Katholiek Orgaan voor de Zeeuwsche Eilanden.
terfabriek.
u en Limonades.
inen en
«te en Wasclraweii,
t- of Wringmachine,
Ci
No. 3.
Zaterdag 7 Januari 1905.
Eerste Jaargang.
MIDDELBURG.
L. DE BRUIJNE.
MARKT, GOES.
,ov
IJNE, Dam b/d Beurs, Middelburg,
trijkinrichting,
Ververij „DE VLIJT",
Verschijnt eiken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
OOSTERBAAN LE COINTRE,
Wie is kiezer in 1905?
Anne Dieu-le-Veut.
BUITENLAND.
straat 18
and over huizen en landerijen en
n koers van den dag, thans 991/,
SANK te Goes.
Dames- en
Kindermantels,
Dames-Kostumen
Blouses en Kostnniiirokken.
Dames-Onderkleeding.
ering van geheele Uitzetten
en Luiermanden,
jas- en Overgordijnen met alle
benoodigdheden.
en KARPETTEN.
I °en der heeren Jansen en Tilanus
Firma DAVIDSE Co.,
EN
n uw voordeel en groot gemak,
(door het aanschaffen eener
een onmisbaar Werktuig is in het
huisgezin.
goede constructie, alle andere in den
ide overtreffende, op proef, en daarbij
e prijzen.
OOK OP AFBETALING.
130 a d Loskade.
ijk tarief,
per stuk als bij abonnement.
JOHAN BIERENS Fz.
IH ZEEUWSCHE COUKflHT
Een en ander dit blad betreffende te zenden:
wat aangaat de Redactie a. d. Redacteur; al het overige a. d. Uitgevers.
ftbonnementsprijs: per 3 maanden
Voor het buitenland verhoogd met de meerdere porto's.
Afzonderlijke nommers (bij vooruitbetaling)
-.95
-.05
Drukkers-Uitgevers:
5 G O E S. o—
Advertentiën: van 1—6 regels —.60; iedere regel meer 10 ets.
Grootere letters of cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Eenzelfde advertentie driemaal geplaatst, wordt tweemaal berekend.
Bij een groot aantal regels of bij abonnement speciale prijs.
Dienstaanbiedingen: 25 ets. per advertentie van hoogstens 5 regels.
Reclame-berichten: 25 ets. per regel.
Men begrijpt dat deze vraag van het
hoogste belang is. De tijd om aan de samen
stelling van de kiezerslijst met allen ernst
te arbeiden is gekomen; de Juni-stembus
ligt in het verschiet.
Daarom geven we hier kortelijk, wat
men met het oog op de samenstelling
der kiezerslijst behoort te weten
Letten we allereerst op de belasting-
kiezers.
Belastingkiozer is hij, die over het laat
ste dienstjaar al zijn aanslagen in de Rijks
belastingen heeft voldaan. Die belastingen
zijnPersoneelo belasting, Grondbelasting,
Vermogensbelasting en Bedrijfsbelasting.
Deze aanslagen behoeven niet te Ioopen
over een vol dienstjaar; men moet een
voudig de belasting op tijd hebben betaald.
Belastingkiezers behoeven zich niet aan
te geven; zij worden ambtshalve op de
kiezerslijsten gebracht.
Alleen zij, die mede-eigenaren zijn in een
onverdeelden boedel, waarvoor in 1904
grondbelasting is betaald, terwijl hun aan
deel in die belasting f 1 bedraagt, behoo-
ren zicli tusschen 1 en 14 Februari aan
te geven aan de secretarie, waar zij een
formulier ontvangen, dat vóór 15 Februari
ingevuld en onderteekend aan de secre
tarie moet worden ingeleverd, met het
belas tinghilojt.
Wie verhuisde naar een andere gemeen
te en in oen vorige belasting betaalde,
dient zich eveneens aan te geven, met
overlegging van het voldaan geteekende
belastingbiljet.
De rijwielbelasting telt niet mee.
