De Burgemeester van Goes en Heyermans' „Allerzielen". BUITENLAND. BINNENLAND. Van onze Eilanden. zaak een strijd geworden van Christendom tegen volslagen ongeloof. Van de twee groote legers, die daarbij tegenover elkan der staan heft het een den standaard van den persoonlijken God en van Diens Open baring, voert daarentegen het andere de banier der rechtstreeksche of zijdelingsche godloochening. Wèl zijn er in het anti christelijk leger, die nog prijkend met een of ander stuk galon der oude christelijke uniform, den christen-naam ook voor zich nog durven opeischen, die zich ontstemd en zelfs beleedigd gevoelen door wie hen „anti-christelijk" noemen. (Adres aan de „Goesclie Courant" Red.) Maar het kan niet worden ontkend, en er ligt geenerlei bitterheid in indien wij hel uitspreken dat hunne weigering om zich voor den levenden God en voor Diens heerschappij over al ons denken en willen eerbiedig neer te buigen, hunne weigering om met Thomas den Apostel Jezus van Naza reth aanbiddend te huldigen in een „Mijn Heer en mijn God 1" hen in waarheid maakt, wat zij niet wenschen te heeten. Wat zij van ons niet willen hooren, dat zullen zij in gemoede zich zeiven even rondborstig moeten bekennen, als David Friedrich Strauss dat reeds deed toen hij voor zich en zijn geestverwanten de vraag: „zijn wij nog christenen?" kort weg met „neen" beantwoordde". „Zij nu, aan wie eenzelfde rondborstig heid zou voegen, zijn in onze dagen zóó talrijk, dat wij, zonder eenige overdrijving van een volslagen wedergeboorte des hei- dendoms mogen spreken. Ook al worden thans in de circussen geen kreten gehoord als oudtijds, die „de christenen voor de leeuwen" vergden; al zijn velen onzer moderne niet-christenen niet slechts ge leerde, maar ook zacht en in menig op- zich edelvoelende menschen; mannen met wie maatschappelijk vrijwel te leven is, mannen van het voornaam verdraag zaam Petronius-type uit Sienckewiecz' „Quo vadis",toch, wie beseft, waar het in een strijd van christendom tegen heiden dom wezenlijk om gaat, wie de daarbij op het spel staande hoogste goederen, de „genade en waarheid" van onzen Heer en Zaligmaker Jezus Christus, ook het hoogst te schatten weet, die acht de da gen van Nero en Diocletiaan in een mo derne gedaante voor ons teruggekeerd". Daarom op ten strijde tegen het onge loof. Kiezers, geeft hier uw stem aan Lo h m anl Zoo wordt het ons een voorrecht te leven in dezen tijd van hevig gisten alom. Een voorrecht vooraan te staan in de ge lederen van het leger, dat nu en in de komende dagen, de hoogste idealen te verdedigen heeft. Een voorrecht en een gelukt Want wij weten immers, dat, als wij maar willen, we op den duur overwin nen moeten. Want wanneer de philosophie- en van dezen tijd zullen zijn weggeduwd door andere, wanneer alle theorieën, die nu als schoone leuzen de massa's op moeten zweepen, zullen zijn vervlogen, zal het Christendom nog staan! Wanneer de „h e r" vormers onzer dagen „v e r" vormerswanneer vele volks-1 e i- ders volks„mis"leiders zullen zijn gebleken, die maar beloofden, wat ze nooit konden houden, zal het erkend worden, dat het christendom nooit zijn woord brak Wanneer, wie weet na welke beroeringen, de maatschappij eindelijk zal inzien, dat het geluk niet uitsluitend in stoffelijke welvaart gevonden wordt, en zich teleur gesteld zal afkeeren van hen, die dit iti hoogen moed beweerden, zal het Christen dom nog steeds met uitgestrekte armen gereed staan om allen te ontvangen, en hun de rust en den vrede schenken, die do kennis der Waarheid geeft. Wanneer de rijke, trotsche wetenschap onzer dagen eindelijk, teruggeschrikt voor eigen conse quentie en conclusie, uit zal zien naar een vasten, vertrouwbaren bodem om haar schatten over te brengen, en op te bouwen tot