,01?
Is 1 i n e"
ioes.
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
Goes,
briek.
No. 6.
Zaterdag 14 Januari 1905.
Eerste Jaargang.
ER.
|aar bij
Vopaganda-Club,
:s.
Januari >.s.
GOES.
ding;
Cents.
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
OOSTERBAAN LE COINTRE,
Eene R. K. Kiesvereeniging.
Anne Dieu-le-Veut.
Goed voorgaan doet goed volgen.
halve Kilo.
Ikanbevelend,
OOKELAAR.
Ichelpomade
Leipzig,
flink rabat.
pbaf
ran Oranje".
BRANDY,
van Almelo.
Cuyper en de
Iers.
ids half acht.
lit en kaarten voor
|a 25 cent verkrijg-
avonds halfzeven, bij
I- COINTRE, Lange
1.JVEN, Ganzepoort-
;azijnen.
lien,
Pediend.
- Goes
■■■■■■■■I
IH ZEEM COOW
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
jtbonnemenfspriis: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers
1G O E S. o—
fldtferfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Daar bij ons klachten inkomen over late
bezorging van ons blad, verzoeken wij de
lezers dringend in voorkomende gevallen ons
hiervan dadelijk opgave te doen.
De Administratie.
Niet lang geleden hebben wij melding
gemaakt van ernstige pogingen, die wer
den in het werk gesteld om te komen
tot de oprichting eener R.-K. kiesver
eeniging hier ter plaatse. Van vele kan
ten werd dit plan met sympathie begroet.
Wij zijn nu in de gelegenheid onzen
lezers mee te deelen, dat om ons plan
te bevorderen en te geraken tot verwezen
lijking der definitieve oprichting eener
hoognoodige R.-K. kiesvereeniging, de heer
C'. D. W e s s e 1 i n g uit 's Gravenhage,
president der vereeniging de R. K. Jonge
Garde aldaar, zich heeft bereid ver
klaard hier eene politieke lezing te hou
den op Vrijdag 20 Januari a. s.
Als onderwerp zal besproken worden
„de politieke toestand."
Er is wel beweerd, en laten wij hot
niet. verbloemen niet geheel ten on
rechte, dat in het algemeen de Katho
lieken der Zeeuwsche Eilanden weinig
Wijk gaven van belangstelling in de
publieke zaak.
Dat zij zich lauw en onverschillig toon
den in aangelegenheden, die hun nauw
aan 'thart liggen moesten.
Dal zij min of meer in hunne actie het
laat-maar-waaien-systeem der liberale poli
lick lieten gelden.
De Katholieke Actie op de Zeeuwsche
Eilanden het moet gezegd heeft
zich tot nu toe niet mogen verheugen
in grooten bloei.
Maar do tijd moet lang voorhij zijn,
waarin de Katholieken uit vreeze voor
schadeposten of bonadeeling, uit angst
voor achteruitzetting of verdrukking, hun
opinie in publieke aangelegenheden ach
ter stoelen of banken zouden moeten
steken. Trouwens een ijverig Katholiek zal
dat. nooit gedaan hebben of doen. Wij
Een verhaal uit de XVIIe eeuw.
IV
De Serenada.
Zóó diep was de graaf in zijne gedachte
verdiept, dat hij geen aandacht gaf op
een tamelijk levendig gedruis, beneden in
de straat, evenmin als op oen lichtgloed,
die zich tot zelfs in do kamer verspreidde.
Das was hij echter opgestaan en het
venster genaderd, of hij bemerkte dat een
der gasten, in de „Gouden Ster" gelogeerd,
niet een avondmuziek van vedels, fluiten,
citer en stemmen vereerd werd.
Zij bestond uit een tiental vedels, bas
violen, fluiten en andere speeltuigen; uit
een twintigtal brandende fakkels door
knechten gedragen en een groep mode
jonkers, elk met een sierlijken bloemtuil
in de hand.
De twee bloemwinkels op den Magda-
lene-straatweg waren letterlijk leêg ge
plunderd, en'tmoge verwondering wekken,
maar die winkels waren reeds rijk in keu
rige bloemen, voor welke onze achtbare
vaderen eene bijzondere liefde hadden op
gevat.
Daar vond men onder anderen, in de
verschillende seizoenenleliën van alle
moeten meer doelbewust en van onze
kracht overtuigd zijn. Het tijdstip is nu
aangebroken om to toonen, dat wij ons
hecht en vast willen aaneensluiten om
een eerste stap in de goede richting te
doen.
Men dient in aanmerking te nemen, dat
de politiek der Katholieken in laten
we zeggen de laatste twintig jaren
eene enorme verandering heeft ondergaan.