Wie op 1 Februari zijn belasting nog
niet voldaan heeft, krijgt van den ont
vanger een waarschuwing tehuis, een
gratis waarschuwing, waarin gezegd
wordt, dat, is de belasting op 1 Maart
niet voldaan, men niet op de kiezerslijst
komt.
Een verhaal uit de XVIIe eeuw.
2) I.
De Wandelplaats.
De rijderes zelve, wij herhalen 't, is
eene jonge schoone vrouw; haar donkere
lint verraadt de zuidelijke afkomst; de
zwarte haren dansen, naar de beweging
van het paard, in lange, krullende lok
ken op haar schouders.
Haar kleed, van een wonderschoon pur
per, men zeide indisch weefsel, was met
gouden knoopjes gesloten, met gouden be
legsels op horst en omslagen bezet. Een
collier van zeven rijen paaiden is deels
in eene sneeuwmassa van kant op de borst
en om do hals verborgen; aan den gou
den gordel hangt het onmisbaar spiegeltje,
en de lange lichtblauwe veer op het
hoedje is tor ztjde met een bouquet van
edelgesteente vastgemaakt.
Die jonge vrouw heeft noch cypersch
poeder in de haren, noch blanketsel op
de wangen, doch alleen, naar de mode
des tijds, een moesje ter zijde den mond.
Als de bewegingen van het vurig ara-
bisclie paard, wien het blanke schuim van
liet gebit vlokt, al te hevig zijn, vlamt
er telkens een hel vuur in het donker
oog der jonge vrouw. Dan ook fronst zij
de wenkbrauwen, richt een kort, doch
krachtvol bevel tot het onstuimige dier,
en niettegenstaande den gelen handschoen
met zilveren kwispel, ziet men dat de
kleine hand die den teugel vasthoudt,
krampachtig gesloten wordt.
Alle overige kiezers, d. w. z. de huur-
inkomen-, spaarbank en examenkiezers
behooren zich aan te geven tus
schen 1 e n 15 Februari ter secre
tarie. Zij ontvangen een formulier, dat
onderteekend en ingevuld moet worden
ingeleverd aan het Gemeentehuis.
II u u r k i e z e r is hij, die op den 3 ls ten
Januari sedert 1 Augustus van het vorige
jaar in een huis of een deel van een huis
heeft gewoond van de huurwaarde, voor
iedere gemeente bepaald. Men mag in dien
tijd ook éénmaal verhuisd zijn; mits dan
ieder der woningen den huurprijs heeft,
door de wet vastgesteld.
Doch nu komt er nog iets hij.
Men kan ook kiezer worden, wanneer
het huis of liet gedeelte van liet liuis,
dat men bewoont, niet den geëischten
huurprijs heeft, doch wanneer men in zijn
woonplaats grond in huur heeft, en daar
mee het voor de gemeente geldende be
drag wordt verkregen. Natuurlijk moet
men dien grond minstens net zoo lang in
huur hebben als het huis.
De huurkiezer moet zich aangeven.
Alleen wanneer hij in dezelfde woning
bleef, als het vorig jaar, en hij stond
roods op de kiezerslijst, is aangifte niet
noodig.
De bepalingen voor de huurkiezers gel
den ook voor de schippers; zij moeten
alleen don vastgostolden lijd een schip
in eigendom of huur hebben gehad van
24 M3 inhoud, op 25000 K.G. laadver
mogen.
Thans komen we aan de i n k o m-
sten- of loon kiezers. Dat zijn zij,
die van 1 Januari van het voorgaande
.jaar tot 31 Januari van 1905 achtereen
volgens bij niet meer dan twee personen,
ondernemingen, openbare of bijzondere in
stellingen in dienstbetrekking zijn geweest,
en daar een loon hebben genoten, dat
óók voor iedere gemeente in de wet is
vastgesteld.
Met de andere hand omklemt de rijderes
een rijzweep, welker knop in geciseleerd
goud gemonteerd is; dat wapen heelt zij
echter niet noodig om het trotsche paard
te bedwingen.
De cavalier, die naast haar een schoon
bruin paard berijdt, is een man in den
vollen fleur des levens, flink gebouwd,
met regelmatige gelaatstrekken, blauw en
toch stout oog, blonde haarlokken, blon
den knevel en baard.
