De Burgemeester van Goes
en Heyermans' „Allerzielen".
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Van onze Eilanden.
zaak een strijd geworden van Christendom
tegen volslagen ongeloof. Van de twee
groote legers, die daarbij tegenover elkan
der staan heft het een den standaard van
den persoonlijken God en van Diens Open
baring, voert daarentegen het andere de
banier der rechtstreeksche of zijdelingsche
godloochening. Wèl zijn er in het anti
christelijk leger, die nog prijkend met een
of ander stuk galon der oude christelijke
uniform, den christen-naam ook voor zich
nog durven opeischen, die zich ontstemd
en zelfs beleedigd gevoelen door wie hen
„anti-christelijk" noemen. (Adres aan de
„Goesclie Courant" Red.) Maar het kan
niet worden ontkend, en er ligt geenerlei
bitterheid in indien wij hel uitspreken
dat hunne weigering om zich voor den
levenden God en voor Diens heerschappij
over al ons denken en willen eerbiedig
neer te buigen, hunne weigering om met
Thomas den Apostel Jezus van Naza
reth aanbiddend te huldigen in een „Mijn
Heer en mijn God 1" hen in waarheid
maakt, wat zij niet wenschen te heeten.
Wat zij van ons niet willen hooren, dat
zullen zij in gemoede zich zeiven even
rondborstig moeten bekennen, als David
Friedrich Strauss dat reeds deed
toen hij voor zich en zijn geestverwanten
de vraag: „zijn wij nog christenen?" kort
weg met „neen" beantwoordde".
„Zij nu, aan wie eenzelfde rondborstig
heid zou voegen, zijn in onze dagen zóó
talrijk, dat wij, zonder eenige overdrijving
van een volslagen wedergeboorte des hei-
dendoms mogen spreken. Ook al worden
thans in de circussen geen kreten gehoord
als oudtijds, die „de christenen voor de
leeuwen" vergden; al zijn velen onzer
moderne niet-christenen niet slechts ge
leerde, maar ook zacht en in menig op-
zich edelvoelende menschen; mannen met
wie maatschappelijk vrijwel te leven is,
mannen van het voornaam verdraag
zaam Petronius-type uit Sienckewiecz'
„Quo vadis",toch, wie beseft, waar het
in een strijd van christendom tegen heiden
dom wezenlijk om gaat, wie de daarbij
op het spel staande hoogste goederen, de
„genade en waarheid" van onzen Heer
en Zaligmaker Jezus Christus, ook het
hoogst te schatten weet, die acht de da
gen van Nero en Diocletiaan in een mo
derne gedaante voor ons teruggekeerd".
Daarom op ten strijde tegen het onge
loof. Kiezers, geeft hier uw stem aan
Lo h m anl
Zoo wordt het ons een voorrecht te
leven in dezen tijd van hevig gisten alom.
Een voorrecht vooraan te staan in de ge
lederen van het leger, dat nu en in de
komende dagen, de hoogste idealen te
verdedigen heeft. Een voorrecht en een
gelukt Want wij weten immers, dat, als
wij maar willen, we op den duur overwin
nen moeten. Want wanneer de philosophie-
en van dezen tijd zullen zijn weggeduwd
door andere, wanneer alle theorieën, die
nu als schoone leuzen de massa's op
moeten zweepen, zullen zijn vervlogen,
zal het Christendom nog staan!
