Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. No. 15. Zaterdag Februari 1905. Eerste Jaargang. R, Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. OOSTERBAAN LE COINTRE, Citaten. FEUILLETON. Anne Oieu-k-Veut. BUITENLAND. f ten. .65 .125 .75 uks. 1.75 2.75 3.75 HE ZEEM COUP! Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. —95 Abonnementsprijs: per 3 maanden Voor het buitenland verhoogd met.de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Drukkers-Uitgevers: o GOES, c— AdVertenfiën: van 1—6 regels —60; iedere regel meer 10 ets. Qrootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. We hebben voor onze lezers nog een snoeperig verhaaltje bewaard. Dat verhaaltje handelt over aanhaling van citaten. De socialisten hebben er twee broertjes aan dood, wanneer tegenstanders hen op het dak vallen met citaten, aanhalingen van hun eigen leiders, waaruit kan be wezen worden, dat b.v. godsdienst on socialisme elkaar insluiten, enz. Dezelfde heeren echter houden er óók een citaten-woordenboek op na. Ongelukkigerwijs komen er in dat woor denboek nog al eens eigen-gefabriekte citaten voor. De lieer P. L. T a k, hoofdredacteur van het liefelijkeblad „Het Volk" en de heer J o s. L o o p u i t, ook zoo'nCoryphee der socialisten, zijn erg sterk in het zelf- fabrieken van citaten. Het gebeurde, dat Tak op 'n goeien dag triomfantelijk kwam aandragen met eenige citaten uit redevoeringen, gehou den door Mgr. Kom m, pater Forbes en Woeste, op het Katholiek Soci aal Congres, dat in 1889 te Brussel ge houden zou zijn. Er werd bewezen, dat in 't heele jaar 1889 in geheel België geen zoodanig con gres gehouden was en dat er te Brussel nooit een kath. soc. congres bijeenkwam. Ook werd bewezen, dat in elk geval die citaten foutief waren. Nu heeft T a k al anderhalf jaar achter z'n ooren zitten krabben, om te over peinzen, hoe hij uit dat wespennest ge raken zou. Hij erkent nu, dat het bewuste congres nooit gehouden is, maar beweert, dat de geciteerde woorden zouden gesproken zijn op het congres te Luik, in 1890. Nu wil alweer het ongelukkige toeval voor Tak, dat die woorden in 'toffici- eele verslag totaal anders staan. En nu zegt Tak weer, dat zijn aanha ling ontleend was aan een aanteekening, gemaakt uit een courant, die verslag gaf van het congres, vermoedelijk de F r a n k- Een verhaal uit de XVIIe eeuw. 14) „Hier, in het hotel heet het dat gij naar Frankrijk reist, om graaf Raoul Dieu-le- Veut tegemoet te gaan. Hebt ge Koffers? In dat geval doen zij een omweg langs Mec.helen. Gij zult onder eene vermom ming, met de trekschuit naar Antwerpen reizen. Weest gerust, de Roode Duivel zal allen wel een rad voor de oogen draai en! Voor den wagen zal ik zorgen, hij vertrekt vandaag." „Een wagen is onnoodig; ons reisgoed is zoo omvattend niet." „Des te beter, kapitein; pak in, binnen een paar uren keert de marsdrager weer, onder den schijn van uw oud kleergoed te koopen. Te Antwerpen zult gij alles terug vinden. Men moet denken dat gij op weg zijt naar Frankrijk, en gij zult u veilig op den tegenovergestelde:! weg be vinden." „Ik vertrouw mij op u, Taurell" „Nog één woord: de oude boekanier is hier onbekend, de marskramer en de spion heet hier „Korrel"." „Ik begrijp u." „Mocht gij soms een man ontmoeten die op Korrel gelijkt, maar een lap op f u r t e r Z e i t u n g, die hij toen ge trouw las. Da's prachtig! En de lezers van „Het Volk" zullen wel denkenwat 'n kraan is Oome Pietl Maar wat zou de heer Tak wel zeggen, wanneer een tegenstander eens kwam aan dragen tegen hem met een citaat uit een redevoering door Bebel in 1890 te Am sterdam gehouden, en wanneer dan achter af bleek: lo. dat Bebel nooit in Amsterdam ge weest was; 2o. dat eigenlijk bedoeld werd de Dres- dener partijdag van 1903; 3o. dat bovendien de geciteerde woorden in het officieele protokol geheel anders voorkwamen 4o. dat er ter verontschuldiging werd aangevoerd: die citaten komen uit 'n ver slag, dat in een of ander Fransch blad voorkwam, vermoedelijk in de „L i b r e Parole" van Drumont! Wat zou de heer Tak dan schrijven en schetteren van „leugenaar", „zeekwal", „woordverdraaier", enz. Thans nu h ij zich aan deze feiten heeft schuldig gemaakt, en tot bekentenis gedwongen is, nu verklaart hij, fier in 'trond ziende: „dat de beschuldiging van valsch citee- ren, die door A a 1 b e r s e en dergelijken wordt gecolporteerd, is een volkomen val- sche beschuldiging." Tak's brutaliteit gaat nog verder. Hij voegt er aan toe: „Maar die valsche beschuldigers reke nen op een goedgeloovig publiek, dat zelf de zaken niet kan nagaan, bij gebrek aan bronnen." Men kent nu het soort bronnen, uit welke Tak schept, en dat goedgeloovig publiekinderdaad, het leest geen „Frankfurter Zeitung"! Nog geen acht dagen geleden beschul digden de heeren van de richting-Tak de kerkelijke bladen te zijn „stinkputjes- scheppers"! Maar zou nu de liefelijke betiteling van „stinkputjesschepper" niet veeleer van het eene oog draagt, of wel een heer in 't zwart niet gele nestels en roode veer op den hoed, houdt u alsof gij hem niet kent." „Zeer goed." Korrel of Taurel ging heen, en toen hij de meid, aan welke hij zooeven zooveel schoone dingen ten geschenke gegeven had, in eene naburige kamer vroolijk hoor de zingen, verwenschto hij zijne vrijge vigheid. Die vrijgevigheid was inderdaad niet noodig geweest, dewijl Korrel daar, in de woonkamer, plotseling in een bekend land viel. Toen hij beneden aan den trap gekomen was, kwam de meid te voorschijn, en om de deurpost loerend, fluisterde zij hem toe „Welnu, koopman, goede zaken ge daan?" „Voortreffelijke, lief kind, ik kom zelfs binnen een paar uren terug." „Geluk, koopman." „A d i e u, lief kind." Haastig stapte de kramer door de stra ten, zonder zich zelfs de moeite te geven zijne waren te venten; hij daalde door kleine stegen naar de benedenstad af en trad in een vuile en smerige herberg, waar de sterrekijkers, planeettrekkers, koorddansers, vuureters, goochelaars, oli fant- en berenleiders der kermissen kwa men vernachten. Daar ging Korrel niet zelden met die toepassing zijn op Tak, die, zooals bewe zen is, schept uit troebele bronnen, drabbige putjes? De heer Jos. Loopuit is een nog grooter kraan op citaten-gebied. Die heeft het reeds zoover gebracht, dat hij daarin zijn meester verre overtreft. Over dien citaten-fabrikant een volgende keer. RUSLAND. De Troebelen. De rust in Petersburg is nu zoo goed als hersteld. In andere plaatsen blijft het nog woelig. Een deputatie uit de werk lieden is door Vadertje in gehoor ont vangen, die veel mooie beloften aflegde. 't Heeft veel weg van mosterd na den maaltijd, en 't lijkt ietwat komedie-achtig. Woensdagmiddag heeft de Keizer een uit 34 leden bestaande deputatie uit de werklieden van de Petersburgsche fabrie ken ontvangen. De deputatie werd verge zeld door den minister van financiën en den gouverneur-generaal Trepof. De werklieden gingen met den keizer lijken spoorweg naar Tsarskoje Selo. Bij het paviljoen des Keizers stonden rijtuigen voor hen gereed, die hen naar het Alexan- dra-paleis brachten, waar de werklieden in een der zalen van het paleis toegelaten werden, 's Middags om drie uur verscheen de Keizer, in gezelschap van grootvorst Georg Michaëlowitsj, den hof mini ster Frederichs en den paleiscommandant Hesse. De arbeiders maakten een buiging voor den Tsaar, die hen toesprak met een „Goeden dag, kinderen!", waarop het ant woord was„Wij wenschen Uwe Majes teit eene goede gezondheid!" Daarop richtte do Keizer de volgende toespraak tot hen: Ik heb u laten komen opdat gij mijn woorden uit mijn eigen mond zoudt kun nen hooren en ze overbrengen aan uw kameraden. De betreurenswaardige gebeur tenissen, met het. treurige maar onvermij delijke gevolg- van onlusten hebben plaats gehad omdat gij u hebt laten verleiden en bedriegen door verraders, vijanden van ons vaderland. Terwijl zij van u verlang den, dat gij een verzoekschrift ter zake van uw behoeften aan mij zoudt richten, hitsten zij u op tol. opstand tegen mij en mijn regeering, door u te dwingen uw eer- zwervende bohemers drinken en dobbelen; hij leefde dan ook op zeer gemeenschappe- lijken voet met hen, en had niet zelden in hun zwervend leven