Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. ,Goes, line IERP-KUYPER Goes. Co., Donderdag 2 Februari 1905. Eerste Jaargang. Ui EB i\ö. u. prbaan. 144 stuks f 1.75. Verschijnt eiken mAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Drukkers-Uitjevers: OOSTERBAAN LE COINTRE, Brieven van een Oud-Journalist. FEUILLETON. Anne Dieu-le-Veut. Vreugde. HARST, s s u r a n t i n Middelburg. ek. luwen en Inboedels. eken van f1000 en f50. deposito. kAR BIJ lielpomade Leipzig, flink rabat. imwasscherij, Brij en Ververij lRDING" INGEN, het leveren aan [roge en natte was- ingericht voor uit- Êschen en verven van |en verschijnt bij de ïderwjjs) ITRIJDING bi* cents. [en de zenuwen, maken lie personen, die lijden jnuwziekte, moedeloos- j just, flauwheid, slape- CENT per pil. j.r: te Middelburg bij Vlasmarktte Vlis- RT, Lepelstraatte EN, Ganzepoortstraat. pen, agazijnen. orden, bediend. ink. arbeidsinspectie en voof NIEUWE EEEUWSCHE COUkflHT Een en ander dit blad betreffende te zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijs: per 3 maanden—.95 Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 o GOES, Adverfenfiën: van 1—6 regels .60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. Vervolg IV. De wet van 1878 ouderen van dagen onder uwe lezers zullen het zich herinne ren is door de liberale partij tot stand gebracht onder de suggestie der school mannen, „schoolarchen" zooals men destijds zeide. De schoolmeester had over wonnen, luidde het. Voor de liberale partij is het echter geen Sadowa-overwinning geweest. Van dien tijd dagteekent hare innerlijke verzwakking. Die wet heeft eene geweldige reactie onder onze bevolking in het leven geroepen, de christenen tot krachtiger inspanning, tot meerdere aan eensluiting geprikkeld. De liberale partij, in menig district 't onderspit delvende, hield op eene vast aaneengesloten, krach tige regeeringsmeerderheid te zijn. Zelfs grondwetsherziening, die thans haar voor naamste vereenigingspunt zou dienen te wezen, kwam in 1886 onder het niet-libe- rale ministerie-Heemskerk tot stand. In 1888 moest zij het regeeringskastoel aan de anti-liberale partij overgeven, terwijl in 1889 reeds haar ongelukswet van 1878 werd herzien en naar het beginsel van gelijke rechtsbedeeling voor alle Neder landers gewijzigd. Hier mag niet verzwegen, dat eenige liberale leden der Tweede en de liberale meerderheid in de Eerste Kamer de wet- Mackav van 1889 hebben helpen aanne men. Maar juist hierom is het te meer te verwonderen, dat de gansche liberale partij in 'tafgeloopen jaar zich aan den zelfden steen is gaan stooten en er alles aan gewaagd heeft om Kuyper's wet op 'tHooger Onderwijs te doen mislukken. De verklaring dier houding moet ge zocht in eene suggestie, waaronder zij andermaal was geraakt. Nu van het pro fessorendom onzer Staatsuniversiteiten. Tegen de subsidieering van de bijzon dere Universiteit bestond geen overwegend bezwaar. Maar den effectus civilis, Een verhaal uit de XVIIe eeuw. 13) De meid was omgekeerd als een hand schoen; zij wees de deur en ging snel heen, om aan dit of dat venster lint en ring te gaan bewonderen. De kramer bleef een oogenblik staan om haar na te zien, en toen zij op den dorpel der kamer nog eens vluchtig om zag, legde hij waarschuwend den vinger op den mond. „Zoo gaat het in de wereld," dacht de man met een valsch lachje; „die daar versjacheld zich voor een mal stuk lint, zooals de grooten der eeuw te winnen sr'.'n met ridderketen en titel. Nu, nu, ik heb in mijn leven alles met geld en goede woorden gekocht, en ook hier ben ik nu andermaal, door middel van beiden, binnen de vesting 1" De kramer klopte en mevrouw de Ver- tigneul opende zelve de deur, alsof zij den man met ongeduld verwachtte. De marskramer trad binnen, doch bleef blijkbaar erg ontsteld en als verstomd staan. Hij staarde mevrouw de Vertigneul zóó strak, zóó wonderlijk aan, dat deze een stap achteruit deed, en terwijl zij haar vlammend oog op den binnentredende