een grootsch monument, dan zal zij in de rots van Christus den hechten grondslag vinden, die tegen alle schud dingen bestand isl Wanneer de dampen der verwarring zul len zijn weggevaagd, zij het ook door een orkaan, dan zal de zon van den Goeden God, de brengster van alle leven en licht, weer de gehoele aarde beschijnen. Wan neer andere levensbeschouwingen logische consequentie op logische consequentien zullen hebben getrokken, uit hun valsch beginsel, tot zij op het laatst tot algeheele negatie werden door de ontwikkeling van hun eigen princiep, dan zal het Christen dom nog staan in de volle kracht van zijn bovennatuurlijk leven, in den vollen luister, dien het de ontvouwing en ontplooiing aller daarin levende en werkende krach ten schenkt. Wanneer de leugen van den valschen vooruitgang zal zijn ontmaskerd door do onverbiddelijke logica dor feiten, dan zal de wereld zien, wie meer deed voor den waren vooruitgang, het ongeloof of het Geloof! Dan zal hel blijken, dat tegenover do sloopendo reuzenkracht van het ongeloof een andere, hechter aaneen gesloten, opbouwende reuzenmacht over- stondhot Christendom, dat sterk in het geloof, en sterk in de belofte, en sterk in het vertrouwen, met zijn koninklijk- grootsche opvatting der menschelijke vrij heid en der Goddelijke Voorzienigheid, kon weerstand bieden niet alleen, maar schit terend kon overwinnen. - Want alle veld- teekens vergaan, maar de standaard, die nu reeds 1900 jaren alle andere over- sehittert en duizenden om zich zag ver dwijnen, de standaard des Kruizes blijft eeuwig stralen in de zon! De burgemeester van Goes heeft (1e op voering van het tooneelstuk „A lier- zielen" hier ter plaatse verboden. De vrijzinnige bladen van Middelburg en Goes zijn hierover niet te spreken en staan paf van verontwaardiging. Het oude argument doet weer opgeld nog nergens is door de opvoering de orde verstoord, ergo had de burgemeester geen recht het stuk te verbieden. Reeds vroeger hebben we opgemerkt, dat in deze redeneering den verkeerden raad ligt opgesloten: „Zoo verstoort dan de openbare orde!" De burgemeester heeft het recht de op voering van een tooneelstuk te verbieden op grond van art. 188 der Gemeentewet, welks 2e lid luidt „H ij (d e hurgemeeste r) waakt tegen het doen van met de open bare orde of z e d e 1 ij k h e i d s t r ij- di ge vertooningen". En prof. Oppenheim zegt, dat dit beduidt, dat de burgemeester het recht heeft dit wetsvoorschrift toe te passen, wanneer een tooneelstuk zijns inziens in strijd is met de openbare orde of zede lijkheid. Wanneer er dus in een tooneelstuk pas sages en tirades voorkomen, die naar het oordeel van den burgemecs- t e r aanleiding zouden kunnen geven, dat de openbare orde verstoord werd, dan is hij verplicht de opvoering te verbieden. Aan het oordeel dus van den burge meester is overgelaten wat al dan niet die openbare orde zou kunnen verstoren. En wanneer de burgemeester nu van meening is, dat door een tooneelstuk, waarin de „c h r i s t e 1 ij k e gevoe lens" worden gekwetst, de openbare orde zou kunnen in gevaar raken, is hij v o r- plicht art 188 toe te passen. Dit is nu hel verhand, gelegen tusschen hot verbod, gegrond op art. 188 en de ge laakte uitlating van den burgemeester, die den aanvrager zeide het stuk te verbieden als zijnde in strijd met de „christelijke gevoelens". Men ziet: zoo vervallen geheel de rede neeringen der genoemde vrijzinnige bla den, als zou de burgemeester zijn be voegdheid zijn te huiten gegaan. Integendeel, in deze zaak heeft de burge meester getoond, de juiste opvatting van zijn plicht goed te beseffen en wij Katho lieken brengen hem om zijn verbod war men dank. OORLOG. Naar aanleiding van den verjaardag van den dood van admiraal Makarof maken de bladen de