gedeeld. In dat gezelschap kende men noch den man met de lap op het oog, noch dien met de roode veer op den hoed. X. Dorica de waarzegster. De herbergkamer was laag van verdie ping en werd slechts door een enkel ven ster verlicht; doch bij dag stond de deur altijd wagenwijd open. Men zag er houten banken, een zware tafel en roodsteenen vloer, witgrauwe mu ren, eene zwarte zoldering, en tusschen dit alles een oud, vuil, zwaar, grof en sterk gekneukeld wijf, met grijze oogen in het bruin geroosterd gezicht, en op dit laatste eenige grijze stoppels. Korrel vroeg een kroes jenever drink- b a a r v u u r, zeide men toen, welke drank toen nog slechts door het gemeen volk en in de gemeene kroegen gedronken werd, en dien zelfs een student en deze durfden reeds vroeg alles niet zou ge waagd hebben openlijk te drinken. „Is Dorica weer hier, moeder Bob?" zeide de kramer tot de waardin. „Neen weggegaan terugkomen," mompelde het zware oude wijf, met eene stem die als uit een kelder kwam. lijken arbeid te verlaten op een tijdstip, waarop alle echte Russen zonder ophou den zouden moeten werken om onzen hardnekkigen vijand te overwinnen. Werk stakingen en oproerige betoogingen leiden de menigte altijd tot rustverstoringen, die de overheid altijd genoodzaakt hebben en ook in het vervolg noodzaken zullen, de troepen te hulp te roepen, waarvan het gevolg is, dat onschuldige offers vallen. Ik weet dat het leven der arbeiders niet gemakkelijk is, er moeten vele dingen ge organiseerd en verbeterd worden; maar hebt geduld, gij begrijpt zelf wel dat het noodig is, rechtvaardig te zijn tegenover- de patroons, en rekening te honden met den toestand waarin onze nijverheid ver keert. Maar het is een misdrijf, mij uw behoeften te willen uiteen zetten door in een oproerige menigte op te trekken. In mijn zorg voor de werklieden zal ik niet te kort schieten; ik zal maatregelen ne men, en al het mogelijke doen om hun lot te verbeteren, hun ook wettelijke wegen open te stellen om hun verlangen te on derzoeken. Ik geloof aan de eerlijke ge voelens van de werklieden, aan hun ge hechtheid aan mij, en ik vergeel hun hun euveldaad. Keert naar uw werk terug, ver vult. uw taak met uw kameraden. God helpe u! Nadat de Keizer dit gezegd had, voegde hij er bij, dat. zij deze woorden aan hun kameraden moesten mededeelen; zij zou den later de toespraak gedrukt ontvangen. Te Warschau zijn in de voorsteden scho ten gewisseld met de troepen; de opwin ding neemt daar nu algemeen af. Te Lodz duurt de algemecne werksta king voort; do orde wordt er echter ge handhaafd. Te Jekaterinoslat hebben de typografen het werk neergelegd. De kranten verschij nen nu niet. De binnenkomende telegram men worden door de regeeringsdrukkerij gepubliceerd. Ook de werklieden van de ijzerfabrieken van Alexandrowsky, Brians- ky, Dmitrowo en Oeze zijn gaan staken. Men denkt, dat nog in andere fabrieken en ook in mijnen het werk zal worden neergelegd. De rust is echter te Jekateri noslat niet gestoord. De slaking te Warschau breidt zich uit in alle fabriekswijken der stad. De goede rentreinen op den spoorweg naar Lublin loopen niet meer. Heden poogden de sta kers de spoorwegbeambten tot staking over te halen. Uit, Moskou wordt gemeldHet blijft hier rustig in de stad. Daarentegen nemen woe- Zij streek het geld op en slofte weg, terwijl Korrel, den elleboog op de tafel geleund, denkend op het sombere venster met zware dwarsbalken en ijzeren spillen staarde. Waaraan dacht de spion? Hij zag daar weer een onmeetlijk spinne- web voor zich, waarvan hij zelf de groote, monsterachtige spin was, gereed om al de vliegen te verslinden die zich in dat net kwamen verwarren. Wie waren de vliegen? Niet alleen de markies d'AmbrelIe, de graaf Raoul, de graaf en de gravin de Vertigneul, maar zelfs de commissaris, allen waren goede on volbloedige vliegen, dat is, ze hadden geld in den zak en het was Korrel hetzelfde op welke vlieg hij de lange pooten neersloeg, om ze tot den laatsten drop leeg te zuigen. Do commissaris betaalde hem, d'Am brelIe was niet gierig geweest, graaf Raoul zou hem dapper de duimen