Werd zij vroeger in het kort, maar
daarom niet minder juist, gekenschetst
door de omschrijvingde verdediging van
negatieve leuzen, nu heeft ze zich
aan die heerschappij ontworsteld en is
zij vervormd tot een steeds meer helder
wordend inzicht in onze positieve
zaak.
De bewering, vroeger maar al te vaak
vernomen: dat willen wij niet, werd
langzaam aan steeds meer en luider over
stemd door de belangrijker vraag: wat
willen wij wel?
Moeielijk kan het ontkend worden door
wie onbevangen naar 't verleden schouwt,
dat men vroeger van vele Katholieken
uitstekend wist, wat zij niet wilden, doch
vroeg men: wat wilt ge dan wèl? dan
was een oven beslist antwoord niet. steeds
even gemakkelijk te vernemen.
Men is geweest tegen grondwetsherzie
ning, tegen uitbreiding van kiesrecht, tegen
persoonlijken dienstplicht; men is geweest
tegen dit 0n Logen dat, doch waar men
voor was, kwam meestal minder scherp
uit.
Dit is nu voorbij: de Katholieken, die
zich eenigszins met de openbare zaak
bezig houden, weten wat zij willen en
kunnen opkomen voor een positieve zaak.
Zij hebben ingezien de niet-tegenhoud-
bnre macht, die uitgaat van het vor-
eenigingsleven, vaki de organisatie.
Daarom hebben zij zich vereenigd en
aaneengesloten om gezamenlijk onder de
schaduw van Christus' banier den strijd
aan te binden voor hunne beginselen.
Wij zijn er van overtuigd, dat do
Katholieken hier ter plaatse niet zullen
achter blijven.
kleuren, anemonen, roode on gevlamde
rozen, anjelieren, violetten „als de
sterren in den melkweg aan den hemel
dooreengemengeld" en die ons uit Perzië,
uit Indië, uit Zwitserland en Stiermarken
werden aangebracht.
Mevrouw do Vertigneul, wier licht be
weegbaar karakter de lezer reeds zal heb
ben opgemerkt, trad hij het hooren der
welluidende toonen, snel terug in de kamer
die voor salet diende.
De hui was afgeleid; met dat fijne en
scherpzinnige gevoel, zoo eigen aan de
vrouwen, raadde zij dat die vereering
aan haar gebracht werd.
De Vertigneul's zagen ter sluik eens
door het geopende venster en herkenden
dan ook onmiddelijk eenige jonkers, die
zij op het maal bij den graaf de Berlay-
mont ontmoet hadden.
„Recht lief!" zeide mevrouw zich tot
haren echtgenoot richtende, en aan de bitse
woorden van voor eenige oogenblikken uit
gesproken, niet meer denkende.
„En voortreffelijke muziek!" liet er de
graaf op volgen.
„Gij spreekt met kennis van zaken!"
zeide zij. En dat was ook zoo.
Beiden luisterden naar de sehoonc melo-
diën, en toen de speeltuigen eindelijk zwe
gen, werd de citer getokkeld, en na een
preludium klonk in den stillen en heer
lijken avond, eene mannelijke stem, licht
door de ontroering bewogen.
Zij ook zijn verplicht hun eigen zaak
te steunen door trouwe opkomst naar de
lezing op Vrijdag 20 Januari.
Zij zullen niet nalaten blijk te geven,
het gewicht van de oprichting eener R.-K.
kiesvereeniging te begrijpen.
Daargelaten het goede voorbeeld dat
van Goes zal uitgaan, wat zijn uitwer
king kan doen gevoelen in den gelieelen
omtrek, zal door de oprichting onzer kies
vereeniging in de hoogste mate bevorderd
worden de verkiezing van een lid der
rechterzijde, een partijgenoot voor de
Tweede Kamer, waardoor men ons Chris
telijk Ministerie helpt bevestigen.
De vrijzinnigen en socialisten zullen alle
krachten inspannen om in Juni de over
winning te behalen. Dit moet niet ge
schieden.
Daarom, Katholieken van Goes, richten
wij tot u het allerdringendst verzoek een
stutje bij te zetten tot instandhouding
van ons Regeeringskasteel, uwe belangen
en uwen plicht te gedenken door eene
trouwe en talrijke opkomst ter lezing van
den heer IV e s s e 1 i n g, en door eene
algemoene toetreding als lid onzer jonge
vereeniging.
Het is onze dure plicht front te maken
zooals mr. Aalberse schreef tegen
het herleefd heidensch individualisme, met
één woord vaak aangeduidde Revo
lutie teil onzent in vriendelijker, doch
daardoor ook juist des te gevaarlijker
vorm optredend als het. „Libera
lism e."
