it'.
Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche
IM DER REIT.
SCKULTE Co.
IER, Goes,
1*
ine
I, Goes.
rfabriek.
koop,
No. 5.
Donderdag 12 Januari 1905.
Eerste Jaargang.
ERKER.
|etten, korte en
griendsveen.
:NT
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
GODTERGEND.
Anne Dieu-le-Veut.
IARKT, GOES.
BUITENLAND.
Ihermen. tasch,
\eim-ijzer van den
Nederland, voor
üdexi.
DEN BOGERT,
Ilnde heeft wekelijks
iv, Ai thraciet
ieS
bekomen:
(biet van dit artikel
Flacons Azijn-Extract
|i te brengen op
|ms zijn van maatver-
is tachtig procent,
sterk en komt, door
eling, in het gebruik
jn overeen. Teneinde
Iijke zindelijkheid over-
i, gebruiken wij u i t-
flesschen en nemen we
terug. Ieder
t om onze Azijn-Extract
rzoeken aan het Che-
van den heer H. M.
beker en Scheikundige
everen we onze Azijn-
ken van 1 Kilo of in
10 en 60 Kilo.
2, Middelburg.
fJGBAAR BIJ
,e Kachelpoinade
fühZ, Leipzig.
opers flink rabat.
|koopen,
Magazijnen.
It worden,
i!EL bediend.
HE ZEEM COURRHT
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
Abonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
OOSTERBAAN LE COINTRE,
J <S O E S.
Adverfentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Wij lezen in de a.-r. „Rotierdammer"
„Enkele weken geleden signaleerden
wij het goddelooze verhaaltje, dat werd
afgedrukt in het Zondagsblad van het
sociaal-democratische hoofd orgaan.
Toen werd „Het Volk" boos en was
verontwaardigd, omdat wij zulk eene
voorstelling, die nog al kinderlijk „in
nig godsdienstig" moest zijn, „gruwe
lijk" durfden noemen.
Want o, al wat socialist heet is toch
zoo hang, dat er onder de werklieden
zullen zijn, die zich om godsdienstige re
denen van de socialisten zullen blij
ven afkeeren.
Daarom klinkt van socialistische zijde
steeds het wachtwoord, dat godsdien
stige „arbeiders" best socialist kunnen
wezen en toch tegelijk hun geloof be
houden.
Wederom kan men echter ontnuch
terd worden door eene advertentie, opge
nomen in „De Klok", het blad van het
socialistische Kamerlid, den heer van
der Zwaag.
Wat taal er in dat blad soms voor
komt, bleek 'o. a. omtrent Paschen 1900
toen er in stond afgedrukt: „Leugens
kunnen niet bezielen. Al zingt men hon
derd maai dat iemand, die dood is,
waarlijk is opgestaan, toch gebeurt zoo
iets nooit en is nooit gebeurd".
In hetzelfde socialistische orgaan ver
scheen nu met Nieuwjaar, alzoo in de
vorige week, deze advertentie:
Aan allen, die het met ons (in te-
genstelling met den Helderschen af
gevaardigde Staalman en anderen)
trachten het zonder God Almach
tig hier op aarde naar behooren te
vindon, onzen welgemeenden
Nieuwjaarsgroet
bij den aanvang van 1905.
J. LAMPE,
Wijnaldum. en Echtgenoote.
Li
Dergelijke advertentiën neemt dus een
socialistisch orgaan zonder bezwaar op.
Een verhaal uit de XVIIe eeuw.
III
In de Gouden Ster.
De „Gouden Ster" was eene zeer voor
name herberg, op den hoek der Paro
chiaanstraat, nabij de St.-Gudula-kerk, in
in wier beneden kamer zich een aantal
J personen vergaderden toen het eigenlij
ke koffiehuis nog niet bestondmen kwam
er drinken, rooken, spelen en het nieuws
van den dag vernemen.
