n Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden, en. urg. ES. oes, ne n, enz. enz. kinder- Markt. feuilleton. büTtenland. No 24. Zaterdag 25 Februari 1905. Eerste Jaargang. EB VIS". verbrande w" hooger, KEN, Verschijnt eiken /1VAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. O-, 5 cent. OOSTERBAAN LE COINTRE, Tooneel en Openbare orde. Anne Dieu-le-Veut. made rabat. Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. R loopt lichter dan en tijd verwerken t bedrijf. ntroomers zonder OR. mers van f95 af. trooit zonder ver- geleverd (sedert t, waarvan 15 op ZAAIMACHINES ers Duitsche Zaai- PLOEGEN. en in groot' aantal elen, Bieten, ekken en Aan- Zoon, Goes. VRIJ. en 15 ceut 30 cent. Lzen-Confetti, en 40 cent. Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) -.95 -.05 Drukkers-Uitgevers: -^} G O E S. «- Adverfentlën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Na hetgeen wij in ons vorig artikel schreven over het tooneel in het algemeen, kan het zijn nut hebben, met het oog op de eventueele opvoering hier ter plaatse van Heyermans' „A11 e r z i e 1 e n", de aandacht te vestigen op het volgende. De burgemeester van Leiden, een anti revolutionair, heeft de opvoering van ge noemd tooneelstuk verboden op grond, dat het ergerlijke godslasteringen bevatte, en voor de godsdienstige overtuiging van een groot deel der bevolking kwetsend was. Hij grondde dit verbod op artikel 188 der Gemeentewet, welks 2e lid gebiedt: „Hij (de burgemeester) waakt tegen het doen van met de open bare orde of zedelijkheid strjj- dige v ertoonin gen." Dit wil zeggen, zegt prof. Oppen- h e i m, dat de praktijk nooit geaarzeld heeft het wetsvoorschrift zóó te verstaan en toe te passen, dat de burgemeester de opvoering mag verbieden van een too neelstuk, dat zijns inziens strijdt met de openbare orde of de zedelijkheid. Toen nu het tooneelstuk verboden was, kwam onmiddellijk de vrijzinnige pers op de'proppen met de volgende redeneering: „Op andere plaatsen is het stuk w 1 vertoond en gaf het geen aanleiding tot ordeverstoring. Derhalve miste de burge meester van Leiden het recht om het te verbieden, althans hij had er geen reden toe." Maar, heeren vrijzinnigenzou die burgemeester, zoo hij v r ij z i n n i g ware, aan hen, die hem wezen op het feit, dat in een bepaald stuk God openlijk ver vloekt en gelasterd werd, welk stuk daar door voor een groot deel der bevolking een grievende ergernis zou zijn, zou dan die burgemeester geantwoord hebben: gij zijt blijkbaar niet van plan om de orde te verstoren, d u s is dit stuk niet in strijd Een verhaal uitde XVIIe eeuw. 23) De beurs, vroeger door duizende koop lieden bezocht, was nu een poppenkraam, en de petits merciers d'Images namen de de plaats van den groothandel in; doch binnen, in het atelier des kunstenaars, werden meesterstukken gemaald en gebei- teld, al was Rubens dan ook reeds lang de rust ingegaan. Graaf Raoul bevond zich gedurende een I paar dagen in de kunstlievende stad, met al hare schilders, beeldhouwers, graveurs I en geleerden, met gebouwen, kloosterge- stichten, instellingen van allen aard I en dat alles beschaduwd door den prach- I tigen toren harer kathedraal, dat ver- R steende kantwerk! In de eerste dagen had de oude edel- I man geen oogslag voor de stad en hare I kunstwonderen; hij hield zich enkel met I het opsporen zijner dochter bezig. Weldra was echter de man in het bruin, K met den zwarten lap voor het oog, komen X opdagen, namelijk Korrel, en deze had I zijnen ijver zóódanig doen gelden, dat men hem zelfs eene dankbetuiging voor ge- I danen plicht toekende. Men had hem wol is waar te Brussel misleid; doch de waarheid was niet ver- I borgen gebleven, zoo zeide hij, en weldra wist hij dat de vluchtelingen op Antwer- pen waren afgezakt. met de openbare orde, ergo kan ik de vertooning ervan niet verbieden? Volgens de vrijzinnige groote pers, had de burgemeester van Leiden het stuk niet mogen verbieden, omdat elders bij de opvoering van het stuk de orde niet is verstoord geworden. Uit die redeneering valt niets anders te putten dan de raadverstoor de orde en het stuk zal verboden worden. Dit is verkeerd. Wanneer op het tooneel stukken worden opgevoerd, waarin God openlijk