opmerking, dat Rusland zijn nederlagen niet. alleen te wijten heeft aan het schandelijk verzuim van organisatie, maar ook aan de onbekwaamheid der aan voerders. Thans is, zoo schrijft de Nowosti, een laatste groote vloot, in de wateren van Oost-Azië verschenen, gereed om de fouten van het eskader van Port Arthur goed te maken. Laat ons die vloot alle succes toewenschen, maar niet vergelen, dat dit onze laatste poging ismislukt deze, dan wordt voortzelling van den oorlog vol strekt onmogelijk. Volgens den Washingtonschen corres pondent van de Daily Chronicle, zijn ver scheidene Amerikaansche zeeofficieren van meening, dat een zeeslag misschien zal uitblijven, wanneer Togo van meening mocht zijn dat hij de Russen beter kan laten begaan om Wladiwostok te bereiken. Daar zou zich dan de geschiedenis van Port-Arthur kunnen herhalen. Volgens oen bericht uit Tokio, legt de Japansche pers geen ongerustheid aan den dag over de komst van de Russische vloot. Maar wel vreest men, dat Frankrijk, Neder land of C'hina onbekwaam zullen zijn, om hun onzijdigheid ongeschonden te hand haven. Mocht dit blijken dan zou Japan genoodzaakt zijn, krachtdadig op eigen hand op le treden. RUSLAND. De Petersburgsche correspondent van de „Echo de Paris" meldt, dat de politie onder de Blauwe brug, hij het paleis van de keizerin-weduwe, waar zich ook de kanselarij van het keizerlijk kabinet be vindt en waar het minister-comité ver gadert, een kist mei dynamiet gevonden heeft. F R A N K R IJ K. Het eerste artikel der wet op de schei ding tusschen Kerk en Staat is met 422 tegen 45 stemmen aangenomen. Bij de be handeling van het tweede artikel kwamen meerdere sprekers aan het woord. De heer Paul Beauregard bewees ander maal zijn groote rechtskennis en zijne niet minder groote welsprekendheid. Hij ont kende den Staat het recht, om zich, gelijk hier geschiedt, aan de verplichtingen van een wettig aangegaan contract te onttrekken. Rapporteur Briand was van een ander gevoelen. Volgens hem is de Staat geens zins de schuldenaar van de Kerkheeft hij 't volste recht, om de bepalingen van een contract te breken naar willekeur. Naar verdienste geeselde de heer Beau regard opnieuw de beweringen van den rapporteur, die onder ineer ook gezegd had„indien de Kerk sterk is, zal zij onze wet overleven gij zult de Kerk niet dooden",, en onder de toejuichingen van rechterzijde en centrum ontzenuwde hij de drogredenen van Briand. Men verwacht, dat het wetsontwerp op de scheiding in de Franselie Kamer met 100 stemmen meerderheid zal worden aan genomen. ITALIË. Bij de behandeling van het beruchte Murri-proces voor het Hof te Turijn, heeft zich een eigenaardige kwestie voorgedaan, de vraag nl. welken rang de Kardinalen bekleeden voor de Italiaansche wet. De kwestie deed zich voor toen Kardi naal Svampa, Aartsbisschop van Bologna in dat proces gehoord moest worden. Het Openbaar Ministerie oordeelde, (lat volgens het recht een Kardinaal gelijk slaat met de prinsen en hoogere Staatspersonen. Met name heriep het zich op het decreet van 1868, dat hun den voorrang geeft boven de ridders van de Annonciade, de hoogste ridderorde in Italië. Het Hof heeft die meening geaccepteerd, overwegend, dat de Katholieke godsdienst volgens de grondwet, de godsdienst van den Staat is: de hoogwaardigheidbeklee- ders van de Kerk hebben dus ook den- zelfden titel voor den Staat. Gelijk wij reeds gemeld hebben, wissel de het Vaticaan onlangs zekere beleefd heden met het ('hineesrhe llof. Nu loopen er geruchten, en dat wel in Valicaansehe kringen, dat de vestiging van eene nunciatuur te Peking niet onmogelijk is, zoo het wetsontwerp op de scheiding tusschen Kerk en Staal in Frankrijk door mocht gaan. TWEEDE KAMER. Pensioen aan het loodsdienst- personeel. In