Nu er echter een koffiehuis bestond,
was de „Gouden Ster" nog altijd de plaats
waar de voornamen, zelfs gezanten, de
oversten der gilden en anderen, somtijds
2 maaltijden en drinkpartijen hielden.
Voorwaar, daartoe waren weinige her-
S hergen zoo goed ingericht, als de „Gou
den Ster".
Niet alleen was de keuken goed voor
zien van alle soorten van visch en wild
braad, maar geen kelder was zoo rijk
aan wijnengeen herberg kon op een zoo
ruimen voorraad wijzen van tafelzilver en
drinkgerief, zooals handhouders, glazen
roemers en bokalen.
De „Christen-democraat" noemt, deze
annonce „Godtergend".
Zij levert weer bij herhaling het be
wijs, in hoeverre Christendom en socia
lisme kunnen saamgaan.
Of liever, hoe absoluut zij elkander
uitsluiten."
Juist in ons vorig hoofdartikel hebben
wij aangetoond, dat socialisme en gods
dienst absoluut onvereenigbaar zijn.
De nieuwjaarsgroet van J. Lampe, tus-
schen haakjes eon „lampe" vermoedelijk
zonder olie of zonder pit en hijgevolg
weinig lichtgevend zal, naar wij mee-
nen, den socialistischen broeders niet bij
zonder aangenaam zijn geweest, omdat
dat saluut aan hen, die het zonder God
den Almachtigen wel kunnen stellen,
hun weer dwars zit, wanneer zij nogmaals
uit den treure met de verlokkende, on
zinnige bewering willen voor den dag
komen, dat een socialist best godsdien
stig zijn kan. i
De socialisten dringen aan op Grond
wetsherziening om te kunnen komen tot
algemeen kiesrecht voor mannen en vrou
wen. Wij echter, indien de socialistische
bladen langer bleven medewerken dusda
nige kwetsende, godlasterlijke en hemel
tergende taal door middel der pers te
verspreiden, wij zouden haast der socia
listen vrijheid van welke zij bewijzen
geen flauw idéé te hebben en die zij
ergerlijk misbruiken aan vaste banden
willen leggen door met klem op te vorde
ren wijziging der Grondwet in zake vrij
heid van drukpers, desnoods met opleg
ging der censuur.
Dat de socialisten voor zich zelf het
Godsbestaan ontkennen, is hün zaak.
Maar dat zij in hun overmoed openlijk
en op de meest minachtende wijze het
heiligste aanranden van hen, die in den
Hoogen, Almachtigen God gelooven, dat
mag niet geduld worden.
De maat is ééns vol en het geduld
ééns ten einde.
En dan, de waard was geen bedrie
ger; de wijn werd bij hem niet met an
dere mengels vervalscht; hij schreef ook
niet met dubbel krijt.
De kamers van de „Gouden Ster" wa
ren ruim en zindelijk, de bediening was
keurig, de stallingen werden als voor
treffelijk beschouwd.
Eenige weken geleden waren daar ook
de graaf en de gravin de Vertigneul
aangekomen, en hadden de gemeubeleerde
kamers op de eerste verdieping en voor
aan de straat, betrokken.
De meubels alleen toonden daar genoeg
zaam, dat dikwijls hooge gasten in de
„Gouden Ster" vertoefden.
Van de voornaamste kamer had me
vrouw de Vertigneul haar salet gemaakt.
Het is in dit vertrek, dat wij het gra
felijke paar ontmoeten.
De rit langs de vaart had de gravin
geenszins vermoeid; integendeel, voor de
weinige uren die er van den dag nog over
bleven, had zij zich de moeite getroost
van kleeding te veranderen.
Do haren waren gefriseerd en hingen
in kleine krullen langs het fijne gelaat.
Had de gravin, te paard gezeten, iets
mannelijks in zich, op dit oogenblik was
zij de elegante vrouw, die zelfs in haar
toilet kwistig met parels, braceletten en
ringen te werk ging.
Ook de graaf was in een ander, doch
DE OORLOC.