wordt ge loochend en gelasterd, waarin orthodoxe protestantsche christenen als boeven en smeerpijpen worden voorgesteld, dan is de vrijzinnige pers even roerend eenstemmig in haar betoog, om het goed recht der opvoering van dergelijke stukken te ver dedigen. En wee den burgemeester, wiens op vatting van „openbare orde", eene zoo danige is, dat het vertoonen van dergelijke stukken daarmede in strijd komtl Het liberale „Handelsblad" schreef naar aanleiding der opvoering van „Aller zielen" „Een der eerste kenmerken van be schaving is o. i. het eerbiedigen van eens anders persoonlijkheid, zijn li chaam, zijn stoffelijk bezit, maar ook zijn overtuiging, zijn denkbeelden, zijn geloof. Een waarlijk beschaafd man, zal een ander noch zijn persoon, noch zijn meening opdringen; hij zal hem even vrij laten als hij zelf vrij wenscht te zijn." Maar dan is de vraag gewettigd, hoe het te verklaren is, dat juist onder een vrijzinnige regeering het verbod om pro cessies te houden werd uitgevaardigd. Dat heette ook zoogenaamd om orde verstoringen te voorkomen, maar deze argumentatie wordt met kracht afgewe zen, waar het geldt onzedelijke of God lasterende tooneelstukken te verbieden. En dan rijst ook de vraag, of de vrij zinnigen geen „beschaafde lieden" waren, De graaf en de gravin hadden nu de wjjk naar de Vereenigde Provinciën ge nomen I De oude man was over die tijding diep ontsteldde laatste straal van hoop verdween voor zijn oog. Het zou dus weer donkeren nacht rondom hem zijn, alvo rens in het graf te dalen I Gelukkig kende graaf Raoul het men- schelijk hart, vooral het hart van Korrel. Tusschen vier oogen deed de oude edel man eene beurs met geld aan het oor des spions klinken, en weldra wist hij nu, dat de graaf de Vertigneul slechts een bezoek te Middelburg, in Zeeland, bracht, om daarna in de Spaansche Neder landen terug te keeren. Hij wist nu, dat de plaats der bijeen komst een visschersdorp of stadje aan zee, Blankenberghe, was en zelfs kende hij dag en uur ven het vertrek. Had Korrel daar, als een echte Judas, zijne nieuwe meesters verkocht? Of be droog hij andermaal, zelfs door hun ge deeltelijk de waarheid te ontsluieren, de vervolgers Graaf Raoul berustte in de mededee- ling en nam zijne maatregelen voor het vertrek; dit laatste zou den volgenden dag plaats hebben. In afwachting bezocht de edelman de verschillende gestichten en richtte, op een schemeravond, zijne schreden door de Zwartzusterstraat, welke nog gansch in zuilengangen gebouwd, de plaats was waar een aantal kramers hunne verschillende goederen uitstalden. Hier lag een groote voorraad van zijde, laken, linnen, kanten; daar een schat van vrouwensieraden en parfumeriën; ginds toen ze ons hun meening, de neutrale school, opdrongen, voor welke zij het geld uit de Staatskas namen ook door ons opgebracht. Maar dit ter zijde gelaten, vorderen wij met allen aandrang van onzen burgemees ter, dat hij, in het belang der openbare orde en z e d e 1 ij k h e i d de opvoering van „Allerzielen" hier ter plaatse zal ver bieden. Waar het, zooals hier 't geval is, gaat om het hoog houden van moraliteit en godsdienst; waar de opvoering van een tooneelstuk, dat de heilige en godsdien stige overtuiging van een groot deel der ingezetenen aanrandt, moet zijn in strijd met de openbare orde en zedelijkheid, is een burgemeester verplicht, niet an ders dan die opvoering te beletten. Wij hopen dan ook dit te zien gebeuren. Ook moeten wij de Katholieken te Mid delburg aansporen pogingen in het werk te stellen, om te voorkomen, dat daar het stuk wordt opgevoerd. RUSLAND. De lijkkist met. het. stoffelijk overschot van den vermoorden grootvorst Sergius is op een katafalk geplaatst, waarboven zich een baldakijn verheft, dat gedekt is met een kroon. Rondom liggen kransen. Bij de kist had een plechtige lijk dienst plaats. Talrijke openbare instellin gen, het dragonder-regiment van den groot vorst en de inrichtingen van onderwijs te Moskou hadden deputaties gezonden, welke laatste bestonden uit den directeur, een inspecteur en uit elke school één leerling. Ook op de kist van den koetsier Roedin- kin zijn talrijke kransen neergelegd namens grootvorstin Sergius, verschillende groot vorsten en het bediendenpersoneel. Dit