elaar,
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
130,
Iburg.
i voeder.
10 ES.
No. 43.
Dinsdag 11 April 1905.
Eerste Jaargang.
egensburg
kool - Witlof
n - Rabarber
aapstelen
jes.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
scherij
er ij
ichting
in
>kade,
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE.
6 O E S.
Vlaamsch-Belgische Brieven,
v.
FEUILLETON.
Tegen duistere machten.
Ivan 12—4 uur te
Itbiedeu voor allo
IrXANDEN enz., bij
p, St. Jaeobstraat,
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Adverfentlën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement apeciale prij».
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
het toedienen van
pier, 's morgens als
p kippen en andere
Irderiug der eierpro-
Ikbladen, in dag- en
ktste jaren reeds zoo
liappelijke en bevat-
Idat die als algemeen
Den geacht.
Vid is het dikwijls
J om uit de velerlei
kten, tegen zooveler
pen aangeboden, eene
pen. Want het moet
feeds hooger opvoeren
p, hebben vele fabri-
ferloren, dat de andere
Jider te veel lijden, en
louding geheel uit het
It toedienen van zulk
1 dikwijls ziekten, als
rhee, vervetting
i het leven geroepen,
lelijks betoog, dat van
reel eieren dan geen
doel dus totaal ge-
- een der oudste
lUolmerken in den
j nog al die jaren on-
llte aan Eiwit en Vet
en en minerale bestand-
]ft daardoor nog steeds
|ls een der beste, zoo
zuiverste die in den
dit voeder is waarlijk
ben, hiermede gevoed,
h derde meer dan met
ling, terwijl de kosten
Izijn dan met gewone
I kippen hebben slechts
Bodig, terwijl de kosten
Ivoeder worden uitge-
l'er, benevens gebruiks-
Len attesten vindt men
van 40 pag. die op
gratis en franco
5 kilo f 0.90, 10 kilo
-, 50 kilo f 7.25 bij de
Ir plaatsen waar geen
lorden zakken van 10,
lico naaste station van
lalVlissingen zonder
por mij direct van de
In. Proefzakjes van 5
tederland franco per
Jngst van postwis-
borheen Eversdljk,
Amsterdam.
13. 262 medailles.
Iburg, D. Alewijnse Sz.
I Zierikzee, M. J. Con-
ibr. du Burck; St. Anna-
BgebuurKapelle, J. A.
pke, Adr. Wabeke; Ter
Strien de Koning,
op alle plaatsen bij
grutter of kruidenier
jslijke voorwaarden ge-
De politiek is tamelijk rustig voor 't
oogenblik; onze vroede vaderen in de
Statenkamer spannen sedert meer dan
twee maanden 'n kolossale zaag over de
„Zondagsrust"vast en zeker komt er
't voorstel alhoewel deerlijk gehavend
door. In 'n latere briefwisseling kom ik
daar eens op terug.
Althans wensch ik een reinere dan de
politieke lucht in te ademen en iets over
onzen taaltoestand in, 't midden te brengen.
In „Het Centrum" van 22 Februari 11.,
onder rubriek al'Mïlei, las ik een klein
artikel met 'tmotto„Ook een secre-
t a r i s". Daarin wordt, als blijk van t a a 1-
kennis(l) voor eenen „sikkele taris van
de af deling X van den Ned. Boerenbond",
de briefkaart overgedrukt door hem
feberewarie 1905" gestuurd aan de „ge
Achte ke Misstie", met bestelling van „300
zak Sielie van 50 Kieloo leevering Halluf
Maart" en verzoek die stellig tegen „Hal
luf Maart (te)kune ont vange, (om) dat
(het) tjjt Wordt om te gebruike voor den
rog".
Zonder commentaar, natuurlijk.
De taal van dezen „sikkele taris" is
niet te rechtvaardigen, dat 's zeker; maar*
allo! om niet te streng te oordeeien laat
ons zeggen dat 'tmans schoolgaan waar
schijnlijk van vóór het in voege treden
der leerplichtwet zal dagteekenen en dat
hij zelfs van een degelijk lager onderwijs
is verstoken gebleven.
