Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden. Onze R. K. Kiesvereniging. No. 10. Dinsdag 2é Januari 1905. Eerste Jaargang. Het Iiisterifi-Kipr en fle Arbeiders. FEUILLETON. Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. OOSTERBAAN LE COINTRE, a. I Dit werd ten eenenmale door den socia list genegeerd. Anne Dieu-le-Veut. i 9) BK ZEEUWSCHE COUP Een en ander dit blad betreffende fe zenden: wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers. Abonnementsprijs: per 3 maanden—.95 Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's. Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)—.05 Drukkers-Uitgevers: G O E S. o- Advertentfën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets. Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend. Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs. Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels. Reclame-berichten: 25 ets. per regel. In ons vorig artikel eindigden we de espreking der socialistische redevoering an mr. Sannes met de bemerking, dat. ons Kabinet wel degelijk rekening had te houden met de liberale erfenis. I Hij herinnerde er aan, dat daags voor Kerstmis het bekende voorstel voor aan schaffing van snelvuurkanonnen, wat de schatkist 7 millioen guldens kostte in één dag er door ging, terwijl sociale naatregelen moeten wachten, maarhij ergat er bij te zeggen, dat diezelfde snel vuurkanonnen een gevolg zijn der libe rale r e g e e r i n g, niet van ons mini sterie, en hij liet ook na er de r e p e t e e r- geweren naast te plaatsen, ook een vrucht van het liberale bewind, die nog meer geld heeft gekost! Over het ontwerp-arbeidswet en arbeids contract werd ongeveer niets anders ge zegd, dan dat het uit oude wetten was bij elkaar geflanst; toch moest spr. toege ven, dat er iets goeds in zat; maar niet tegenstaande dat goede, werd er even daar op weer kalmpjes gezegd, na eenige aan halingen van vermeende verkeerde toe- tstanden in het nakkersbedrijf, dat dit [beste ontwerp van het Kabinet niets was ;dan peuterwerk. Men kan het er als regel gerust voor houden, dat wanneer een socialist van meening is, dat er in een of andere wet „toch iets goeds zit", diezelfde wet zoo ongeveer moet uitmunten door onverbe terlijkheid. Nu kregen we een beschouwing over het door minister Loef ingediende ont- j werp op de oprui n g. E Menschen, zeide spr., die anderen men- Isbhen den goeden?! raad willen geven tot opruiing, kunnen nu 5 jaar de doos in gaan. Daardoor kan men dus de leiders aan de stakingen ontnemen. Een verhaal uit de XVIIe eeuw. In eene spreekkamer, bezijden de grooto ingangpoort, stond Korrel in zijn bruin kleed, met den hoed zonder veer, de stoppelige haren, de pleister op het eene oog en den min of meer scheef getrokken mond. Dat bezoek was den markies niet erg welkomook fronste hij de wenkbrauwen en vroeg tamelijk barsch: I „Wat verlangt ge?" „Vooreerst mijne hulde en mijnen eer bied brengen aan den edelen heer mar kies d Ambrelle," zeide de man met den scheeven mond, op een toon alsof hij daar in iets verborgen hield. „Dat was geheel onnoodig," morde de markies; „doch ik heb u begrepen Ziedaar uw godspenning." De edelman gaf den spion twee guldens welke Korrel, zonder een spier in zijn gezicht te vertrekken, in den zak stak. „Ten tweede," hervatte Korrel, „waar en op welke wijze verlangt de edele heer markies ingelicht te worden over de per sonen in de „Gouden Ster" gelogeerd: schriftelijk of mondeling?" Te begrijpen is dus, dat aan zoo'n op- ruiïngs-socialist. gemeld ontwerp een doorn in 'toog is. Om zoo ongeveer dezelfde reden kreeg het P o s t w e t j e er van langs. Door die wet van minister de Marez Oyens zullen de postambtenaren het recht krijgen, stukken, die in strijd worden ge acht met de openbare orde, tegen te houden. De socialist dus richt zich hier recht streeks tegen die