De jonge man.draagt een groen fluwee-
len kleed met gouden nestels, broedgeran-
den hoed en blocdroode veer. Op den
breeden bandelier zijn diamanten gezaaid
en aan de lage, breede mollige laarzen
blinken gouden sporen.
Aller oogen wendden zich op het paar,
en elke andere groep, zelfs die der schoon
ste en rijkste jonge vrouwen, werden voor
de stoute amazone vergeten, hetgeen me
nig nufje, in eene rijke en eigen koets ge
zeten, op de lippen deed bijten.
Dit belette niet dat, toen het paar voorbij
draafde, ook wel uit de koetsen, belang
stellende oogen op hetzelve werden ge
richt.
„De gravin de Vertigneul!" zeide men
hier.
„La belle F ran? ai se", zeide men
ginder.
De heeren stonden stil om den graaf,
doch vooral om de rijderes te zien, en
die van welke zij reeds volgens de mode
des tijds, des morgens bloemtuilen ont
ving, en ook die welke in het publiek
den schijn wilden hebben met de vreem
delinge in kennis te zijn, namen de ge
pluimde hoeden af.
Allen hogen, groetten en bewezen de
Het loon, in vaste dienstbetrekking door
de vrouw genoten, kan worden geteld
bij dat van den man, en evenzeer het
halve loon van minderjarige, inwonende
kinderen. Wanneer dat alles bijeen het
door de wet geëischte bedrag haalt, kan
de man kiezer worden.
Men behoeft niet meer het juiste bedrag
van loon of inkomen op te geven, doch
kan volstaan met de verklaring, dat het
loon het door de wet gevorderde bedrag
bereikt.
Als loon wordt ook gerekend het pen
sioen of de lijfrente, dat door openbare
instellingen wordt verleend en ook dat,
door ondernemingen of bijzondere instel
lingen uitbetaald. Natuurlijk blijft het be
drag van liet inkomen voor iedere ge
meente onveranderd vereischt.
Ongovallenrente wordt ook als loon be
schouwd.
Staat in een of ander bedrijf in den
regel het werk gedurende een gedeelte
van het jaar stil, dan wordt de tijd,
waarin niet gewerkt wordt, toch als dienst
tijd beschouwd. Is men hoogstens twee
maanden ziek, dan wordt Loch het loon
gerekend ontvangen te zijn.
Ook do kost en de inwoning wordt als
loon gerekend, naar oen daarvoor bij de
wet voor iedere gemeente vastgesteld be
drag. Wie op Zon- en Christelijke feest
dagen den kost echter niet geniet, behoeft
voor deze dagen niets af te trekken. Hij
wordt toch gerekend vollen kost en in
woning te genieten.
De bepalingen voor de inwonende zoons
zijn dezelfde gebleven.
Loonkiezers moeten zich ieder jaar op
nieuw aangeven tusschen 1 en 15
Februari.
Zien we nu even naar de Spaarbank
en Grootboek-kiezers.
Wie op 1 Februari a.s. sedert een jaar
f 100.nominaal op het Grootboek heeft
staan of f50.in de spaarbank, zóó,
schoone vrouw allo mogelijke eer, terwijl
die beleefdheid hun later duur zou te
staan komen, te oordoelen naar do jaloe
zie en de afgunst, die uit do oogen der
Brusselsche dames straalde.
Het paar, dat men don graaf en de
gravin de Vertigneul noemde, beant
woordde nu eens koel, dan eens uiterst
vriendelijk, ook wel eens in 't geheel niet,
de begroetingen.
Wellicht herkenden zij de groeters niet
of de groet ontging hun, tengevolge der
beweging hunner paarden.
Hoe het ook zij, men zag wel dat do
graaf en de gravin de Vertigneul de ge-
vierden van den dag waren, en mochten
er al in die koetsen met rood zijden gor
dijntjes gezeten zijn, die tegen dien onbe-
perkten invloed zich oproerig hadden wil
len verzetten, dan toch durfden zij dit
voor het oogenblik niet wagen.