richtte, en hem geen wenk uit het oog verloor, omklemde haar kleine gespierde de bevoegdheid om Staatsambten te be- kleeden, aan een gunstig afgelegd examen ten overstaan van de professoren eener bijz. universiteit te verbinden, daar is zij niet voor te vinden geweest. Aanvankelijk verluidde het in de best ingelichte liberale kringen, dat een amen dement van lifterale zijde in aantocht was, tot invoering van eene Staatscommissie voor 't afnemen van 't examen aan alle universiteiten. Borgesius werd zelfs als de indiener van het amendement aange duid en het had wel kans ook aangenomen te worden. Men had echter buiten den waard ge rekend, en deze was het professorendom onzer Staatsuniversiteiten, dat het tot dus ver bezeten privilege ongaarne liet glippen. En onder den invloed van dat professoren dom is het geschied, dat de linkerzijde in de Tweede Kamer van haar voornemen afzag, in de Eerste Kamer de wet afstem de, zich van den wal in den sloot hielp, en de meerderheid in de Eerste Kamer verloor. Ik mocht dus wel zeggen, dat zij aan de onderwijskwestie slechts ongelukken heeft beleefd. En dat de gecombineerde fracties zich nu wederom door de openb. schoolmannen hebben laten suggereeren, de suprematie der openb. school in haar program op te nemen, heusch, ik kan er voor haar bij de a.s. verkiezingen geen heil van ver wachten. Het zal ook wel niet van harte gegaan zijn. Dit blijkt wel uit de bezwaren, die in de Grondwet worden gezocht ja gezocht tegen Kuyper's herzienings-, eigenlijk een aanvullingsontwerp. Men kan met wijlen Dr. Schaepman aan nemen, dat er in de verkiezingsdagen, die voor deze gelegenheid ongewoon vroeg zijn begonnen, eene andere taal wordt ge sproken en geschrevenik zou er bij willen voegen, eene taal, die onafscheidbaar is van boerenbedrog. Doch men kan vrij de geschiedenis van het grondwetsartikel 192 hand een pistool, dat op een pronk- :afeltje lag. „Is het mogelijk?" stamelde de kramer. „Wat wilt ge?" zeide mevrouw. „Indien c j met een boos inzicht hier binnenkomt, zal ik u een kogel door den kop jagen I" „Die woorden alleen zeggen mij, dat ik mij niet bedrieg 1" De kramer sloot de deur en sprak fluis terend, doch meer en meer onthutst: „Ja, ik heb u herkend!" De gravin haalde met eene vastbera denheid, die den graaf de Vertigneul zeiven zou vereerd hebben den pistool haan over. De man ontroerde niet in 'tminste; het was zelfs alsof de onharmonische muziek, door den pistoolhaan veroorzaakt, zijne aandacht niet trok. „Zie ik dan in waarheid de Bloem der Savanna's voor mijne oogen!" en bij het hooren van die woorden dreef plotseling het donkerste deel der wolken, die sedert eenige oogenblikken op het voorhoofd der gravin hingen, voorbij en een vriendelijker sterrenlicht blikkerde in haar oog. De naam, dien de kramer haar gegeven had, scheen haar aangenaam in de ooren te klinken. „Wie zijt gij?" vroeg de gravin nog altijd streng. „Wie ik ben?" Zou de schoone Bloem der Savanna's den Rooden Duivel niet meer herkennen De gravin legde langzaam do pistool weer op het pronktafeltje neer; doch de haan bleef overgehaald. (oud 194) laten rusten en toch beweren, dat het met die grondwettelijke bezwaren te gek is om alleen te loopen. Redacties van couranten hebben altijd het laatste woord, maar een spreker, welke met die bezwaren voor de proppen komen zou, zal men toch aanstonds schaakmat zetten met do simpele vraag: Wat kan hier de hoegrootheid van het subsidie af doen? Of hebben dan de liberale leden der Tweede Kamer, de meerderheid der partij in de Eerste, toen zij aan de wet-Ma- ckay met haar subsidiestelsel hunne stem hebben gegeven, Borgesius toen hij minis ter zijnde, de rechtsgelijkheid uitbreidde, zich aan 's Lands Grondwet vergrepen Of heeft men van die zijde daarover een mea culpa vernomen? En nu zou men daar op eens zich grondwettelijk bezwaard ge voelen, omdat met het wettelijk subsidie stelsel een stap verder wordt gegaan I Heusch, ik geloof, dat we hier bij de libe rale partij voor een psychologisch raad sel staan, waarvan de oude Latijnen de oplossing zouden zoeken in het Q u o s Jupiter vult perdere prius de- mentat 1) en waarbij 'tgewone volk vraagt, of zij de kluts niet heelemaal kwijt is. Het is niet christelijk, zich in de mis grepen van zijn evenmensch te verkneu kelen. Wel mag men zich over de gevolgen verblijden, zeggen de Casuïslen. En ik ver wacht, dat wij in Juni redenen zuilen hebben tot verheugenis. 