Wanneer de „h e r" vormers onzer dagen
„v e r" vormerswanneer vele volks-1 e i-
ders volks„mis"leiders zullen zijn
gebleken, die maar beloofden, wat ze nooit
konden houden, zal het erkend worden,
dat het christendom nooit zijn woord brak
Wanneer, wie weet na welke beroeringen,
de maatschappij eindelijk zal inzien, dat
het geluk niet uitsluitend in stoffelijke
welvaart gevonden wordt, en zich teleur
gesteld zal afkeeren van hen, die dit iti
hoogen moed beweerden, zal het Christen
dom nog steeds met uitgestrekte armen
gereed staan om allen te ontvangen, en
hun de rust en den vrede schenken, die
do kennis der Waarheid geeft. Wanneer
de rijke, trotsche wetenschap onzer dagen
eindelijk, teruggeschrikt voor eigen conse
quentie en conclusie, uit zal zien naar
een vasten, vertrouwbaren bodem om haar
schatten over te brengen, en op te bouwen
tot een grootsch monument, dan zal zij
in de rots van Christus den hechten
grondslag vinden, die tegen alle schud
dingen bestand isl
Wanneer de dampen der verwarring zul
len zijn weggevaagd, zij het ook door een
orkaan, dan zal de zon van den Goeden
God, de brengster van alle leven en licht,
weer de gehoele aarde beschijnen. Wan
neer andere levensbeschouwingen logische
consequentie op logische consequentien
zullen hebben getrokken, uit hun valsch
beginsel, tot zij op het laatst tot algeheele
negatie werden door de ontwikkeling van
hun eigen princiep, dan zal het Christen
dom nog staan in de volle kracht van zijn
bovennatuurlijk leven, in den vollen luister,
dien het de ontvouwing en ontplooiing
aller daarin levende en werkende krach
ten schenkt. Wanneer de leugen van den
valschen vooruitgang zal zijn ontmaskerd
door do onverbiddelijke logica dor feiten,
dan zal de wereld zien, wie meer deed
voor den waren vooruitgang, het ongeloof
of het Geloof! Dan zal hel blijken, dat
tegenover do sloopendo reuzenkracht van
het ongeloof een andere, hechter aaneen
gesloten, opbouwende reuzenmacht over-
stondhot Christendom, dat sterk in het
geloof, en sterk in de belofte, en sterk
in het vertrouwen, met zijn koninklijk-
grootsche opvatting der menschelijke vrij
heid en der Goddelijke Voorzienigheid, kon
weerstand bieden niet alleen, maar schit
terend kon overwinnen. - Want alle veld-
teekens vergaan, maar de standaard, die
nu reeds 1900 jaren alle andere over-
sehittert en duizenden om zich zag ver
dwijnen, de standaard des Kruizes blijft
eeuwig stralen in de zon!
De burgemeester van Goes heeft (1e op
voering van het tooneelstuk „A lier-
zielen" hier ter plaatse verboden.
De vrijzinnige bladen van Middelburg
en Goes zijn hierover niet te spreken en
staan paf van verontwaardiging.
Het oude argument doet weer opgeld
nog nergens is door de opvoering de orde
verstoord, ergo had de burgemeester geen
recht het stuk te verbieden.
Reeds vroeger hebben we opgemerkt,
dat in deze redeneering den verkeerden
raad ligt opgesloten: „Zoo verstoort dan
de openbare orde!"
De burgemeester heeft het recht de op
voering van een tooneelstuk te verbieden
op grond van art. 188 der Gemeentewet,
welks 2e lid luidt
„H ij (d e hurgemeeste r) waakt
tegen het doen van met de open
bare orde of z e d e 1 ij k h e i d s t r ij-
di ge vertooningen".
En prof. Oppenheim zegt, dat dit
beduidt, dat de burgemeester het recht
heeft dit wetsvoorschrift toe te passen,
wanneer een tooneelstuk zijns inziens
in strijd is met de openbare orde of zede
lijkheid.
Wanneer er dus in een tooneelstuk pas
sages en tirades voorkomen, die naar
het oordeel van den burgemecs-
t e r aanleiding zouden kunnen geven, dat
de openbare orde verstoord werd, dan is
hij verplicht de opvoering te verbieden.
Aan het oordeel dus van den burge
meester is overgelaten wat al dan niet
die openbare orde zou kunnen verstoren.
En wanneer de burgemeester nu van
meening is, dat door een tooneelstuk,
waarin de „c h r i s t e 1 ij k e gevoe
lens" worden gekwetst, de openbare orde
zou kunnen in gevaar raken, is hij v o r-
plicht art 188 toe te passen.
Dit is nu hel verhand, gelegen tusschen
hot verbod, gegrond op art. 188 en de ge
laakte uitlating van den burgemeester, die
den aanvrager zeide het stuk te verbieden
als zijnde in strijd met de „christelijke
gevoelens".
Men ziet: zoo vervallen geheel de rede
neeringen der genoemde vrijzinnige bla
den, als zou de burgemeester zijn be
voegdheid zijn te huiten gegaan.
Integendeel, in deze zaak heeft de burge
meester getoond, de juiste opvatting van
zijn plicht goed te beseffen en wij Katho
lieken brengen hem om zijn verbod war
men dank.
OORLOG.
Naar aanleiding van den verjaardag van
den dood van admiraal Makarof maken
de bladen de opmerking, dat Rusland zijn
nederlagen niet. alleen te wijten heeft aan
het schandelijk verzuim van organisatie,
maar ook aan de onbekwaamheid der aan
voerders. Thans is, zoo schrijft de Nowosti,
een laatste groote vloot, in de wateren van
Oost-Azië verschenen, gereed om de fouten
van het eskader van Port Arthur goed
te maken. Laat ons die vloot alle succes
toewenschen, maar niet vergelen, dat dit
onze laatste poging ismislukt deze, dan
wordt voortzelling van den oorlog vol
strekt onmogelijk.