laatste droeg na afloop der plechtigheid de kist van Roedinkin op de schouders uit de kerk naar het drie kilometer ver wijderde Paveletskaja-station. Grootvorstin Sergius volgde de kist van den trouwen een wagen vol rijk gekleurd kinderspeel goed; elders lagen boeken en schrijfgerief. De oude edelman wandelde door de menigte van vrouwen en kinderen, die voor al die prachtige en glinsterende kramen heen en weer gingen, doch trad weldra door de openstaande poort in het uitgestrekte Dominikanerklooster - stille rustplaats eener biddende en geleerde wereld, in het midden eener woelige stad. De graaf bevond zich op het kerkhof met hoornen beschaduwd, met een tapijt van frissche graszoden bedekt. De zerken met opschriften, de meesten met mos begroeid en deels tusschen het gras verborgen, teekenden de graven aan, daar waar het kruis zich niet meer boven de laatste rustplaats verhief. Onder een groep boomen stond een bid bank voor een gekleurd kruisbeeld, aan welks ijzeren stang des nachts licht brandde. De graaf ontblootte het hoofd, naderde de bank en knielde ootmoedig neer, om voor het beeld des Heilands een oogen- blik te bidden. Voor hem tenminste boog de trotsche edelman niet alleen het hoofd, neen! hij werd zelfs kind. Daar rees achter een der stammen eene gestalte omhoog, alsof zij uit een der graven, aan den voet der boomen, opge kropen kwam, en voor dat de knielende edelman zich kon vergewissen wat er zich bewoog, stond de vrouw in den rooden mantel voor hem. Onder den doek met groen-roode stre pen, welke haar hoofd omhulde, bewoog zich een gelaat, dat aan een doodshoofd deed denken, zoo diep waren de oogen dienaar van haar overleden gemaal naast de weduwe en kinderen van Rudinkin tot aan het station, vanwaar het stoffelijk overschot per trein naar Roedinkin's ge boorteplaats is overgebracht. Ec-n groote menigte volgde den lijkstoet. Op den dag der begrafenisplechtigheid worden de scholen te Moskou gesloten. Gisteren had de plechtige inzegening plaats van het lijk van grootvorst Sergius in de Alexiuskerk in het klooster-Tsjoe- dof. Tegen 10 uur verschenen de metropo liet en de geestelijkheid. Verder woonden de plechtigheid hij afgevaardigden der ministeries, van den Rijksraad, ieden der hofhouding, hoogwaardigheidsbekleeders. Voorts hertog George van Mecklenburg. De grootvorsten Wladimir en Nikolaas wa ren onderscheidenlijk vertegenwoordigd door prins Galitzin en baron Staal. De metropoliet droeg de doodenmis voor wijlen grootvorst Sergius op in tegenwoor digheid van grootvorstin Elizabeth, den groothertog en de groothertogin van Hes sen, prinses Victoria van Battenberg, prin ses Beatrice van Saksen-Coburg en ver schillende grootvorsten en grootvorstinnen. Na de toespraak van den metropoliet werd de lijkkist door grootvorsten en generaals naar de St. Andrieskerk gedragen en daar op een katafalk geplaatst, waar zij blijft tot den dag der bijzetting. De Standard verneemt uit St. Peters burg De staking, die aan de universiteit van Moskou begonnen is, breidt zich over al in den lande uit en omvat reeds de gymnasia en andere middelbare scholen. De Daily Telegraph verneemt uit Peters burg: De gebeurtenissen van den laatsten tijd moeten Trepof zeer geschokt hebben in zijn vroeger geloof in cle onfeilbaarheid der politie. De politie is toch volkomen onbekwaam gebleken, niet alleen om den moord op Plehwe en Sergius te verhinde ren, maar om de medeplichtigen van de moordenaars te vinden. Na den moord heeft zij alleen waarschuwingen kunnen geven. Het passenstelsel is ook niet vol doende gebleken. De omwentelingspartij blijft daarentegen zeer roerig. Vele Peters burgers hebben over de post brieven ge kregen, waarin hun medegedeeld werd, dat Sergius ter dood was gebracht krach tens het besluit van het revolutionaire comité. Uit Warschau wordt gemeld dat een officier van de ruiterij, die bekend stond in hunne kassen gezonken, zoo mager en afgeteerd waren de wangen. De blauwe tinten, welke zich hier en daar, vooral onder de oogen, opdeden, verhoogden nog de akeligheid van dat wezen. De graaf richtte zich, bij het zien van dat spook, verschrikt overeind. „Wat wilt ge, wie zijt gij?" „Stel u gerust, graaf Raoul Dieu-le- Veut." „Wie zijt