Maar, de fout is grover en de schuld
grooter wanneer het stukken geldt, uit
gaande van een hooger openbaar bestuur
en voor de algemeene verspreiding en
ruchtbaarheid bestemd. Hier in ons ge
zegend landeke, waar de Vlamingen, oh!
zoo hartelijk en zoo goed bejegend wor
den op taalgebied en zich in de zooge
zegde gelijkheid der twee landstalen
mogen verheugen weten we daarvan
ii)
„Waarom vermoedt ge dat? En waarom
zijt ge zoo vast overtuigd, dat ik u in de
acht jaren van onze scheiding zoo geheel
vergeten zou hebben? Ik dacht, dat we
elkaar toen beloofd hadden, goede vrien
den te blijven!
„Een belofte, waaraan ge voorzeker niet
gebonden waart, juffrouw Elisabeth Gij
baaddet in weelde en behoordet tot een
gezelschapskring, die ook nog heden nau
welijks de mijne is. Nieuwe en voornamere
kennissen, die ge ongetwijfeld in dien tus-
schentijd gemaakt hebt, moeten u van mijn
onbeduidend persoon slechts als die aan
een arm, onwetend en onervaren knaap
hebben doen denken! Zou het niet zeer
kluchtig geweest zijn, wanneer ik op een
belofte geoouwd had, die ge me in kinder
lijke onbekendheid met het leven gedaan
hebt?"
Hoe duidelijker de diepe aandoening van
z(jn hart uit de uitdrukking zijner woor
den bleek, des te meer weken haar schuch
terheid en verwarring, om voor een liefe
lijke, zonnige vroolijkheid plaats te maken.
„Het is eigenlijk niets meer dan een com
pliment, dat ge me daar maakt", zeide
ze, „ik zou eigenlijk boos op u moeten
worden, als ik de zekerheid had, dat het
u werkelijk daarmede ernst is. Maar, op
recht gesproken, ik geloof niet recht, dat
ge zulk een geringen dunk van me hebt.
Ge wilt me slechts uitdagen, u uitdruk
te spreken en krijgen we menig lesje van
Nederlandsche taal- en spraakkunst
langs den averechtscheri kant.
Uit vele, een tweetal staaltjes, die 'k
zooeven ontdekt heb.
Dit jaar wordt de 75e verjaring der Bel
gische onafhankelijkheid herdachtzulks
moet natuurlijk in brons verduurzaamd
worden en den volke kond gedaan. Ziehier
in welk gebrekkig Nederiandsch die ken
nisgeving voor Vlaamsch-België opge
steld is.
Luide eu in éénen adem te lezen, a. u. b.
....als 'tgaat:
Volksonderteekening tot het
oprichten te Luik in het jaar
1905 van een standbeeld ter
Gedachtenis op de gelegenheid
van den 75en verjaardag van de
Belgische onafhankelijkheid
door de vaderlandsche vereeni-
ging der Sociëteiten van gewe-
zene militairen der provincie
Luik en onder het Eerevoorzit
terschap van Z. K. H. Prins Al-
bert van België.
Oefwat 'nboterhamVolksonder
teekening tot...te...in... vanter
op vanvandoor dervan
deronderenz., 'tis om er van te
stikken, waarlijk 1!
En,„in cauda vene num"„hetbe
stuur houdt ten dienste der personen, die
zich daarmede zouden willen belasten on-
derteekeningslisten ten gunste van
het oprichten der gedenkbeelds en ook
postkaarten voor aanbeveling derzelfs.
Zichteadresseerenbij den sekre-
taris enz
Onderteekenings listen, inplaats van
1 ij s t e nmooi, niet waar Maar, ziet ge,
de Vlamingen houden van geen listen
maar houden liever't geld op zak.
Dat 's één; nummer twee is al zoo
slecht. De Nationale Maatschappij van
Buurtspoorwegen, ondanks protest in de
kelijk te verzekeren, dat ik in mijn vriende
lijke en dankbare gezindheid jegens u,
alleen omdat we in dien tusscheniijd een
beetje ouder geworden zijn, ook niet in
het allerminst veranderd hen".
Ze bloosde een weinig onder zijn blik,
en nooit had Bernard een liever en be
koorlijker glimlach gezien dan die in dat
oogenblik haar gelaat verhelderde. Ze wa
ren blijven staan en de hoofd-ingenieur
vergat voor een oogenblik, dat ze mis
schien door tal van nieuwsgierige oogen
bespied werden. Hij greep de hand van zijn
geleidster en, zonder dat Elisabeth het
had kunnen beletten, bracht hij haar aan
zijn lippen.