Nogmaals: geen Katholiek ontbreke op
onze vergadering van Vrijdag, 20 Januari.
Ilel deed ons weldadig aan, toen wij
lazen dal er op Zuid-Bevelaud goede kans
beslaat, voor de oprichting van eene af-
deeling van het Ned. R. IC. Secretariaat
van spoor- en trampersoneel. Wij willen
daar in zien een begin van dal leven, dat
elders reeds tot groot on bloei is gekomen,
maar in do Zeeuwsche eilanden nog slui
mert; van dat leven dat onze onvergete-
„Wat prachtige, wat hemelsche stem!"
mompelde do Vertigneul.
Terwijl de graaf door allerlei uitroe
pingen zijne bewondering deed blijken,
zweeg de gravin doodstil.
Haar hart klopte geweldig, de ontroe
ring had haar geheel overmeesterd en
zij dacht in onmacht te zullen neerzinken.
Dat lied kende zijmeer dan eens had
zij het in hare jeugd, in het huis haars
vaders hooren zingen; die stem was haar
niet vreemd.
Ware het niet dat de graaf de Vertigneul
zelve met eene wezenlijke opgetogenheid
naar het melodieuze lied, naar de schoo-
ne, buigzame en helderklinkende stem
geluisterd had, gewis zou hij, niettegen
staande de schemering, de ontroering bij
zijne vrouw bemerkt hebben.
Graaf de Vertigneul was in volle be
wondering.
„Wilt gij de heeren niet ontvangen,
Anne?" vroeg hij op welwillender! toon.
„Volgaarne", was het antwoord; doch
bij die woorden verliet de gravin de kamel
en verdween in het naaste vertrek, waar
uit zij kort te voren te voorschijn geko
men was.
De graaf ontleedde die beweging: de
vrouwelijke ijdelheid wilde dat, alvorens
iemand in mevrouw's hijzijn werd toege
laten, zij een oogslag in den spiegel wierp.
Middenvijl de knecht, op bevel van
den graaf, de talrijke kaarsen op de ver-
lijke Leo XIII zoo noodig achtte in den
strijd, den grooten strijd, die overal ge
streden wordt, het leven van Katholieke
mannen in Katholieke Bonden. Men zegt
wel eens: „Vereenigingen o, dat is een
noodzakelijk kwaad." Maar dan vergeet
men, dat er in de middeleeuwen, toen
er nog geen socialisten waren die
de menschen „opporden" tot ontevre
denheid, dat er in de middeleeuwen zeer
bloeiende vereenigingen bestonden, die
naast bevordering van het godsdienstig be
lang, den gildebroeders een groote wel
vaart bezorgden in het stoffelijke. Maar
„sedert in de vorige eeuw de gilden zijn
afgeschaft, zonder dat de arbeidende stand
daarvoor een ander schutsmiddel terug
ontving; sedert ook de openbare instel
lingen en wetgevingen van den Godsdienst
der voorvaderen zijn losgemaakt, zagen
de werklieden zich langzamerhand, zon
der onderling verhand en onbeschermd
overgeleverd aan onmenschelijke werkge
vers en aan eene teuggellooze zucht naar
concurrentie." Aldus Leo XIII zelf. Het
is vooral „dat gemis aan onderling ver
band" dat op onze eilanden nog te zeer
bestaat. En toch mogen wij ook tot ons
gericht achten de andere woorden van
„den Wachter op de tinne te Rome":
Katholieke mannen van alle landen, ver-
oenigt u. En dit te meer, nu onze eilan
den worden overstroomd met een vloed
van socialistische lecluur, met geen ander
doel, dan ontevredenheid te zaaien, zon
der iets te geven, wat beterschap bren
gen kan in bestaande misstanden. Het is
tegen dat socialisme, dat met de grootste
onbeschaamdheid voortbouwt op grondsla-
slagen die valsch zijn zooals de ont
kenning van God dat optreedt én tegen
staat én tegen kerk, het is tegen hot socia
lisme dat de vereeniging een vast en hecht
bolwerk zijn moet. En voor die vereeniging
hebben wij noodig mannen van de daad,
die nog iets meer willen doen dan hun
dagelijkscho courant te lezen en in zelf
bewustzijn uitroepen: als ik wat te zeggen
had dan zou het anders wezen, maar met
de vasle overtuiging, „dat men het nu zelf
guide armblakers, aan de muren vastge
maakt, ontstak, was de Vertigneul den
trap afgedaald, en had do heeren doen
uitnoodigen boven te willen komen, ten
einde met een vriendschappelijk geledig-
den roemer dien prachtigen avond te be
sluiten.