Naar aanleiding van den val van Port-
Arthur is er weer heel veel geschreven
over de vraag of er nu spoedig kans zou
zijn op vrede. De Russische regeering
heeft op onmiskenbaar duidelijke wijze te
kennen gegeven dat zij er niet aan denkt,
in deze omstandigheden vrede te sluiten,
en een mogelijke wijziging in de stemming
van den Tsaar of in den binnenlandschen
toestand van Rusland, waaruit vrede zou
kunnen voortvloeien, zal wel niet dooi
de schrijvers van beschouwingen in de
bladen voorspeld kunnen worden. Wat
Japan betreft, het is bekend dat het thans
wel vrede zou wenschen (natuurlijk!) mits
zijn eischen ingewilligd werden die
echter de Russen naar alle waarschijn
lijkheid buitensporig zullen voorkomen.
De Daily Telegraph verneemt uit Port-
Arthur: Nogi heeft Stoessel meegedeeld,
dat de Japanners de overblijfselen van
de Russische dooden te Port-Arthur bij
eenbrengen, op hun graf zullen zij een
voegzaam gedenkteeken oprichten. De
Japanners zullen Port-Arthur zonder op
hef bezetten; zij willen hun vreugdebetoon
uitstellen, zeggen zij, tot het einde van
den oorlog.
De correspondent der Standard te Port-
Arthur, die de ontmoeting tusschen Stoes
sel en Nogi heeft bijgewoond, seint o. a.,
dat Stoessel zeide, dat zijn familie nooit
de goedheid van den Mikado zou kunnen
vergeten. Hij roemde in sterke bewoordin
gen de belegeringskunst der Japanners,
vooral van hun artillerie en genie, inzon
derheid na de groote mijnontploffing van
Soensoesjan, waarbij de geheele bezetting
werd gedood. Hij prees ook de juistheid
van het schieten der Japansche kanonnen.
Stoessel betuigde Nogi zijn deelneming
met den dood van diens twee zonen.
Nogi antwoordde eenvoudig, dat zij niet
vergeefs voor het vaderland gesneuveld
zijn.
De Tsaar heeft zich niet alleen gewaar-
digd de capitulatie van Port-Arthur aan
Von Stoessel „te vergeven" zooals deze
in zijn deemoedig gesteld telegram van
„Vadertje" had afgesmeekt doch hem
zelfs bedankt„Ik sta", zoo luidt het ant
woord uit Petersburg, aan iederen officier
toe gebruik te maken van bet welverdiende
voorrecht om naar Rusland terug te keeren,
eenvoudiger gewaad dan op de wande
ling, gekleed.
Beiden waren gezeten. Het venster-
stond open, en met de frissche avond
lucht dansten er ook eenige ongenoo-
digde muggen binnen, die echter bij me
vrouw door de zachte beweging van den
waaier op behoorlijken afstand gehou
den werden.
De Vertigneul, die aan de tafel en op
eenige stappen van het venster zat, greep
van tijd tot tijd naar den roemer, en
dronk met malsche teugen den genrigen
wijn.
Het gesprek tusschen de twee perso
nen was niet zeer druk; het werd zelfs
door lange tusschenpoozen onderbroken;
het was daarenboven niet erg welwillend,
soms zelfs scherp en het scheen dat die
twee vreemdelingen, nu zij alleen waren,
wel eens den fijnen loon vergaten dien zij
elders aansloegen.
,,'tWas eene dwaasheid; ik had u her
waarts niet moeten volgen," zeide de
schoone vrouw na een poos stilzwijgens,
op mokkenden toon.
„Gij zelve waart immers benieuwd om
Frankrijk weer te zien?" luidde het ant
woord. „En ik, ik had mij zeiven te recht
vaardigen."
„Dwaasheid! Wat vermochten uwe vij
anden tegen u? Niets!"
De Vertigneul trok de schouders op en
onder verplichting niet verder deel te nemen
aan den oorlog, öf in het lot te deelen van
hun manschappen. Ik dank u en het dap
pere garnizoen voor de ridderlijke verde
diging".