„Hoe gelukkig maakt go mijfluisterde
hij met innige teederheid. „Hoe zal de
herinnering aan dezen dag voor mij ge
zegend zijn!"
„En daar go mij, naar ik hoop, geloo-
ven zult, dat uwe mededeelingen mij een
werkelijk en waarachtig belang inboeze
men", ging ze dapper voort, „zoo moet ge
ook nu den zin voleinden, dien ge zooeven
uit een zoo ongegronde vrees afbraakt. Ik
ben nu eenmaal even nieuwsgierig als
alle andere Eva's dochters en ik zou heel
gaarne willen weten, hoe het me gelukt
is, uw schutsengel te worden".
Nu verliet hem ook het laatste, moeilijk
ingehouden restje van zelfbeheersehing.
Hij omsloot de kleine, sierlijke hand met
nog vaster druk dan te voren, en terwijl
hij zijn hoofd dicht bij het hare bracht,
antwoordde hij„Ge zoudt u aan een ver
schrikkelijke wreedheid schuldig maken,
Elisabeth, wanneer het u alleen te doen
zou zijn, om den spot met me te drijven.
Vlaamsehe dag- en weekbladen aangetee-
kend, laat nog steeds de volgende kemels
loopen tusschen hare algemeene ver
ordeningen op de uurtabellen:
„De aansluitingen met de treinen der
Staat zijn niet gewaarborgd.
De reizigers z ij n verzocht van zich
ten minsten vijf minuten voort zonder
nadruksteeken) het vertrek aan de statiën
te bevinden.
Het is verboden in- of uit de rijtuigen
te stappen langs het tusschen-
spoor(??) of vooraleer de trein geheel
stilhoud.
Voor inlichtingen zich te wenden t o t d e
stand plaats (tf) van of tot de
N a a m 1 o o z e Maatschappij
Hoe lief toch, niet waar, indien 'tniet
zoo'n schade was I En wat zou het zijn,
moest nu eens de taalgelijkheid niet be
staan... op 't papier?
Fransch alleen! zult ge me zeggen. On
getwijfeld ja, te oordeeien naar het groot
aantal Fransche reklamen van Staatswege,
waarmee we thans óók in de Vlaamsehe
streek overstelpt worden.
Ten bewijze deze twee, in 'n Vlaamsch
station aangeplakt en uitsluitend in 't
Fransch opgesteld.
„Royaume de Belgique
75e Anniversaire del'Indépendance Na
tionale Exposition de Liége".
En deze:
„75e Anniversaire del'Indépendance Beige
Chemins do fer del'Etat Beige.
Visitez la grotte de Han".
Wij, Vlamingen, duiden zulks natuurlijk
onzen bestuurders ten kwade, omdat zij
ons dusdoende in ons Nationaal stam- en
taalgevoel grieven en krenken.
Maar, Nederlanders mijne vrienden, wat
gezegd van de volgende reklaam naar
'n mooie waterverf-schilderij van Cas-
s i e r s geëtst en die 'k insgelijks op
de muren van 't zelfde Vlaamsch station
aantrof
God is mij tot getuige, dat ik op het
oogenblik, toen ik u weder herkende, niet
het vermetele plan koesterde, u een be
kentenis te doen, die ik nu niet langer
kan inhouden. Gij zijt do goede genius
en schutsengel van mijn moeilijke leer
jaren geweest, omdatnu, omdat ik
u liefheb, innig en met het diepst van mijn
hart liefheb vanaf het oogenblik, toen ge
in uw dun jurkje bijna van kou bevriezend,
schuw in een hoekje van den spoorwagon
ineengedoken tegenover me zat. Wanneer
ik sedert dat oogenblik ergens iets gedaan
of met moeite verkregen heb, waarop ik
heden trotsch mag zijn, dan is het alleen
de gedachte aan u, Elisabeth, geweest, die
mij daartoe geleid, gesterkt en bemoedigd
heeft. Aan mijne stilte liefde tot u, en de
hoop u nog eens de mijne te kunnen noe
men, heb ik alles te danken, wat ik tot
op dezen dag geworden ben. Wilt ge nu,
dat ik deze zoete hoop, deze hoop van
mijn leven nu voor altijd zal begraven?"