openbare orde, door de noodzakelijkheid van zoodanige wet te ontkennen en te bestrijden. Nu heeft de regeering, volgens spr., een machtig wapen in handen, gericht tegen de socialisten. We zijn er niet rouwig om. Volgens spr. is het Postwetje in strijd met de Grondwet, aangezien het volgons hem inbreuk maakt op de vrijheid van drukpers. Dit is gewoon eene onwaarheid. De grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van drukpers blijft volkomen bestaan; men kan ongelukkiglijk nog alles drukken, maar- in de verzending is wijziging gebracht, n.l. die moet geschieden onder gesloten couvert. En nu kregen we de volgende ophitsende aansporing gericht tot de toehoorders Wanneer dergelijke bepalingen van op ruiing komen, dan worden wij arbeiders gedreven op andere banen (hier zijn be doeld de banen van oproer!) Nu houden wij nog den wettelijken weg, maar de schuld ligt aan hen, die ons daarvan willen afdringen, wanneer wij komen in streken, waar het geweld heerscht! Wanneer dat eens gebeurt, gaf spr. de schuld aan de Christelijke regeering. De strijd tegen het proletariaat is niet te bedwingen. Verder wees spr. er nogmaals op het oude koetje uit den sloot dat sociale hervormingen uitblijven. Hij heeft niets gemerkt van ouderdomsverzekering, wat anders een eisch is der Chr. partij. .Och, dat is allemaal trachten den on- noozelen zand in de oogen te strooien; „Ik zou het liefst verlangen, dat ik enkel de berichten van den eommissarris ontving." Korrel zweeg; hij gevoelde dat de mar kies niet dan met huivering met hem te doen had. „Doch het is nu eenmaal zoo. Ik heb het liefst, dat alles zooveel mogelijk worde afgedaan." „Tot uwen dienst. Waar en welk uur van dag of nacht?" „Niet hier; uwe aanwezigheid zou al spoedig de achterdocht opwekken. Ove rigens, gij zijt bij de lieden der herberg misschien bekend, als deel makende der geheime policie." Nogmaals zweeg Korrel. „Dus niet hier; waar dan?" vroeg hij kortweg. „Ik ben vreemd in deze stad," morde de markies, wien de zaak erg verveelde, „en naar men mij bericht, is Brussel 's avonds en 's nachts in 't geheel niet vei lig. Ik heb geen lust om hier in het donker tegen mij onbekende schavuiten den degen te trekken. Weet gij wellicht eene geschik te plaats?" „Ik wacht uwe orders. Elke plaats die ik zou aanwijzen, zou u verdacht kunnen voorkomen." „Ik heb u door die woorden niet willen beleedigen, doch ik ken noch u, noch Brussel, en men kan niet eischen dat ik onmiddellijk vertrouwen toone. Indien gij de ouderdomsverzekering staat wel dege lijk op het program en dat de verzekering nog niet voorkomt in de Staatscourant, is voor een groot deel de schuld van de socialisten zelf, die door de „misdadige woelingen" in de stakingsdagen de wet gevingsmachine hebben stop gezet. Kortom, spr. beweerde, dat dit ministe rie den arbeiders geen hulp kan geven. Kuyper had, volgens hem, zelf gezegd, dat er geen goede sociale wetgeving kan zijn zonder algemeen kiesrecht. Wij meenen, dat dr. Kuyper niet van algemeen kiesrecht gesproken heeft, maar van uitbreiding van kiesrecht, wat nogal groot verschil maakt. En de gebruikelijke moraal van den soci alist ontlastte zich in de gewone pathe tische ontboezemingskreten als: arbeiders te wapen! weg met Kuyper! enz. We hebben dit verslag ditmaal wat meer uitvoerig opgenomen en besproken om ook onze lezers eens in de gelegenheid te stel len, in te zien, tot welke conclusiën een aanhanger van het stelsel, dat den klassen haat predikt, komen kan. Daar wordt met woorden gespeeld en met. zinnetjes gegoo cheld, die het voor den onervaren arbei der gevaarlijk maken socialistische ver gaderingen te bezoeken. En dit weten de heeren der omwente ling zeer wel. Wij voor ons, de redevoering in zijn ge heel beschouwende, zijn van meening, dat er uit de politieke schotel juist datgene werd gehaald en voorgezet, wat in aanmerking genomen de wijze waarop het werd uitgelegd de arbeiders in mislei dende verwarring moest brengen. Hadde sprekers oratorisch talent zijn politiek doorzicht geëvenaard, gewis, de inhoud zijner rede zou van heel anderen aard geweest zijn. Onze eerste stap op de baan der Katho lieke Actie is gezet: we zijn er namenlijk in mogen slagen een R.