Volgens den Washingtonschen corres
pondent van de Daily Chronicle, zijn ver
scheidene Amerikaansche zeeofficieren van
meening, dat een zeeslag misschien zal
uitblijven, wanneer Togo van meening
mocht zijn dat hij de Russen beter kan
laten begaan om Wladiwostok te bereiken.
Daar zou zich dan de geschiedenis van
Port-Arthur kunnen herhalen.
Volgens oen bericht uit Tokio, legt de
Japansche pers geen ongerustheid aan den
dag over de komst van de Russische vloot.
Maar wel vreest men, dat Frankrijk, Neder
land of C'hina onbekwaam zullen zijn, om
hun onzijdigheid ongeschonden te hand
haven. Mocht dit blijken dan zou Japan
genoodzaakt zijn, krachtdadig op eigen
hand op le treden.
RUSLAND.
De Petersburgsche correspondent van de
„Echo de Paris" meldt, dat de politie
onder de Blauwe brug, hij het paleis van
de keizerin-weduwe, waar zich ook de
kanselarij van het keizerlijk kabinet be
vindt en waar het minister-comité ver
gadert, een kist mei dynamiet gevonden
heeft.
F R A N K R IJ K.
Het eerste artikel der wet op de schei
ding tusschen Kerk en Staat is met 422
tegen 45 stemmen aangenomen. Bij de be
handeling van het tweede artikel kwamen
meerdere sprekers aan het woord.
De heer Paul Beauregard bewees ander
maal zijn groote rechtskennis en zijne niet
minder groote welsprekendheid. Hij ont
kende den Staat het recht, om zich, gelijk
hier geschiedt, aan de verplichtingen van
een wettig aangegaan contract te onttrekken.
Rapporteur Briand was van een ander
gevoelen. Volgens hem is de Staat geens
zins de schuldenaar van de Kerkheeft
hij 't volste recht, om de bepalingen van
een contract te breken naar willekeur.
Naar verdienste geeselde de heer Beau
regard opnieuw de beweringen van den
rapporteur, die onder ineer ook gezegd
had„indien de Kerk sterk is, zal zij
onze wet overleven gij zult de Kerk niet
dooden",, en onder de toejuichingen van
rechterzijde en centrum ontzenuwde hij de
drogredenen van Briand.
Men verwacht, dat het wetsontwerp op
de scheiding in de Franselie Kamer met
100 stemmen meerderheid zal worden aan
genomen.
ITALIË.
Bij de behandeling van het beruchte
Murri-proces voor het Hof te Turijn, heeft
zich een eigenaardige kwestie voorgedaan,
de vraag nl. welken rang de Kardinalen
bekleeden voor de Italiaansche wet.
De kwestie deed zich voor toen Kardi
naal Svampa, Aartsbisschop van Bologna
in dat proces gehoord moest worden.
Het Openbaar Ministerie oordeelde, (lat
volgens het recht een Kardinaal gelijk slaat
met de prinsen en hoogere Staatspersonen.
Met name heriep het zich op het decreet
van 1868, dat hun den voorrang geeft
boven de ridders van de Annonciade, de
hoogste ridderorde in Italië.
Het Hof heeft die meening geaccepteerd,
overwegend, dat de Katholieke godsdienst
volgens de grondwet, de godsdienst van
den Staat is: de hoogwaardigheidbeklee-
ders van de Kerk hebben dus ook den-
zelfden titel voor den Staat.
Gelijk wij reeds gemeld hebben, wissel
de het Vaticaan onlangs zekere beleefd
heden met het ('hineesrhe llof.
Nu loopen er geruchten, en dat wel in
Valicaansehe kringen, dat de vestiging van
eene nunciatuur te Peking niet onmogelijk
is, zoo het wetsontwerp op de scheiding
tusschen Kerk en Staal in Frankrijk door
mocht gaan.
TWEEDE KAMER.
Pensioen aan het loodsdienst-
personeel.