Deze vriendelijke dankbetuiging was
zeker ten volle verdiend. Daarbij steekt
allerzotst af het adres, naar de „Standard"
uit Tokio verneemt, door het Japansch
parlement gericht tot den Mikado en waarin
al de door Japan behaalde militaire suc
cessen worden toegeschreven aan de
deugden van den vorst! Uit is toch wel
wat erg dwaas.
Het vervoer der Russische krijgsgevan
genen uit Port-Arthur is vlug in zijn werk
gegaan.
In het geheel werden krijgsgevangen
gemaakt 878 officieren en ambtenaren en
23491 manschappen. Onder de krijgsge
vangenen bevinden zich ook de generaals
Fock, Smyrnoff en Goldbatfoeski, alsmede
de vice-admiraal Willman.
Reuter's correspondent in Nogi's kamp
zendt een beschrijving van den aftocht der
Russen door de Japansche liniën naar het
spoorwegstation Tsjang-lin-tsoe, waar zij
op den trein naar Dalni gingen. De offi
cieren, die hun sabel aan hadden, overeen
komstig de voorwaarden van de overgaaf
liepen met hangend hoofd; ook aan de
manschappen was de uitwerking te zien
van de geestelijke en lichamelijke over
spanning, door het langdurige beleg ver
oorzaakt. Zij schenen aangenaam verrast
door de vriendelijke wyze waarop de Ja
pansche soldaten zich gedroegendeze
toonden zich natuurlijk wel nieuwsgierig,
maar zij boden de gevangenen bier, voed
sel en sigaretten aan, en droegen zelfs de
bagage voor hen die te vermoeid schenen
te zyn.
De correspondent maakt ook melding van
een onderhoud van Stoessel met een Ja
pansch staf-officier. Stoessel scheen er zeer
over teleurgesteld, dat Koeropatkin naar
Moekden teruggedreven was. Hij zeide,
van Chineesche spionnen gehoord te hebben,
dat Koeropatkin slechts op een dertig mij
len van Port-Arthur stond. Stoessel vroeg
ook, waar de Oostzeevloot zich bevond, en
toen men hem inlichtingen gaf, zeide hij
dat nu Port-Arthur gevallen was, die vloot
niet verder behoefde te gaan.
Te Tokio schat men nu de verliezen,
die de Russen te Port Arthur geleden
hebben, op tusschen de 38,000 en 40,000
man, met inbegrip van matrozen. Het
aantal gesneuvelden, vermisten en aan
ziekte gestorvenen wordt op 10,000 gesteld.
zweeg; hij keurde die scheeve voorstelling
der zaak geen antwoord waardig. Zwijgend
liet hij het blondlokkig hoofd in de hand
rusten.
Noch deze, noch gene sprak; de gravin
zag naar buiten. De avond was gevallen;
de torens van de St.-Gudula kregen al
lengs onduidelijke vormende laatste kau
wen dreven nog in breede kringen rondom
den torentop.
Op den hoek der straat was het licht
voor het heiligenbeeld reeds ontstoken
de voorbijgangers werden zeldzaam; de
juichende straatjongens waren reeds ver
dwenen en de laatste vrachtwagen was
een halt uur geleden, onder het eentonig
belgeklingel voorbijgeschokt.
„Oef!" zeide de gravin, als kon zij het
gewicht der verveling niet langer dragen.
„Wat is het hier vervelend, dood ver
velend!"
De toon van die woorden duidden aan
dat haar zenuwgeste! erg geprikkeld was,
en zij, met volle zeilen, de zee van het
slecht humeur binnenliep.
De graaf kende dat oogenblik; de los
barsting had dan ook schier onmiddelijk
plaats.
