Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
•n".
JER.
jlaatst
ras!
aenen,
enz. enz.
uur,
No. 21.
Zaterdag 18 Februari 1905.
Eerste Jaargang.
l van 8
Brieven van een Oud-Journalist.
zaden
R MAAS,
Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
EKEN,
f9-.
Drukkers-llifgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
15 G O E S. o—
FEUILLETON.
Anne Dieu-le-Veut.
Verslag Lezing
Z.Eerw. Heer C la rijs.
alle soorten
lie Provence),
I ia de n,
Uienzaad,
po toegezonden.
i a n d e 1.
eener gerech-
[lijksche premie
0,75, met
Middelburg.
i/d. Tnrfkade.
d e 1 a n d e.
bonnement.
:hs FZ.
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden —.95
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling) —.05
Advertenfiënvan 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Orootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
0.,
ff
.inspectie en voor
VI,
Wat kan er ook tegen eene burgerrech
telijke regeling ingebracht? Het betreft hier
immers eene overeenkomst. Waarom zou
deze als zoodanig in 't Burgerlijk Wet
boek niet thuis hooren? Het is nu de een
voudigste, soberste, doelmatigste oplos
sing. Geen omwerking van andere wetten
is noodig. Al wat onmiddellijk en recht
streeks tot het onderwerp behoort, wordt
ook onmiddellijk en rechtstreeks geregeld.
Het sleept geen omslag na. De toepassing
kan dadelijk geschieden.
Het ontwerp geeft, wel is waar, eene
algemeene regeling voor alle soorten van
vakken, voor alle soorten van arbeiders.
Edoch, duidelijke, bruikbare omschrijving
van groepen, van soorten van vakken
en arbeiders, wie vermag ze te geven?
Het zou een proeve kunnen wezen, vrucht
baar wellicht voor advokaten en deur
waarders, zeker niet voor de werklieden.
En de werklieden zijn te lang rechteloos
geweest, om ze nog te wagen aan eene
proeve, gelijk in Duitsehland is genomen,
maar die zoo weinig aan de verwachting
heeft beantwoord, dat men er meer en
meer tot eene algemeene regeling als van
dit ontwerp begint te naderen.
Hoofdzaak is en blijft, dat den arbeider
hulp wordt verleend en rechtszekerheid
gegeven. En rechtszekerheid krijgt zelfs
de arbeidster.
Het behoud van loon hij ziekte wordt
gewaarborgdbehoorlijke verpleging en ge
neeskundige behandeling van den in-
wonenden zieken arbeider, dienstbode, ver
plichtend gesteld.
Uitbetaling van loon in de kroeg is ver
boden. De tijd en ook de wijze of vorm
van uitbetaling van loon zijn geregeld.
De procedure wordt vereenvoudigd, ver
gemakkelijkt, bespoedigd. Wie minder dan
het grensbedrag, f 4, verdient, kan koste
loos procedeeren.
De boeten wegens reglementsovertre-
Een verhaal uit de XVIIe eeuw.
20)
„Wees bedaard," zeide Taurel; ik zal
u geleiden. Dat glas wijn zal u kracht ge
ven. Ziedaar nog een zilverstuk.
Met een krampachtige beweging greep
zij het geldstuk, en onder een boosaardig
gebrul wierp zij het over den vloer.
Buiten gekomen sprak Taurel nog altijd
zacht en bemoedigendhij zeide haar flui
sterend, eenige stappen verder te gaan
en in de hoeve te gaan vernachten, zooals
een der dienstboden gezegd had. Den vol
genden dag zou zij haren weg voortzetten,
en men zou elkander op een bepaalde
plaats te Antwerpen terug zien.
Een der knechts opende de poort en
Dorica, altijd denkende dat Taurel haar
tot geleider dienen zou, trad buiten; doch
pas was zij buiten, of de spion sloeg ge
weldig de poort toe en deed de arme
vrouw, door den slag zeiven, in het slijk
tuimelen.
Taurel lachte helschhij vreesde immers
de kwade hand niet meer, dewijl Dorica
en hij uit denzelfden kroes gedronken had
den, en die talisman was geldig tot na de
eerste maansverandering.