De serenade, dat spaansche gebruik in
onze noordelijke gewesten overgeplant",
en dat, als niet eigen aan onze nationale
zeden, ook weldra weêr uitsterven moest
of zeer beperkt worden, was weldra ten
einde.
Men betaalde de muzikanten, de knech
ten bleven beneden met de uitgedoofde
fakkels en do mantels hunner heeren
wachten, en de heeren traden in de nu hel
der verlichte kamer.
Graaf de Vertigneul was reeds met de
hem nog onbekende heeren in kennis ge
bracht, toen de deur der kamer open
ging, en mevrouw de Vertigneul met
een glimlach op het gelaat binnentrad.
Was zij eenige oogenblikken te voren
ontroerd geweest, nu was er geen spoor
van ontroering op haar gelaat meer te
bemerken; zij beantwoordde den groet
der heeren, die zij kende, met eene we
zenlijk adelijkc bevalligheid en ontving
met veel gratie de bloemtuilen haar aan
geboden.
En de reden dezer vereering? Daarvan
werd niet gerept. Dergelijke vereeringen
behoorden in de hooge wereld tot de ge-
maar moet uitzoeken." Mannen van de
daad, van wie verre is die kleinzieligheid,
waardoor zij zich gekrenkt achten, dat men
hen niet heeft gevraagd om raad, en daar
om weigeren mede te werken aan het
groote werk, dat ieder onzer heeft te ver
richten. Mannen van de daad, bereid om
de handen te steken uit de mouwen en
te handelen zooals plicht en beginsel
het Katholiek neginsel dat voorschrijft
mannen die weten wat zij willen en willen
wat zij weten. Wij allen moeten mannen
van de daad zijn en wij kunnen dat ieder in
onzen eigen werkkring. En het is hoog
noodig ookwant wie met eenige oplet
tendheid zijn courant leest, hij ziet met
huivering de toekomst te gemoet. Want
onze vijanden, de vijanden van al wat er
goed .is en ordelijk in onze samenleving,
zij laten geen enkel middel onbeproefd,
om, zooals Alb. v. d. Kallen het zegt
den godsdienst in het hart van den werk
man uit te roeien, door berichtjes, feuil
letons en vooral de hoofdartikelen van hun
couranten.
En als zij zich niet schamen voor hun
onzinnige theorieën, moeten wij ons dan
schamen voor de theorieën van het kruis,
die 19 eeuwen oud nog nooit veranderd
zijn
De ijver van onze tegenstanders moet
onzen ijver prikkelenwaar zij werken tot
omverwerping van het gezag, door overal
en altoos te spotten met de mannen die
het uitoefenen, daar moeten wij het van de
daken verkondigen, dat alle gezag komt
van God; waar zij over de schouders van
de opgezweepte scharen willen klimmen
tot macht en invloed, daar moeten wij
niet zeggen maar toonen, dat de chris
telijke liefde machtiger is dan de haat
en de hartstocht die hen bezielen: en
de wereld zal aan die liefde erkennen dat
wij do leerlingen zijn van den Gekruiste.
Wij moeten zijn mannen van de daad,
bereid ons een offer te getroosten, waar
onze vijanden voor geen moeite en offers
terugdeinzen. Een leugenachtige pers be
werkt het arme volk, verspreidt het gif
van verdierlijking en ongodsdienstigheid.
bruikenwij zouden schier zeggenzij
sloten niet zelden den dag eener gevier
de vrouw in de 17e eeuw.
De markies d' Ambrelle was een der
laatsten, welke de gravin naderden; een
der vrienden stelde hem aan haar voor.
„Mevrouw de Vertigneul, de heer mar
kies Henry d' Ambrelle, secretaris van het
fransche gezantschap."
De markies boog zich, mevrouw neigde.
Indien men zeer scherp liadde toegezien,
zou men andermaal een waas van ont
roering op het gelaat der gravin be
speurd hebben, doch dit alles was zóó
vluchtig, dat men een oogenblik daarna
vermeende gedwaald te hebben.
Wat de markies betreft, diens gelaat
was bleek.
„De zanger, mevrouw, van het heer
lijke lied.hervatte de voorsteller,
„en een van mevrouw's landgenooten."
„Eene bewonderenswaardige stem en
een recht ontroerend lied, mijnheer de
markies," zeide de gravin, en toen zij
de bloemen door Henry d' Ambrelle zwij
gend aangeboden, op de tafel naast zich
legde, beefde haar hand eenigszins.
Mevrouw de Vertigneul hield zich niet
verder met den gezantschap-secretaris be
zig, terwijl iedereen integendeel in den
waan verkeerde, dat juist de zanger de
meest vereerde zou zijn; zij wendde zich
tot dezen, dan tot genen der aanwezigen.
„Zijt ge ongesteld, mijnheer de mar