-K. kiesvereeniging echter een geschikte plaats kendet „Ik wacht do bevelen van den heer markies." „Dewijl ik mij in de grootste ongelegen heid bevind, moet ik wel het avonduur en deze herberg aanduiden. Echter zou ik verlangen u zoo weinig mogelijk te zien optreden. Geheel uw figuur is zoo opval lend, zoo kennelijk." Korrel sprak geen woord, hij bleef stok stijf staan, alsof hij zeggen wilde: „Ge moet me nemen zooals ik ben." „Vooral raad ik u de grootste voor zichtigheid en bescheidenheid aan, en als de vader van mevrouw, graaf Raoul Dieu- le-Veut, uit Parijs komen mocht, zal ik zorgen dat hij naar waarde uwe diensten beloone." De markies slak den spion nog een gulden toe. „Is er nog iets van uw dienst?" vroeg Korrel. „Neen, ik dank u." „Dan heb ik de eer uwe genade te groeten." De markies antwoordde niet; doch hij dacht bij zichzelven: „Die eer kunt ge wel voor u houden." Henri d'Ambrelle hoorde Korrel de laatste woorden uitspreken en de deur toetrekken; hij zag den persoon niet meer, want hij had den rug naar de deur ge keerd en stond voor het venster, dat uit zicht op straat had. op te richten. En de wijze, waarop die oprichting is tot stand gekomen, kan ons alleszins moed geven, de toekomst met hoop, ver trouwen en moed tegen te gaan. We konden ons verheugen in eene over- groote opkomst van belangstellenden en eene talrijke toetreding van leden. Onge veer 65 leden gaven zich op. De Hoogeerw. heer Deken opende de vergadering en wees er op, dat kleinere plaatsen dan Goes wèl hunne kiesvereeni ging hadden. Als we zien, sprak Z.H.E., hoe groote mannen één lijn trekken om het te sturen tot het behoud van het Christelijk be ginsel, dan mogen we ons daarop verlaten en doen we goed als we naar hun aan geven ons gedragen. Z.H.E. sprak de hoop uit, dat deze ver gadering zal leiden tot het stichten eener kiesvereeniging, die een zoo groot moge lijk aantal leden zal tellen. Daarop verkreeg het woord de spreker van den avond, de heer C. D. Wesseling uit 's Gravenhage. Na een korte inleiding en na eerst, zijn dank betuigd te hebben voor de mooie opkomst, komt spr. tot zijn onderwerp en zal allereerst hoffelijk zijn tegenover dei. tegenstander, door dezen het eerst een bespreking te wijden. Hij wil dan eonsta- teeren, dat deze tegenwoordig voorname lijk anti-clericale politiek drijft. Men hoort tegenwoordig niet meer vragen naar het Christelijk zout van deze regeering, waar over men het vroeger zoo druk had. Neen, dat schijnt den heeren slecht te zijn be komen, zoo slecht, dat ze al hun best doen dat artikel uit de keuken te weren. Het is hun bekomen als zuiveringszout. Dat de soc.-democraten anti-clericaal zijn, behoeft spr. niet meer aan te toonen. Toch geeft hij een paar uitingen van hun felle anti-godsdienstigheid. Maar de liberalen zijn geen haar beter. De onverschilligheid der XlXe eeuw, voortgevloeid uit het. sceptisch filosophisme der XVIIIe eeuw, deden het liberalisme geboren worden. Spr. gaat na wat het liberalisme wil. Korrel moest slechts de poort van de herberg verlaten, om het venster voorbij te gaan. Er ging inderdaad iemand voor bij, doch 'twas de bruine, stoppelige, een- oogige Korrel niet, maar wel de man in het zwarte pak, met gele nestels en den hoed met roode veer. Dat trof nu weer den markies; er liep eene rilling over zijne leden, zonder dat hij zijn reden van die ontroering kon ge ven. De man met de roode veer kwam daar immers slechts toevallig voorbij, en Korrel sloeg gewis de andere zijde der straat in! De markies