Eene poos hoorde men den klopper on
stuimig op de poort vallen; eene scherpe
en snijdende stem huilde vervloekingen
dingen komen niet meer in den zak van
den werkgever, maar ten voordeel© van
den werkman. Evenmin het z.g. staan
geld, dat op de Rijkspostspaarbank moet
belegd.
De bevoegdheid van den werkgever, om
's Zondags arbeid te doen verrichten,
wordt beperkt.
De opzeggingstermijn is gelijkgesteld aan
den uitbetalingstermijn, evenwel met een
maximum van zes weken.
Het ontwerp heeft van alle zijden, van
alle richtingen warme instemming en lof
verworven, natuurlijk met uitzondering
van de socialistische woord- en penvoer
ders, onder wie het Kamerlid Schaper,
voorloopig op zijn beurt eene loffelijke
uitzondering maakt. Waarom ook zouden
die socialisten er vrede mee nemen, zij,
die met Bebel van het standpunt uitgaan:
Wij moeten eischen stellen, die geen
andere partij stellen kan?
En omdat in 't ontwerp voor den opzeg
gingstermijn een minimum van 7 dagen
wordt bepaald, heet het bij hen: „gehate
dwangcontract, dat de vakvereeniging aan
banden legt, het laatste restje van vrijheid
ontneemt aan den werkman," wel te ver
staan, de vrijheid om te staken.
Zeven dagen nadenken, overwegen, be
raadslagen, of eene staking, waaraan
toch de meerderheid der werklieden zoo
vaak slechts uit vrees voor de belhamels,
zjch laat meeslepen, die tal van gezinnen,
niet alleen vrouw en kinderen, maar ook
de stakers zeiven aan armoede en gebrek
ten prooi worden doet, of zoo'n staking
wel gegrond, billijk en rechtvaardig is,
tijdig is, of kans van slagen heeft, is
te veel voor die socialistische voorman
nen. Want tijd geeft raad, en een en ander
zou van staking kunnen doen afzien, wat
hun rekening niet maakt.
Ik heb 't woordje „k a n" in hun stand
punt onderstreept. Want let men op des-
zelfs beteekenis, dan begrijpt ieder werk
man of arbeider aanstonds, wat die socia
listen zouden blijven eischen, zelfs al ver
en verwenschingen.
Daarna zweeg de stem. De regen kletter
de en de wind huilde.
Het gedruisch aan de poort had, tot in
de kamer opschudding gebracht en al de
daar aanwezige personen snelden naar
buiten.
Juist had het gedruisch buiten opge
houden en Taurel kwam reeds den trap
op, die naar het portaal geleidde. De keu
kenwereld raasde en kakelde over de
vrouw in den rooden mantel, die, men
wist niet vanwaar gekomen was en er
allervreeselijkst uitzag.
„Wat is er gaande, Taurel?" zeide de
gravin de Vertigneul.
,,'tWas de boheemster, die wjj aan
boord der schuit gezien hebben, me
vrouw."
„Alweer zjj
„Zij zal ons niet meer hinderen," flui
sterde Taurel.
„En gij hebt haar buiten gebracht?"
vroeg de oude pastoor.
„Gij hebt haar immers den weg naar
de hoeve gewezen Neen Dat is niet
zeer christelijk handelen. De vrouw met
den rooden mantel? 'tWas gewis dezelf
de vrouw die straks onder den boom
stam stond."
De knechts werden uitgezonden, doch of
zij hun onderzoek niet scherp doorgedre
ven, ofwel dat zij tevergeefs gezocht had
den, zij keerden weer met de boodschap,
dat de vreemdelinge nergens te vinden
was.
Dorica plonste echter, op eenigen afstand
anderde de wereld in een Luilekkerland,
waar het honig regent en de gebraden
vogels in den mond vliegen.
O, die boerenbedriegers! zegt het voort.
(Vervolg).
Nu hebben we de tweede vraag te beant
woorden hoe moeten wij ons als Katho
liek in den komenden strijd gedragen?