zijn Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag omtrent het wetsont werp tot regeling der pensioenen van het personeel van den loodsdienst voor zee schepen en van de weduwen en kinderen van dat personeel, merkt de minister van marine op, dal het ontwerp allereerst ten doel heeft eene regeling le treffen in het belang van den dienst, omdat een van de voorwaarden voor -eene richtige en goede bediening van den loodsdienst daarin ge legen is, dat aan het personeel en aan de weduwen en kinderen een pensioen verzekerd worde, dat niet al te zeer on evenredig is aan de rechtmatig genoten inkomsten. Dit laatste liet nog te wenschen over. Wat de regeering thans wenscht te zien tot stand komen, is niet alleen een belang rijke verbetering, maar levens eene ver betering. (lie in algemeenen zin af doende is. Voorts verdedigt (1e minister de rege ling van het bedrag der pensioenen. Eene hetere regeling dan de bestaande, wordt thans door den minister niet gewenscht, en er kan z. i. dus geen sprake zijn van bezwaren, waarop eene verbetering zou zijn afgestuit. Voor het aannemen van een afzonder lijk standpensioen voor den „binnenloods, tevens loods naar zoo", acht de minister geen geldige reden aanwezig. De minister is van meening, dat, aange zien onder de vigeerende bepalingen aan geen der wegens vermindering van ge- zichtsscherpte afgekeurden eenig onrecht is gedaan, er geen aannemelijke reden is om te hunnen opzichte do voordeelige be palingen der nieuwe wet van toepassing te verklaren. Terugwerkende kracht in algemeenen zin in meerdere of mindere mate, acht de minister te eenenmale onrechtvaardig tegenover vele gepensionneerden uit an dere takken van dienst. De minister is tegen het lager s t e 1- 1 e n van de vereischten, voor het verkrij gen van vol pensioen. Er moet voldoende zekerheid blijven, dal hel ervaren perso neel niet le spoedig aan den dienst zal ontvallen. De minister handhaaft zijn meening, dal een hij bestuursmaatregel ontslagene, die later in eene rijksbetrekking geplaatst is en daaruit met recht op pensioen is ont slagen, geen recht meer kan doen golden op pensioen, volgens de loodspensioenwet. Bij de berekening van zijn pensioen wor den, naar de alsdan voor hem geldende pensioenwet, (1e vroeger bij hel loodswezen bewezen diensten medegclold. Door de Tweede Kamer is in hare zit ting van Vrijdag het arbitrage-verdrag met Denemarken aangenomen. Het ontwerp, dat, als toegift hij de onderwijsdebatten, voor de buitenwereld weinig belangrijk zou kunnen schijnen, ver dient in werkelijkheid nadere vermelding. llet is toch de eerste stap in de richting van algeheele arbitrage, oen eerste poging Ier verwezenlijking van de vredesidce, welke in de laatste jaren een wereldvraagstuk is geworden. Alle onderlinge geschillen, van wal aard ook, welke langs diplomatieke» weg niet kunnen opgelost worden, zullen Nederland en Denemarken voortaan aan het Scheids- gerechtshof onderwerpen. In de tractaten, door andere Staten gesloten, werden tot nu toe d i e ge schillen uitgezonderd, welk de eer of onafhankelijkheid der natie in gevaar brachten. Dit tractaat maakt (leze uitzondering niet. Aan Nederland, speciaal aan den nu afgetreden minister van buitenlandsche zaken, mr. R. Melvil baron van Lynden, komt de eer toe, den eersten sloot in deze gegeven te hebben. L a n d b o u w - o n g e v a 11 c n v e r z e- ring. Een wetsontwerp is ingediend, lot verzekering van personen, werkzaam in de landbouwbedrijven, tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen, hun in verband met de uitoefening van hel bedrijf over komen. Volgens de Memorie van Toelichting is thans het oogenblik aangebroken om de landbouwbedrijven in de ongevallen-ver zekering op te nemen. Op grond van de ervaringen, in