„Ik wil daarenboven die gedwongen
houding niet meer!" viel zij uit, op een
toon van sterk misnoegen. „Was ik ook
dwaasIk ben Frankrijk ontvlucht om
vrij en ongedwongen in de nieuwe wereld
Rozjestwenski heeft den 2en dezer be
richt gekregen, dat de Japanners zijn vloot
tegemoet zijn gevaren. De Russen verdub
belen hun waakzaamheid. Rozjestwenki's
adjudant heeft den 3en dezer te Tamatawe
aan een verslaggever gezegd, dat de Oost
zeevloot een maand zou noodig hebben om
den Indischen Oceaan over te steken.
DUITSCHLAND.
De keizer van Duitsehland heeft de ge
neraals Stoessel en Nogi wegens de held
haftige dapperheid, die zij en hun troepen
bij het beleg van Port-Arthur hebben ge
toond, de Orde pour le Mérite verleend,
en den tsaar en den mikado om hun toe
stemming voor de onderscheiding verzocht.
Uit Beijeren komt het zeker verblijdend
bericht, dat de werkliedenverenigingen
daar in den laatsten tijd sterk, ja men
zou haast mogen zeggen: reusachtig zijn
vooruitgegaan. De bond van Zuid-Dmtsche
katholieke arbeidersvereenigingen telt thans
630 verenigingen met 86000 leden.
Het spreekt van zelf, dat de sociaal
democratie daarover niet is te spreken;
wei zijn ze erg voor organisatie der ar
beiders en niet tegen den godsdienst maar
katholieke organisaties zijn toch verschrik
kelijkheden voor de rooüe heeren.
Kn natuurlijk doen ze al hun best, de
goede resultaten der katholieke propaganda
te weerstreven.
Jammer dat eendeels nog zoo vaak reet
de stichting eener goede vereeniging worut
gewacht totdat eerst de socialisten zich
reeds gevestigd hebben.
ENGELAND.
Manchesier kan over de armoede
onder zijn bevolking van ruim 550,000
zielen meespreken. Een week of drie ge
leden was 'ter zoo erg, dat de burge
meester voor onlusten vreesde. Een troep
werkeloozen schoolde dreigend voor het
stadhuis samen en eischte onmiddelijk on
derstand en werk. De burgemeester liet
vier van de mannen boven komen, en
legde hun uit, dat geweldpleging niets
zou baten, en, wat meer is, beloofde spoe
dig te helpen. En hij heeft woord gehou
den, dank zij den krachtigen steun van
de burgerij in het algemeen, kerkelijke
vereenigingen, schoolbesturen, onderwij
zers, enz.
MACEDONIË
In dit land wordt de toestand niets
beter. Eiken dag hebben schermutselingen
en aanslagen plaats. In den omtrek van
te leven, en ik laat mij door u, geboeid
en gebonden, weêr naar die kunstmatige
wereld terug brengen 1"
„Gij spreekt zoo luid, Anne, dat gij u
zelve en mij nog verraden zult," zeide
de graaf.
„Wat geeft mij dat! Ik wil nog liever
het gevaar loopen en mij toonen zooals
ik wezenlijk ben, dan nog langer in het
ijzeren juk geklemd te zijn."
„Gij redeneert niet meer: gij laat uw
boos hoofd weêr onbepaald meester."
„Ik meen wat ik zeg."
„In dat geval zal (le landvoogd der
Spaansche Nederlanden, ons beiden spoe
dig achter de traliën laten zetten, en
triomfantelijk naar Madrid berichten, dat
de zeevogel door de landrat zich heeft
laten vangen. Wilt gij den Spanjool dat
genoegen geven?"
„Ik haat de verborgen rol, die ik spe
len moet.
„Gij antwoord niet op mijne vraag."
„Ik wil wel," zoo ging de gravin voort,
„de vrouw van Lorenziilo, en met hem
de heerscheres over de Oceaan zijn,
maar ik kan mij niet langer getroosten
de vrouw te zijn van den eersten cava
lier den beste, en met hem den kleingees-
tigen bijval der modewereld najagen."
„Dat bevalt mij evenmin; doch gij
vergeet de omstandigheden in aanmerking
te nemen. Door Frankrijk van verraad