Iedereen zong immers den lof der beide
vreemdelingen, die zelfs aanbevelings
brieven van hooggeplaatste personen aan
het fransche hof toonden.
„Wie zijn ze?" vroeg men hier.
„Vanwaar komen ze?" fluisterde men
ginder.
„Men zegt
„Ja, men zegt; maar men zegt zoo
veel."
Iedereen herhaalde echter de „men
zegts" die op de wandelplaats, in de her
berg, op de kegelbaan, in de kransjes, in
het koffiehuis en in het salet, bij den
haarkapper, den barbier, de modemaakster
en in den bloemwinkel werden ingezameld.
Nu, die „men zegts" waren zoo aan
trekkelijk, dat iedereen zich meer en meer
beijverde om de adelijke vreemden te
dat het inderdaad zijn eigendom is, kan
op grond daarvan aanspraken maken op
het kiezerschap.
Hij moet tusschen 1 en 15 Februari zich
op de secretarie aanmelden onder over
legging van een bewijs van de direc
tie van het Grootboek of het
bestuur der Spaarbank, dat bij
inderdaad sedert een jaar eigenaar is van
de gevorderde bedragen.
Het is niet meer noodig, dat men een
boekje hebbe van de Rijkspostspaar-
bank: andere spaarbanken, zooals die
van de Stad Amsterdam of het
N u t tellen ook meêdoch natuurlijk moe
ten de lichamen, waarvan deze spaarban
ken uitgaan, rechtspersoonlijkheid hebben,
en, zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opge
richt, moeten ze een waarborgsom van
f 25.000 bij de Nederfandsche bank heb
ben gedeponeerd.
Wie reeds Grootboek- of Spaarbankkie-
zer is, behoeft zich niet opnieuw aan te
geven; daarvoor wordt ambtshalve ge
zorgd.
Blijven ten slotte de Examen-kiezers.
De wet zegt, dat zij kiezers kunnen
worden, die met goed gevolg hebben afge
legd een examen, ingesteld door of krach
tens de wet of aangewezen bij algemee-
nen maatregel van bestuur en in ver
band staande met de benoembaarheid
tot eenig ambt, de vervulling van eenige
betrekking of de uitoefening van eenig
bedrijf of beroep.
Herinneren we ten slotte, dat in het
algemeen het kiesrecht aan bovenge
noemde categoriën van personen wordt
toegekend, wanneer zij zijn mannelijke
ingezetenen des Rijks, tevens Nederlan
ders, die den leeftijd van 25 jaren heb
ben bereikt.
Wie dit jaar op 15 Mei zijn 25ste jaar
bereikt en in de termen valt, kan dus
kiezer worden.
Ziedaar in het kort uiteengezet wat de
naderen.
En wat vertelde men zoo al?
Dat de Vertignoul's van hoogst onder
scheiden adelijke familie en zeer bevriend
aan het frandsche hof waren. De graaf
en de gravin hadden de halve wereld
bezocht, ter zee en te land gereisd, bij
de Mooren en bij de wilden, in de woes
tijnen en in de savanna's; zij waren in
de handen geweest van roovers, en zee
schuimers.
Beiden spraken alsof zij inboorlingen
van de indische gewesten waren, over de
wondervolle en met natuurrijkdommen
overstroomde west-indische eilanden, met
glinsterende zon bij dag, met hunne zoele
nachten door fonkelende Iichttorren ver
levendigd, hunne wijde savanna's en maag
delijke bosschen, hunne booinen door bloe
mende slingerplanten als aaneengescha
keld.
Zij vertelden van reusachtige bloemen,
vreemdsoortige vruchten; van de pisang,
broodvrucht, de mangroven, palmen en
bananen; ze spraken van wilde buffel-
jachten, gevechten met alligators, be
klimming van vulkanen en tochten op
zee en door woestijnen.
De graaf, zoo zeide men, had in de
bezittingen hooge ambten bekleed, en
mevrouw de gravin had hem in alles en
overal, zelfs op vele gevaarlijko tochten,
vergezeld.