hot buitenland opgedaan, leveren de landbouw bedrijven even ernstig gevaar op als de industrieele bedrijven, zoodat de verzeke ring van de personen, werkzaam in de eerstgenoemde bedrijven, niet minder ge wenscht is dan (lie van (le werklieden 'in de bedrijven, vallende onder de Onge vallenwet 1901. Bij Koninklijk besluit van 13 April 1905 is, met ingang van 22 April 1905 1. de minister van marine, de vice-admi- raal A G. Ellis, eervol ontheven van het beheer van het departement vau buiten landsche zaken ad interim, onder dankbe tuiging voor de door hem in deze den lande bewezen diensten; 2. benoemd tot minister van bui tenlandsche zaken, jhr. mr. W. M. van Weede, Harer Majesteit buitenge voon gezant en gevolmachtigd minister te Wee- nen, onder toekenning van een eervol ont slag uit laatstgenoemde betrekking en onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten in die betrekking aan de Koningin en den lande bewezen. Naar te 's-Gravenhage in welingelichte kringen verluidt, zou mr. M. J. C. M. Kolk man, lid van de Tweede Kamer voor Rheden, benoemd worden tot lid van den Raad van State in de binnenkort te verwachten vacature in dat hooge Staatscollege. (Huisgezin). Door den Commissaris der Koningin in Zeeland is bepaald dat de aflevering van do manschappen, bestemd tot korte oefe ning, van de lichting 1904, die ingevolge art. 99 der Militiewei 1901 moeten worden opgeroepen, en van de lichting 1905, zal plaats hebben: lo. Op Dinsdag 16 Mei te Middelburg, in het Tehuis voor Militairen in de Nieuw- straat, des v. m. te 10 uren, de manschap pen uit de gemeenten Arnemuiden, Dom burg, Grijpskerke, .Middelburg, Nieuw- en St. Joosland, Ooslkapelle, Serooskerke, Veere, Vrouwepolder en die der gemeenten in Schouwen, Duivcland en Noord- Beveland. 2o. Op Woensdag 17 Mei te Vlissingcn, in de benedenzaal van hel gemeentehuis, des v. m. le 10 uren, de manschappen uit de overige gemeenten in Walcheren en uil de gemeenten in Zeemvsch-Vlaan- deren. 3o. Op Donderdag 18 Mei te Tholen, in de gemeeiilebewaarschool, (les v. m. te 9,30 uren, de manschappen uit de gemeen ten in Zuid-Beveland, Tholen en St. Philip stand. GOES. De heer Hiemstra, onderwijzer aan de Chr. School te Harmelen, benoemd aan de Chr School alhier, is gisteren in het ziekenhuis te Utrecht overleden. GOES. De heer J. van Wieringen te Wilhelminadorp, oud leerling der Rijks Landbouw winterschool alhier, die het vorige jaar diploma behaalde, is op het examen te Utrecht geslaagd voor de cursus heide- ontginning. GOES. Bekeurd werden alhier V. M. H wegens bet loopen op het grasveld, in het plantsoen, dat verboden is volgens art. 461 Wetboek van Strafrecht, en de persoon H. B. alhier wegens openbare dronkenschap, MIDDELBURG. Vrijdagavond werd op den Noordweg alhier aangehouden de Mid- delburgsche slager A. O. F., die in zijn karretje een gestorven veulen vervoerde. Karretje met inhoud werden onder ge leide van de politie naar het bureau ver voerd, waar het veulen door den keur meester werd onderzocht en ongeschikt verklaard voor de consumptie. Tegen den vervoerder is procesverbaal opgemaakt en het veulen onder politietoe zicht op de gebruikelijke wijze vernietigd. MIDDELBURG. Vrijdag werden voor de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek geexamineerd 8 mannelijke candidate!). Daarvan slaagden 6, te weten de heeren W. D. van der Moer, Middelburg; P. J. Fermont, Bosch kapelle; D van Male, SehoondijkeA. J. Pauw, NeuzenP. M. G. de Rijk, Stoppeldijk, en J. de Vries, Hontenisse. MIDDELBURG. Bij Kon. besluit is goedkeuring verleend aan de door Ged. Staten dezer provincie vastgeselde ver hooging van den jaarwedde van den bur gemeester en den secretaris der gemeente Hoedekenskerke. MIDDELBURG. Door verschillende pa troons