Een zoo onomwonden en onstuimige
verklaring had ze wel niet verwacht, maar
het was toch evenmin haar wensch ge
weest een coquet spel met hem te spelen.
Ten derden male was 'thet toeval, dat
haar met hem te zamen bracht en voor
do derde maal was het een schijnbaar
vluchtige en oppervlakkige ontmoeting.
Voor Elisabeth echter hadden deze vluch
tige ontmoetingen gelegenheid gegeven een
vollen blik te werpen, in zijn edel, man
nelijk karakter en in den rijkdom van
zijn warm, eerlijk hart. Daarom had zij
geen bedenktijd noodig en verlangde ze
niet, zich achter een verlegen, ontwijkend
antwoord te verschuilen.
Chemin de fer de l'E t a t N e r-
1 a n d a i s pour Amsterdam. Demandoz
vos billets via Etat Néerlandais. s'Adres-
ser aux agences de l'Etat Neerlandais ii
Bruxelles, Anvers, Liége, Gand.
Ja, ja, 'khad .goed gelezen: „Etat
N erl an d a i s".
En waarom in Zuid -Nederland van
wege Noord -Nederlandsche taalbroeders
deze uurtabel vinden:
Compagnie pour l'exploitation de Che
mins de fer de l'Etat Néerlandais.
Service d'hiver 1904/1905.
Dan handelt veel verstandiger de „H o 1-
landsche Spoor we g-M aatschap-
pij"; die zendt ten minste naar Vlaande
ren uurtabellen en reklamen in 'tNeer-
landsch opgesteld.
Kan een mijner lezers dit onder de oogen
van een Mij. „wie 't a a n g a a t" brengen,
hij zal er genoegen mee doen aan 'n recht-
geaarden Vlaam, die weet wat het is voor
taalrecht te moeten strijden.
Ik sprak hierboven van een gedenktee-
ken, dat men van zins is te Luik op te
richten ter gelegenheid der aanstaande Na
tionale feesten.
Vlaamsch-België heeft zich voor die in-
teekening niet erg onderscheiden. De reden
daarvan: wel, heel eenvoudig, de Vlamin
gen zullen voor het meerendeel zeer lij
delijk meefeesten. Er bestaat in Vlaanderen
geen geestdriftige stemming voor de onaf
hankelijkheidsfeesten.
Er zullen, ja, feestelijkheden gegeven
worden in de voornaamste steden; edoch,
men zal dezelve aanzien als een gelegen
heid van verpoozing en als een goede
bevordering voor nering en handel.
Waarom ten andere, zouden we geest
driftig zijn
Hoe zou een weldenkende Vlaming, wien
't Neerlandsch taaleigen nog onverbasterd
in merg en beenderen zit, gunstig gestemd
kunnen zijn, en eenen penning storten om
bij te dragen tot vereering van een tijd-
Vrijmoedig zag ze tot hem op, en hare
oogen zoowel als hare lippen antwoord
den met een verheugd en duidelijk genoeg
verstaanbaar: „Neen!"
„Mijn liefste!" jubelde Bernard. „Mijn
dierbare bruid!"
Toen ze met langzame stappen naar de
machine-galerij terugkeerden, bleek vol
strekt geen ernstige bezorgdheid uit zijn
woorden, toen hij zeide: „En wat zal uw
vaderlijke weldoener, wat zal mijnheer
Rodewald zeggen, als een arme drommel
zooals ik naar hem toekom, om hem zijn
kostelijk kleinood te ontnemen".
„Ik geloof niet, dat we een erge drama
tische scène te vreezen hebben, Bernard",
antwoordde zij lachende. „Niemand kan
meer edeldenkend en van kleingeestige
vooroordeelen vrij zijn dan hij. Wèl ben ik
in mijn handelingen geheel van zijn wil
afhankelijk; want hij heeft zich niet alleen
vergenoegd, mijn voogd te zijn, maar me
ook in alle vormen tot zijn dochter aan
genomen. Toen echter vóór eenigen tijd
een jongmensch van onze kennis mij de
eer bewees, om mijn hand aanzoek te
doen, verklaarde hij me uitdrukkelijk, dat
hij niet voornemens was, bij de keuze van
een echtgenoot de minste pressie op
mij uit te oefenen en dat hij geen anderen
eisch aan zijn toekomstigen schoonzoon
wilde stellendan die van persoonlijke eer
lijkheid en flinkheid. Daarvan voorzeker",
voegde zo er met vroolijke schalkschheid
bij, „zal hij bezwaarlijk iets laten vallen".