De vrouw was dan ook zoo stout als
de man, en als zij alleraangenaamst in
gezelschap zijn kon, allerliefst zong en
de harp tokkelde, trok zij even goed den
degen als de graaf, reed te paard zooals
hij, en schoot met den kogel een deels in
eene plank gedreven nagel tot aan den
Kieswet eiseht.
Men zal nu wèl doen, dit stukje te be
waren, ter raadpleging bij de komende
verkiezingen.
DE OORLOC.
Hoe meer bijzonderheden er bekend wor
den over de laatste dagen van Port-Arthur,
des te meer stijgt de bewondering, welke
men gevoelt voor generaal Stoessel en diens
helden. UitPetersburg wordt thans een
vertraagd telegram gepubliceerd van den 21
December, waarin Stoessel den dood meldt
van zeven officieren, onder wie generaal
Krondatsjenko wiens sneuvelen door
een granaat een verpletterenden indruk
maakte.
„Den Hen December", meldt de verde
diger, „toen de Japanners den Hoogen
Heuvel namen, werden alle schepen in de
binnenhaven tot zinken gebracht, met uit
zondering van de „Sebastopol", die onder
commando van kapitein Essen vier dagen
lang in de buitenhaven een aanval van
vijandelijke torpedobooten sloeg. Heden,
den 21 December, kregen de Japanners
versterking van zestien bataljons. De loop
graven werden bewapend met kleine ka
nonnen, revolverkanonnen. Wij verwachtten
aanvallen. De Japanners bombardeerden de
hospitalen met geschut van 11 c.M. Hos
pitaal no. 6 is vernield, de hospitalen no. 9
en 11 zijn zwaar beschadigd. Twee artsen
en een verpleegster zijn zwaar gewond.
Het aantal gewonden bedraagt 10.000.
Bij de overgave der vesting seinde Stoessel
aan den Tsaar:
De groote Tsaar vergeve het ons Wij
hebben alles gedaan, wat menschenhanden
vermochten.
„Wij richten ons naar paragraaf 64 van
het reglement op de verdediging van ves
tingen en de netitie van den generalen staf
„Hoe heldhaftig de verdediging van een
vesting is geweest en met hoe groote zelf
verloochening de verdediging ook gevoerd
moge zijn, de commandant zal toch, wan
neer de vesting door den vijand genomen
is, terechtstaan voor een rechtbank, waarvan
de samenstelling, voor elk geval, bepaald
wordt krachtens bijzonder bevel van den
kop daar in, alsof die er met eenen hamer
ingeklopt was.
Vrouwelijke galanterie en hofmakers,
waren bij de gravin' niet erg in telimmers,
de bloemen die haar 's morgens door dezen
of genen, naar de gewoonten dier dagen,
gezonden werden, legde zij onverschillig
ter zijde.
't Was niet omdat de roos en de tulp van
ons noorden in kleurenpracht en grootte te
versmaden waren tegenover de schitteren
de passiebloemen en de roode cordia
der zuiderlanden neen! het huldebe-
wijs zelve liet haar koud.
Als de gravin ter misse kwam, niet
zelden de misse der gapers en slapers,
zooals men die van twaalf uren noemde,
hadden zich ook hij haar hofmakers op
gedaan, die krakeelden en zelfs de degens
wilden doen kletteren, om de eer te ge
nieten haar naar de herberg de Gouden
Ster te geleiden, waar de voorname rei
zigster gemeubeleerde kamers bewoond'e;
doch ook al dat mierengewoel rondom
haar, had zij telkens doen ophouden.
Eens toen haar dat krakeel bijzonder
verveelde, was zij plotseling bij den kerk-
met een donkeren, scherpen, vurigen blik
hofmuur blijven staan, had den flikflooier
aangekeken, en zagen de mode-jonkers
plotseling in hare kleine hand, een dolk
met fijn lemmer glinsteren, waarop die
heeren onder buigingen en groeten af
trokken.
Welnu, men bewonderde haar daarna
nog des te meer.
De Brusselaar is nog altijd dezelfde
(wordt vervolgd.)