alhier is met ingang van 1 Mei a.s. het loon der timmerlieden bepaald op 18 cent per uur. Het vorig jaar was het loon ook reeds met één cent meer per uur ver hoogd, niet de toezegging, dat met 1905 weder één cent meer zou worden gegeven, waaraan thans wordt voldaan. MIDDEI.BURG. Burg. en Weth. stellen den gemeenteraad voor aan H. M de Ko ningin te verzoeken voor deze gemeente vrijstelling te verleenen van het verbod, bedoeld in art. 43, le lid der drankwet, voor zooveel betreft het toelaten van per sonen beneden 16 jaren in loealiteiten, waarvoor vergunning tot verkoop van sterke drank is verleend, voor -zoover die verbon den zijn met een andere winkelnering. Burg. en Weth. stellen verder voor af wijzend te beschikken op een verzoek van het kerkbestuur der Ned. Israël hoofdsy- nagoge te Middelburg om haar eeu terrein in eigendom af te staan teneinde daar een nieuw gebouw te zetten voor het geven van godsdienstonderwijs, daar het tegenwoordige gebouw, dat kosteloos in bruikleen is af gestaan in bouwvalligen toestand verkeert. MIDDELBURG. Bij (le dezer dagen ge houden overgangs examens aan de Burger avondschool alhier zijn van de eerste naai de tweede klasse bevorderd 41 leerlingen, til. II. A. van Agten, J. Baas, J. Baurdoux, A. N. Bosschaart, J. de Buck, J. Buijs, J. Compter, L. Cysouw, B. Dentz, .1. .1. Eblie, G. van Eden, C'. J. Faasse, J. M. Grijspaardt, J. .1. Hendrikse, M. J. Yssel, G. Bruël, L. de Buck, J. K. Crucq, A. J. Goers, J. de Hamer, H. de Hoogh, K. Klaasse, C. van der Klip, J. Meerman, A. Minderhout, A. W. Odding, W. A. Oole, J. P. Pennings, P. C. Pieterse, P. Pleijte, M. de Ridder, I'. de Jonge, J. P. D. Rosier, P. Sanderse, P. J. Seybol, H. J. Slagter, B. A. Suurland, G. Teerlink, J. L. van de Ven, K. J. Wiessner en LI. de Witt. 19 leerlingen werden niet bevorderd. Van de tweede naar de derde klasse zijn toegelaten 23 leerlingen, nl. do timmer lieden J. .1. Janssen, B. I,. Krook, P. .1. Lahr, P. Pieterse, A. Poppe, M. A. Baljeu, H. A. Barentsen, W. M. Janssen, A. Koppe- jan en 1). Polderman; de smeden: W. Bosdijk, .1. Vos, II. Bijneveld, W. F. Diermanse, L. I'. Gemier, J. Kaptijn, J. Sloover, G. L. van de Veil en J. L. Ver zwijveren.en verder P. de Meulder, schil der, J. van Sparrentak, zilversmid, G. Mes, pianomaker en Meerman, beeldhouwer. 13 leerlingen konden niel worden toege laten. Van de derde naar de vierde klasse werden 16 leerlingen -bevorderd, nl. de timmerlieden: J. P. Beckers, A. Gillissen, J. Jongepier, M. Verhage, J. Dingemanso, J. de Jonge, I. van Loo, K. S. Kamermans, M. Melis en .1. do Rijk; de smeden: A. Overweel, S. Hillebrand; de loodgieter I,. van Oorschot; en do schilders: .1. de Baare, J. S. Crucq en N. J. Nellen. Niet bevorderd worden 2 leerlingen. VLISSINGEN. Vrijdagavond had alhier bij den kruidenier N. Zandee, op de Dok kade in den kelder een begin van brand plaats, een knechtje was bezig aan een vat spiritus en daar hij een lekkage wilde onderzoeken aan de slang die er op stond stak hij daarvoor een lucifer aan, wat tengevolge bad, dat het vat met den inhoud in brand geraakte. Gelukkig werd het spoedig met emmers water gebluscht. Behalve het vat werden ook nog andere artikelen door het water beschadigd, maar alle schade wordt door assurantie gedekt. VLISSINGEN. Het bij de Kon. Mij. „De Schelde" in aanbouw zijnd derde nacht stoomschip van de Rotterdamscbe IAoyd, type „Ophir" zal genaamd worden „Rind- jani". VLISSINGEN. Het Duitsche stoomschip „Lotte" komende van Stettin en bestemd naar Antwerpen met een lading hout, zit op de Banjaard aan den grond. Sleep booten zijn aldaar ter assistentie aanwezig. Het stoomschip heeft reeds een gedeelte der deklading over boord geworpen.

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 2