ging uit, zonder te weten waarheen zijne schreden te wenden. Toen hij gevoelde hoe gloeiend heet het was, hoe brandend de zon op de straatsteenen scheen, dacht hij aan de koele hoornen van den vestingwal. Al gaande ontmoette de gezantschaps secretaris den jongen graaf de Berlaymont, en deze noodigde hem uit mee naar het onlangs geopende koffiehuis op den Mag dalene steenweg te gaan, waar zich de jeu nesse dorée vereenigde. De couranten waren aangekomen, zeide hij, en naar men hem verteld had, waren zij opgevuld met allerbelangrijkste tijdin gen over roovers en boekaniers, Dat woord was te dien tijde genoeg om aller ooren te spitsen, aller aandacht gaande te maken. Men sprak van stoute daden der vrij- Welnu, het tegendeel willen juist wij. Uit alle macht trachten de liberalen dan ook het Christelijk Ministerie omver te werpen. Geen middel is hun te goed. Verschillende pogingen gaat spr. kortelings na, zoowel in als buiten de Kamer. Hoe feller even wel de strijd is, hoe duurder onze plicht is om mede te doen. Spr. durft de stelling aan: Al deed de regeering niets, dan nog zouden wij een Christelijk Bewind moeten verkiezen boven een liberaal, als voor behoedmiddel, als preventieve maatregel. Maar de regeering doet integendeel veel, meer dan ooit een liberaal gedaan heeft en zij voert langzaam maar zeker tot ver- christelijking der samenleving. Spr. staat uitvoerig stil bij wat gedaan is. Hij her innert aan drankwet, postwetje, beteuge ling der speelwoede, arbeidscontract, ar beidswet, herziening van het Wetboek van strafrecht, Zondagswet en vooral ook de Onderwijswetten. Spr. zet uiteen wat van al deze wetten goeds te wachten is. Dat ze nog niet alle zijn ingevoerd, kan de regee ring niet helpen, het parlementaire stelsel werkt nu eenmaal langzaam. Zaak is het dus om de regeering door een vernieuwd mandaat, tijd en gelegenheid te geven alle genoemde wetten in het Staatsblad te brengen. Bij de keuze tusschen deze en een eventueel te wachten linkerzijde-Mini sterie behoeven we niet lang te aarzelen. Wat hebben we van een linker-Ministerie te wachten? Spr. gaat na, het. onlangs gepubliceerde program van actie, 't Zijn oude liberale koeien, die uit de sloot zijn gehaald en een blanco grondwetsartikel in zake kieswet. Spr. zet uiteen, wat daar mede bedoeld wordt. Hij gelooft dan ook niet, dat het kiezerscorps daarvoor zal warm te maken zijn en meent, dat de leuze bij den eigenlijken strijd wel zal worden tegen clericalisme en bescherming. „Duur brood" en „Rome en Dordt" zullen wel weer opgeld doen. Alle eerlijke middelen moeten dus aangewend om een verande ring van regeering te voorkomen. Eén kreet moet dus door het land weerklin ken: „Allen te wapen!" Dit wapen is het stembiljet. Wij moeten dus lo het stem- buiters, kapers, roovers zooals zij vooral door de spaanschgezinden genoemd wer den, naargelang het denkbeeld dat men van hen had opgevat. Men sprak er van in het vergulde salet, gelijk in den winkel van den schoenlap per; aan de hoven van Europa, gelijk in de herberg; in de prachtige staatsiekoets, gelijk op de arme hortende boerenkar. De kindervertelsels liepen over die ge vreesde zeebonken en menig jong hoofd, zoo vrouwelijk als mannelijk, toonde vrees en bewondering voor die roovers en hel den, welke koningen op hunne troonen deden verbleeken en beven VII. Tijdingen van do zee- roovers. Er was veel volk in het koffiehuis, dat in de 17e eeuw voorzeker zoo'n prachtig uiterlijk niet had als nu in onze dagen; doch reeds vroeg had die plaats eene staatkundige tint, welke zich later in zoo ruime mate ontwikkelde. Londen had zijn koffiehuis in 1651, Parijs had het zijne eigenlijk wel twintig jaar later. Een zeer voorname klas der samen leving, doch vooral de jonkheid, bezocht die oostersche instelling; men rookte ev

Krantenbank Zeeland

Nieuwe Zeeuwsche Courant | 1905 | | pagina 1