In zijn Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag omtrent het wetsont
werp tot regeling der pensioenen van het
personeel van den loodsdienst voor zee
schepen en van de weduwen en kinderen
van dat personeel, merkt de minister van
marine op, dal het ontwerp allereerst ten
doel heeft eene regeling le treffen in het
belang van den dienst, omdat een van de
voorwaarden voor -eene richtige en goede
bediening van den loodsdienst daarin ge
legen is, dat aan het personeel en aan
de weduwen en kinderen een pensioen
verzekerd worde, dat niet al te zeer on
evenredig is aan de rechtmatig genoten
inkomsten. Dit laatste liet nog te wenschen
over.
Wat de regeering thans wenscht te zien
tot stand komen, is niet alleen een belang
rijke verbetering, maar levens eene ver
betering. (lie in algemeenen zin af
doende is.
Voorts verdedigt (1e minister de rege
ling van het bedrag der pensioenen. Eene
hetere regeling dan de bestaande, wordt
thans door den minister niet gewenscht,
en er kan z. i. dus geen sprake zijn van
bezwaren, waarop eene verbetering zou
zijn afgestuit.
Voor het aannemen van een afzonder
lijk standpensioen voor den „binnenloods,
tevens loods naar zoo", acht de minister
geen geldige reden aanwezig.
De minister is van meening, dat, aange
zien onder de vigeerende bepalingen aan
geen der wegens vermindering van ge-
zichtsscherpte afgekeurden eenig onrecht
is gedaan, er geen aannemelijke reden is
om te hunnen opzichte do voordeelige be
palingen der nieuwe wet van toepassing
te verklaren.
Terugwerkende kracht in algemeenen
zin in meerdere of mindere mate, acht de
minister te eenenmale onrechtvaardig
tegenover vele gepensionneerden uit an
dere takken van dienst.
De minister is tegen het lager s t e 1-
1 e n van de vereischten, voor het verkrij
gen van vol pensioen. Er moet voldoende
zekerheid blijven, dal hel ervaren perso
neel niet le spoedig aan den dienst zal
ontvallen.
De minister handhaaft zijn meening, dal
een hij bestuursmaatregel ontslagene, die
later in eene rijksbetrekking geplaatst is
en daaruit met recht op pensioen is ont
slagen, geen recht meer kan doen golden
op pensioen, volgens de loodspensioenwet.
Bij de berekening van zijn pensioen wor
den, naar de alsdan voor hem geldende
pensioenwet, (1e vroeger bij hel loodswezen
bewezen diensten medegclold.
Door de Tweede Kamer is in hare zit
ting van Vrijdag het arbitrage-verdrag met
Denemarken aangenomen.
Het ontwerp, dat, als toegift hij de
onderwijsdebatten, voor de buitenwereld
weinig belangrijk zou kunnen schijnen, ver
dient in werkelijkheid nadere vermelding.
llet is toch de eerste stap in de
richting van algeheele arbitrage, oen
eerste poging Ier verwezenlijking van
de vredesidce, welke in de laatste jaren
een wereldvraagstuk is geworden.
Alle onderlinge geschillen, van wal aard
ook, welke langs diplomatieke» weg niet
kunnen opgelost worden, zullen Nederland
en Denemarken voortaan aan het Scheids-
gerechtshof onderwerpen.
In de tractaten, door andere Staten
gesloten, werden tot nu toe d i e ge
schillen uitgezonderd, welk de eer of
onafhankelijkheid der natie in gevaar
brachten.
Dit tractaat maakt (leze uitzondering
niet.
Aan Nederland, speciaal aan den nu
afgetreden minister van buitenlandsche
zaken, mr. R. Melvil baron van Lynden,
komt de eer toe, den eersten sloot in
deze gegeven te hebben.
L a n d b o u w - o n g e v a 11 c n v e r z e-
ring. Een wetsontwerp is ingediend, lot
verzekering van personen, werkzaam in
de landbouwbedrijven, tegen de geldelijke
gevolgen van ongevallen, hun in verband
met de uitoefening van hel bedrijf over
komen.
Volgens de Memorie van Toelichting is
thans het oogenblik aangebroken om de
landbouwbedrijven in de ongevallen-ver
zekering op te nemen.
Op grond van de ervaringen, in hot
buitenland opgedaan, leveren de landbouw
bedrijven even ernstig gevaar op als de
industrieele bedrijven, zoodat de verzeke
ring van de personen, werkzaam in de
eerstgenoemde bedrijven, niet minder ge
wenscht is dan (lie van (le werklieden 'in
de bedrijven, vallende onder de Onge
vallenwet 1901.