Iedere Katholiek, die stemgerechtigd is,
moet stemmen. Daardoor toch oefent hij
invloed uit op de inrichting van het staats
bestuur. Dit is van het allerhoogste ge
wicht. In Gods naam regeert immers de
Koningin, en als we ons voor haar neder-
buigen, doen we dit niet enkel met een
gevoel van dankbaarheid voor Oranje,
maar we beschouwen haar op de eerste
plaats „a 1 s V ors tin bij de gratie
God s". (appl.)
Ge hebt dus bet recht om mee te spre
ken, ge zijt het echter ook verplicht, want
ge draagt de verantwoording voor het be
stuur. Die plicht is des te zwaarder, naar
mate er meer van afhangt, van den kies
plicht nu hangt alles af: niet alleen tijde
lijk geluk, maar ook het eeuwig geluk
van U en vele anderen. Door te stemmen
geeft ge bovendien een voorbeeld aan an
deren, en draagt ge er toe bij, dat ook zij
hun plicht vervullen.
Nu komt de vraaghoe moeten we
stemmen
Het antwoord hierop is: volgens eer en
geweten. Daarom moet uw stem zoo krach
tig mogelijk zijn. Ge moet kracht zoeken
in eendracht, ge moet U in verbinding
stellen met uw geloofsgenooten, ge moet
lid van een Katholieke kiesvereeniging
worden. Daar toch kunt ge door uw tegen
woordigheid, door uw woord, door uw
geld kracht bijzetten aan uwe stem. Ik hen
daarom vast overtuigd, dat niemand zal
schromen lid van de kiesvereeniging te
worden. Uwe kiesvereeniging kan tevens
voorlichting geven aan hen, die door te
weinig ontwikkeling steun noodig hebben.
Eenmaal lid van de kiesvereeniging,
dient ge U aan hare besluiten to onderwor
pen, ge moogt dus geen liberale candidaat
steunen. Maar zal iemand zeggen,
waarom mag dit nu niet, terwijl we toch
vroeger met hen samengingen? Het is
waar, vele vrijheden hebben we van hen
van de poort, in het donker, door dik en
dun, voort; zij zag voor zich uit een lichtje
en ging er recht op af. Dat was het licht
der hoeve, waarvan heeroom gesproken
had. De boheemster kon echter de deur
van de hoeve niet naderen, uit hoofde van
den hond, die razend aan zijn ketting
opsprong.
Tastend ging zij nu langs het huis om;
alleen het bliksemlicht was haar geleider;
ook door dat licht zag zij, dat zij aan de
schuur met leemen wand stond en dat
eene opening daarin, haar toegang tot het
binnenste van dit gebouwtje geven zou.
Van dat nachtverblijf had Dorica geen
afschuw. Hoe dikwijls had zij, in haar
avontuurlijk leven zelfs onder den blooten
hemel geslapen en zou een bos stroo voor
haar een verguld bed geweest zijn! Nu
echter meende zij recht te hebben, te blij
ven waar Taurel bleef en hij had haar
integendeel als een hond de deur uitge-
stooten, en als een hond zou zij nu daar
die opening, dat hol invluchten, als er
eenig gevaar mocht opdagen.,
Dorica's hart joeg onstuimig; het vuur
van den haat brandde hevig in haar. De
vulkaan dreigde telkens los te bersten en
al wat zich in den omtrek bevond te zen
gen, te blaken, te branden.
Een gedruisch steeg langs den kant van
de baan op, de hond sloeg geweldig aan:
Dorica zette zich op de knieën, zocht de
opening, en zooals zij over zichzelf ge
dacht had de hond kroop in zijn hok.
Daar tenminste vond de boheemster
stroo; wat er rondom en boven haar lag,
ontvangen, maar de geschiedenis heeft een
scheiding gemaakt, we hebben ons vroeger
vergist, de pausen hebben ons de oogen
geopend. Ze hebben ons immers ook heel
wat anders gebrachthun ongodsdienstige
opvoeding, hun ontkerstening van het hu
welijk, hun verkeerd beginsel inzake straf
recht, hunne wettelijke erkenning van het
nieuwe malthusianisme, hunne bandelooze
vrijheid voor de drukpers.