1) Wie Jupiter in het verderf wil stor ten, ontneemt hij eerst het verstand. Red. Over dit onderwerp werd te Middelburg in het nieuwe, gezellige zaaltje der St. Vincentius-vereeniging een interessante lezing gehouden door den eerw. pater C y r i 11 u s van de orde der Capucijnen te Tilburg. „Ik begrijp, als mevrouw de gravin Anne Dieu-le-Veut, de Vertigneul, of hoe zij zich ook moge noemen, in deze wereld verplaatst wordt, zij reden heeft om niet door iemand herkend te worden; doch," en hier sprak hij meer en meer fluisterend, „ik zou u hier menige dienst kunnen be wijzen, en ik ben een te trouwe knecht van de Bloem der Savanna's geweest, onder den schoonen hemel van Indië, dan dat zij mij hier nog zou kunnen ver denken." De gravin bleef nog altoos besluiteloos. „Mijn leven was te lang aan het uwe verbonden, mevrouw, dan dat gij mij niet zoudt herkennen. Van het oogenblik dat gij het kasteel uws vaders verliet, heb ik uwe schreden geleid Mevrouw maakte een beweging van on geduld. „Ik weet van ouds, dat gravin Anne Dieu-le-Veut ongaarne over de gebeurte nissen, na hare ontvluchting, hoort spre ken; doch ik raakte deze slechts aan om hare herinnering op te wakkeren. Laat dien donker vurigen blik varen, mevrouw; ik wil u niet beleedigen, ik wil integendeel u blijde dagen te binnen brengen." „Met wat inzicht komt gij hier?" „om de Bloem der Savanna's te dienen; >:u mij aan hare schreden te hechten, zoo trouw als een hond, en als zij ooit naar het land van beloften, zooals ik de West-Indiën noem, terugkeert, haar ander maal te mogen volgenHerinnert gij u, mevrouw, toen wij pas onder de be scherming van den gouverneur d'Orgeron, Nadat door den weleerw. heer kape laan, die mededeelde, dat de pastoor door ongesteldheid verhinderd was tegenwoor dig te zijn, een woord van welkom was gesproken, zei p. Cyrillus, dat hij met vreugde de uitnoodiging tol spreken had aangenomen. Hij zou kunnen spreken over socialisme, werkstaking, slechte tijden, slechte menschen, politiek, enz. enz. Maar hij zegt nu met Moliere: C'est une folie a nulle autre seconde Que vouloir se mêler a corriger le monde. (Het is een dwaasheid, aan geen andere gelijk, om zich er in te mengen de wereld te willen verbeteren.) Waarom moet er altijd gesproken wor- over nare stoffen? De Genestel zei daarvan Wie naar die praat wil luisteren, Die ziet de zon verduisteren, Die weet niet wat hij ziet, En zou zijn mooiste zaken Terstond aan kant gaan maken, -Of stuurt ze recht in 'triet! Het wil niet zeggen, dat spreken over „zware" zaken afkeer verdient, maar bij de eerste kennismaking wil spr. het niet over narigheden hebben. Ook ik beken het garen, Wat onze tijden baren Is ver van amuzant; 'tls vreeslijk en 'tis ijselijk, 't Is schriklijk en afgrijselijk En ik heb ook het land! Maar 't ergst van alle plagen Zijn toch in onze dagen Die kennissen van Job I Het zijn je die meneeren, Die steeds jeremiëeren, Die altijd lamenteeren, Die 't Weinig goeds negeeren En eeuwig redeneeren Als kippen zonder kopt De taalkundigen schreven vroeger vro lijkheid met één o en benaauwdheid met twee a's. Dit is gelukkig anders geworden; maar nu wil Kollewijn vroolijkheid weer in de eilanden waren aangekomen, dat gij met de stoute jagers naar de Savanna's trokt, dat gij het paard bereedt hetwelk Taurel voor u had gevangen en tam ge maakt Taurel, die den rug voor u kromde en zich tot voetschabel liet bezigen?" De gravin verloor allengs al meer de strengheid en staarde droomend naar den grond. „Herinnert ge