Bij Koninklijk besluit van 13 April 1905
is, met ingang van 22 April 1905
1. de minister van marine, de vice-admi-
raal A G. Ellis, eervol ontheven van het
beheer van het departement vau buiten
landsche zaken ad interim, onder dankbe
tuiging voor de door hem in deze den lande
bewezen diensten;
2. benoemd tot minister van bui
tenlandsche zaken, jhr. mr. W. M.
van Weede, Harer Majesteit buitenge voon
gezant en gevolmachtigd minister te Wee-
nen, onder toekenning van een eervol ont
slag uit laatstgenoemde betrekking en onder
dankbetuiging voor de vele en gewichtige
diensten in die betrekking aan de Koningin
en den lande bewezen.
Naar te 's-Gravenhage in welingelichte
kringen verluidt, zou mr. M. J. C. M. Kolk
man, lid van de Tweede Kamer voor Rheden,
benoemd worden tot lid van den Raad van
State in de binnenkort te verwachten
vacature in dat hooge Staatscollege.
(Huisgezin).
Door den Commissaris der Koningin in
Zeeland is bepaald dat de aflevering van
do manschappen, bestemd tot korte oefe
ning, van de lichting 1904, die ingevolge
art. 99 der Militiewei 1901 moeten worden
opgeroepen, en van de lichting 1905, zal
plaats hebben:
lo. Op Dinsdag 16 Mei te Middelburg,
in het Tehuis voor Militairen in de Nieuw-
straat, des v. m. te 10 uren, de manschap
pen uit de gemeenten Arnemuiden, Dom
burg, Grijpskerke, .Middelburg, Nieuw- en
St. Joosland, Ooslkapelle, Serooskerke,
Veere, Vrouwepolder en die der gemeenten
in Schouwen, Duivcland en Noord-
Beveland.
2o. Op Woensdag 17 Mei te Vlissingcn,
in de benedenzaal van hel gemeentehuis,
des v. m. le 10 uren, de manschappen
uit de overige gemeenten in Walcheren
en uil de gemeenten in Zeemvsch-Vlaan-
deren.
3o. Op Donderdag 18 Mei te Tholen, in
de gemeeiilebewaarschool, (les v. m. te
9,30 uren, de manschappen uit de gemeen
ten in Zuid-Beveland, Tholen en St.
Philip stand.
GOES. De heer Hiemstra, onderwijzer
aan de Chr. School te Harmelen, benoemd
aan de Chr School alhier, is gisteren in
het ziekenhuis te Utrecht overleden.
GOES. De heer J. van Wieringen te
Wilhelminadorp, oud leerling der Rijks
Landbouw winterschool alhier, die het vorige
jaar diploma behaalde, is op het examen
te Utrecht geslaagd voor de cursus heide-
ontginning.
GOES. Bekeurd werden alhier V. M. H
wegens bet loopen op het grasveld, in het
plantsoen, dat verboden is volgens art. 461
Wetboek van Strafrecht, en de persoon
H. B. alhier wegens openbare dronkenschap,
MIDDELBURG. Vrijdagavond werd op
den Noordweg alhier aangehouden de Mid-
delburgsche slager A. O. F., die in zijn
karretje een gestorven veulen vervoerde.
Karretje met inhoud werden onder ge
leide van de politie naar het bureau ver
voerd, waar het veulen door den keur
meester werd onderzocht en ongeschikt
verklaard voor de consumptie.
Tegen den vervoerder is procesverbaal
opgemaakt en het veulen onder politietoe
zicht op de gebruikelijke wijze vernietigd.
MIDDELBURG. Vrijdag werden voor
de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek
geexamineerd 8 mannelijke candidate!).
Daarvan slaagden 6, te weten de heeren
W. D. van der Moer, Middelburg; P. J.
Fermont, Bosch kapelle; D van Male,
SehoondijkeA. J. Pauw, NeuzenP. M.
G. de Rijk, Stoppeldijk, en J. de Vries,
Hontenisse.
MIDDELBURG. Bij Kon. besluit is
goedkeuring verleend aan de door Ged.
Staten dezer provincie vastgeselde ver
hooging van den jaarwedde van den bur
gemeester en den secretaris der gemeente
Hoedekenskerke.
MIDDELBURG. Door verschillende pa
troons alhier is met ingang van 1 Mei a.s.
het loon der timmerlieden bepaald op 18
cent per uur. Het vorig jaar was het loon
ook reeds met één cent meer per uur ver
hoogd, niet de toezegging, dat met 1905
weder één cent meer zou worden gegeven,
waaraan thans wordt voldaan.