Misschien zal echter ismand zeggen,
maar de liberale regeeringen hebben toch
voorspoed in ons land gebracht.
Ik .zeg U echter, vraag dat aan de socia
listen. Hoor, hoe ze schreeuwen en roepen
voor de vreeselijke armoede, die alom ge
leden wordt. Vele fabrieken hebben ze
over de grenzen gebracht, zooalsdraad
nagel- gist- en boterfabrieken.
Zie ook maar de statistiek omtrent de
armen-bedeeling over het jaar 1898. We
lezen daar, dat er op de 10 0 0 inwoners
in de Ver. Staten 5 bedeeld werden.
In Frankrijk 32,
In Oostenrijk 35,
In Duitsehland 40,
en in ons gezegend vaderland 197.
Hoor ook slechts de opwerpingen, die
tegen ons Christelijk Ministerie gemaakt
worden, dan, bij de speetwet had Kuyper
te veel, bij de onderwijswet te weinig eer
bied voor de wet. Dan heeft de minister
te veel eerbied voor de kroon, dan weer
te weinig. Het eene oogenblik schreeuwt
men over het te lange uitblijven der Zon
dagswet, een kwartier later hoopt men,
dat ze nooit ingediend mag worden. Wordt
een wet vroegtijdig ingediend, dan heeft
men ze niet rijpelijk overwogen, wordt ze
laat ingediend, dan heeft men te lang ge
wacht. Zot men een wetsontwerp door,
dan schreeuwt men moord en brand, wordt
het ingetrokken, dan durft men niet. Laat
men een ontwerp onveranderd, dan is men
tyraniek, verandert men het, clan weet
men niet wat men wil.
En waarom maakt men nu zooveel moei
lijkheden? Och, men was het heerschen
gewoon. De oude juffrouw had al zoolang
het torenkamertje bewoond en raakte wat
verwend, in tegenstelling metde jonge
socialist die verwaand is geworden.
Daarom moeten we bevrijd zoeken te
blijven van hunne regeering, want als we
de nederlaag lijden, zal de regeering in
handen komen van eene oude juffrouw en
een kwajongen. Dan zou de regeering sa
mengesteld zijn uit een allegaartje, dan
verontrustte haar niet.
Een wonderlijk gevoel doorliep gansch
haar lichaamhet was eene koude trilling,
eene pijnlijke inkrimping der spieren, eene
griezeling die hare tanden deed klappe
ren, en dit alles was vergezeld door vlij
mende steken, die haar den adem af
sneden.
Dorica zette zich half overeind, en met
eene half gesmoorde stem vroeg zij aan
zich zelve
„Wat is dat?"
Eene loodzwaarte overmeesterde gansch
haar lichaam en de boheemster viel
achterover, terwijl rechts en links hare
handen zich krampachtig in het stroo neer
sloegen.
„Die wijndie beker wijn
morde zij.
Een scherpe kreet, alsof hij aan de lon
gen van een wild dier ontsnapt was, brak
die woorden af.
„Taurel, Taurel heeft dien wijn geschon
ken," brulde zij. „Taurel heeft dien drank
vergiftigdIk ken dat vergifja,
ik ken het. De schurk heeft zich alzoo
van mij willen ontdoen. Vloek, vloek over
hem!"
De haat, de zucht naar wraak gaf aan
die vrouw eene bovenmenschelijke kracht;
zij richtte zich in de duisternis op, sloeg
de armen woedend rond, klampte zich
aan de balken der schuur en viel, door
de pijn overmeesterd en onder een akeli-
gen gil, op het stroo terug.
„Ha, Taurel, gij hebt u van mij willen
ontmaken," morde zij. „Dorica was een
zou er een tijdperk komen van stilstand
op wetgevend gebied, er zou een brug
geslagen moeten worden tusschen de libe
ralen en socialisten; een brug die op zulke
pijlers rust, moet noodzakelijk invallen.