u," hervatte Taurel met iets hartochtelijks in de stem, „de wilde zwijnen- en stierenjachten, waarin Bloem der Savanna's een zoo vreeseiijk gebruik maakte van de lans met de halven- maanspits? O, die heerlijke dagen in de bosschen en savanna's doorgebracht, als men geen anderen beker had dan de kale bas, geen ander brood dan de banaan, geen andere lekkernij dan geboekaneerd vleesch en wat de natuur ons aanbood I En dan de tochten op zee, de zucht naar buit, de kajuiten met rijkdommen gevuld en daar na het feest, waarin Anne Dieu-le-Veut over tapijten van goudlaken en zijden stof fen trad, of op de gespierde armen der vrijbuiters in triomf werd gedragen!" Taurel was een duivelbekoorderde lafreelen welke hij ophing, moesten wel verlokkend geweest zijn voor de jonge vrouw, want eensklaps het hoofd oplich tende, zeide zij, zich als 't ware ver getende „Ja, Taurel, dat waren gelukkige dagen! Ik had u wel herkend, maar ik wantrouw hier iedereen." „En niet zonder reden; geloof mij, het is tijd dat gij vertrekt. Hebt gij den markies met één o schrijven. Zou die soms denken, dat ze er misbruik van maken? Maar God zelf heeft de vreugde voor ons weggelegd. Die vreugde uit zich niet alleen door spraak, maar ook door teeke nen, b.v. door lachen. Dit teeken is aan allen eigen en het aangezicht is de spiegel van het gemoed. Spr. ging de verschil lende spierbewegingen van het lachen na. Hij zal alleen spreken over goede vreug de, want vreugde en vreugde is twee. Er bestaat een vreugde, die zijn uitdruk king vindt in lo. lachen uit gebrek aan overeenkomst. 2o. een lachen uit boosheid. 3o. - een lachen uit spot, hoon. 4o. een lachen b.v. om anecdoten. 5o. een lachen uit totaal gebrek aan ernst. Door verschillende amusante voorbeel den werd dit door spr. opgehelderd. Maar veel te duur komt het lachen te staan, zoo het ten koste der braafheid moet gekocht worden. Op wie zoo lacht is het woord van Christus toepasselijk: „Wie is er die nu lacht, want gij zult weenen 1" En van overdreven lachlust uit gebrek aan ernst moet gezegd worden, dat de vroolijkheid, die geen middel, maar doel wordt, niet de ware is. Maar het lachen van onschuldige vroolijkheid is goed voor lichaam en ziel. De toestand van het lichaam regelt zich naar die der ziel. Door de droefheid wordt de werking van hart, maag en longen gestremd. De onschuldige vreugde geeft veerkracht en maakt het lijf gezond. Alle geneesheeren stemmen in, dat vreugde behoedmiddel is voor de gezondheid. Een vroolijke natuur strijdt tegen ingewikkelde kwalen. Do droefgeestigheid brengt ook ons verstand in de war. Dus is de vroolijk heid goed voor het lichaam; en als we onze plichten doen, moeten we ook vreugde hebben. Hier staat voor u, zeide p. Cyrillus, d'Ambrelle reeds ontmoet?" „Ja, die heeft zich bij mij aangeboden." „Welnu, uw vader wordt hier ver wacht „Hoe weet gij dat, Taurel?" „De komst is mij door den markies bekend gemaakt." „De tegenwoordigheid van Henri d'Am brelle maakt de tweede aanwezigheid zeer waarschijnlijkKan ik mij op u ver trouwen, Taurel?" „Op mij Heb ik u ooit bedrogen Toen gij tien jaar geleden aan den jachtopziener uws vaders uw hart ontsloot, en bloedige tranen van wee en wanhoop weendet; toen gij verklaardet te willen heengaan, verre van het kasteel uwer voorouders wie heeft u toen in uwe vlucht bijge staan?" De gravin zweeg; het was slechts met tegenzin dat zij zeide: „Gij, Taurel; doch het ware beter ge weest dat gij mij aan mijn vader terug gegeven haddet! Dat is nu eenmaal zoo; ik wil, neen, ik wil dat toegeslagen boek niet meer openen, Taurel, ik wil ver geten I" „Ik beken, dat ik in mijn leven meer dan eens mijne diensten voor eenige gul dens verkocht; maar ik heb mij toch nooit jegens u bezondigd!" De gravin ging met gebogen hoofd dooi de kamer, en luisterde naar die laatste verklaring niet. „Eu gij zegt dat mijn vader hier zal aankomen?" „Ja, uwe ontmoeting met den markies

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1