MIDDEI.BURG. Burg. en Weth. stellen
den gemeenteraad voor aan H. M de Ko
ningin te verzoeken voor deze gemeente
vrijstelling te verleenen van het verbod,
bedoeld in art. 43, le lid der drankwet,
voor zooveel betreft het toelaten van per
sonen beneden 16 jaren in loealiteiten,
waarvoor vergunning tot verkoop van sterke
drank is verleend, voor -zoover die verbon
den zijn met een andere winkelnering.
Burg. en Weth. stellen verder voor af
wijzend te beschikken op een verzoek van
het kerkbestuur der Ned. Israël hoofdsy-
nagoge te Middelburg om haar eeu terrein
in eigendom af te staan teneinde daar een
nieuw gebouw te zetten voor het geven van
godsdienstonderwijs, daar het tegenwoordige
gebouw, dat kosteloos in bruikleen is af
gestaan in bouwvalligen toestand verkeert.
MIDDELBURG. Bij (le dezer dagen ge
houden overgangs examens aan de Burger
avondschool alhier zijn van de eerste naai
de tweede klasse bevorderd 41 leerlingen,
til. II. A. van Agten, J. Baas, J. Baurdoux,
A. N. Bosschaart, J. de Buck, J. Buijs,
J. Compter, L. Cysouw, B. Dentz, .1. .1.
Eblie, G. van Eden, C'. J. Faasse, J. M.
Grijspaardt, J. .1. Hendrikse, M. J. Yssel,
G. Bruël, L. de Buck, J. K. Crucq, A. J.
Goers, J. de Hamer, H. de Hoogh, K.
Klaasse, C. van der Klip, J. Meerman, A.
Minderhout, A. W. Odding, W. A. Oole,
J. P. Pennings, P. C. Pieterse, P. Pleijte,
M. de Ridder, I'. de Jonge, J. P. D. Rosier,
P. Sanderse, P. J. Seybol, H. J. Slagter,
B. A. Suurland, G. Teerlink, J. L. van de
Ven, K. J. Wiessner en LI. de Witt.
19 leerlingen werden niet bevorderd.
Van de tweede naar de derde klasse zijn
toegelaten 23 leerlingen, nl. do timmer
lieden J. .1. Janssen, B. I,. Krook, P. .1.
Lahr, P. Pieterse, A. Poppe, M. A. Baljeu,
H. A. Barentsen, W. M. Janssen, A. Koppe-
jan en 1). Polderman; de smeden: W.
Bosdijk, .1. Vos, II. Bijneveld, W. F.
Diermanse, L. I'. Gemier, J. Kaptijn, J.
Sloover, G. L. van de Veil en J. L. Ver
zwijveren.en verder P. de Meulder, schil
der, J. van Sparrentak, zilversmid, G. Mes,
pianomaker en Meerman, beeldhouwer.
13 leerlingen konden niel worden toege
laten.
Van de derde naar de vierde klasse
werden 16 leerlingen -bevorderd, nl. de
timmerlieden: J. P. Beckers, A. Gillissen,
J. Jongepier, M. Verhage, J. Dingemanso,
J. de Jonge, I. van Loo, K. S. Kamermans,
M. Melis en .1. do Rijk; de smeden: A.
Overweel, S. Hillebrand; de loodgieter I,.
van Oorschot; en do schilders: .1. de
Baare, J. S. Crucq en N. J. Nellen.
Niet bevorderd worden 2 leerlingen.
VLISSINGEN. Vrijdagavond had alhier
bij den kruidenier N. Zandee, op de Dok
kade in den kelder een begin van brand
plaats, een knechtje was bezig aan een
vat spiritus en daar hij een lekkage wilde
onderzoeken aan de slang die er op stond
stak hij daarvoor een lucifer aan, wat
tengevolge bad, dat het vat met den inhoud
in brand geraakte. Gelukkig werd het
spoedig met emmers water gebluscht.
Behalve het vat werden ook nog andere
artikelen door het water beschadigd, maar
alle schade wordt door assurantie gedekt.
VLISSINGEN. Het bij de Kon. Mij.
„De Schelde" in aanbouw zijnd derde nacht
stoomschip van de Rotterdamscbe IAoyd,
type „Ophir" zal genaamd worden „Rind-
jani".
VLISSINGEN. Het Duitsche stoomschip
„Lotte" komende van Stettin en bestemd
naar Antwerpen met een lading hout, zit
op de Banjaard aan den grond. Sleep
booten zijn aldaar ter assistentie aanwezig.
Het stoomschip heeft reeds een gedeelte
der deklading over boord geworpen.