Rousseau zegt het immers zeil: „Gods-
'dienst is boven alles noodig, een maat
schappij zonder haar is niet mogelijk";
Napoleon: „een natie die 10 jaar zonder
godsdienst is, is een wilde en Voltaire"
„het is beter leven bij tijgers en beren,
dan bij een volk zonder godsdienst".
We moeten dus stemmen op geloovigen.
Laten we echter geen dwaasheden begaan.
Blijven we als Katholieken alleen staan,
dan kunnen we geen kracht uitoefenen,
we moeten samenwerken met de anti-revo-
Iutionairen, zij toch staan op hetzelfde
beginsel.
Verschillende grieven worden tegen die
samenwerking ingebracht
lo. Vroeger hebben ze ons vervolgd.
Maar haat dragen we niet, laat alles
vergeten en vergeven zijn.
2o. Het zijn zulke vervelende menschen,
maar we gaan toch niet met hen kermis
houden of kaartspelen, we treden alleen
op politiek gebied samen op.
3(z. Zij helpen de Katholieke candidaten
niet. Ten eerste betwijfel ik dit zeer, maar
ten tweede vraag ik uwe stem niet in hun
belang, maar in ons eigen belang.
Het is ook een zaak van eer voor ons
hen te steunen. 4 Jaren geleden hebben
wij het ministerie-Kuyper aan de regeering
helpen brengen. We moeten laten zien,
dat ons dit nog niet berouwd heeft. Nog
heffen we hier de kreet aan„Leve Dr.
Kuyper, leve ons Christelijk Ministerie",
(appl.)
Het is ook een gewetenszaak samen te
gaan met de A.-R. De strijd gaat niet alleen
tegen Dr. Kuyper als wetgever, hij gaat
tegen Dr. Kuyper als vertegenwoordiger
van een beginsel, hij gaat tegen den gods
dienst. Hier kan dus geen sprake zijn van
personen, ieder die thuis blijft of den libe
raal steunt, pleegt een verraad aan den
Christus
Niet alleen moet gij U in dien strijd ver
dedigen, ge moet ook aanvallen, het eerste
optreden van het Christendom was ook
een aanval.
Wanneer de woedende zee de dijken
wegsloeg en ons dierbaar Zeeland met
dood en vernieling zou bedreigen, dan
zou zeker ieder op zijn post zijn, en die
aartsvijanden uit alle macht bestrijden.
last voor u, voor die gravin, voor dien
kaper! Huichelaars 1 Zij zeiden ja, zij
meenden neen! Voor tien jaar den zweep
slag, vandaag het vergil! Maar, ik zal u
verraden, ja, verraden zal ik u! Hola hei,
hulp! Hier, moord, brand!"
Niemand antwoordde op die kreten,
zelfs geen weerklank. De schuur en de
omtrek waren stil en doodsch, tenzij dat
de ratten verschrikt over de hanebalken
wegvluchtten.
Ja, Dorica had er de overtuiging van,
zij was vergiftigd en niemand anders had
haar dat vergif ingeschonken dan Taurel:
zij kende het tegenvergif wel, maar zij
lag verlamd en begreep dan ook dat zij
sterven zou sterven, alléén en zonder
zich te kunnen wreken 1
Alléén sterven gaf haar weinig; immers
zij had geene familie in de wereld, en do
vrienden sloegen haar met de zweep, .trap
ten haar en gaven haar ten slotte vergif
in. Verzoening met God kende zij éven-
min. Men had haar nooit van God, van
liefde en barmhartigheid gesproken. Zich
wreken, dat was het eenige vertroostende
denkbeeld dat haar bezielde; zij was de
doodelijk gewonde tijger, die nog bijten
en verscheuren wil alvorens te sterven.
Geen blijde jeugd, geen streelende moe
der, geen liefde en geluk lagen in het ver-
ledene; dat boek zeide niets over hare
wieg en haren naam, en daar, waar de
bladzijden leesbaar werden, bevatte het
slechts eene geschiedenis, geschreven met
tranen en bloed.
(Wordt vervolgd.)