Ze traden de galerij in, maar ze vonden
Rodewald op de plaats, waar ze hem ver
laten hadden, niet weder. „Mijnheer is
reeds vóór een half uur weggegaan, om de
vak, dat voor gansch Vlaanderland, een
treurig en lang tijdperk was van diepe
vernedering, grove miskenning en opzette
lijke onderdrukking, gedurende hetwelk de
Vlamingen als een overwonnen volk be
handeld werden, van alle rechten in taai
opzicht verstoken bleven en slechts goed
geacht werden om handwerk te verrichten,
belastingen te betalen en aan 's lands leger
soldaten te leveren, die er do'ór Neder-
landsch-onkundige oversten van allen
graad en rang als echte paria's behandeld
werden.
Vergeten kunnen, vergeten mogen en
vergeten zullen we het niet, dat, na meer
dan 70 jaar strijdens om recht en gelijk
heid, er voor de strafrechtbanken van
Brussel o. a., zooals 't geval zich laatst
nog voordeed in een beroemd proces, voor
het assisenhof van Brabant, voor de mili
taire rechtbanken in gansch het land dage
lijks nog Vlamingen veroordeeld worden
zonder iets van beschuldiging of vonnis
te verstaan!
Vergeten kunnen en zullen we het niet,
dat we nog altijd vruchteloos vragen, dat
de reeds bestaande taalwetten, telkens en
telkens met moeite en na hardnekkigen
strijd verkregen en afgedwongen, dat die
taalwetten e e r 1 ij k zouden nageleefd wor
den en dat de kennis van -'t Nederiandsch
zou geëischt worden van alle Staatsambte
naars en rechters in het Vlaamsehe land,
evenals van al onze officieren, militaire
dokters, diplomatische agenten en consuls I
Vergeten kunnen noch zullen we het,
dat gansch ons hooger onderwijs, zoowel
te Gent en te Luik, in het Fransch alléén
gegeven wordt, evenals het landbouw- en
veeartsenijonderwijs in vele Vlaamsehe
steden, en dat aldus voor het Vlaamsehe
volk, 'n echte loot aan den Nederlandschen
stam, de weg tot allo hoogere verstande
lijke ontwikkeling en tot elke ernstige ver
betering van zijnen stoffelijken toestand
versperd blijft.
En, als, na zoolang vruchteloos vragen
andere heeren te zoeken", berichtte hun
de monteur; een kleine wijsneuzige leer
jongen voegde er echter bij, dat hij den
heer met het witte haar zooeven in het
kabinet van den heer Morris had zien
binnengaan.
„Er zal ons niets anders overblijven,
dan hem te volgen", meende Bernard, ter
wijl ze verder gingen. „Voor mijn plechtige
verklaring zal ik mij buitendien eenigs-
zins officieel deftig moeten kleeden".
Maar de beslissende loop der zaken zou
spoediger volgen, dan hij het kon ver
moeden. Ze vonden Kodewald in een, naar
het hun toescheen, zeer ernstig en ge
wichtig gesprek met Morris, en bjj het
binnenkomen der jongelui gaf de eerste
aan den eigenaar der fabriek een wenk,
die aan de opmerkzaamheid van Bernard
niet geheel ontging.
„Wilt ge zoo goed zijn, mijnheer Milow,
deze papieren eens in te zien", zeide Mor
ris tot zijn hoofd ingenieur, nog eer deze
aan het woord had kunnen komen. „Daar
de besteller zeer dringend een telegra-
phisch antwoord heeft verzocht, wanneer
we de beide machines kunnen leveren,
zoo zoudt u me zeer verplichten, wan
neer u die kleine aangelegenheid terstond
wildet afdoen".
Tegen een zoo besliste opdracht kon
moeilijk iets ingebracht worden, hoe
vreemd het Bernard ook toescheen, om op
die wijze weggestuurd te worden. Hij ging
in de onmiddellijk aan het kabinet van zijn
chef grenzende werkkamer en had de zeer
eenvoudige berekening, waarover het liep,
reeds na tien minuten ten einde gebracht.
Toen hij nu weer binnenkwam, loste zich