gij?" „Eene rampzalige vrouw, eene gevloek te, eene ter dood veroordeelde." „Wat wilt gij?" „U dienst bewijzen alvorens te sterven, en tevens mij wreken." „Alle wraak is laag en onkristelijk." „Ik bekommer mij niet om stelregels die ik niet ken, die ik nooit geleerd heb. Men leerde mij nooit het onderscheid tus schen kristelijk en onkristelijk, zooals gij lieden het noemt. Overigens, wat geeft het u dat ik mij wreek, als gij slechts nut trekt uit mijne inlichtingen?" „Ik wil niets, dat uit eene onzuivere bron voortkomt." „Zelfs niet als het uwe dochter geldt?" „Ik weet alles aangaande haar." „Gij weet niets, gij denkt slechts iets te weten." „Wat weet gij daarvan?" „Ik weet allesgij betaalt en wordt niettemin bedrogen." De edelman deed een vinnig gebaar van verontwaardiging en beschouwde de vrouw met minachting. „Ik zeg, dat gij achter een schaduw loopt, en men heeft u wijs gemaakt, dat gij deze eens grijpen zult; doch wie greep om zijn wreedheid bij de beteugeling van de jongste troebelen, op straat is gevon den met een dolk in zijn keel. Op het lijk lag een kaartje met het opschrift: Num mer 1. Vijfhonderd eigenaren, bestuurders en onderwijzers aan particuliere jongens- en meisjesscholen te Warschau hebben Dins dagavond besloten hun scnolen met ingang van gisteren te sluiten. Be halve op een aantal lagere scholen is op alle inrichtingen nu het onderwijs ge staakt, naar men zegt tot September. Het spoorwegverkeer te Warschau staat geheel stil, geen trein rijdt er mesr naar Duitschland of Oostenrijk. De Weensche trein, die om halfeen gistermiddag moest vertrekken, kon al niet meer weg. De sta kers van den Warschau-Weenen-spoor- weg posteerden zich voor de locomotieven- loodsen en beletten, dat de machines naar buiten kwamen. Den geheelen dag hadden er drukke samensprekingen tusschen di rectie en stakers plaats. Op andere lijnen duurt de staking voort of breidt zij zich uit. DE OORLOG. Sommige groote bladen melden, dat stappen zouden gedaan worden door tus- schenkomst van Engeland, om Japan te bewegen voorstellen tot vrede te doen en dat Rusland deze voorstellen zou willen overwegen. Bljjkbaar is dit nog geen doorslaand bewijs ten gunste van den vrede, maar de weg lijkt geopend voor onderhande lingen, die zouden kunnen leiden tot een vreedzame regeling van het Russisch-Ja- pansche conflict. Naar de „Daily Telegraph" uit Tokio verneemt, gaan de Russen, wier hoofd macht nog op den rechteroever van de Sjaho staat, voort met het opwerpen van zeer sterke verschansingen. Men ziet Koe- ropatkin herhaaldelijk heen en weer trek ken tusschen Kozansji, in het midden, en Hankasai. Nu en dan gaat hij naar Moek- den, waar hij in een gewoon Chineesch huis woont; 's nachts begeeft hij zich naar het station en slaapt daar in zijn trein, die altijd gereed gehouden wordt om op het eerste sein te vertrekken. Ivoe- ropatkin's gezondheid heeft ongetwijfeld te lijden onder den zwaren last van het opperbevel; men zegt dat hij hinder heeft van zijn oogen, tengevolge van een zware er ooit schaduwen, graaf Raoul?" Dorica zette zich op een grafzerk neer; de graaf deed eene beweging om heen te gaan. „Ga niet heen, heer graaf," hervatte de vrouw, „met den dood, den onver- mijdelijken dood in de aderen, ben ik op gestaan en tot u gekomen om u te vragen, of gij inderdaad uwe dochter zien wilt?" De oude edelman, gekrenkt door het denkbeeld dat die vrouw, die bedelares met zjjne geheimen bekend was, fronste de wenkbrauwen; toch antwoordde hij zacht: „Wel ja, ik wil haar zien." „Gij zult haar niet zien zonder mij „Gij eischt dus eene belooning?" „Ik eisch of vraag u niets." „Wat is dan uw doel?" „Ik heb het u gezegdik wil mij wreken. Hebt gij den spion van den commissaris gezien?" De graaf aarzelde en staarde de Bo- heemster scherp in de oogen. „Ja, ik heb hem gezien," mompelde de graaf ten laatste. „Hebt gij hem herkend, graaf? Weet gij wie h(j is?" De grijsaard schudde het hoofd. „Herinnert gij u dan den jager niet, die tien jaar geleden bij u op 't kasteel in dienst was?" „Taurel „Ja, Taurel; maar die zich voor het oogenblik, in dienst van den commissaris, den Vlaamschen naam van Korrel geeft." „Die man met één oog?" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1