smeren om de Vertigneul's te leveren, wier geheimen hij nu kende, en van den anderen kant kon hij cle Vertigneul's doen betalen om hen uit de moeielijkheid te redden. Maar tusschen twee moeilijkheden moest hij, Korrel zelf, zich wachten het slacht offer van al die kuiperijen te worden. Aan beide partijen had hij hulp beloofd en niemand kan twee heeren dienen! Toch wel; het was Korrel in zijn leven meer dan eens gebeurd zulks te doen; lingen toe in de buurt van de fabrieken rondom Moskou. Naar Orechnovo, waar veertig duizend arbeiders zooeven het werk verlaten hebben, zijn een paar regi menten ontboden. Uit Wladimir en andere districten komen dergelijke berichten. De groote grondbezitters vluchten met hun gezinnen, uit vrees voor een algemoenen boerenopstand. Gapon heet naar Zweden de wijk te hebben genomen. Woensdag is in het midden der stad Odessa, dicht bij het politiebureau, op Golowien, chef van politie alhier, een aan slag gepleegd. Toen Golowien's rijtuig op het plein voor het bureau aankwam, schoot een als werkman gekleed persoon, in het rijtuig. De kogel trof Golowien in het rech terschouderblad. De dader vluchtte, maar werd in hechtenis genomen. De toestand van den getroffene is niet gevaarlijk, maar de kogel is nog niet ver wijderd. De politie te Homel, heeft hier een bij eenkomst van stakende handswerkl'eden overrompeld. De politie gaf vuur, waarbij een meisje gedood en vier personen ge wond werden. De staking houdt aan. Het aantal, der tijdens de onlusten te Warschau, gedoode personen is zeer hoog en bedraagt, volgens opgaven der dokters 600; dat der gewonden meer dan 1000. De teraardebestelling der gedooden had 's nachts plaats onder militaire bescher ming. Veel personen, die aan de beweging niet deelnamen, zijn ook gewond. De Daily Telegraph verneemt uit St. Petersburg dd. gisteren: Als gevolg van de vertoogen van Germolof, heeft de Tsaar een oekas geteekend, die men een Rus sische Magna Charta zou kunnen noemen. In den oekas gelast de Tsaar aan Witte in zijn hoedanigheid van voorzitter van den ministerraad om de ministers te hoo ren over de in den oekas van 27 December aangekondigde hervormingen. Hij beveelt verder, dat, het volk zal worden uitge- noodigd deel te nemen aan het bestuur des lands. De wijze, waarop dit zal ge schieden, wordt aan Witte's beslissing overgelaten. Dan wordt bevolen, overal in het. rijk met vreedzame middelen de orde te herstellen; aan de weezen en de gewonden van den 22sten Januari moet hulp worden verschaft. De ministerraad zal den nieuwen toestand Maandag hespre ken. Witte heeft al zijn invloed ten be hoeve van het volk aangewend. De ge vangenen zullen in vrijheid worden gesteld. Ook zal er vrijheid van drukpers worden afgekondigd. Trepof zal over eeni- doch nu was er een gevoel dat hem bi lette het evenwicht te zoeken; immers, de zucht om naar het piratenleven terug te keeren deed hem bepaald partij kiezen. Ja, hij wilde toonen dat hij trouw was aan zijn woord; hij zou de twee edellieden en den commissaris zooveel mogelijk aan hunne goudstukken zitten; doch zijn woord, in de „Gouden Ster" gegeven, zou hij gestand zijn. Nu wilde hij enkel Dorica zien, Dorica de waarzegster, en haar in de lijnen der hand, het mysterieuse boek der toekomst, laten lezen of hij in zijne nieuwe onder neming gelukkig wezen zou. Het waarzeggen, het sterrenkijken en kaartleggen waren in den tijd waarin wij ons bevinden, eene algemeene ziekte ge worden, en mocht Korrel aan hel noch hemel denken, toch wilde hij wel eens weten wat hem achter de gordijn van het onbekende beschoren was, op het oogen- blik dat hij zich in die groolo onderneming waagde. Korrel werd uit zijne gedachten opge wekt door eenig geschuifel op het zand van den steenen vloer: hij zag op en liet zich op blijden toon „Dorica!" ontvallen. De toegesprokene toonde wederkeerig niet de minste vreugde, integendeel, haar donker oog, door gefronste wenkbrauwen overschaduwd, was streng, en zij neep hare fijne bleeke lippen nijdig op elkander. Dorica was eene jonge vrouw, oven I

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1