenaars kennen, die hun pachters vooruit helpen. Wij mee- nen te mogen getuigen, dat de toestanden voor de pachters in onze omgeving zich gunstig onderscheiden bij die van andere streken onzes lands en onzer provincie. s) Van Dalsum's brochure HetPacht- contract vonden wjj onlangs gunstig geresenseerd in het „Katholiek Sociaal Weekblad,". Red. Het verhoor zou thans een aanvang nemen en ik gewoelde groote begeerte om daarbij tegenwoordig te zijn; ik ver zocht dus den heer Gryce, de dames het bericht te brengen, dat mijn collega uit de stad was, doch dat ik was gekomen ten einde haar naar mijn beste krachten bij te staan. Hierna begaf ik mij naar be neden, naar het ruime spreekvertrek, waar ik reeds een aantal personen van allerlei slag bijeen vond. II. Het verhoor. Gedurende eenige minuten was ik als verblind door den plotselingen stroom van licht, die met volle kracht door al de vensters viel, maar zoodra ik de ver schillende aangezichten meer van nabij begon waar te nemen, voelde ik een der gelijke gewaarwording als ik eenige jaren te voren had ondervonden na het gebruik van een groote dosis ether. Terwijl het. mij destijds scheen als leefde ik op hetzelfde oogenblik twee levens tegelijk, op twee verschillende planeten, elk met zijn ver schillende voorvallen en gebeurtenissen, zoo scheen ook nu mijn denkkracht zich te verdeelen langs verschillende gedachten- gangen; het prachtig gemeubelde huis, te aantrekkelijker door verschillende her inneringen aan den nog gisteren gezellig doorleefden dag, zooals b. v. de open staande piano, waarop de muziek werd vastgehouden door een fraai gesneden waaier, boeide mijn aandacht evenzeer als de beschouwing van de bonte menigte onbekende en ongeduldige menschen ron dom mij. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1